INGEN VOORBIJGAAN i luzikale kippenkroontjespennen en bloemen van veren Leiden Regio 'Zo, en dan nu vakantie, mannenjacht en drinken STADSGEZICHT '>0l ,1 Trouwee werd op 25 september geboren in de Evertsenstraat, in een idrbeidersgezin. De jonge Gerard e zich al jong aangetrokken tot een, in die tijd, bijzondere vorm van dat van de variétéartiest. In de loop der jaren verwierf hij onder de naam Geraldini tot ver buiten Leiden grote faam. Vooral als goochelaar genoot hij grote bekendheid. Met name over dat vak, vertelt hij in deze aflevering van 'De dingen die voorbijgaan'. Leidenaars blikken terug op hun verleden hè. Op mijn naambordje deur staat inderdaad nog eri ini. En met die naam ik ook nog steeds de tele- üist p. Maar mijn echte naam intjiwee. Gerard Trouwee. een beetje fantasie kom "inip de artiestennaam Ge- Dat ligt lekker in het ge- ke ich ja, goochelen is nu n 1 al mijn lust en mijn le de at gevoel had ik al toen ik i h ng was. chi ader werkte op de lichtfa- op de Langegracht, wat t j on is. Ik moest ook een ee en van mijn vader en dat ook gedaan, Elektrotech- op de LTS. Toen ik klaar on ik een aanstelling krij- 'de Lichtfabrieken. Maar trad ik op op bruiloften tijen. Goochelen, accor deon spelen, ik voelde echt voor het artiestenvak. Ik kon mijn aanstelling alleen krijgen, zei de directeur, ingenieur Ike- ma, als ik zou stoppen met die optredens. 'Want je mag er geen baan bij hebben'. Daar had ik geen zin in. Ik koos voor het vrije vak. Dat was heel wat in die tijd hoor. Ik kan niet zeggen dat mijn ouders erg leuk hebben gereageerd. Een vaste baan, daar draaide het om, volgens mijn vader. 'Doe dat goochelen maar als hobby'. Maar ja, ik had enorm veel optredens, dag en nacht. Vooral in Katwijk, op de een of andere manier. Daar al leen al had ik vier, vijf partijen per week, in de nacht. Want hoe gaat dat, de een zegt het te gen de ander. Ik heb nooit een Trouwee: „ledereen kan leren goochelen. Maar om het echt kunnen, moet het toch in je zitten." foto dick hogewoning advertentie geplaatst. Misschien dat de mensen het ook zo leuk vonden, omdat ik nog zo jong was. Want vergis je niet, ik was een jaar of achttien, twintig toen ik voor mezelf be gon, met optredens. En ik deed ook van alles, ik voerde toneel stukken op in mijn eentje, speelde accordeon, goochelde. Binnen een halfjaar had ik een eigen auto verdiend. Een Volks wagentje, een tweedehandsje, maar toch... Waar ik het talent vandaan heb, weet ik niet. Het zat er vanaf het begin al een beetje in, die be langstelling voor het goochelen. Ik begon al op de lagere school, eerst in de Munnikenstraat, la ter op de Langebrug. Je had vroeger van die kroontjespen nen. Die liet ik dan verdwijnen, voor de ogen van mijn klasge nootjes. Nou ja verdwijnen, ik liet ze gewoon op de grond val len. Maar de kinderen vonden het geweldig. Niemand had het door. Ook op de LTS was iedereen enthousiast. Ik kreeg daar bij voorbeeld Elektrotechniek van een vrouw. Als ik dan kwam, zei ze: „Joh Gé, wil je eerst nog even wat goochelen, voor de les begint?" Dat deed ik dan. Ik vond het zelf ook prachtig. Ik stond midden in de belangstel ling van de onderwijzeres! En van de andere klasgenoten. Ik goochelde met van alles, het maakte niet uit. Met alle voor werpen kun je goochelen. Nu doe ik bijvoorbeeld nog steeds Table Magic. Bij diners. Als de mensen hebben gegeten kom ik. Manipuleren, werken zonder al te veel hulpappara ten, met de handen. Met een vingerhoed bijvoorbeeld, zoals deze, die ik hier heb. Hopla, in welke hand zit hij nu? Ha, hij is weg! Dat bedoel Üc nou met ma nipuleren. Dat heb ik in de loop der jaren geleerd. Zo kocht ik boeken over goochelen. En ik ging vaak kijken als er een goochelaar op trad in de stad. Dan stond ik te turen achter het toneel. Zo hoopte ik achter hun trucjes te komen. Ik ben vaak genoeg weggestuurd. Goochelaars hou den daar niet van, als mensen hun op de vingers staan te kij ken. Die willen hun trucs niet zomaar prijsgeven. Maar op den duur krijg je, als je goed kijkt, toch in de gaten wat ze doen. Er zijn bepaalde hande lingen die steeds terugkeren. Een konijn uit een hoge hoed. Of bloemen uit een hoge hoed. Die bloemen waren trouwens gemaakt van ganzenveren. Zelf heb ik ze ook nog gemaakt, zul ke bloemen. Voor Gerrit Haak, Gerrit Crochet. Die man eindig de met het hele toneel vol met bloemen. Van twee-en-een-hal- ve meter hoog. Oefenen deed ik thuis. Altijd voor de spiegel, voor de tech niek. Die moet je echt onder de knie hebben. Kijk, daarnet deed ik het met één vingerhoed. Maar ik kan het ook met acht. Of met acht sigaretten. Dat ver eist veel techniek. Dan moet je heel kritisch op jezelf zijn, als je voor de spiegel staat. Want vooral grote mensen letten heel goed op. Die hebben toch altijd zo'n houding van: verdorie, waarom kan hij dat en waarom kan ik dat niet? Hoe doet hij dat? Je moet het bijhouden, de tech niek. Als ik buiten loop, ben ik nog aan het manipuleren. Ik heb die vingerhoeden nog altijd in mijn zak. En ik ben nog op school ook. In Den Haag heb je een goochelschool. Twee keer per maand ga ik daarheen. Er zijn wel degelijk nieuwe ont wikkelingen in het goochelen. Vroeger had je bijvoorbeeld het illusionisme. Dan liet de goo chelaar iemand zweven. Achter het gordijn hadden ze dan een stuk metaal, waarmee ze die persoon omhoog draaiden. Nu staan ze gewoon op het toneel en laten de persoon over het publiek zweven. Wel een meter tel ik lekker niet. Iedereen kan leren goochelen. Tot op zekere hoogte iedereen kan ook piano leren spelen. Maar om het echt goed te kunnen, moet het toch in je zitten. De grootste gooche laar is voor mij Fred Kaps. Dat was een hele grote. Sprak zijn talen ook, was een echte gentle man. En daarvoor had je Laret- te. Ook een Nederlander. Hij werkte veel met kaarten. Hij had een nummer, dan gooide hij een kaart de zaal in - in de Stadsgehoorzaal heb ik dat bij voorbeeld gezien - en dan pro beerden de mensen die kaart te pakken. Dat lukte natuurlijk niet en dan vloog die kaart weer naar het podium. Geweldig was dat. Maar in de oorlog hebben ze hem helaas opgepakt omdat hij joods was. Ik heb veel samengewerkt met een andere grootheid, Henny Langeveld. Hij was wereldkam pioen op de accordeon en speelde ook piano. Hij bege leidde mij vaak. Per avond kwam ik dan een keer of vijf op. Een paar trucs, dan weer een toneelstukje, of zo. 'Van der Steen met zijn derde been'. Liedjes zong ik ook. Dan kreeg ik vooraf wat gegevens over het bruidspaar en dan maakte ik daar een liedje op. Sneltekenen deed ik ook. Ik tekende geen mensen na, dat kon ik niet zo goed. Maar wel allerlei andere dingen. Een aap, of een beer of zo. Ik deed dus echt van alles, ik was overal inzetbaar. Een uni verseel artiest. Veelzijdig. In de loop de jaren heb ik me zelf opgewerkt. Was ik steeds bekender geworden. Ik had op een gegeven moment een heel bekend nummer, 'De muzikale keuken'. Ik had twaalf namaak - kippen op een rij hangen, ge maakt van latex, en daar speel de ik dan een melodie op. Maar ja, van tevoren had ik bij een klokkengieterij allemaal bellen laten maken. Twaalf stuk, met elk een andere toon. Een octaaf bij elkaar. Die bellen heb ik in die kippen gezet. Door aan de kop te trekken kreeg ik het gek- luid van zo'n bel. Ik speelde zo een stuk van de opera Martha. Dat was uniek. Met dat nummer ben ik op tele visie geweest, aan het begin van de jaren vijftig. Ik was met Phi lips in aanraking gekomen, met experimentele televisie, zo heette dat toen. Grootbeeld. Toen was er nog bijna niemand in Nederland die een televisie had. Alleen restaurantbedrijven van naam hadden zo'n ding staan. Door Philips ben ik toen gevraagd dat nummer op de te levisie te doen. De opnames waren in Bellevue, op de hoek van de Steenstraat en de Mors- straat. De Wama's hebben me bij dat nummer trouwens toen een keer een streek geleverd. Die hebben twee kippen verwisseld. Klopte de melodie niet meeer. Dan ga je af, dat was niet leuk. Bij een goocheltruc kun je fout jes nog camoufleren. Door er overheen te praten bijvoor beeld. Hoe dan ook, naar aanleiding van die uitzending kwam ik in contact met andere mensen van de radio en de televisie. Zo ben ik later bij Mies Bouwman geweest in 'Een van de acht'. En zo heb ik ook Gert en Hermien leren kennen. Twee jaar lang ben ik met ze op toernee ge weest. Met de Mourities heb ik ook opgetreden. En met Mini en Maxi. Ik heb wel duizenden keren op getreden. Het allerleukste vind ik nog optreden voor kinderen. Ook al krijg je aplaus van vol wassenen,-of een staande ova tie, voor kinderen is nog leuker. Die verwondering... Ze leven zo enorm mee. Ik speelde een keer poppenkast - dat doe ik name lijk ook - in Oude Wetering. Op Koninginnedag. Ik kom daar, zitten daar in een soort amfi theater tweeduizend kinderen op veilingkisten. Ben ik bijna aan het einde van het stuk, waarin zoals gewoonlijk een slechterik in meespeelt, komt er een jongetje naar beneden lo pen en die geeft me die pop toch een rotschop! Althans, dat dacht hij. Maar hij schopte te gen mijn knie. En daar lag ik. Toch zijn dat leuke dingen. Daar doe je het voor." HERMAN JOUSTRA Bijdragen: Marijn Kramp, Wim Koevoet en Ane Pieter Wisse. Foto's: Hielco Kuipers. Heb je vragen of wil je reageren: surf naar www. Ieidschdagblad.nl/examens FOTO HIELCO KUIPERS mijn nieuwe leven beginnen. Eindexamen: gymnasium Slagingskans: 100 Ik ga niet nog een keer zakken Vervolgoplei ding: Acade mie lichamelij ke opvoeding élk ben zo blij. Ik ben klaar! En vol gens de internetuitslagen staat straks op mijn diploma een keurig rijtje zessen en een vijf voor economie. We zijn gelijk na het Nederlands opstel naar het terras van Einstein gegaan. Daar zitten we nu wat te drinken. Nee, we hebben het helemaal niet meer over de examens. Dat is voorbij. We praten over de plannen voor de zomer en over de vervolgopleidingen enzo. Ik ga in juli met tien meiden tien dagen naar Salou. Je kent het wel, zo'n goedkope trip met bus en tent en dan de boel onveilig maken daar. Mannenjacht en drinken! Okee, dan toch nog even over het laatste examen. Er zaten dit keer erg veel verhaal- opdrachten bij en aangezien wij die vaar digheid niet hebben geoefend - het stede lijk gym vindt een betoog namelijk belang rijker - vielen die al af. Ik heb uiteindelijk gekozen voor het onderwerp 'het zwakke geslacht'. Dus dat vrouwen dat tegenwoor dig niet meer zijn, maar mannen. Dat is na tuurlijk ook zo. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen stressbe stendiger en vindingrijker zijn. Dat heb ik er dus in verwerkt en voor de rest heb ik daar nog wat omheen verzonnen. Gewoon al het feit dat vrouwen kinderen baren geeft al aan dat wij belangrijker zijn, dat wij een grotere rol op deze wereld hebben. Man nen hoeven alleen hun zaad te lozen en daar heb je het toch wel mee gehad. Niet dan? Ik had bij dat onderwerp dus wel een verhaaltje. Maar om nu te zeggen dat ik het een leuke discussie vind, helemaal niet. Een beetje saai eigenlijk. Er belde trouwens nog iemand op of ik zijn boeken van het eerste jaar van de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding wilde overnemen. Hij had deze verhaaltjes gelezen en gezien dat ik die opleiding vol gend jaar ga doen. Grappig hè? Het be spaart mij een hoop geld als ik ze van hem kan overnemen. Nu nog een kamer in Den Haag. Dus als iemand wat weet? Het is dit jaar trouwens wel anders hoor; dat klaar zijn met je examen. Vorig jaar was iedereen echt uitgelaten en supervrolijk. Nu hebben we allemaal zoiets van 'o ja, we zijn klaar, we moeten vrolijk zijn'. Vreemd is dat. Ik ben echt heel blij dat ik nu van die school af ben. Eindelijk kan ik met élk ben opgelucht dat de examens achter de rug zijn, maar op de uit slag ben ik nog niet gerust. Ik word op 13 of 14 juli gebeld. Mijn eindcijfers krijg ik dan nog niet te horen, alleen maar of ik geslaagd ben of niet. Vorig jaar werd je al leen gebeld als je was gezakt. Dan schrok je je lam telkens als de telefoon ging. Gelukkig is dat veranderd. Wacht even, mijn gsm gaat af. Muziek, mijn laatste examen ging goed. Ik heb er niet veel voor gedaan. Ik heb drie stenciltjes doorgelezen. Ha, ha, vraagt mijn zus via in ternet hoe ik Duits heb gemaakt? Nou goed hoor, Eefje. Ja, ze wilde op de site van de krant zien of er nog gereageerd is op de dingen die ik heb gezegd. Dat lukte niet he lemaal dus heeft ze zelf maar gereageerd. Nou, ze is niet de eerste en ook niet de laat ste die op deze stukjes reageert. Vage ken nissen houden me op straat aan, zo van: ken ik jou niet ergens van? Op mijn werk is heel het prikbord volgehangen met die arti kelen. En leraren smeken me om hun naam te noemen. Trouwens, dat er toen stond dat mijn zus ging dansen toen het ging om wie van ons twee de betere leerling is, dat was niet helemaal juist. Daar zijn ook wat opmerkingen over gemaakt. Voor alle duidelijkheid: ze danste niet, ze maakte juichbewegingen. - Ik wil zelf ook reageren op dingen die de anderen hebben gezegd. Ik geef Bas en Ruud, die vinden dat dit een relaxte perio de is, groot gelijk. Deze twee weken waren voorbij voordat ik er zelf erg in had. Maar wat Wilma vertelde, dat ze een borreltje neemt om in slaap te komen, dat zou ik nooit doen in mijn examentijd. Ik ben wel wezen stappen, vorig weekeinde en dat doe ik dit weekeinde weer, maar dat is niet vlak voor mijn examens. Ik ben sowieso niet zo'n zuiplap, hoor. Ik ben juist al die tijd blijven doen wat ik al tijd al doe. Ook na het dieptepunt. Dat was geschiedenis. Daarvan zat ik echt in de put. Maar niet voor lang, gelukkig. Ik zit wel weer in de put als ik gezakt ben. Punt is dan dat ik niet op mijn eigen school vijf havo kan overdoen omdat ik van de lich ting van vóór het studiehuis ben. Ik kom dan in een zogenaamde bezemklas op een andere school terecht. En mijn op leiding met certificaten alsnog af- ronden, dat vind ik minder. ^y Vandaag wiskunde. Een beetje over flA tangens, en iets met cirkels. Dat ging wel redelijk allemaal. Ja, ik zie nog steeds erg op tegen het examen Ne derlands. Het moet sowieso niet over tech nische dingen gaan. Dan haak ik gelijk af. Ik heb al een paar proefexamcns Neder lands gedaan. Een over de techniek van een auto. Dat interesseert me niet, dan is het nog moeilijker dan ik het normaal al vind. Het moet gewoon een beetje een leuk onderwerp zijn. Mijn andere examen, bedrijfseconomie, valt wel mee. Dat is wel te doen, volgens mij. Dan ben ik woensdag klaar met mijn vmbo. Dat is wel heel prettig, maar dan moet ik gelijk weer aan de slag. Ik doe na melijk ook nog middenstandsdiploma. Dat bood de school aan. Er zijn wel meer men sen die ik ken die dat ook doen, hoor. Dat is niet echt bijzonder. Bovendien krijg ik dan misschien een paar vrijstellingen voor Schoevers, waar ik hierna heenga. Maar goed, woensdag klaar. Met hemel vaart studeren, denk ik. Nog wat werken misschien. Dan beginnen de lessen voor het middenstandsdiploma. Twee weken lang. Ik ben voor dat diploma niet zo zeker van mijn zaak als voor de gewone examens. Gewone examens waren voor het grootste deel herhalen. Althans, zo voelde ik dat. Voor middenstands heb ik sowieso minder lessen gehad. En daarnaast is het gewoon iets moeilijker. Dat wordt dus stevig aan de slag. Ik werk altijd wel redelijk hard, hoor. Daar voel ik mij gewoon het prettigst bij. Dat zit in me. Soms voel ik me zelfs schul dig als ik leuke dingen doe, terwijl er voor school nog iets openstaat. Je zou het inderdaad misschien ook een soort kick kunnen noemen. Zoveel exa mens doen in deze periode. Twaalf in to taal. Als ik dan in ieder geval die van het vmbo haal en middenstands misschien voor de helft, dan ben ik dik en dik tevre den. Dat geeft me heel veel voldoening na tuurlijk. Of mijn ouders nu trots op me zijn? Na tuurlijk zijn ze dat. Volgens mij zijn alle ou ders trots op hun kinderen. Als mijn ou ders weten dat ik mijn best doe. dan vin den ze het al goed. Uiteraard vinden ze het jammer als ik dan iets niet haal, maar meer voor mij. ^y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 15