De vergeten vluchtelingen van Kalimantan 237 ZATERDAG 10 JUNI 2000 Veertienduizend Madurezen dicht opeen gepakt rbarmelijk. Dat is de situatie waarin 14.000 Madure se vluchtelingen verkeren in het westen van Kalimantan, het Indonesische deel van Borneo. Ze zijn in de provincie hoofdstad Pontianak opgevangen op zeven overbevolkte locaties, zoals sporthallen, drooghokken van een oude rubberfabriek en een rijstopslagloods. De Madurezen zijn daar ondergebracht nadat de inheemse bevolking van West-Kalimantan, de Dayaks, in maart 1999 een bloedige strijd tegen hen had ontketend. De oorspron kelijke bewoners vermoordden zeker tweehonderd Madu rese immigranten met hakmessen, lansen en zwaarden. Vanaf de jaren zestig zijn bewoners van Madura, een dichtbevolkt eiland ten noordoosten van Java, naar Kali- mantan geëmigreerd. Ze kregen er werk in de wegenaan- De spanning tussen de Dayaks en de Madurezen liep in de loop der jaren hoog op, omdat de oorspronkelijke bevolking vond dat de grond van hun voorouders was ge stolen door de nieuwkomers. Dit mondde vorig jaar uit in een beestachtige strijd, waar voor tienduizenden Madurezen op de vlucht sloegen. Tij dens de moordpartijen hakten de christelijke Dayak-krij- gers de hoofden van de islamitische immigranten af, spietsten ze op stokken en droegen ze als triomf door de dorpen. Ook reten ze de borst van de slachtoffers open, rukten het hart er uit en aten het deels op. Om verdere escalatie van het etnisch-religieuze conflict te voorkomen, heeft de provincie West-Kalimantan inmid dels 23.500 Madurezen op de boot gezet richting Madura. Ongeveer 14.000 vluchtelingen zijn overgebracht naar de hoofdstad van West-Kalimantan, Pontianak. Ze zijn er ge huisvest op plekken waar bijna geen water en sanitaire voorzieningen zijn. De Madurese immigranten moeten zich wassen in zwaar vervuilde kanalen, waar ook het riool van de hoofdstad op uitkomt. Daardoor zijn ze gemakke lijk vatbaar voor diarree en huidziektes. Ook in de gebouwen waar de vluchtelingen zijn opgevan gen, hebben epidemieën vrij spel. In een sporthal zitten 2200 mensen dicht opeen gepakt. Gezinnen hebben elk vijf treden van de tribune toegewezen gekregen. Daarop bi vakkeren ze vaak al meer dan een jaar. De hallen worden met de dag voller. Wekelijks keren vele gezinnen terug van hun vlucht naar Madura, omdat ze daar geen toekomst hebben. TEKST EN FOTO'S: CATRINUS VAN DER VEEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51