'Ik ben eigenlijk een ontzettend sterk mens' ZATERDAG 27 MEI 2000 Corry Brokken laat niets onverbloemd Op weg naar de afspraak reed ze weer langs Het Huis. Berkenro de in Bussum. Een somber, donker hol in de stijl van een Zwitsers chalet dat Ze tijdens haar huwelijk met revuekoning René Sleeswijk wist om te toveren tot een licht en vooral gezellig thuis. „Telkens als ik er langs rijd, moet ik er toch even naar kij ken. Dan zie ik de ramen van zijn werkka mer, de slaapkamer van mijn dochter Nancy, het kamertje van mijn moeder, de naaika mer..." Ze is stil, staart een ogenblik voor zich uit, laat de herinnering vervagen en keert dan te rug naar haar beweeglijke zelf. Ze checkt of haar gouden oorknoppen er nog zitten en beroert in een vloeiende beweging de krul haar in haar nek. Haar ogen schieten door het restaurant. Plotseling veert ze op. Fluiste rend: „Moet je die man zien, met dat pak aan en die achterovergekamde haren, net een Italiaanse maffioso." Corry Brokken (67) haalt haar agenda uit haar tas en slaat hem open. De blaadjes zijn alle beschreven. „Vind ik héérlijk, zo'n volle agenda." De afspraken voor seminars en fora waar zij als dagvoorzitter regelmatig voor wordt ingehuurd, zijn in deze -tijd verdron gen door verplichtingen aangaande Wat mij betreft, haar recent verschenen autobiogra fie. Interviews, televisieoptredens en signeer sessies - die bij een boekhandel én bij Albert Heijn in Laren heeft ze al achter de rug - rij gen zich aaneen. Het was uitgeverij de Arbeiderspers die haar benaderde onj haar leven in boekvorm te gieten. Dat was kort nadat zij in een emo tioneel interview^ jtó-V' ne?t)f&'a*Öpzij onder meer het oorlogsverleden van haar vader ter sprake had gebracht. „Toen ze het me vroe gen, dacht ik: dat durf ik niet. Maar na een week vroeg ik me af waarom ik het eigenlijk niet durfde. Daar wist ik het antwoord niet op. Ik heb de uitgever gebeld, 'ja' gezegd, meteen de zenuwen gekregen, maar nog wel als voorwaarde gesteld dat er geen ghostwri ter aan te pas zou komen. Zoals ik spreek, wilde ik het ook opschrijven." Schrijven doet ze vanaf de tijd dat soeur Laurentia op de mulo in Breda haar opstel len zo prees. Sinds die tijd hield ze haar le ven op schrift bij. Over haar middelbare schooltijd, haar zangcarrière, haar huwelij ken, de periode als rechter in Den Bosch. „Toen ik het boek maakte en zo mijn leven zat te overdenken, dacht ile potverdorie, dat is nogal wat. Dat heb ik toch allemaal maar overleefd. En nu zit ik hier, voor zover ik kan overzien als een gezond mens en ik ben er trots op! Er zijn een hoop mensen die geheimzinnig doen over hun verworvenheden en hun ver leden. Dat vind ik nu niet meer nodig. Ik wil niet meer de kleur van het behang aanne men en zeggen: 'ik ben er niet' of 'neem me niet kwalijk dat ik besta'. De kleur van het behang is onbelangrijk. Ik ben eigenlijk een ontzettend sterk mens." In 'Wat mij betreft' laat de schrijfster niets onverbloemd. „De uitgever heeft er wel de scherpe kantjes vanaf gehaald, hoor. De re dacteuren zeiden: 'Je gaat zo tekeer. Mag het een onsje minder zijn? Als je het simpel houdt, kun je ook een paar lellen verkopen die vaak nog harder aankomen dan wanneer je het zo expliciet gaat zitten opschrijven'. Ik wilde in elk geval niets onbesproken laten. Een roze vliesje over iets dat nooit een roze vliesje gekend heèft, dat hoeft voor mij niet. Ik heb er ook geen huilboek van willen ma ken, hoewel het dat wel had kunnen worden, als ik niet had opgepast." Invloeden Ze was de oudste van vier kinderen in een katholiek middenstandsgezin. Acht dagen voordat de Tweede'Wereldoorlog uitbrak, deed ze haar Eerste Heilige Communie. Haar alcoholistische vader, die liever tekende en schilderde dan dat hij zich onledig hield met zijn vaders stomerij, sloot rich aan bij de NSB. „Na de bevrijding zag mijn broertje mijn vader weggevoerd worden. Hij heeft anderhalf jaar in het concentratiekamp in Vught gezeten." Ze begreep het toen niet en nu nog steeds niet dat haar vader het nationaal-socialisti- sche gedachtegoed aanhing. „Ik snap niet dat hij erin is getrapt, want hij was in feite een slimme man. Misschien vond hij het wel interessant dat hij eindelijk uit de sleur van zijn vaders stomerij kon breken. Hij las veel. Proust en zo. Hij had een heel rijtje boeken van Emile Zola in de kast staan. Ik heb daar Ze was een gevierd zangeres. Af en toe bezorgt dat verleden in de spotlights haar nog een onweerstaanbare kriebel. Ze was ook een succesvol rechter. Dat laatste friemelt en wringt heel wat minder. Nu gloort er een nieuwe carrière aan de kim: schrijfster. In haar autobiografie "Wat mij betreft' heeft Corry Brokken onverbloemd haar herinneringen aan een veelbewogen leven geboekstaafd. Wat Brokken betreft een leven om fier op te zijn.Ik ben eigenlijk een ontzettend sterk mens. wel eens eentje uitgepikt en in bed liggen le zen. Daar stonden tamelijk realistische din gen in. Was-ie kwaad dat ik dat had gedaan!" Na de oorlog verliet vader Brokken al snel het gezin. Behoefte om contact met hem te zoeken had zijn dochter niet. „Hij zocht mij op en dat was nadat ik een bekende Neder lander was geworden. Dat vond ik hypocriet. Hij wilde over me opscheppen, maar ik dacht aan al die toestanden van vroeger. Die ruzies en die drama's. Van de vier kinderen was ik wel het beste met hem, dat wel. Ik denk dat ik op de een of andere manier toch op hem lijk." Ze zucht: „Toen ik eenmaal zo wijs was en ergens voor had doorgeleerd, had ik hem wel eens aan het woord willen la ten, het recht van hoor en wederhoor, dat had ik hem moeten gunnen. Maar toen was het te laaf' 'Een echt trauma' heeft ze niet aan de oor log overgehouden, schrijft ze. Wel sluimert nog steeds de angst voor oorlog, voor vuur en voor donker. „Die vuurwerkramp in En schede: het deed me erg denken aan onze 'vlucht' in het begin van de oorlog van Breda naar het dorpje Achtmaal, waar het veilig zou zijn. Er reden jeeps en tanks voorbij, vliegtuigen vlogen laag over. Overal vlogen vuurballen in het rond. Ik kon en kan er nu nog niet tegen. Soms komen er wel eens straaljagers over ons huis, met dat zware ge luid. Dan krijg ik de zenuwen. Net zoals met het luchtalarm dat altijd op de eerste maan dag van de maand klonk. Verschrikkelijk." Eindelijk thuis In de jaren vijftig,-begin jaren zestig was ze de populairste zangeres van Nederland. Na dat Corry Brokken in 1957 - in een lange wit te jurk met naden die trokken - met Net als toen het Eurovisie Songfestival in Frankfurt had gewonnen, leek een toekomst in de amusementswereld tot in lengte van dagen verankerd te rijn. Eigen tv-shows volgden en ze nam de ene grammofoonplaat na de an dere op. Ze zong onder meer het beroemde Milord van Edith Piaf en verkocht er 200.000 platen van. Het waren de jaren van haar huwelijk met jazzdrummer Cees See, met wie zij een dochter, Nancy, kreeg. Daarna trouwde ze met René Sleeswijk, bij wiens revue ze als stersoliste optrad. 'Slees' - of 'Daddy', zoals ze hem-noemde - was een kwart eeuw ouder dan Brokken. ..Hij bleek een klootzak die in rijn mooie pakken de charmante directeur uithing en mij behandelde als koopwaar", schrijft Brokken unverfroren in 'Wat mij be treft'. De zangeres raakte twee keer zwanger van hem, maar liet - op rijn aandringen - beide zwangerschappen voortijdig onderbre ken. „Hij heeft me goed belazerd en als een vuilniszak van A naar B verplaatstzegt ze nu. „En toch was ik gek op hem. Ik was woe dend dat ik op hem viel toen hij mij bena derde. Ik kon dat van mezelf niet uitstaan. Ik heb nog nooit zoiets wonderlijk magisch meegemaakt. Wellicht heeft dat met een va- dercomplex te maken; hij was per slot van rekening 25 jaar ouder. De blaadjes wilden maar wat graag in dat huwelijk van mij wroeten. En helemaal toen ik ging trouwen met mijn huidige man, Jan Meijerink, die ïk ken uit mijn periode toen ik rechten studeerde. Die is zeventien jaar jon ger. Met hem ben ik nu bijna 25 jaar ge trouwd. Jan houdt onvoorwaardelijk van mij. Lekker, knus, warm. Als we samen zijn, zit ten we gewoon te kneuteren. Dan kijken we naar de Belgische televisiesoap Thuis. Eigen lijk ben ik nu eindelijk zelf ook thuis, zou je kunnen zeggen." Alles went De rechtenstudie, die in 1973 een vooralsnog drastisch eind aan haar zangcarrière maakte, betekende een uitweg uit de gouden kooi die 'Slees' om haar heen had opgetrokken. Na een aantal jaren een advocatenpraktijk met haar man te hebben gedreven, solliciteerde ze naar het ambt van rechter. In het begin was het fantastisch, zonder meer, beaamt ze. „Het streelde zo mijn eer dat ik door die zware procedure was heen gekomen en daar in Den Bosch als rechter zat. Ik heb het ook nooit begrepen dat ik die rechterlijke mangel heb overleefd. Om rechter te kunnen wor den, moet je sociaal vaardig rijn, je commu nicatief kunnen redden, uitgebalanceerd zijn, kortom: er is een hele waslijst van din gen waaraan je moet voldoen. En dat terwijl ik toch aardig driftig kan zijn. Vroeger was ik dat helemaal. Als de kinderen mij op straat uitscholden voor 'vuile NSB'er' en 'moffen tuig', dan timmerde ik er flink op los. Maar ze hebben me dus gewogen en niet te licht bevonden." Ze lacht; „Maar ja, alles went." Ook het juridische steekspel in de recht bank heeft veel weg van theater, zo heeft ze in haar Bossche jaren ondervonden. „Een goed pleidooi, daar kan ik enorm van genie ten. Ik heb als rechter advocaten voor me ge had die ik fantastische strafpleiters vond. Dat ging ik natuurlijk niet tegen ze zeggen, maar ik vond het prettig om te zien dat een advo caat rijn zaakjes goed voor elkaar had. Die precies wist waar hij aan de bewijsvoering moest zitten peuteren en hoe hij dat onder uit kon halen. Er waren er ook bij die nog maar net in het vak zaten en zich helemaal focusten op de sociale omstandigheden van de verdachte. Maar het ging mij om de fei ten: of voldoende bewezen was dat de ver dachte het delict had gepleegd. Dat een ad vocaat de drankzuchtige moeder of de hoe- renloperige vader erbij haalde, deed voor mij niet terzake." Midden jaren negentig hield ze de recht bank voor gezien. „Ik reed elke dag heen en weer tussen Laren en Den Bosch, elke dag 160 kilometer. Ik moest om 6 uur op, wilde ik om 9 uur aan mijn ritting kunnen beginnen. En ik moest als rechter regelmatig psychia trische inrichtingen in Brabant bezoeken om te beoordelen over inbewaringstelling van mensen of de voortzetting daarvan. Daar werd ik niet echt vrolijk van. En ik rook weer aan het zingen." Er kwam een compilatie-cd van haar uit met oude opnamen. De uitrei king van de Edison die daaruit voortvloeide, bracht haar in de loop van 1995 weer op het muzikale pad. Er volgde een nieuwe cd, 'Nooit gedacht', maar met 12.000 verkochte schijfjes werd die comeback geen door slaand succes. Het juristenleven mist ze niet. „Natuurlijk lees ik nog steeds de vaktijdschriften van mijn man. En als er weer een uitspraak van de Hoge Raad in de krant staat, dan heeft dat ook mijn aandacht. Dan ben ik blij dat ik dat tot op de naad begrijp. Maar wringen en friemelen doet het niet meer." Ze heeft gezworen dat ze nooit meer zal optreden. „Maar laatst zat ik bij Robert Long in zijn muziekprogramma Mezzo. Het kon er bij hem niet in dat ik definitief gestopt was met zingen. Hij bleef er over doorgaan en een ander voegde eraan toe dat schrijven en zingen elkaar heus niet zouden bijten. Dan begint het bij mij te kriebelen. Maar ik zei: 'Jongens, hou er over op. Ik heb nu eindelijk rust'." Het was niet altijd even makkelijk om haar leven in boekvorm te gieten, erkent ze. „Ik heb af en toe moeten stoppen, mijn pauzes moeten nemen. Dit krijg ik niet op papier, dit red ik niet, dacht ik dan. Zoals toen ik de Corry Brokken: „Er zijn een hoop mensen die geheimzinnig doen over hun verworvenheden en hun verleden, nu niet meer nodig. Ik wil niet meer de kleur van het behang aannemen." foto cpd»jocel ziekte van mijn dochter Nancy had beschre ven, die door een acute bloedvergiftiging haar beide onderbenen moest laten ampute ren. Dan hield ik het niet uit en zat ik weer bij Jan uit te huilen. Ik had ook om Nancy's ziekte heen geschreven, maar op aandringen van haar heb ik toch alles gemeld. 'Dan is het boek pas echt af, zei ze." Een verwerkingsproces wil ze het schrijven van dit boek niet noemen. Integendeel. „Maarten 't Hart zat eens bij Hanneke Groenteman in het programma. Nou, die man heeft het in het streng-gereformeerde milieu waarin hij is opgegroeid niet bepaald makkelijk gehad. Groenteman zei toen: 'Dat heb je zeker fijn van je af kunnen schrijven'. Maar hij antwoordde: 'Nee. het komt juist naar je toe'. Die man heeft het grootste gelijk van de wereld. Nu ik erover zit te praten, komt het allemaal weer langs." Alle 'downs' vonden in 'Wat mij betreft' een plaatsje. Maar ook alle 'ups', „want die zijn er ook heel veel geweest, hoor." 'Een heerlijke tijd' vond ze haar Amsterdamse pe riode. „Toen was ik nog heel jong en in ver wachting van Nancy. En toen ze eenmaal ge boren was, liep ik opschepperig met haar door het Vondelpark. Het was net zo fijn als de periode die ik nu met Jan heb. Maar daar zitten wel flink wat jaren tussen." Dadelijk rijdt ze weer langs Het Huis, naar haar eigen 'I Ians-en-Grietje'-boerderij in I.a- ren. „Heerlijk, strakjes met een glas wijn in de tuin. Dan kan ik niet naar bed komen, zo lekker heb ik het dan. Ik roep wel eens Mens, count your blessings' om tegelijker tijd te beseffen: ik 'count' ze al." PETER KUIJT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51