Staatje in de stad of moeras in een moeras
Cox Habbema moet nog leren bloemlezen
Boeken
h
O
Schele hertogin wai
altijd luis in Franse pi
Gerard Reve als huisba;
Nieuwe Harrison nog har(
VRIJDAG 9 JUNI 2000
Otterspeer publiceert eerste deel geschiedschrijving Leidse Universiteit
Nieuwe roman Bastet
Dat het niet zo botert tussen het Leidse volk en de heren
studenten is geen nieuws. De literatuurhistoricus Her
man Pleij maakte deze week nog gewag van de gewoonte
der Leidse studenten hun meubilair botweg op straat te
zetten. Hij weet dat aan vergaande arrogantie: 'het per
soneel' mag alles zien, wij staan daar toch ver boven. Die
houding van de intellectuele bovenlaag tekent de ver
houding tussen Leiden en haar universiteit. Het is nooit
anders geweest, zo toont het eerste deel van de geschie
denis van de universiteit, geschreven voor Willem Otter
speer.
GESCHIEDENIS RECENSIE
ONNO HAVERMANS
Het bolwerk der vrijheid, de Leidse uni
versiteit, 1575-1672 door Willem Otter
speer Uitgeverij Bert "Bakker. Prijs:
58,50
Anno 2000 proberen stad en
academie de onderlinge ban
den wat aan te halen. Onlangs
nog verscheen een ambtelijke
notitie vol mooie woorden. Lei
den en de universiteit zouden
veel aan elkaar hebben en bo
vendien op elkaar zijn aange
wezen. Dat laatste is zeker
waar. De vroegere lakenstad
heeft nauwelijks nog bestaans
recht zonder studenten en de
oudste universiteit van Neder
land zit met zijn faam in het
buitenland onlosmakelijk vast
aan die naam. Leiden is een be
grip. Toch kan het geen kwaad
wanneer burgemeester Jan
Postma zich spoorslags naar
een der boekhandels in de sjie-
ke Breestraat begeeft, om zich
te kunnen verdiepen in deel 1
van Het bolwerk der vrijheid, de
officiële geschiedschrijving van
de Leidse universiteit, die deze
week door de feestende acade
mie (425 jaar oud) is gepresen
teerd. Enkele jaren geleden be
noemde de universiteit een
heuse hoogleraar universiteits
geschiedenis, de historicus Wil
lem Otterspeer (bekend van
zijn Bolland-biografie), om dit
karwei te klaren. Zijn eerste
boek is een relaas van strijd en
strubbelingen, van onmacht en
onbegrip, van aanhalen en af
stoten.
Zonder twijfel het treffendste
voorbeeld van de wig tussen
stad en universiteit is de eigen
rechtbank. Studenten die iets
hadden misdaan - een boek ge
jat, in dronkenschap enkele rui
ten ingegooid of een dienst-
S)
Ct>
maagd onteerd - moesten voor
de vierschaar verschijnen.
Daarin zaten behalve de rector
en zijn assistenten weliswaar
ook de burgemeesters en twee
schepenen van de stad, maar
het principe was toch dat de
academie rechtsprak over haar
eigen ingeschreven. Die had
den ook allerlei 'vrijdommen'
zoals kwijtschelding van belas
ting op boeken, bier en wijn en
vrijstelling van de schutter
splicht, waardoor feitelijk spra
ke was van een staatje binnen
de stad. Menig Leidenaar liet
zich omwille hiervan inschrij
ven zonder ooit een college bij
te wonen of een studieboek in
te zien.
Diverse keren probeerden de
burgemeesters van Leiden
daaraan een einde te maken,
maar het resultaat was telkens
dat de universiteit in haar rech
ten werd bevestigd door de sta
ten van Holland. Dat zou twee
eeuwen lang zo blijven. De
Leidse academie beriep zich
met recht op de stichting door
van de Prins van Oranje zelf.
Leiden was slechts bij toeval
plaats van vestiging geworden.
Haarlem, Gouda en Middelburg
hadden al eerder interesse ge
toond en later zou Utrecht zelfs
een geniepige poging doen de
universiteit uit Leiden weg te
kapen.
Dat de keuze van de prins in
de winter van 1574 op Leiden
viel, wordt alom toegeschreven
aan de moedige weerstand die
de stad een jaar lang had gebo
den aan de Spaanse belegering.
Om Filips II te stangen, drong
hij erop aan haast te maken
met de oprichting van een uni
versiteit waar de calvinistische
theologie de basis van de we
tenschap zou vormen. Mocht
a»-
«SSr
-/.IÏ/I.1.V* OvWfywV
De oprichtingsakte van de Leidse Universiteit.
de Hollandse opstand onver
hoeds in vrede worden ge
smoord, dan had hij de katho
lieke 'koning van Hispanje' in
elk geval een mooie loer ge
draaid.
Van dat calvinisme kwam
overigens niet zo veel terecht.
De Leidse universiteit werd in
die eerste eeuw vooral een bol
werk van de humanistische kijk
op de wereld, waarin verdraag
zaamheid jegens anders gelovi
gen van wezenlijk belang was.
Te Leiden weken de wapenen
voor de wetenschap, schrijft
Willem Otterspeer in zijn inlei-
ding.
Wat niet wegneemt dat de
universiteit vanaf 1592 een pre
dikantenopleiding begon in het
zogeheten Staten College. En
uitgerekend daar barstte drie
jaar later de bom in wat als de
Studentenopstand van 1594 de
geschiedenis in zou gaan. Aan
leiding was de verstoting van
een student die de draak had
gestoken met de rechtbank,
waarna een heus oproer los
brak. Pogingen om de organisa
tie van studenten te ontbinden
en aanstichters streng te straf
fen, waren olie op het vuur.
Toen een van de heren studen
ten een tuchtiging onderging,
braken zijn maten de deuren
van de folterkamer open onder
het slaken van de kreet: 'Dood
aan de lesboeren' (of 'Dood aan
de gerechtsdienaren', dat hangt
af van de vertaling uit het La
tijn).
Uiteindelijk was het geen do
cent of hoogleraar, maar een
bode die het leven liet. Dit werd
de burgemeesters te gortig. Het
dragen van wapens binnen de
stadsmuren werd verboden,
evenals vermommingen en de
stadswacht trad zo streng op,
dat een klein jaar later een
dronken student werd neerge
schoten en aan zijn verwondin
gen overleed. De rust keerde
pas weer nadat enkele rad
draaiers door de vierschaar uit
Rijnland waren verbannen en
anderen gevangen gezet.
Het is maar een van de talrij
ke anekdotes in het boek van
Otterspeer. Het bolwerk der
vrijheid. De Leidse universiteit
1575-1672 is een boek in laag
jes: je kunt het op verschillende
manieren lezen. Wie vooral op
zoek is naar lekkere brokjes of
beschrijvingen van de beroem
de geleerden - Lipsius bijvoor-
foto uit besproken boek
beeld, die de universiteit zijn
huidige structuur gaf, of Scali-
ger, die haar minachtend om
schreef als een moeras in een
moeras - die Leiden in die eer
ste eeuw hebben aangedaan,
zal zich aanvankelijk stukbijten
op de wat droge inleiding. Ot
terspeer behandelt vrij uitvoerig
het ontstaan van het universi
taire onderwijs in Europa,
waarbij Nederland bepaald niet
voorop heeft gelopen. Ook goo
chelt hij al met namen voordat
hij de bijbehorende personen
tot leven wekt. Dat schrikt af en
dat is jammer, want dit eerste
deel van de geschiedenis van de
Leidse universiteit roept bij het
bereiken van de laatste pagina's
het verlangen op naar meer. De
volgende drie delen zullen in de
jaren tot 2004 verschijnen.
ROMAN RECENSIE
WIM VOGEL
De schele hertogin, gedenkschriften van
Mane-Caroline de Berry door Frédéric
Bastet. Uitgeverij Querido, Prijs 39,90
Haar wonderlijke leven is vaker
bescheven. Van zijn bronnen
noemt Frédéric Bastet er veer
tien maar iedere lezer van de
bijna driehonderd bladzijden in
dit boek begrijpt dat die slechts
het basismateriaal leverden
voor het zeer gedetailleerde le
ven dat hij vastlegde. De schele
hertogin werd ze genoemd,
Marie-Caroline, prinses van Si
cilië die, zoals zij dat zelf zo
mooi formuleert, niet meer was
'dan een siervis in een aquari
um. Ik ben eruit opgehengeld
toen dat politiek zo uitkwam.'
Dat hengelen gebeurde in 1816.
Als bakvis van zeventien jaar
wordt ze gekoppeld aan de her-
tog De Berry met geen ander
doel dan om Frankrijk en de
Bourbons aan een troonopvol
ger te helpen.
Nu mag ook de restauratie en
de definitieve ondergang van
het Franse koningschap in de
eerste helft van de negentiende
eeuw eerder zijn beschreven, ik
betwijfel of dat net zo leesbaar
en geestig is gedaan als in deze
zogenaamde gedenkschriften.
Want geestig is ze, deze ge
droomde koningin-moeder.
Maar ook strijdbaar, onafhan
kelijk, vooruitstrevend, moedig
en zeker niet onder de indruk
van het ridicule protocol zoals
dat met anti-revolutionaire ijver
nageleefd diende te worden aan
het Franse hof.
Haar man noemt ze een poly-
seksuele bigamist, een terechte
typering voor iemand die tij
dens zijn verblijf van een week
in Nantes twintig vrouwen weet
te bezwangeren. Marie-Caroli-
ne doet daar niet moeilijk over,
zo lang hij haar maar niet ver-
geet en voor acceptabel nako
melingschap zorgt, te weten
een zoon. Als haar man in de
Parijse Opera wordt doodgesto
ken - wat een tijden - is die
zoon er gelukkig en begint de
jonge weduwe van drieëntwin
tig een jarenlange, vergeefse,
strijd om deze Henri de kroon
te geven waarop hij volgens
haar recht heeft.
Een onwaarschijnlijk avon
tuurlijk leven is het i
Ballingschap in Engel
Schoüand. Een heime
rugkeer op Franse bodi
schillende pogingen toi
tie, een uiterst ong
zwangerschap, een m
lange opsluiting op een
jarenlange vervreemdi
haar kinderen, een I
met een ondergeschovf
aanse graaf, enz., enz.
Dat alles wordt vertel
opgewekte en vastberai
van een vrouw die niet
te krijgen en door haai
cynisme verdomd gof
wat er in de wereld te
en hoe daar het snelst
komen.
Omdat de schele I
haar leven zelf vertelt, g
observeren, niet preut
het liever aangenaam i
velend heeft, beschrijft
plezier allerlei onbetan
den, feestelijke ontvanj
wat er wordt gegeten
dronken. En altijd en ov
er mannen die haar óf
en dan ook definitief v«
óf haar met de grootste
vervullen. 'Vrouw, wee
houdt ze zich voor. Om
snel merkt dat God en
tuur tegen haar zijn,
dat zelf bewerkstellij
slaagt erin haar leven
onverwijderbare luis t<
in de Franse pels.
Net als Helse liefde
Bastets dikke roman ov
pin, Liszt, George Sand
rie d'Agoult, zijn ook de
we 'gedenkschriften',
poneerd als een klass
man, altijd boeiend eni
tief en geschreven in
die verrast door zijn
openhartigheid.
POËZIE RECENSIE
HANS WARREN/GPD
Vrouwen dichten anders, een eigenzinnige keuze uit de
Nederlandse poèzie Samengesteld en ingeleid door Cox
Habbema Uitgeverij Bert Bakker. Prijs 25,-
Bloemlezen is een vak apart. Er wordt door
de meeste Nederlandse boekbesprekers ge
ringschattend naar gekeken, maar een be
kwaam gemaakte bloemlezing kan veelzeg-
gender zijn dan een essay, boeiender dan
een roman. Juist doordat kritische respons
ontbreekt, gedijen tegenwoordig de slechte
bloemlezingen minstens even voorspoedig
als de goede. Op het eerste gezicht valt het
verschil dan ook nauwelijks op, maar bij
nadere beschouwing zie je toch dat de ene
anthologie met meer zorg is gemaakt dan
de andere.
Het idee achter de poëziebloemlezing
van Cox Habbema is belangwekkend ge
noeg: ze wilde alleen werk van vrouwen
opnemen, om te tonen dat die anders dich
ten dan mannen. Alleen heeft ze niet altijd
de literair-historische kennis om mannen
en vrouwen uit elkaar te houden. Op blad
zijde 174 en 175 krijgen we Bij een zingen
den ketel van Eliza Laurillard te lezen. Dat
is nu eens echt vrouwelijk, moet Habbema
gedacht hebben, een mijmering over een
ketel die in 't schemeruur 'zacht staat te
zingen/ Op 't glimmend vuur'. Helaas was
Laurillard geen zij maar een hij! De naar de
profeet vernoemde auteur, die van 1830 tot
1908 leefde, behoorde tot de dominee
dichters.
Het toppunt van ongewenste eigenzin
nigheid lijkt me wel dat Judith Herzberg en
Augusta Peaux geheel en al ontbreken.
Habbema zag blijkbaar meer in de depri
merend stemmende opschrijfsels van een
zekere Dieuwke Eringa en van E. IJskes-
Kooger die haar rijmpje in volle ernst be
sluit met de levensles: 'Als men de bijbel
spreken laat, Gods woorden proeft als le
vend water of men samen tot de Heiland
gaat, eet dan gerust een uurtje later.'
Je krijgt uit alles de indruk dat voor het
maken van deze bundel volstaan is met een
haastige greep uit de eigen boekenkast. De
bundels van Eva Gerlach, Patricia Lasóen,
Hanny Michaelis, Neeltje Maria Min, Annie
Salomons, Héléne Swarth en M. Vasalis
hebben daarin blijkbaar een prominente
plaats: ze zijn allemaal met zes of meer ge
dichten present. Andere, minstens even
sterke dichteressen komen er bekaaid af. In
menig geval deed Habbema niet de moeite
hun oeuvres te lezen, maar plunderde ze
eenvoudig andermans bloemlezing.
Soms wordt verdoezeld dat ze gesmok
keld heeft. Zo wordt angstvallig stilgehou
den dat ze afgekeken heeft bij Christine
D'haen die in 1998 Het geheim dat ik draag
publiceerde. D'haen heeft meer redenen
om zich beledigd te voelen. Uitgerekend zij
- de schrijfster die misschien het nadrukke-
lijkst heeft gedemonstreerd dat vrouwen
inderdaad anders dichten - is met vier wil
lekeurige regels uit een dubieuze uitgave
vertegenwoordigd. Heel dwaas om de bun
dels van deze met de Grote Prijs der Neder
landse Letteren onderscheiden dichteres te
negeren. Bloemlezen is een vak. Een vak
dat Cox Habbema nog moet leren.
CO
QL
Nieuwe wegen voor het beeldverhaal
De Nederlandse wereld van het
STRIPNIEUWS
CO
stripverhaal kent momenteel
een wat moeizame periode.
Grote uitgevers, zo signaleert
het 'stripinformatieblad' Zo-
zoLala terecht, komen nauwe
lijks met interessante uitgaven.
Het Gronings Stripmuseum lijkt
definitief mislukt, het Centrum
voor het Beeldverhaal in Haar
lem worstelt met zijn geboorte.
Van vernieuwing is amper spra
ke.
De enige tekenen van leven
zijn speelse, jonge uitgaven van
nieuwkomers op de toch niet
kleine uitgeversmarkt. Je zou
deze initiatieven kunnen be
stempelen als beloftevolle po
gingen tot het zoeken van nieu
we wegen in het beeldverhaal.
Je kunt ook, zoals ZozoLala
doet, de vloer aanvegen met de
ze incidentele uitgaven. Vol
gens de redactie zijn deze klei
ne uitgevers een 'marginaal al
ternatief dat te veel afhankelijk
is van de gedrevenheid en en
het enthousiasme van individu
en'.
Een wel erg zwartgallige visie.
Natuurlijk is het te betreuren
dat grote uitgevers weinig risi
co's nemen en bijna uitsluitend
geheide kaskrakers op de markt
brengen. Maar als dit tot gevolg
heeft dat stripliefhebbers gaan
experimenteren met nieuwe
uitgaven, dan kun je dat ook
beschouwen als een nieuwe
bron van lafenis. Gelet op enke
le recent uitgebrachte experi
mentele uitgaven is voor die
laatste opvatting iets te zeggen.
En waarom zouden kleine -
zelfs underground-uitgaven -
niet een keer tot een volwassen
oplage kunnen groeien?
'Een jongensdroom', noemt
Jan Verdegaal van stripboek
winkel BeeDee zijn twee uitga
ven van Max en Mummie. Dat
hij zelf de hard gekafte albums
op de markt brengt is voor hem
een teken dat 'de stripmarkt
weer dynamisch wordt'. „Dit
wilde ik al heel lang. Het is puur
liefhebberij, want ik verdien
mijn geld met de winkel. Maar
er zijn nu wel twee mooie al
bums te krijgen."
Hetzelfde geldt voor de nieu
we Gillis de Geus, die al enige
maanden in de winkel ligt. Het
is nummer acht uit de serie en
de eerste uitgave van stripwin
kel Silvester uit Den Bosch.
Dankzij een speciale construc
tie is dit album van Peter de Wit
en Hanco Kolk op de markt ver-:
schenen. Silvester heeft mid
dels een zogenoemd mecenas-
project gulle gevers gezocht, die
voor duizend gulden aan het
project willen bijdragen. Daar
voor krijgen zij een bijzonder
de-luxe-album met schetsteke-
ningen, een originele getekende
en ingekleurde Gilles-pagina en
een mooie cassette. Maar liefst
39 mecenassen hebben zich op
voorhand gemeld, waardoor de
uitgave van De 7 Provinciën
mogelijk werd. Inmiddels heeft
de kersverse uitgeverij alweer
een dubbel-uitgave gepresen
teerd. Wie een album van Peer
de Plintkabouter (tekst: Anton
Damen, tekeningen Marq van
Broekhoven) aanschaft, krijgt er
een mini-album van Dirkjan
(Mark Retera) gratis bij. Of was
het andersom.
En ten slotte een juweeltje
van ZozoLala zelf. Een wel heel
verantwoorde uitgave over Gil
les DeLeuze, een belangrijk
Frans filosoof. Niet heel toegan
kelijk, maar misschien juist
daarom een voorbeeld van hoe
je van incidentele uitgaven kunt
genieten.
'Sigmund onder de mensen' van Peter de Wit, te zien in het Spaame-
stad Fotoarchief in Haarlem. publiciteitsfoto
Uit het niets wandelt Jan, Jans en de kin
deren zo weer de Strip Top Tlen binnen.
Letterlijk uit het niets, want de fans van
deze familiestrip moesten ruim anderhalf
jaar wachten op een nieuwe aflevering.
Die tijd had tekenaar Jan Kruis nodig om
zijn geesteskind over te dragen aan VNU
Tijdschriften Sindsdien werken daar
tekstschrijver Wouter Stips, tekenaar
Daan Jippes en nog drie tekenaars van de
misleidende naam Studio Jan Kruis aan
de wekelijkse avonturen van de familie
Tromp voor de Libelle. Voorts is afgespro
ken dat er voortaan twee albums per jaar
verschijnen, die dus iets meer grappen
bevatten dan in de Libelle worden gepu
bliceerd. Verder zal de tekenstijl niet ver
anderen en blijft de herkenbaarheid in
tact. Deel 26 kost 9,95.
ooo
Van een van de meest glibberige Neder
landse strips is afgelopen weekeinde af
levering 15 verschenen Tekenaar en
tekstschrijver Eric Schreurs loodst zijn
schuinsmarcheerder Joop Klepzeiker
door veel situaties met niets verhullend
geweld en niet mis te verstane scheldpar
tijen. In de bekende, vermoeiende bib-
berstijl laat Schreurs alle kleuren los op
neuk-, poep- en piesmoppen. Voor
12,50 bibbert het de lezer bij deze uit
gave van Rechtdoorzee Mijl op 7 voor de
ogen.
OOO
Ondanks een moeizame voorbereiding
hebben de Stripdagen Haarlem de strip-
liefhebber veel moois geboden. Onder
een aangenaam zonnetje vonden duizen
den bezoekers spullen van hun gading of
genoten van al het moois dat op veel
plaatsen te zien was. De - opvallend ge
noeg prijzenloze - Stripdagen zijn voorbij,
maar een aantal exposities is de komen
de tijd nog te bezichtigen. Ga naar Tey-
lers Museum voor Douwe Dabbert van
Piet Wijn (tot 4 september), naar galerie
Annee voor schilderijen van Mattotti (tot
2 juli), naar The Crystal Ceiling voor een
expositie over architectuur in de stripku
nst (nog deze maand), naar de Vishal.
waar kunstenaars tot 20 juni hun visie
geven op hun favoriete stripheld, naar de
Amsterdamse galerie Lambiek voor de te
kenaar van 'Frank' Jim Woodring (tot half
juli), naar de stadsbibliotheek Haarlem
voor de 'Max und Moritz'-tekeningen van
Wilhelm Busch (tot half augustus) of naar
het Spaarnestad Foto-archief, waar de
eenogige psychiater Sigmund van Peter
de Wit zich tot 19 juni beweegt tussen de
getekende lijn en de fotografische afbeel
ding.
Openhartige memoires van Aya Zikken
MEMOIRES RECENSIE
HANS WARREN/GPD
Voor het vandaag werd. Ontmoe
tingen met schrijvers in de jaren
zestig door Aya Zikken. Uitgeverij
Atlas Prijs: 39,90
Aya Zikken vertelt in haar
onlangs verschenen boek
Voor het vandaag werd
over zichzelf en over ande
re auteurs. De 80-jarige
schrijfster - bekend door
romans en reisverhalen -
bracht een belangrijk deel
van haar jeugd door in Ne-
derlands-Indië. Margare-
tha Ferguson en Hella
Haasse, die ook beiden
naam zouden maken in de
literatuur, bezochten de
zelfde school in Batavia als
zij. Ze worden alle twee
bedacht met een hoofd
stuk in deze memoires,
want onder dat genre laat
dit geschrift zich het best
rubriceren. Het hoofdstuk
over Ferguson bevat veel
warme Indische herinne
ringen waarin behalve de
'vriendin van toen en later'
ook kokkie Moer wordt ge-
eerd. Hella Haasse is voor
altijd het 'meisje uit een
hogere klas' gebleven, ie
mand tegen wie ze een
beetje opzag. Door een
verhaal over een ontsnap
ping uit de kamer van een
vriendje toen diens ouders
plotseling terugkwamen,
wérd Haasse zelfs haar
'eerste vrouwelijke heldin'.
Wat lazen de meisjes in
Batavia? Onder meer het
werk van Annie Salomons.
Vanwege de vele keren dat
in haar proza thee wordt
geschonken, doopten ze
haar om tot de theeprin
ses. Veel later was ze bij de
theeprinses te gast. Deze
gedroeg zich behoorlijk
ijzig, tot ze ontdooide door
de Indische verhalen van
haar bezoekster. De visite
diende om een foto van
Salomons te maken. Sa
men met iemand anders
zorgde Zikken voor een
reeks 'portretten van
schrijvers die uiteindelijk
bestemd waren voor het
Letterkundig Museum'.
Verder ontbreekt elke ver
antwoording hierover,
maar het is aannemelijk
dat de reeks kleurenfoto's
waarmee deze uitgave is
opgeluisterd daarmee ver
band houdt.
Het boek van Aya Zikken
verveelt geen moment. Ze
brengt een aantal literato
ren van vroeger heel dicht
bij. Hun persoon tenmin
ste, over hun werk heeft ze
niet zo veel te vertellen. Zo
wordt Gerard Reve in een
verrassende rol opgevoerd:
namelijk als haar huisbaas
in de Amsterdamse Ro
zendwarsstraat nummer
negen. De huur voor de
zeer bescheiden et<
droeg - het was 196
geen veertig guldi
maand. De schriji
zijn vriend Teigetje
den een verdieping
in het zeer ge'
Ondanks de nabijhe
ven de contacten
vlakkig: 'Ik paste n
maal niet in zijn bijt
Een stoet van bi
en minder bekende
kundigen trekt aan
voorbij. Belcampo
sabeth Augustin,
Vinkenoog en Cees
boom. De laatste
gevleid voelen. Hij z
van de weinige n
zijn 'die er met he
men der jaren be
gaan zien'. Van 'he
aapje' veranderde
'een leeuw, een soo
ba'.
Aya Zikkens kroni
het letterkundige le\
weleer laat je besef!
er te weinig van di
boeken verschijnen,
van meer schrijve
aan het einde va
loopbaan zijn
zo'n vaardige en op
tige bespiegeling
zichzelf en over ai
willen lezen. Literal
schiedenis bestaat i
niet alleen i
maar ook uit mense
THRILLER RECENSIE
ARNO RUITENBEEK/GPD
'Afgebrand' door Colin Harrison. Uitgevenj De Boekerij
Prijs: 36,50
Vijftiger Charlie Ravich is een Vietnam-ve-
teraan, die het in zakelijk en financieel op
zicht voor de wind gaat. Privé staat het er
belabberd voor. Zijn zoon overleed aan
leukemie, zijn vrouw vertoont de eerste
sporen van de ziekte van Alzheimer en zijn
dochter kan niet zwanger worden.
Ravich zoekt een vrouw bij wie hij een
kind kan verwekken. De kandidates die zijn
notaris vindt, voldoen niet. Maar dan stuit
hij op Christina Welles. Althans, dat ze zo
heet komt Charlie later te weten, als die
kennis hem al fataal dreigt te worden.
Christina heeft aanvankelijk verzwegen dat
ze zojuist is vrijgekomen na een langdurig
verblijf in de bajes.
Ze was betrokken geweest bij de roof van