sappa: grensverleggend kunstenaar HOLN D F S T V L De oorsprong ZATERDAG 2 JUNI 2000 Een recalcitrante rockmuzikant of een grensverleggend muziekvernieuwer? De meningen over componist en gitaarspeler Frank Zappa lopen nogal uiteen. Zes jaar na zijn dood neemt de belangstelling voor zijn werk toe. De vraag is of hij het zelf gewaardeerd zou hebben dat hij dit jaar centraal staat in het Holland Festival dat vandaag begint. Met Zappa weet je dat maar nooit. Werk van componist centraal op Holland Festival Vol sarcasme. Behept met een scherpe tong. Nooit beantwoor dend aan verwachtingen. Over tuigd van zijn eigen gelijk. Een notoire bet weter. Rockmuzikant Frank Zappa deed geen moeite zich geliefd te maken. De zwaar behaarde componist, tekstschrijver, bandlei der en gitarist met het bekende sikje had weinig op met de samenleving om hem heen. En liet dat weten ook. Vanaf medio ja ren zestig daalden zijn venijnige teksten en rauwe composities neer over de brave Ame rikaanse samenleving die geschokt reageerde en Zappa en zijn muzikanten, samenwer kend in The Mothers Of Invention, min of meer in de ban deed. Slechts weinigen namen de moeite de mu ziek van Zappa en de zijnen te ontleden en doorgronden. Alleen een kleine, geleidelijk groeiende groep van alternatievelingen, toonde belangstelling voor de wijze waarop Zappa zijn protesten muzikaal verwoordde. De grote, zwijgende meerderheid moest er niets van hebben. 'Deze muziek zou wel eens de grootste stimulans voor de aspirine industrie kunnen worden sinds de invoering van de loonbelasting', schreef recensent Pete Johnson van de Los Angeles Times in 1966. Die muziek beantwoordde niet aan welke verwachting dan ook. Zappa's composities kenmerken zich vooral door het ontbreken van herkenbare melodielijnen en door onge wone verspringingen in toonsoorten. Daar door reduceerde hij de kans op commercieel succes tot vrijwel nul. Een top-tien-hit was en is voor deze muziek absoluut ondenk baar. Zijn niet mis te verstane teksten - Only sixteen and she knows how to nasty - droe gen evenmin bij aan een groter succes. Maar nogmaals, Zappa lag daar niet wakker van. Hij wilde zich juist onderscheiden van de top-veertig muziek. Zijn werk vond hij rijker, verrassender, prikkelender, experimenteler. En juist daarom verdiende het in zijn ogen erkenning als een vorm van serieuze muziek. De recalcitrante muzikant slaagde er lange tijd niet in aansluiting te vinden bij die zoge noemde serieuze muziek. Zappa en zijn band bleven 'uitgestotenen'. Zowel voor het muzikale establishment als ook voor bijvoor beeld de hippiebeweging, waar hij een gru welijke hekel aan had. De groep werd nog net gedoogd dankzij de "permissive society' van de jaren zestig en zeventig, die tolerantie als hoogste goed had uitgeroepen. Maar dat was dan ook alles. Slechts in kleine kringen van de 'undergroundbeweging' kon de mu ziek van Zappa gedijen. Erkenning Het duurde bijna dertig jaar voordat Frank Zappa de erkenning kreeg die hij zocht. De voorheen verguisde popmusicus mocht dankzij het project The Yellow Shark de rijen der gewaardeerde componisten betreden. Het klassieke Ensemble Modem uit Frank furt bekeerde zich in 1992 tot zijn werk en besloot een aantal van zijn composities uit te voeren en op te nemen. Dit eerbetoon moet een hoogtepunt zijn geweest voor de rock- componist, die toen al ernstig ziek was. Ein delijk werden zijn composities serieus geno men. Sindsdien is het met het werk van Zap pa crescendo gegaan. Zijn naam staat cen traal op belangrijke muziekfestivals, opval lend genoeg vooral in Oost-Europa, en zijn werk wordt steeds vaker orkestraal uitge voerd. Momenteel wordt hij gekenschetst en ge boekstaafd als een groot vernieuwer van de hedendaagse muziekcultuur. Ruim zes jaar na zijn dood is Frank Zappa - oh ironie - be kender dan ooit. De toenemende aandacht voor zijn mu ziek heeft de organisatie van het Holland Festival ertoe gebracht werk van Zappa een centrale plaats te geven in het culturele feestje van dit jaar. Het programma bevat liefst zes onderdelen waarin werk van Zappa aan bod komt. Daarmee lijkt het Holland Festival een revanche na te streven voor de blamage in 1980, toen een voorgenomen or kestrale uitvoering van zijn werk op het laat ste moment strandde. Ook in die periode zocht Zappa al erkenning voor zijn muziek. Het liefst stond hij te boek als een componist van vernieuwende, serieuze muziek. Die sta tus werd zeker in die tijd niet zomaar aan een rockgitarist zonder klassieke opleiding vergeven. En al hele maal niet aan ie mand die de vloer aanveegt met alle conventies van de klassieke muziek. Het aanbod van het Holland Festival was in die zin voor hem een geschenk uit de hemel. De organisatie had een miljoen uitgetrokken voor een uitvoering van werk van zijn hand door het Residentie Orkest. 'Ze waren bereid alles te betalen'schreef de mu sicus later met hoofdletters in zijn autobio grafie. Alleen met het beste van het beste wenste hij zich in de Rotterdamse Ahoyhal ('Een al leraardigste soort overdekte Nederlandse wielerbaan') te presenteren. Hij had speciale apparatuur nodig; hij verlangde Amerikaan se musici en technici; regelde en passant een rocktournee voor een band van negen perso nen om aldus de kosten van repeteren en het concert te bestrijden en onderhandelde over het vastleggen en uitbrengen van het concert op een langspeelplaat. Uiteindelijk dolf het project door alle zakelijke besognes het on derspit. Amerikaanse musici wilden meer geld, de leden van het Residentie Orkest wil den delen in de royalties van de plaatop brengst. Dit laatste deed voor Zappa de deur dicht. Hij gunde 'dit gulzige stelletje orgel draaiers' geen cent. Zijn 'investering in seri euze muziek' had voor de tweede keer in een paar jaar niets opgeleverd. These European orchestras are a pain in the ass, constateerde hij wrang. Kritiek De maestro van de rockmuziek had overi gens weinig op met traditionele klassieke muziek. Hij noemde het een vorm van 'schil derijtjes borduren'. Die muziek berust, vond hij, te veel op conventies, vaste afspraken. Zappa verzette zich tegen voorschriften over de overgang van de ene noot in de andere op de toonladder, jongleerde met ritme en maat, goochelde met spanningsopbouw en frasering. Hij vond in beginsel elke atmosfe rische verstoring een vorm van muziek. Componeren was daarom voor hem in de eerste plaats ordenen en benoemen. De ge wenste luchtverstoringen moeten - stelde hij - in een muzikale context te horen zijn en als muziek zijn aangeduid. Eerst dan pasten ze in Zappa's composities. Hij liet zich daarbij inspireren door klassieke componisten als Varèse, Boulez en Strawinsky. Overigens had Zappa ook niet veel op met de popmuziek van zijn tijd. Hij verafschuwde liefdesliedjes en haatte het spelen van repe terende figuren, zoals een beat bestaande uit drie noten. Ook de gewoonte van veel popgi taristen om tijdens het soleren steeds sneller steeds hogere noten op de toonladder te spelen, zinde Zappa geenszins. Ejaculeren noemde hij deze gemakkelijke truc om in druk te maken op het publiek. Poprecensen ten die het album Ruben and the Jets prezen vanwege de zoete, emotionele melodietjes, begreep hij niet. Muziek is in zijn visie meer dan emotie; muzikale vaardigheden, inclu sief onverwachte wendingen, daar ging het Zappa om. In het algemeen verzette hij zich tegen de wens om te voldoen aan de smaak van het volk. 'Componeer wat je zelf leuk vindt', was zijn motto en dat gold voor zowel pop muziek als moderne klassieke muziek. Naarmate hij ou der werd, trok hij zich meer en meer terug uit het openbare leven. Optredens werden schaarser en schaarser. Meer en meer be paalde hij zich tot het werken in zijn eigen studio op zijn geliefde synclavier. 'Deze mu- ziekcomputer stelt mij in staat een muziek soort te maken en op te nemen die te moei lijk (of te saai) is voor muzikanten van vlees en bloed', schreef hij in zijn biografie. Vooral voor het spelen van de 'saaie' repeterende baslijnen (ostinato's) noemde hij het syncla vier, dat dronken noch stoned kan worden, ideaal. Het instrument stelt de componist in staat als een dirigent op te treden, omdat de componist binnen de uitvoering stijlveran deringen kan aanbrengen. Bovendien is het mogelijk op deze muziekcomputer eindeloos veel variaties door te voeren, wat Zappa vrij wel dagelijks minimaal twaalf uur per dag deed. Het synclavier heeft in zijn visie slechts één nadeel; het kan geen orkest vervangen. En het orkest bleef voor Zappa het ultieme instrument. Samenhang Hoe hij ook speelde, arrangeerde of compo neerde, altijd bleef Zappa trouw aan het be ginsel van het telkens terugkerende concept. Al zijn muzikale creaties bevatten elementen die verwijzen naar vroeger werk. Op die wij ze zorgde hij voor een onderlinge samen hang tussen veel van zijn composities en te gelijk voor een typische Zappa-stijl, die blij kens de keuze van het Holland Festival ook nog stand houdt in de tijd. Op deze wijze maakt ook Zappa waar wat zijn inspirerend voorbeeld F.dgar Varèse ooit zei: The present composer refuses to die. Zo werkend heeft het lang miskende talent Zappa een enorme productie opgebouwd van meer dan zestig albums, waaronder dubbel en driedubbel lp's/cd's en cd-boxen. Een collectie, die almaar verder uitdijt. De Zappa Family Trust en platenmaatschappij Rykodisc brengen zo nu en dan nieuw mate riaal op de markt. Meestal met oud werk en enkele nummers die nog niet eerder in deze bewerking zijn uitgebracht. Enkele keren le vert dat uniek materiaal op LatherThe Lost Episodeseen andere keer is het meer van hetzelfde. Intussen neemt onder de ware liefhebbers de kritiek op de familie Zappa toe. Zappa's tweede echtgenote Gail (Adelaide Gail Sloat- man) zou te voorzichtig zijn met het uitbren gen van al het mooie materiaal dat Zappa op geluidsbanden heeft opgeslagen. De man had een gigantisch geluidsarchief, omdat hij alles - maar dan ook werkelijk alles - op band opnam. Van concert tot gesprek, van het uit proberen van een instrument tot geluiden op de werkvloer. Veel daarvan heeft hij met zijn geliefde synclavier bewerkt, omgezet, een andere backing gegeven en/of voorzien van een nieuwe frasering, hetgeen intrigerend materiaal moet hebben opgeleverd. Voorals nog zien de echte fans daar weinig van terug. Gail Zappa en haar vier kinderen, Dweezil, Moon, Ahmet en Diva, vinden het commer cieel verstandig het aanbod te doseren. Of dat te maken heeft met Gail's voorliefde voor Clinton en zijn democratische partij, is niet bekend. Vast staat dat de Zappa-familie de afgelopen jaren meer dan een half mil joen dollar heeft geschonken aan de Demo cratie Party en zijn kandidaten, onder wie bekende namen als president Clinton, vice- president Al Gore (met wiens echtgenote Tipper Frank Zappa nog een zware strijd heeft gevoerd over het merken van platen als 'gewelddadig' of 'obsceen') en seksblad-uit- gever en multimiljonair Larry Flynt. Die con tacten zijn het gevolg van serieuze plannen van Zappa zich in 1991 te kandideren voor het presidentschap van de Verenigde Staten. De ontdekking van prostaatkanker (was het zelfspot, toen hij het nummer Why does it hurt when I pee? schreef?) verijdelde het waarmaken van deze ambitie. Sindsdien heeft Gail de Amerikaanse politiek ontdekt om haar opvattingen en geld te kunnen ven tileren. Belangeloos, want ambities voor een actief optreden heeft ze niet. Wel hebben Clinton en Gore haar hart gestolen. Onmid dellijk na het overlijden van Frank schreven de twee politici een brief, waarin ze onder streepten hoe belangrijk Frank voor de Ame rikaanse samenleving was geweest als artiest. Tevens waren ze trots op de bijdrage die hij geleverd had aan de discussie over een vrije samenleving, die nog steeds worstelde met het begrip vrijheid. Zappa zou zich in zijn graf hebben omgedraaid. Uitersten Van verguisd door de gevestigde Amerikaan se orde tot een complimenteuze brief-met- medeleven van de president van de Verenig de Staten. Van een uitgestoten rockartiest tot een zakenman, die de handelsbelangen van Tsjechië in de Verenigde Staten behartigde. Van een volbloed alternativo tot een brave musicus. Het past allemaal in het met tegen stellingen bezaaide leven van de Zappa's. JAN KUYS De meeste mensen willen over taal maar twee dingen weten. Ten eer ste: is dit goed Nederlands? Ten tweede: waar komen onze woorden vandaan? Toegegeven, de tweede vraag is veel interessanter dan de eerste, maar meestal niet eenvoudi ger te beantwoorden. Vooral niet als men zijn vraag meteen een beetje ruimer stelt: waar komt de taal vandaan? Hoe is taal ontstaan? Soms helpt het om na te gaan waarom men het wil weten. Waarom stelt men zich die vraag? En waarom stelt men die vraag steeds opnieuw? En niet alleen in on ze tijd maar ook honderd jaar geleden, en tweehonderd jaar geleden. De vraag naar de oorsprong van de taal wordt al honder den jaren gesteld. Ik denk dat het komt doordat men geen antwoord krijgt. De Westerse wereld heeft eigenlijk geen antwoord op die vraag. Niet de almaar herhaalde vraag is vreemd, maar het feit dat onze samenleving over zoiets belangrijks als de oorsprong van de taal zo weinig zeggen kan. Tot ver in de middel eeuwen was er geen probleem. De talen van deze wereld waren door God gescha pen, en met hulp van Adam een beetje uit gebreid. Dat stond te lezen in de bijbel. Adam en Eva konden van meet af aan spreken; ze waren om zo te zeggen met taal en al geschapen. En vervolgens gaf Adam de dieren hun naam. Dat was een duidelijk en onproblematisch begin. Dan had je na verloop van tijd die historie met de toren van Babel. God verwarde toen de algemene taal, opzettelijk, om de hoog moed van de mensen te fnuiken, waardoor er een hele reeks verschillende talen ont stond en de mensen elkaar soms niet meer konden verstaan. Einde verhaal. De situatie dat er verschillende talen bestaan, kende iedereen. Het verhaal heeft heel lang een bevredigend antwoord geboden op de zo fundamentele vraag naar de oorsprong van de taal. Tot op het einde van de middeleeuwen. Met het begin van de renaissance, in Italië, rond de veertiende eeuw, begint de narig heid. De mensen krijgen weer belangstel ling voor de boeken uit de bloeiperiode van Rome, geschreven in het Latijn van het jaar nul of daaromtrent. Dan ontdekken ze dat het Italiaans dat ze dagelijks spreken, heel wat verschilt van het klassieke ï-atijn. Het is merkbaar anders; anders GEWORDEN in de tijd tussen het jaar nul en de veertiende eeuw. Geen wonder natuurlijk, in dertien of veertien eeuwen. Maar wie zo denkt, denkt te modern. Voor de renaissance-mensen was het een schokkende ontdekking. Taal verandert blijkbaar! De talen zijn kennelijk niet door God voor eens en voor altijd ge maakt, bij de toren van Babel, maar ze ver anderen. Daar kruipt de twijfel binnen. Als de talen niet door God in Babel gemaakt zijn, hoe zijn ze dan wel ontstaan? Het is vanaf dan dat deze vraag, onbeantwoord, zal blij ven klinken in de Westerse wereld. We weten intussen dat de mensheid al minstens 50.000 jaar kan spreken. Zolang bestaat er al taal. Misschien zelfs nog wel veel langer, want de neanderthaler was geen domme jongen, maar hij had niet het juiste strottenhoofd om spraakklanken voort te brengen. Vanaf ongeveer 50.000 jaar geleden is de mensheid niet alleen in telligent genoeg om te spreken (dat was ze al lang), maar heeft men ook het juiste strottenhoofd. Alleen: we weten helemaal niets van die taal. De oudste getuigenissen van taal, inscripties, teksten en zo meer, zijn circa 4.000 jaar oud. Aan onze aller oudste gegeveps gaat dus nog een enorme tijd vooraf. Van de taalgeschiedenis kennen we hooguit de laatste vijf of tien procent; en waarschijnlijk is het stukje dat we ken nen veel minder. Dat is de situatie waarin we verkeren. Darwin en anderen die zich met de evo lutietheorie bezighouden, vinden af en toe eens een fossiel, maar van de taal vindt men nooit een fossiel. Kortom, de oor spong van de taal is gehuld in dikke duis ternis. Natuurlijk komt er af en toe wel eens een nieuw woord bij, en dan kunnen we, met een beetje geluk, zeggen: dat woord is in de 19de eeuw ontstaan, of het is in de ja ren zeventig van de 20ste eeuw opgeko men. Maar een massa woorden bestaat al zolang we kunnen terugkijken, zoals de woorden 'vader' en 'moeder'. Niemand weet waar die vandaan komen. Erger nog: we weten wel bijna zeker dat we het nooit zullen weten. Een van de onbetaalde reke ningen van de Westerse cultuur. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51