Hedendaagse heilige
is vaak eendagsvlieg
TT
533
ZATERDAG 27 MEI 2000
De stille tochten voorMeindert
Tjoelker. De verafgoding van
Maradonna. Het boetseren van
de perfecte cybergirl. Wie zien
we in de 21ste eeuw nog als
lichtend voorbeeld? Zijn er
erfgenamen aan te wijzen voor
Franciscus en Maria? Op
initiatief van de Leidse raad
van Kerken begint volgende
week de actie De Leidse
Heiligen, waarin Leidenaars
wordt gevraagd naar hun
inspiratiebronnen. Aan de
vooravond van die actie laten
drie deskundigen hun licht
schijnen over het fenomeen
heiligen en idolen. „We leven
in een wereld waarin je je moet
handhaven. Sommigen zijn
daar goed in: eenlingen. De rest
heeft voorbeelden nodig.
Heiligen. Sterren. Idolen. Die
maken wij", zegt trendwatcher
Marie-Lou Witmer.
eiligen. Daarbij denken we al
I gauw aan aureooltjes en de-
_M. voot samengevouwen handen.
De Leidse godsdiensthistoricus Lammert
Leertouwer begrenst inderdaad het oor
spronkelijke begrip het liefst zo scherp.
„Voor het juiste, onverdunde begrip moet je
terug naar het oud-christelijke idee. Dat je je
leven op het spel zet voor het welzijn van an
deren of voor het geheel."
Het is een bonte traditie, die op die manier
in de rooms-katholieke wereld is ontstaan.
Neerlandicus Ludo Jongen van de Universi
teit Leiden schreef er een boek over, Heili
genlevens in Nederland en Vlaanderen. Gru
welverhalen zijn het vaak, die oude legendes.
Afgehakte hoofden, uitgerukte darmen, afge
sneden genitaliën: deze aparte literaire tradi
tie heeft veel weg van een kannabalistisch
horror-abattoir. Want weggestopt worden al
die losse lichaamsdelen bepaald niet.
Neem Sint Agatha, een Siciliaanse schoon
heid die de liefde van een hoge heer afwees,
omdat ze een bruid van Christus was. Haar
om die reden afgesneden borsten draagt ze
op de afbeeldingen op een schaal fier voor
zich uit. Wat overigens na verloop van tijd
tot een komisch misverstand leidde: men
dacht dat het twee broodjes waren. Met als
gevolg dat deze bruid Gods onbedoeld de
beschermheilige werd van... de bakkers.
Het uitventen van de marteldood had ui
teraard een functie. „Het gaat hierbij om het
vertrouwen in God. Wil je zulke martelingen
kunnen doorstaan, dan moet je in God gelo
ven. Heiligenverhalen zijn in die zin voor
beeldverhalen: als je maar standvastig bent",
legt Jongen uit. Kon je dat, dan had je een
aardige kans om in de eerste eeuwen van het
christendom heilig te worden. Later, toen
het eenmaal een gevestigde godsdienst was,
werd dat moeilijker. Leertouwer: „Er kwam
een hele christelijke bureaucratie op gang. Er
was een apart bureau - het Vaticaan - dat
een keurmerk moest verlenen. Zo'n beetje
op de manier als de Nederlandse Vereniging
van Huisvrouwen."
Wonderen
Gaandeweg 'verdunde' het begrip. Na die
eerste eeuwen werd je ook toegelaten tot het
pantheon der heiligen als je wonderen kon
verrichten, zoals zieken genezen. Nog later
was een voorbeeldig religieus leven al ge
noeg. „Een van mijn favoriete heiligen is
Theresa van Lima. Zij liet zich als non al heel
vroeg opsluiten. Die was op een gegeven
moment zo opgeschoten, dat ze in de tuin
alleen nog duetjes met de vogeltjes zong",
vertelt de - overigens protestantse - gods
diensthistoricus.
Van het zo uitgedijde fénomeen gaapt er
niet eens zo'n hele wijde kloof met een mo
derner idee van de 'voorbeeldmens'. Het
protestantisme heeft wellicht een bruggetje
geslagen door heiligenverering uit te bannen
en daarvoor in de plaats ieder mens te ver
plichten naar de 'heiliging' van zijn leven te
streven. Daar zit die religieuze kern nog in,
maar het benadert al wel de algemene defi
nitie van een heilige die Leertouwer voor
zichtig formuleert: 'iets belangrijker vinden
dan je eigen leven en welzijn'.
„Meindert Tjoelker is misschien niet eens
Maradona wordt ondanks zijn aftakeling nog
steeds verafgood in Napels.
archieffoto reuters
Nederigheid is vaak kenmerkend voor een hei
lige. Zoals Mandela die zegt: ik wil deze post
maar een paar jaar doen. foto hielco kuipers
foto onno havermans Madonna vindt zichzelf steeds opnieuw uit,
aldus Marie-Lou Witmer.
archieffoto reuters
'Gewone sterveling' heeft behoefte aan sterren en idolen
zo'n slecht voorbeeld. Hij was niet onnozel,
wist ook wel dat het verkeerd kan aflopen als
je je bemoeit met zo'n stelletje lummels. Niet
dat hij erop zal hebben gerekend dood te
gaan." De stille tochten voor Tjoelker en zijn
lotgenoten hebben wel iets weg van proces
sies. „Maar ze hebben weinig met heiligen
verering te maken. Rituelen komen nu een
maal op als de ratio aan het eind van z'n la-
tijn is gekomen. En het repertoir aan rituelen
is tamelijk beperkt. Dan wordt al gauw terug
gegrepen naar processies en kaarsjes. Het
gaat bij die stille tochten meer om de mach
teloosheid tegenover het verschijnsel zinloos
geweld dan om de prestatie vein Tjoelker zelf.
Hoewel het in zekere zin wel met elkaar sa
menhangt."
Bedevaartsoord
Aan de wijdvertakte boom van hedendaagse
idolen hangen^ veelsoortige vruchten. De
Haarlemse Marie-Lou Witmer, specialist in
merken en trends: „Wat zijn tegenwoordig
eigenlijk heiligen? Bekende woorden zijn:
sterren, idolen. Zijn dat heiligen? Ja, want dat
maken wij ervan. Het gaat dan om archety
pes die belangrijk zijn op een bepaald mo
ment. Elvis the Pelvis bijvoorbeeld. Dat was
een symbool van de seksuele revolutie. Die
man stond met zijn heupen te draaien, en
wij vielen allemaal flauw voor de televisie.
Zijn graf is ook een soort bedevaartsoord ge
worden."
Madonna komt als het aan Witmer ligt ze
ker in aanmerking voor een bijzondere sta
tus. „Zij kan zichzelf transformeren. En dat
hebben we nodig. Alles gaat zo hard, we
moeten ons steeds maar aanpassen. Madon
na vindt zichzelf steeds opnieuw uit. Ze heeft
een ongelooflijk gevoel voor de tijdgeest. Ze
begon als een brutale straatmeid, droeg haar
ondergoed aan de buitenkant, dus toonde
letterlijk wat tot dan toe verborgen was. Later
werd ze juist spiritueel, keerde ze juist naar
binnen. Het gaat goed met de economie, dus
moeten de angsten worden bezworen. Ma
donna heeft een paar keer zo'n omslag ge
maakt. Daarom is ze een icoon."
Op het eerste gezicht hebben Agatha, die
haar kuisheid met de marteldood bekocht,
en de zeer fysieke Madonna niets met elkaar
te maken. En ook van Elvis naar Tjoelker is
het een grote stap. Witmer vangt ze moeite
loos in één begrip. Rolmodellen. En dan
maakt het niet eens zoveel uit of die nu echt
zijn of fictief. „Kwik, Kwek en Kwak waren
rebelse helden, heel belangrijk voor de kin
deren van die tijd."
Witmer stoeit graag met zulke fictieve rol
modellen. Cybergirls als Ana Nova, die een
complete persoonlijkheid aangemeten krij
gen. Maar ook een fenomeen als Joanna, een
door het spijkermerk Diesel gecreëerd perso
nage. In de nep -tabloid die aan haar is ge
wijd ontslaat ze personeel, vliegt ze een
zwangere vrouw aan en is ze betrokken bij
een hit-and-run ongeluk. Kortom: ze is het
prototype van absolutely bad.
Daar draait het allemaal om: idolen staan
ergens voor. Ze hebben de een of andere
kwaliteit die 'ons gewone stervelingen' om
de een of andere reden aantrekt. Dat kan
dus, trekt Leertouwer op zijn beurt met een
bedenkelijk gezicht de lijn door, evenzogoed
iemand zijn als topcrimineel Thea Moear,
over wie zojuist een boek verscheen. „Zo
van: dót is nou een gaaf wijf."
Eendagsvliegen
Hedendaagse idolen blijken maar al te vaak
eendagsvliegen. Wordt Maradona ondanks
zijn aftakeling nog steeds verafgood in Na
pels, waar hij jareitiang de sterren van de he
mel voetbalde, Lady Di blijkt een razendsnel
uitdovende ster. En het zag er nog wel zo
veelbelovend voor haar uit, vlak na haar
dood. Leertouwer: „Er kwam daar spontaan
een enorm ritueel op gang. Zij werd be
schouwd als martelares van de paparazzi.
Een middelmatige schooljuf die toevallig bij
het koningshuis ging horen - wat slecht af
liep - kreeg plotseling bovenmenselijke trek
ken toebedeeld."
Voor Leertouwer roept dit de vraag op:
„Hoe wordt iemand heilig? Hoe komt het dat
mensen zich uitgerekend met dit lid van de
jetset, met niet eens zo'n aardig karakter,
verbonden voelen?" Hij is er zelf behoorlijk
cynisch over. „Als er geen heiligen zijn, dan
worden ze gemaakt. En dan gaat het erom:
welk verhaal scoort het beste." Vroeger was
dat trouwens niet veel anders. „In de traditie
van de heiligenlegendes bestaan naast elkaar
de saaie processen-verbaal en de ware hor
rorfilms. En die laatste scoorden ook toen
beter."
Blijft zijn diagnose: moderne heiligen zijn
minder duurzaam. „Of dat slecht is? Het is in
elk geval goed voor de economie... Maar wat
zegt dit over mensen, dat ze dit soort prik
kels nodig hebben? Dat ze zich alleen kun
nen identificeren met wat ze nu voor ogen
krijgen? Zelfs heiligen die niet echt hebben
bestaan zijn in die zin echter, houdbaarder."
Schrijft trendwatcher Witmer prinses
Diana nog niet helemaal af als icoon („Ze is
het prototype van het slachtoffer"), Ludo
Jongen is onverbiddellijk. „Diana zaJ nooit
een heilige worden. Als zij nou zou hebben
gezegd: ik schei ermee uit, ik ga bij moeder
Teresa werken, ja dan.... Dat heeft Francis
cus bijvoorbeeld wel gedaan. Kijk, als een
dakloze zegt: ik wil arm blijven, dat is het
niet. Maar als Nina Brink zou zeggen: ik geef
alles weg aan een aids-centrum in Afrika, dat
is het wél. Dat soort mensen bestaat nu ook
nog. Ze willen alleen geen aandacht trekken.
Simon de Pilaarheilige trok ook steeds verder
de woestijn in. En majoor Boshardt trad al
leen naar voren omdat dat moest, als woord
voerder van het Leger des Heils."
Idealisme
Het is duidelijk, Jongen blijft dichter in de
buurt van Leertouwers algemene definitie
('iets belangrijker vinden dan je eigen leven
en welzijn') dan Witmer. „Strijden voor een
ideaal: dat kan je als universeel aspect van de
heilige zien. Maar ook die nederigheid. Man
dela die zegt: ik wil deze post maar een paar
jaar doen. Je kan het ook uitbreiden naar een
organisatie als Artsen zonder Grenzen. Die
zijn aan het werk, en hoor je verder niet. Dat
idealisme, daar heb ik echt bewondering
voor", zegt Jongen.
Zou cybergirl Ana Nova - 's werelds eerste
virtuele nieuwslezeres - ooit geld schenken
aan een goed doel, of in de voetsporen van
Diana Afrikaanse aidsslachtoffertjes over
hun bol aaien? Wie weet, als wij dat van haar
willen. Witmer: „Van haar gaan ze een soort
ideaalfiguur maken. Qua looks én qua karak
ter. Dat komt ook weer voort uit de tijdgeest:
hoe moet zo'n ideaaltype zijn. Mensen gaan
erop reageren, en dan kan je haar steeds
weer een beetje bijslijpen." Of we ons wel
met zo'n creatie kunnen identificeren is vol
gens Witmer over een tijdje niet meer de
vraag. „Nu ziet ze er nog te glad, onecht uit.
Maar over tien jaar zie je het verschil niet
Niet dat een virtuele heilige ook echt de
mensen kan vervangen. „Maar ze kunnen er
wel nóóst bestaan. Jan Klaassen was ook een
volksheld."
AFKE VAN DER TOOLEN