Je moet als ondernemer moed en geluk hebben 'Ook in deze tijd heeft de mensheid zijn frustraties' iM ens en fief Leiden Regio JAAR BEGIN JE LS JE VOOR JEZELF fILT BEGINNEN? IDAG 22 MEI 2000 Louis Los bouwde boekhandel De Kier uit tot boekenketen woonkamer van zijn huis in Leider- ïangt, in het volle licht, een doek l J ip een woelige zee is geschilderd. Een '*oze einder die zich niks aantrekt van iecüuten lij'st waarin hij is gevat. Een ver- d beeld voor Louis Los. ,,Dat is Ame- r daar kom ik al vanaf mijn derde jaar. lukje nostalgie. Mijn vrouw en ik gaan lc jaar naar het eiland. We hebben er uisje." ien eerdere aflevering van Mensenlief j minder te spreken, dat wil hij wel wijt. „Dat ging teveel over werk: dat minst interessante verhalen." Maar eigen privéleven ter sprake komt, hij ongemakkelijk. „Dat is toch hele- liet interessant! Het moet over Lei- lan, en niet over mij." Hij schiet in de Ik ben geen social talker. Het moet ;ens over gaan, hoor." ,os oogt vermoeid. Hij wordt een de- ;en geopereerd aan staar. „Ik wil cunnen lezen en autorijden. Verdorie, gen, mijn rug en dan ben ik ook nog tndere familieleden hebben het beter en. Waarom moet ik alles hebben?" lij zegt het met een grote grijns op zicht, hém krijgen ze niet klein. On- aog voerde hij nog het hoogste tijdens de opening van de nieuwe, loekhandel aan de Breestraat, het an zijn zoon Mark. In zijn rolstoel, eft de ziekte van Bechterev, een sche ontsteking van de ruggengraat, 'erbening wordt de rug stijf en krom, jnlijk proces waar artsen nauwelijks krijgen. Inmiddels is hij vele malen •eerd. „Als ik val, breek ik mijn bot- heb geen kraakbeen meer om een te vangen. Daarom zit ik bijna altijd rolstoel. Ik kan nog lopen, maar rouw staat doodsangsten uit." ichte gezondheid belette hem niet inmiddels 124 jaar oude Leidse andel De Kier een mini-imperium te met vestigingen in Oegstgeest, Lei- p, Voorschoten en Wassenaar. „Ik gin jaren '70 bedrijfsleider van een ïiumfabriek in Delfzijl, een zware raarbij ik veel onderweg was. Mijn zoon Oene zegt nog wel 's tegen Delfzijl heb ik je nooit gezien'. Toen •so drijf ging reorganiseren en ze me loogovens wilden sturen, heb ik een ciële regeling getroffen en ontslag ge il. Ik had er geen zin meer in. Met het vilde ik een eigen zaak kopen. Dat ltji ie wel wat: zelfstandigheid, geen baas ije, je eigen tijd indelen. En als je een sen zin hebt, ga je niet. Mits je een tivervanger hebt natuurlijk." ad iel stuitte ik op De Kier aan de Nieuwe Een smal pand met donkerbruine inkasten tot aan het plafond. Je moest ii laddertje gaan staan om bij de met p el beklede schappen te komen. Er zat LJjooflijk veel sfeer in die winkel, een bruin café, het was liefde op het eer- - zicht. Aan mij de vrijheid en de uitda- im er iets van te maken. Jan de Kier 5 jaar en had geen opvolgers. Ik heb ak op 1 januari 1975 van hem overge- tet n. Een maand later kwam het pand >ei st vrij en dat heb ik erbij gekocht. Met in -an de bank, dat wel. Dat was onze uitbreiding. Dat was Jan de Kier nog erder gelukt, ha!" oeide op in het Groningse dorpje Sid- en, als zoon van een dominee. „Ik 1929 en heb de oorlogstijd bewust imaakt. Ik herinner me dat we vaak waren met eten halen en maken. Ik lit een gezin met vier kinderen, maar Hij zit in een rolstoel, heeft last van doofheid en ziet slecht. Onlangs 70 jaar geworden - „Ik had niet gedacht dat ik dat zou halen, ha, ha" - heeft Louis Los, oud-directeur van de Leidse boekhandel De Kier, nog niets van zijn strijdlust verloren. Toen hij 25 jaar geleden als manager bij Aluminium Delfzijl ontslag nam en de Leidse boekwinkel kocht, ervoer hij dat 'als een overstap van een grote knecht naar een kleine baas'. De Kier is, met meerdere vestigingen, de enige nog zelfstandige boekhandel in Leiden. Inmiddels heeft hij het bedrijf overgedragen aan zijn oudste zoon die hij met raad en daad terzijde staat. Los is er de man niet naar om te zwijgen als iets hem niet bevalt. door CAROLINE VAN OVERBEEKE FOTO HIELCO KUIPERS met de ouclers van mijn moeder, een tante en de onderduikers erbij, waren we met zijn zeventienen thuis. Hoe mijn moeder dat toen allemaal georganiseerd heeft, be grijp ik nog steeds niet." „Mijn vader was actief in de onderduik. Mijn moeder kookte op een fornuis met een echt houtvuur dat de hele dag brand de, mijn grootmoeder zat ernaast. De aard appelen lagen te verrotten op het land, die konden we niet wegkrijgen. Toen de Cana dezen aan het eind van de oorlog oprukten naar Delfzijl en de SS een overval deed, werd het erg spannend. Zoiets vergeet je nooit. Mensen die die tijd niet hebben meegemaakt, hebben totaal geen idee hoe het was." Na de oorlog vertrok vader Los naar Neder- lands-Indië als hospitaal-predikant. Zoon Louis ging naar Voorburg, maar kon in de derde klas van de HBS niet aarden. „De oorlogstijd had me veel vrijheid gegeven. In het stramien lopen, viel me zwaar." Hij nam een baantje in een ijzerwarenwinkel en later op kantoor als eerste bediende. „Het ging erg goed, maar ik kon niet verder komen. Ik besloot mijn school af te maken. Ik heb in de tussentijd ook nog een jaar in Indië gewoond, bij mijn ouders. Een prach tig land. Later ben ik met mijn vrouw - ze is daar geboren - nog 's teruggegaan." In 1951 deed Louis Los eindexamen op het Christelijk Lyceum in Den Haag. Hij ging economie studeren aan de Vrije Universi teit in Amsterdam en vertrok na zijn kandi daats een half jaar naar Boston, in de Ver enigde Staten, voor een stage. „Een gewel dige openbaring: wij waren in Nederland nog maar net de oorlog ontgroeid, en daar was zo'n rijkdom... Aan mijn ouders schreef ik: 'Ik ben aan de verkeerde kant van de aarde opgegroeid!' Maar ik wilde niet opgaan in de Amerikaanse cultuur, die vind ik oppervlakkig." Na zijn studie ging Los als manager aan de slag bij Stork-Werk- spoor. Een headhunter haalde hem in 1970 naar het bedrijf Aluminium Delfzijl. „Toen kwam ik weer in het Groninger land terug, 15 kilometer van Siddeburen. Dat vond ik wel leuk, ja." Met zijn vrouw Betty kreeg hij drie kinde ren: Jaap Mark, Bettelou en Oene. Beide zonen werken in de Leidse boekhandel, dochter Bettelou is cum laude gepromo veerd in de Engelse taalkunde, aan dezelfde universiteit waar ook haar vader en groot vader studeerden. Louis Los glimt van trots. „Ik zeg tegen haar: 'Vandaag of mor gen krijg je het aanbod om professor te worden. Je hebt een cum en je bent vrouw...' Maar ze wil niet. Ze zegt: 'Al dat vergaderen, dan kom ik niet aan mijn werk toe'." Los had aanvankelijk zijn bedenkingen toen de jongste zoon Oene te kennen gaf ook bij De fier te willen werken, als auto matiseringsdeskundige. „Twee zonen in één bedrijf, daar hou ik eigenlijk helemaal niet van! Ik heb al twee keer in mijn leven broers in bedrijven uit elkaar gehaald. Maar Mark zei: 'Ik heb hem graag in het bedrijf: dat is vertrouwd'. Toen heb ik gezegd: goed, maar dan moet hij ook mede-eige naar worden. En ik heb ook gezegd: zorg ervoor dat jullie vrouwen zich nergens mee bemoeien, want dat wordt ruzie. Dus denk eraan: geen vrouwen in de zaak! Of de vrouwen dat vervelend vinden? Ik heb ze er nog niet over gehoord." Los maakte van De Kier een algemene (as- sortimentsjboekhandel waar je ook terecht kunt voor een vulpen en een ansichtkaart, met een aparte afdeling voor schoolboe ken. „Het boek is een prachtig artikel. Je doet mensen of jezelf er altijd een groot plezier mee. Ik heb altijd wel een boek öp mijn nachtkastje staan, ik houd van histo rie en detectives, maar ik lees niet zo heel veel." 'Los heeft net zoveel verstand van het reilen en zeilen van een boekhandel als een koe van de katechismus', zei Jan de Kier 25 jaar geleden over zijn opvolger. Los lacht erom. „Ik dacht: wacht jij maar af. Ik had van het begin af aan een andere, meer zakelijke aanpak dan de collega's: voerde een strikte bedrijfsvoering in, reorganiseerde de schoolboekenafdeling, want dat was een grote janboel. Ik werkte samen met de pro curatiehouder, onze meneer L. Prenen. Aan hem had ik heel veel steun, want zoveel wist ik niet af van boeken. Ik liet de inkoop aan hem over, kwam niet op zijn terrein. Daardoor konden we het goed vinden sa men." „Ik was meer zakenman dan boekverkoper. Ik heb veel respect voor de anderen, maar ik oefen het boekenvak anders uit, zakelij ker. Ik heb wel liefde voor het vak, maar boeken zijn niet mijn hobby. Wat je ver koopt doet er eigenlijk niet toe, als je het maar goed doet. Je kunt de cijfers toch niet meer op de achterkant van een sigaren- doosje schrijven, dat snapt u toch ook wel?! Het personeel moet natuurlijk wel wat lief de voor boeken hebben, maar veel belang rijker is een goede organisatie." „Ik heb de zaak aan de Nieuwe Rijn des tijds helemaal op de schop gegooid: anders ingedeeld, praktischer, zodat mensen zelf konden rondneuzen en de verkoper niet meer steeds dat trapje op moest om een boek van de bovenste plank te pakken. De sfeer werd wel wat minder, maar het liep beter. Je moet met je tijd meegaan. Ze ken den in de boekhandel destijds 'de omzet', maar dat was ook élles wat ze wisten. Dat heb ik dus direct ingevoerd, die cijfers: eerst met het handje, later met de compu ter. Nu is na 14 dagen al de omzet van de afgelopen maand bekend. En zo hoort het ook." De Leidse boekhandel groeide uit tot een bedrijf met vijf vestigingen, onder meer in Voorschoten, Oegstgeest, Leiderdorp en Wassenaar. Los gaf leiding aan 35 mensen. „Toen ik de kans kreeg om andere winkels te kopen, heb ik dat gedaan. Door omstan digheden kom je ertoe: je wilt overleven. Ik dacht: het wordt steeds minder op de Nieu we Rijn. De gemeente wilde de binnenstad autovrij maken. En ik heb er geen spijt van: de zaken zijn goed van de grond geko- „En nu hebben we dus die mooie nieuwe boekwinkel aan de Breestraat, het werk van mijn zoon. Ik had dat zelf niet aangedurfd. Je wordt op een bepaalde leeftijd wat be hoedzamer. Daarom heb ik vorig jaar tegen mijn zoons gezegd: ik schei ermee uit, jullie krijgen mijn aandelen. Soms kom ik nog wel 's naar de zaak, om Mark te helpen. En ik geef advies. Gelukkig hebben mijn zoons nog nooit gezegd: 'Pa, we kunnen 't wel, we hebben je niet meer nodig'. Zo heb ik nog wat te doen, da's wel fijn ja. Ik ben het ook wel 's niet met Mark eens, maar dan moet je je mond houden. Ik wil hem niet voor de voeten lopen. Alleen als het belangrijk is, doe ik mijn mond open." Los had met zijn eigenzinnige opvattingen en marketingstrategieën veel invloed in het boekenvak. Hij richtte met zestig boekhan dels de keten Libris op en was bestuurslid van de Nederlandse Boekverkopersbond. „Ze maakten me daar natuurlijk meteen penningmeester, dat kun je je wel voorstel len, ha ha." Voor zijn inspanningen kreeg hij de zilveren speld van zijn collega's. „Het is waar, het is allemaal heel goed ge gaan. We zijn de enige nog zelfstandige boekhandel in Leiden. Maar ik wil niet als opschepper in de krant, alsjeblieft zeg. Als ondernemer moet je twee dingen hebben: moed en geluk. Ik had geluk dat De Kier vrijkwam destijds en ik had de moed om erin te stappen." Hij is geen lid meer van de Rotary-club. Be wust niet, vanwege zijn leeftijd. „Het moet geen oude lullenclub worden! Nee, er moe ten jonge mensen in. Ik bridge nu, want tennissen of golfen gaat niet. Mijn vrouw bridget ook, maar we vormen geen koppel. Je moet nooit samen met je vrouw gaan bridgen: dat wordt heibel. Je maakt daar ruzies en scheldpartijen aan tafel mee... Dat wil je echt niet weten." Over de minder mooie momenten in zijn leven wil hij niet veel kwijt. „Ik had liever niet mijn kwaal gehad, maar dat is nu een maal zo. Wel ben ik blij met de energie die ik van mijn moeder heb geërfd. Ze leeft nog, is 97 jaar, en horen kan ze beter dan ik." „Als ik ooit terugkom op deze wereld, word ik uitgever. Dat lijkt me een prachtig vak. Je krijgt een manuscript, en dat is in feite nog helemaal niks. Ongeveer zoiets als die vel letjes papier waarop u nu schrijft. En dan ga je bedenken: hoe ga ik het uitgeven, in welke vorm, welk lettertype, omslag en voor welke prijs? Iets mooiers kan ik me niet voorstellen." Guy Cassiers regisseert 'Kasimir en Karoline DAM EVELIEN BAKS 'entig jaar oude 'soap' in ;entijdse vorm. Guy Cas- e artistiek directeur van Theater, maakt in 'Kasi- Karoline' van de Oosten- loneelschrijver Odön von th, gebruik van de nieuwe 'Muziek en video zijn de an de jongeren van nu', regisseur, die de nieuwe tie ook op het torleel de eeft in zijn eerste theater- :tie van dit seizoen, lallade van een werkloze :ur en zijn bruid met Zo omschreef de Oos- se toneelschrijver Odön orvéth -ooit zijn 'Kasimir en Karoline'. Von Horvath schreef het stuk, dat zich af speelt in München, in 1932 te gen de achtergrond van een land in economische crisis met een bevolking die kampt met frustraties en bitterheid. Kort om, een samenleving in ver warring. Bijna zeventig jaar later ziet het RO Theater nog steeds de actualiteit in van 'Kasimir en Karoline'. Het is de eerste regie van artistiek directeur Guy Cas siers in dit theaterseizoen. Het stuk speelt zich af op de oktoberkermis in de Düitse stad München in de moeilijke jaren dertig. Kasimir is net zijn baan als chauffeur kwijtgeraakt, wat voor de nodige spanningen zorgt. Op de kermis maakt Ka roline een praatje met een vreemde en ontmoet Kasimir, een oude bekende. Wat volgt is de ene na de andere ontmoe ting en een aaneenschakeling van pijnlijke misverstanden en breuken. De relatie tussen de chauffeur en zijn ambitieuze bruid gaat definitief kapot. „Von Horvéfh toont in zijn stuk het failliet van de mens heid", legt Guy Cassiers uit. „Door de zwakheid van de mens bloot te leggen. Ook in deze tijd heeft de mensheid zijn frustraties. Het meningloze, het fatalisme, dat kom je ook nu te gen. In elke stad zie je dezelfde VOOR U IS DIE VRAAG MISSCHIEN NIEUW. VOOR ONS NIET. Wat u ook onderneemt, u kunt putten uit meer dan honderd jaar kennis van zaken. Bedrijfsinformatie, starten van een ónderneming, internationale handel of bedrijfsoverdracht. Bij de kamer van koophandel krijgt u een to-the-point antwoord op uw zake lijke vragen. Meer weten? Kom eens langs. Of beter nog: surf naar www.kvk.nl of bel 071 - 525 05 00. EERST EVEN LANGS JE KAMER VAN KOOPHANDEL. taferelen. Zinloos geweld op straat, alleen maar om een kick te ervaren. Dat blijkt niet veran derd. Alleen nu niet tegen een politieke achtergrond. De men sen zijn nu even ongelulckig als toen. Daarom kunnen we 'Kasi mir en Karoline' ook in 2000 moeiteloos spelen." De geschiedenis van Kasimir, en Karoline is zowel een lief desdrama als een maatschap pelijk drama. „Von Horvath noemde het een tragedie", zegt Cassiers. „Maar ik ben ervan overtuigd dat er ook veel gela chen zal worden tijdens de voorstelling. 'Kasimir en Karoli ne' is een fantastisch stuk. Op het eerste gezicht een soapver- haal zoals je ze elke dag op tv ziet. Alleen zit er meer in. De kermis staat symbool voor de samenleving. Je kijkt met ver wondering wie Kasimir en Ka roline er allemaal ontmoeten. En dan wordt die omgeving uit elkaar gerukt. En dat mooie, maar naïeve koppel, gaat ten onder." De Oostenrijkse toneelschrij ver, die op 37-jarige leeftjjd in Parijs dodelijk getroffen werd door een omvallende boom tij dens onweer, was gefascineerd door het fenomeen kermis, vooral door 'monsters' zoals lil liputters en de man met de hondenkop. Cassiers: „Von Horvath houdt ons een spiegel voor. We denken allemaal uiter lijk volmaakt te zijn. Maar bin nenin, daar zijn we zó mis maakt... Kasimir gaat ten gron de aan de domheid, de onver schilligheid en de liefdeloos heid van zijn omgeving. De monstertjes op de kermis daar entegen zijn uiterlijk mismaakt, maar van binnen niet. Dus hoe relatief is die buitenkant?" „Von Horvath heeft gepro Scène uit Kasimir en Karoline. beerd de mens van de straat te tonen. Als je 't stuk leest denk je: zo praat niemand. Maar hij heeft letterlijk de taal gebruikt van twee mensen die naast el kaar staan en af en toe wat zeg gen. Dat soort dialogen geven een levensecht karakter. Waar bij de nadruk ligt op het elkaar niet begrijpen. De tekst die we gebruiken is de originele tekst." Guy Cassiers regisseerde vo rig jaar bij het RO Theater Tol- stoj's 'Anna Karenina'. „In dat stuk ging het ook om mensen die elkaar niet begrepen, maar toen ging het om zeer welbe spraakte mensen. Het is plezie rig om nu een keer mensen vanuit de lagere klasse aan het woord te laten, mensen die niet zo welbespraakt zijn. Maar in beide stukken draait het om de onmacht van de taal. Ja, ik heb altijd wel iets met taal gehad, vooral met de beperktheden er van. De structuur waarin we denken wordt immers bepaald door de Wal." Na 'De Sleutel' en 'Anna Karenina' wilde Cassiers voor zijn derde regie graag eens met jonge mensen aan de slag. Voor 'Kasimir en Karoline' heeft hij er een aantal in huis gehaald. „We zijn vorig jaar bij het RO met een heel klein clubje be gonnen. Chris Tieleman kende ik van toen zij in haar voorop leiding zat waar ik een project deed en Waldemar Torenstra heeft tijdens zijn stage enkele kleine rollen in 'Anna Karenina' gespeeld. Zo heb ik links en rechts wat jonge mensen ge vonden. En het RO heeft na tuurlijk ook een verantwoorde lijkheid om die nieuwe genera tie kansen te geven in de hoop dat daar mensen van terugko men." Guy Cassiers heeft voor het verbeelden van de kermis geko zen voor het gebruik van nieu we media. Met behulp van vi deobeelden en lichteffecten krijgt de omgeving vorm. „Mu ziek en video zijn de taal van de jongeren van nu", zegt de regis seur. Cassiers is nu in zijn twee de seizoen bij het Rotterdamse gezelschap. Nu de interne orga nisatie bij het RO weer redelijk op orde is, kan hij zich volledig richten op projecten voor 2001 „Toen ik naar Rotterdam kwam hebben we halsoverkop een aantal voorstellingen gemaakt. Het was noodzakelijk om het publiek te tonen wie ik was en wat ik doe. Ik had mijzelf zes maanden de tijd gegund om me met de eigen organisatie bezig te houden, om iedereen op de zelfde golflengte te krijgen. Dat had prioriteit. Ik heb alles op papier gezet en met iedereen gepraat. Nu is er weer rust in huis." Cassiers zegt zich inmiddels heel gelukkig te voelen in Rot terdam. Hij zou eigenlijk geen stad weten waar het aangena mer is om te werken. „De openheid hier is erg prettig. En een heel verschil met Vlaande ren is dat ook het stadsbestuur interesse toont. Hier weten ze dat cultuur bepalend kan zijn. voor een stad." Het RO Theater zal in 2001 als Rotterdam Culturele Hoofd stad is, het gehele jaar in de. stad blijven. Cassiers wil naast een opera in elk geval een echt Rotterdams project gaan doen. „Op dit moment ken ik de stad daarvoor nog niet goed genoeg, maar volgend jaar durf ik dat zeker aan." RO Theater met 'Kasimir en Karoline': op 25 mei in het Stadstheater in Zoetermeer, 26 mei in het Leidse LAKtheater, 2 en 3 juni in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 11