Cultuur Kunst Concert in historische sfeer Oudheden restaureert Egyptische grafkapel Pure dans van 'Cantus Firmus' Binnenkort in dit theater Hoofdrol Hauer in De Kamer Zelf een Escher maken in Haags Gemeentemuseum Een serieuzewat zwaarmoedige jongeman 'Kasimir en Karoline' hinderlijk en fascinerend a|ScHONE Schijn m ERDAG 27 MEI 2000 Alphense muziekschool viert jubileum met openluchtconcert PHEN AAN DEN RUN streekmuziekschool in Al ien aan den Rijn viert haar jarige bestaan met een lenluchtconcert in het een der um van de stad. Naast het jllc|zz-combo onder leiding van are Lotz en de ensembles ïalumeau en Jong Belegen aken vier Popschoolbands in opwachting. Het gelegen heidsensemble Bluestime, ge vormd uit de bands als Hot Coldrex, Long Way Blues en Party Animals, sluit het mu ziekschoolconcert af met Blues, Rythm Blues en Rock Roll Classics. Het concert voor het plein van de Rabobank aan de Al phense Pieter Doelmanstraat is vandaag van 11.00-17.00 uur. DANS RECENSIE ]K ne en Roebana maken pure Wat we van deze twee ireografen en hun dans- :p zien is dat ze zich hele- al richten op het ontwikke- van een eigen bewegings- Een verhaal komt er niet te pas. In 'Cantus Firmus' is compositieprincipe uit de deleeuwse muziek als uit- gspunt gekozen. Een he mde melodie werd tot lange en uitgerekt, die de basis mden voor een nieuwe ïpositie. Niet alleen is de ziek in 'Cantus Firmus' vol- dit principe opgebouwd, structuur ervan werkt ook in de dans en de visuele eten. resultaat is ambivalent. Lei en Roebana staan bekend de uitvinders van pakkende, jinele bewegingen. Die zijn ook, maar het doordachte [angspuntmaakt de voor- ing afstandelijk. Voor de ze vormen twee bewegings- rten de basis: eerst zien we ingen door het lichaam, irbij vooral het bekken ge- ikt wordt. Later volgen lich- huppende bewegingen. Dit «materiaal is mooi. Het dt met wisselende intensi- uitgevoerd en blijkt veel spanning te hebben, zeker als de twee bewegingsvormen ver mengd worden. Vaak begint een solist en volgen anderen in deze bewegingen. Formaties van dansers en danseressen wisselen voortdurend en ook kiest een danser telkens een nieuwe positie ten opzichte van de anderen door naar een an dere plaats te lopen of te ren nen. Er wordt veel gerend en gelopen, over het toneel en ook erop en eraf. De zwakheid van de choreografie is dat deze structuur van formaties en plaatsveranderingen onover zichtelijk is. Je zit steeds met het gevoel dat er een wetmatig heid is die moeilijk is te door gronden. Dit wordt nog eens extra in de hand gewerkt door dat bij overgangen de energie niet altijd goed op peil blijft. In 'Cantus Firmus' is veel werk gemaakt van beeld en geluid. Zowel muziek als belichting hebben een opmerkelijk ruim telijk effect. Laserstralen produ ceren cirkels, kronkelende lijn tjes en een rennend mannetje op de vloer. Lichtvlakken vor men een parallel van de wisse lende dansformatieS"' en maken de voorstelling tot een bijzon dere visuele ervaring. De mist die na de pauze in de zaal ge bracht wordt, is helaas in het begin te dik, waardoor het moeilijk wordt de toch al erg grillige bewegingen in dit ge deelte te volgen. RODY VAN DER POLS Een harpist, een luitspeler en twee fluitisten. Gezamenlijk luisteren ze de maaltijd op. De blinde harpspeler, de oudste van de vier, verheft zijn stem. Hij zingt een lied, het gaat over vergankelijkheid. De tekst staat in hiërogliefen boven zijn hoofd uitgeschreven. Deze en nog vele andere kleurrijke afbeeldingen sieren de wanden van de Egyptische grafkapel, die in het Museum van Oudheden verrijst. Het ruim 2300 jaar oude grafmonu ment maakt straks deel uit van de tentoonstelling 'Farao's van de zon', die in november ge opend wordt. Voor deze om vangrijke tentoonstelling wor den meer dan 200 kunstvoor werpen, afkomstig zijn uit 33 musea van over de gehele we reld, naar Leiden gehaald. Op dit moment hebben de restaurateurs hun handen vol aan het opbouwen van de graf kapel gewijd aan Paatenemheb, de 'hoofddienaar van de ko ning'. Niet alleen moeten ze de 35 bewaard gebleven stenen ui terst zorgvuldig opstapelen, ook het oprichten van de twee pa- pyrusvormige zuilen is buiten gewoon nauwkeurig werk. De twee zuilen, die oorspronkelijk in de kapel stonden om het pi ramidevormige dak te onder steunen, flankeren straks de in gang van het monument. Op die manier is de kapel beter toe gankelijk voor het publiek. Medewerkers van het RMO bezig met de opbouw van het Egyptisch grafaltaar. FOTO HIELCO KUIPERS Tijdens hun werkzaamheden deden de restaurateurs een op merkelijke vondst. Een vuist groot botje kwam te voorschijn toen een van beide zuilen brak tijdens het vervoer. „We dach ten even dat het een kippenbot- je was", vertelt restaurateur Ger Waanders. „Maar daarvoor is het te zwaar." Een definitieve verklaring heeft hij nog niet voor de aanwezigheid van het botje. „Voor zover ik weet, is zo'n vondst nog niet eerder ge daan. Mogelijk heeft een Egyp tische restaurateur het botje ge bruikt om de pilaar te verstevi gen. Het lijkt er namelijk op dat hij in het verre verleden al eens eerder is gebroken." AMSTERDAM ANP Rutger Hauer speelt de hoofdrol in de verfilming van De Kamer, het debuut van Harry Mulisch uit 1946. De korte film van tien mi nuten, bedoeld als voorfilm in de bioscopen, wordt En gelstalig en gaat The Room heten, zo heeft filmmaat schappij Outcast Pictures in Amsterdam laten weten. De opnames beginnen volgende maand. De film gaat in première tijdens het Nederlands Film Festival in Utrecht dat van 20 tot en met 29 september wordt gehouden. The Room wordt geregis seerd door Erik Lieshout sa men met Hauer die daar mee meteen als zodanig de buteert. Lieshout schreef ook het scenario. Producent is Jero Veldheer. Mulisch schreef De Ka mer toen hij 19 jaar was. In het boek vertelt een oude man het verhaal van de ka mer waar hij als jongen ge obsedeerd door raakte. Hij gluurde vaak naar binnen en probeerde er achter te komen wie daar woonde. De opleiding Informatica van de Leidse Universiteit heeft een speciaal computerpro gramma ontwikkeld voor de Escher-tentoonstelling van het Haagse Gemeentemuse um. Met dit programma kun nen bezoekers van de ten toonstelling in de 'digitale' huid van Escher kruipen en zelf een kunstwerk maken in de stijl van deze kunstenaar. De software gaat uit van Es- cher-achtige afbeeldingen, waarop iedere gebruiker kan variëren. Door deze variatie mogelijkheid ontstaan steeds weer andere versies. De ten toonstelling in het Gemeente museum duurt nog tot 8 okto ber. Adres: Stadhouderslaan 41 in Den Haag. Bijzondere verzameling foto's van Bob Dylan TONEEL RECENSIE SUSANNE LAMMERS stelling: 'Kasimir en Karoline' van Ödon von Hor door RO Theater. Regie- Guy Cassiers Spel: Esther jldwacht, Waldemar Torenstra, Reinout Bussemaker :ien: 26/5, Leidse Schouwburg. Nog te zien: 2 en 3/6, Koninklijke Schouwburg, Den Haag stuk is eigenlijk vrij simpel. 'Kasimir en nline' van Ödon von Horvath,* speelt af op de kermis. Het is begin jaren der crisis in Duitsland en wie niet in de in loopt, wil genieten. Kasimir is net baan kwijt en Karoline wil zich koste het kost amuseren. Hij gaat mee met op het slechte pad geraakte ex-collega :kl Franz, zij zoekt het hogerop en alle- ;aan ze naar de bliksem. Horvaths visie is meer dan cynisch, oen leidt tot niets, arm is dom en kort zichtig, rijk trekt altijd aan het langste eind. Liefde bestaat niet, alleen je uit lijfsbehoud vastklampen aan een ander, of lust.Het pu bliek bij deze les houden is minder simpel, 'zeker omdat de handeling in een kringetje ronddraait. Het stuk is een mallemolen waarin de confrontaties en de vergeefse pogingen tot verzoening tussen Karoline en Kasimir telkens terugkeren. Die pogingen waarin sommige poppetjes mensen wor den, fel uitgelicht. Gesprekken waarin men zich blootgeeft, die werkelijk ergens over lijken te gaan, maar die uiteindelijk de des illusie alleen maar versterken. Dat contrasteert fraai met de inhoudsloze roes van de kermis, maar het is het spel van de jonge acteurs dat maakt dat dit concept werkt. Esther Scheldwacht, met poppige worden steeds wanhopiger; de laatste zijn, maniertjes maar een keiharde binnenkant zelfs ver voorbij de pijngrens. Maar deze 'Kasimir en Karoline' is niet al leen hinderlijk, het stuk is ook fascinerend. Guy Cassiers verbeeldt de kermis met gril lig licht, flarden rare schlagers en grote pot ten bier. Een wervelend en grotesk toneel beeld, bevolkt door karikaturen met spook achtige maskers en ordinaire kostuums die de vulgariteit en dé voosheid benadrukken. En in dat decor worden de kleine scènes is de berekenende onschuld Karoline. Tjeb- bo Gerritsma speelt de naar binnen gesla gen wanhoop van Kasimir met doffe ver bijstering en Waldemar Torenstra als de sullige Eugen is precies keurig genoeg om toch te weten aan welke kant zijn boterham besmeerd is. In al het tumult ontstaat toch een ontroerende intimiteit, al wordt die al leen maar gebruikt om duidelijk te maken hoe eenzaam de mens is. lag dan als instituut bijna jaar bestaan - je bent nooit ud om te leren. m de Leidse Schouwburg, bolwerk van cultuur aan de e Vest gaat tenminste met tijd mee. Ze hebben er een n website die, meldde di- :ur Bart van Mossel de af- pen week trots bij de pre- atie van het nieuwe sei- ïprogramma, in zijn korte aan al bijna 100.000 keer is icht. En ze gaan daarnaast, nog dan voorheen, op de iale kindertoer. Je mag niet ilijven staan bij heden of iden: wie de jeugd heeft, t immers de toekomst. iet LAKtheater weten ze dat tg. Daar richten ze zich per nitie op een wat jonger en lerner publiek. Het LAK, dat lijkertijd met de Schouw- zijn programma presen ile, legt qua leeftijd de lat steeds lager. Er is al een stelling voor kinderen van jaar. En dat betreft nog een ise ook. Geprolongeerd we enorm succes. nfrom dan, als dat zo is, de nóg wat lager leggen, zo g je je af. Als jong geleerd ïrdaad oud gedaan is, dan je niet vroeg genoeg begin- lom die kinderhoofdjes te n wennen aan het doek, de pen en het applaus. Er is een markt voor, dat is wel De Amsterdamse galerie Torch vertoont momenteel een bijzondere verzame ling foto's van Bob Dylan in zijn jonge jaren, op weg naar wereldroem. Ze zijn geschoten door Daniel Kramer, hoffotograaf van de protestzanger in de ja ren zestig en vernieuwer in de popfotografie. ,,Ik vond dat ik Dylan moest vastleg gen voor de geschiedenis." AMSTERDAM MARC FLOOR Daniel Kramer wijst naar een van zijn platen aan de muur van de galerie Torch. Bob Dy lan, eenzaam in de donkerte op het podium, met als gezelschap slechts een gitaar en een spot light. En Daniel Kramer. „Ik stond ook op het podium toen ik die foto nam. Liep ik gewoon op, achter hem langs. Zoiets als security bestond nog niet eens. Ik kon het zonder problemen doen: Bob stond alles toe." Eén keer werd Kramer verteld dat hij alleen mocht schieten vanuit de perskamer. „Dat was bij een concert in het Lincoln- center in New York, omdat dat nou eenmaal de regels van het huis waren. Ik zei tegen Bob dat ik dan niet kon werken zoals ik graag wilde. Toen heeft hij de manager opgebeld en gezegd dat als ik niet mocht doen wat ik wilde, hij niet zou optreden. En dat terwijl de zaal volledig uitverkocht was. Ik voelde me nogal verlegen met de situatie, had het gevoel dat ik een hoop herrie schopte. Maar Dylan waardeerde gewoon hoe ik werkte, dus regelde hij dat." Duizenden foto's heeft Kra mer (Brooklyn, 1932) gemaakt van Bob Dylan. In de jaren zes tig maakte hij van dichtbij mee Iik Daniel Kramer, hoffotograaf van Bob Dylan, met boven zich een portret hoe de zanger het schopte van lokale folkheld tot internationa le rockster. Kramer heeft het al lemaal met zijn camera gedo cumenteerd. Het begon allemaal in 1963 met het lied 'The Lonesome Death of Hattie Carrol'. Daniel Kramer, een jonge fotograaf die zijn brood verdiende als assis tent van de fameuze Phillipe Halsman - celebrityfotograaf voor Life Magazine - zag het nummer op televisie en was verbijsterd. Hij hoorde een ou de stem die 'krakend en als aangetast klonk door het weer, een stem die leek vergeten in de regen en was gaan roesten'. „Ik wist nog helemaal niets over Bob Dylan", vertelt Kra mer nu over dat moment, „maar ik hoorde dat nummer en ik was meteen betoverd. Ik was enorm onder de indruk dat iemand zo krachtig zaken aan de orde stelde als moraliteit en rechtvaardigheid in een song tekst. Ik vond Dylan een briljant poëet, een Shelley van onze tijd. Ik voelde dat het mijn taak was om hem te fotograferen, om hem vast te leggen als on derdeel van onze geschiede nis." Kramer maakt zijn platen do cumentair en realistisch, snap shots uit het leven van Bob Dy lan. Poseren is er niet bij, hoog uit roept Kramer eens: doe maar wat. De camera wordt ge bruikt om iets te vertellen over Dylan, over de man, zijn tijd, zijn moment. Geen glitter en glamour, maar Dylan die in de auto liedjes schrijft, in het café schaak speelt, in een hotel nieuwe snaren opzet, of in een leeg stadion soundcheckt. Kramer had met zijn werk een gevoelige snaar geraakt bij Dylan. Dylan zag zich op de fo to's zoals hij zichzelf graag zag. Een serieuze, wat zwaarmoedig ogende jongeman, verweven met zijn maatschappijkritische songs en teksten. Geen nep, geen pose, geen commercie, gewoon Bob Dylan. Aanvanke lijk kan hij bewust zichzelf een bepaalde houding hebben aan gemeten voor de camera, maar na verloop van tijd moet die door de veelvuldige en ver trouwde aanwezigheid van Kra mers lens zijn vervallen. Dylan was zelfs zo verguld met het werk van Kramer dat hij zijn foto's gebruikte voor verschillende van zijn platen hoezen. De eerste was 'Bringing it all Back Home' (in Europa ook uitgebracht als 'Subterra nean Homesick Blues') in 1965. Dylan zit in ongedwongen pose met een dame voor de open haard, op een foto die door ver tekeningen het idee geeft dooi de bodem van een drinkglas te zijn genomen. Na Bob Dylan heeft Kramer - nog altijd fotograaf en inmid dels ook filmmaker - nog vele beroemdheden geportretteerd. Paul Newman, Janis Joplin, Norman Mailer, Jacques Brei, ook hen heeft hij maandenlang dicht op de huid gezeten om een van alle opsmuk ontdaan beeld te kunnen geven. Maar de naam van Kramer zal altijd zijn verbonden met die van Dylan, met wie hij nog steeds bevriend is en over wie hij weer een nieuw fotoboek in de planning heeft. Maar een fan van Dylan mag je hem niet noemen. „Een bewonderaar is een beter woord." L)e expositie is tot en mei zien in galerie Torch (La 94) te Amsterdam. MUZIEK RECENSIE zeker. Er staan namelijk hele horden kunstminnende ouders te popelen om hun allerjongste kroost de eerste beginselen van de theatercultuur bij te bren gen. Die gewoonweg niet kun nen wachten om ze zover mo gelijk in de richting van de voorste rijen te duwen. Tenminste, dat leiden we dan weer af uit de dringende op roep die LAK-directeur Roland Helmer in het splinternieuwe programmablad voor het ko mende seizoen doet. Hij waagt die ouders met klem om bij de voorstellingen toch vooral op de aangegeven leeftijd te letten. Met name de aanwezigheid van te jonge kinderen is niet alleen voor henzelf geen traktatie, maar ook voor de andere be zoekers vaak hinderlijk, zo stelt Helmers. Ja, dank-je-de-koekkoek Ro land. Eigen schuld, dikke bult. Wél voor 3-jarigen programme ren, maar weer niet voor de broertjes en zusjes daarvan. Dat is natuurlijk vragen om moei lijkheden. Ouders gaan, om thuis de lieve vre'de te bewaren ('nee, Jantje, je bent net zes maanden, jij kan écht nog niet mee naar het JAK') als vanzelf wel sjoemelen met de leeftij den. Je bent net 2 jaar, maar je kunt gemakkelijk door voor 4. Dat kan je op je tien vingers na tellen. Om dat geloop, gejank en ge- dreins van die 'minderjarigen' te voorkomen en om die tevens uit hun illegaliteit te halen, is het gewoon beter om die stap dan maar meteen te nemen. Voor het volgend seizoen dus ook maar programmeren voor de één- en tweejarige kunstlief hebbers in de dop. Eventueel zwangere moeders mogen ge rust meekomen. Om alva6t te wennen. Geven ze, met hun ongeborenen in hun buik, met een weer een hele nieuwe bete kenis aan de gevleugelde term: Binnenkort in dit theater. AD VAN KAAM LI DY VAN DER SPEK Concerto Palatino (Bruce Dickey en Doron Sherwin, zink, Charles Toet, Wim Becu en Oele Anderson, trombone), m.m.v. Liuwe Tamminga, orgel. Gehoord 23/5, Pieters kerk, Leiden, De Engelsman John Evelyn betreurt in zijn dagboek uit 1622 de cornetto die uit de mode raakt: 'Dit instrument, waarop de Engelsen excelleerden, is geheel van het to neel verdwenen. Er bestaat geen magnifie- ker geluid dan een Intrada op cornetten en trombones bij het begin van een feestelijke bijeenkomst aan het hof. Gelukkig zijn de ze blaasinstrumenten in 1987 opnieuw gentroduceerd door 'Concerto Palatino'. De vaste kern van dit consort bestaat uit twee cornetten, drie trombones en een (kist)orgel. De organist Liuwe Tamminga pendelt gezwind tussen kistorgel en Hager- beer. Tamminga, gespecialiseerd in zes tiende- en zeventiende-eeuwse orgellitera tuur, opent het concert met een Toccata (Venetië 1604) van Annibale Padovano. Hij gebruikt hier een volumineuze en rijke re gistratie. 'Palatino' blaast, als binnenkomer een weinig verlaat, Intrada 5 van Orologio: inderdaad een magnifiek geluid! De cornet, ook wel zink genoemd, is de voorloper van onze trompet. De fanfare heeft overigens nu nog steeds een cornet pistons in zijn gelederen, en ook het orgel bezit als samengesteld register een cornet. De klankkleur van de twee zinken verschilt van elkaar. De 'eerste' is omfloerster, wat lager van klank dan nummer twee. Met de drie schuiftrompetten vormen zij het 'Con certo di cornetti e tromboni', het geliefde muziekgezelschap van weleer. Hun geza menlijk coloriet is stralend mooi, 'als een zilveren trompet in zijde gewikkeld'. Carlo Farina's dansen, Paduana en Gaglia- ra zijn juweeltjes. De lange melodielijnen zijn geraffineerd harmonisch opgebouwd. Hoog en laag liggen een heel eind uit el kaar. Een trombonist heeft een lang dun 'handvat' om z'n instrument zo ver moge lijk uit te trekken voor de laagste bronzen tonen. In de twee Canzoni 'in risposta' van Viada- na wisselen steeds twee blazers korte be richtjes uit met een tweede stel instrumen ten, komisch en ijzersterk. De echo die de tweede zink blaast kaatst tërug vanuit een zijbelik. De Capriccio van Frescobaldi op een een voudig dalend melodietje met een nootje weer omhoog bespeelt en omspeelt Tam minga op het Van Hagerbeerorgel in vele toonaarden en wisselende registraties glansrijk. Plechtig en stemmingsvol speelt de donkere trombone 'Eripe me, Domine' van Christoph Strauss, waarop de vier an dere instrumenten om beurten dezelfde frase in hun eigen kleur blazen. Ze jongle ren met de melodie, en laten hem los in een subtiel open eind. In de laatste Canzon van Samuel Scheidt lijkt de lage trombone een kruising tussen tuba en fagot. Met de meest zinderende, donkere klankkleur produceert de trombo nist een betonnen fundament, maar even goed een grappig pijlsnel deuntje. Een con cert in een feestelijke, historische sfeer, die de Pieterskerk terug plaatst in de zestiende eeuw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 25