'Deze rol is moeilijker dan Koning Lear' 7 'Kinderen leren zichzelf én hun ouders vooruit' Project van Els Koop neemt ook opvoedingstaken over rolg van voorpagina elfs de brutale Estela en haar vriendinnetje Michelle houden zich n kijken naar hun tenen als ordate dona hen maant rus- ïzijn. Ze zijn vroeg klaar met Heren vandaag en hangen rond voor de eetzaal van de unidade. Zodra Els Koop rloopt, giechelen ze weer Hp om de saaie kleding van passerend meisje. Estela 0 uit een arm gezin komen, ze 01 hoe ze zich met tweede- Is spulletjes mooi kan ma- Vandaag onthult een kort tandje haar chocoladebrui- uik en eerste bh'tje. „Ik wil el worden", zegt ze lachend. Hra ze een uur later het tac van haar opa en oma enstapt, verandert de Ujarige in een klein meisje, r imama, ik heb zeven real lent deze maand. Allemaal De werkloze moeder haalt ag een hand door haar iters haar. Het bakstenen lel waar de vrouw en haar drie eren wonen, staat achter op jl erf van haar ouders. Een ier lamer zo groot als een ge- „Md Nederlands fietsenhok. :ti aapkamer iets krapper, id ar achter de kast in de twij- r slapen mama en de klein- wijst Estela. Hier, op de 1 voor de ladenkast slaapt n haar vader? Ze trekt een ht alsof de vragenstelster is. „Die heb ik niet." Maar kijk eens hoeveel kleren ze heeft. Eén kastenplank vol. Ook de rest van haar bezittingen komt te voorschijn. Een stenen engeltje met rozen in de armen en één lippenstift. Opvoedingstaken Het aantal alleenstaande moe ders in Brazilië is schrikbarend groot, vertelt Els Koop. Zwangere meisjes van dertien zijn geen uit zondering. „Daarom geven we ook seksuele voorlichting." Het is niet de enige opvoedingstaak die de comunidade overneemt van de ouders. Het project be taalt de tandarts, bestrijdt luizen en regelt de medische controles. Als de kinderen thuis toch weer wormen of andere narigheid op lopen, benaderen projectmede werkers ook de families met ad viezen. „Dat is soms heel lastig. Veel ouders weten niet eens dat ziektes worden veroorzaakt door bacteriën. Het ergste dat ons overkwam was een moeder die tot twee keer toe een hoofdpijn poeder strooide in de hoofd wond van haar zoontje. Dat was toch tegen hoofdpijn?" Het incident schetst waarom de Nederlandse ruim dertig jaar geleden besloot de arme families juist via de kinderen te benade ren. „Het is heel moeizaam om met deze gezinnen te werken. De ouders hebben geen enkele ba siskennis. En wat erger is: ze ver trouwen niemand meer. De re gering maakt zoveel beloftes. Maar kinderen hebben vertrou wen. Bovendien zijn ze zo ont zettend leergierig. Met genoeg stimulans, kunnen ze leren zich zelf én hun familie vooruit te helpen." Het werk vraagt echter veel ge duld en een karakter dat bestand is tegen teleurstellingen, laat de Nederlandse doorschemeren. Ze vertelt over een oud-leerling die zijn nieuwe regeringshuisje waarschijnlijk alweer moet verla ten. Vanwege de hoge zieken huiskosten voor zijn dochter is hij te ver achterop geraakt met afbetalen. En ze moppert op mensen die een gekregen tractor niet goed onderhielden en nu opnieuw om steun komen vra gen. „Vroeger werd ik nog de he mel ingeprezen. Nu hoor ik va ker: maar u bent hier toch ge woon om ons te helpen?" Nuéh- ter vervolgt ze: „Ach, als ik zulke gedachten heb ga ik gewoon een dagje vissen. Of ik blijf dicht in de buurt van de kinderen. Hun vrolijkheid werkt aanstekelijk." Schuld Tegenwerking van de overheid, zoals ten tijde van de militaire dictatuur tussen '64 en '84, hoeft Els Koop in elk geval niet meer te vrezen. Op 7 april van dit jaar werd ze onder grote publieke be langstelling uitgeroepen tot cida- da Linsense, ereburger van Lins. Antonio Folquito Verona, raads lid in Lins voor de partij van de arbeid, stelde voor haar de titel te geven. „Omdat Els al ruim dertig jaar het werk doet dat de overheid eigenlijk moet doen. De stad heeft een schuld bij haar." Dat die schuld met eer alleen niet is afgelost, beaamt hij. „Ze heeft geld nodig. Maar ik betwij fel of ze dat binnen korte tijd zal krijgen. Welke regering we ook hebben, de elite blijft hier feite lijk aan de macht. Die verzint tel kens een nieuwe reden om geen geld uit te geven aan sociale ze kerheid. Tegenwoordig heet het 'neoliberalisme'. De markt zal de problemen op den duur oplos sen. Ondertussen moeten de kerken en maatschappelijke or ganisaties de armen maar hel pen." Els Koop heeft haar hoop op steun van de staat in elk geval al lang opgegeven. „En het is niet gelukt het project economisch zelfstandig te maken. Daarvoor zijn de kosten voor scholing te hoog en onze verdiensten uit de boerderij en handarbeid te laag." Daarom onderhandelt ze inmiddels met een kerk uit de Verenigde Staten die mogelijkhe den ziet haar werk na haar pen sionering vqor te zetten. Voorlopig gaat de Hillegomse echter verder op de ingeslagen weg. Met zelden genoeg geld in kas om het einde van de maand te halen en de hoop gericht op 'iemand daarboven die de zaken toch een beetje voor ons regelt'. Mocht haar comunidade de prijs van de KRO en Festival Mundial op 31 mei winnen, dan is er in elk geval weer geld voor één jaar gang boeken en schriften. En kunnen Charles en Estela en 248 andere kinderen weer een jaartje naar school. LIEKE DE KWANT Estela (12) maakt op de 'comunidade' een schilderijtje voor moederdag (foto boven). Na het werk schept ze haar bord vol in de eetzaal, (foto onder). John Kraaijkamp sr. in 'Meneer Green' John Kraaijkamp sr. haalt overal volle zalen met het toneelstuk 'Op bezoek bij meneer Green', dat hij - ook het volgende seizoen - op de planken brengt met zijn jonge collega Dirk Zeelenberg. In het stuk is hij een vereenzaamde, eigenwijze orthodox-joodse New Yorker. „Dit is het moeilijkste stuk dat ik ooit gespeeld heb. Maar hier niet. Iedereen die hier trucjes gaat gebruiken, valt door de mand. ijn opkomst heeft de verfijnde m slordigheid van meer dan vijftig ^^L^^ijaar theaterervaring. John Kraaij kamp sr. draait bijna drentelend de deur van het Haarlemse restaurant door. Honkbal petje op, kijkend naar de muur met foto's van persoonlijkheden uit muziek- en thea terleven. Eerste woorden, zonder dat er nog een begroeting gevallen is: „Goh wat een be roemde artiesten hier aan de muur, ik ga me er een kleine jongen bij voelen." Echt? Niet echt? Je weet het nooit helemaal in een gesprek met 'de Oude Kraaij'. Hij heeft het allemaal op z'n repertoire: Mokum- se bonhomie, komische mopperkontigheid, momenten van verrassende eerlijkheid en die ongrijpbare ironie die maakt dat je voort durend denkt dat-ie de boel bedondert. Na de maaltijd zal hij zich opmaken om met zijn jonge collega Dirk Zeelenberg voor de zoveelste keer Op bezoek bij Meneer Green te spelen. Dat wil zeggen: eerst een dutje en dan de planken op voor een theatersucces zoals je nog maar zelden ziet. Overal volle zalen, en volgend seizoen draait het stuk ge woon door. Dirk Zeelenberg zit al aan tafel wanneer Kraaijkamp binnenkomt. „Leuk", begroet de restaurant-eigenaresse zijn komst: Kraaij kamp, half tegen haar, half tegen zijn tafelge noten: „Nee, ik ben geen leuke man. Mijn zoon Johnny, die is leuk. Een beetje cynisch misschien, maar wel leuk. Ik ben een moei lijke man, erg teruggetrokken, erg in mezelf." We praten over Meneer Green, het toneel stuk van Jeff Baron waarin Kraaijkamp een vereenzaamde, eigenwijze orthodox-joodse New Yorker speelt. Met Zeelenberg als een jonge, homoseksuele yup, die h$m bijna heeft aangereden en hem als vervangende straf in het huishouden moet helpen. Loven de kritieken allerwegen, met uitroeptekens voor Kraaijkamp. Een prachtig stuk voor een acteur. „Ja, als je eerlijk blijft", corrigeert Kraaij kamp. „Dit is het moeilijkste stuk dat ik ooit gespeeld heb. Moeilijker dan Koning Lear. Lear is een flanser, een uitslover, een zeikerd die niet in zijn dochters gelooft. Daar valt nog wel wat te smokkelen voor een acteur. Maar hier niet. Iedereen die hier trucjes gaat gebruiken, valt door de mand. Geen van ons tweeën heeft nu nog zin om te huichelen, om te koketteren. Ik kan koketteren op het toneel, ik kan het publiek belazeren. Dat is toneel nu eenmaal. Maar met dit stuk kan het absoluut niet. Wij hebben het helemaal uitgeplozen met z'n tweeën. Als twee koeke- bakkers aan de bankettafel. Als die jongen niet eerlijk zijn verhaal vertelt, over z'n ou ders die hem verstoten hebben? Ja, daéhag. Dan kan je 't schudden." Die jongen, Dirk Zeelenberg, wordt door Kraaijkamp expliciet bij het gesprek betrok ken. Niet dat het hoeft, want Zeelenberg is niet op z'n mond gevallen. „Nou, moetje die jongen ook wat laten zeggen", vadert de Kraaij, „anders zit ik weer steeds te kletsen." Zeelenberg werd door hem en producent Joop van den Ende destijds gekozen uit een auditie van 114 acteurs. „Dirk was de beste. Die jongen is bezeten van toneel, net als ik. We hebben er samen aan gewerkt en we zijn nog steeds aan het werk", vindt Kraaijkamp. Zeelenberg: „In de pauze zitten we vaak nog dingen uit te dokteren. Daar moeten we de toon veranderen. Dat kan beter. Na afloop hetzelfde. En ik vind het belangrijk om dat te zeggen: dat doen we echt met plezier. Met de Üefde voor het vak. En dat heb ik weinig ge had in de acht jaar dat ik toneel speel. Giste ren was het in Doetinchem echt een féést! Datzelfde gevoel had ik met Mary Dressel- huys, met wie ik in Harold en Maude heb ge staan." Er komen nog een honderdtal voorstellin gen aan voor Meneer Green, maar Zeelenberg zal ze na de zomer niet meer meemaken. De bedoeling is wel dat hij 'stand by' blijft voor het geval zijn opvolger in Meneer Green ziek wordt. „Die oliebol gaat twee films maken", zegt Kraaijkamp lichtelijk misprijzend. „Néé, ik zeg niks." Zeelenberg speelt in de zomer hoofdrollen in films van Eddy Terstall, met wie hij eerder samenwerkte in De boekverfil- ming. Voor het geld zal Zeelenberg het niet doen, meespelen in die bijna-geen-budget- producties van Terstall. Hij heeft meer pijlen op zijn boog. Samen met collega Erik Arens drijft hij het evenementenbureau Om de Ha verklap produkties ('Zet die naam alsjeblieft in de krant'). Het bureau organiseert zowel programma als catering voor grote feesten: „Binnenkort voor Amnesty, het hele feest programma." Het geeft hem de vrijheid om 'nee' te zeg gen. „Ik vind het een prima formule. Ik hoef nu niet voor het geld allerlei rolletjes in tele visie-series te spelen." Zeelenberg beklaagt collega-acteurs die dat wel moeten doen. John Kraaijkamp is wat milder. Stelt dat er ook goede series zijn en dat acteurs toch moeten verdienen „Ja, maar voor jou geldt dat niet. Jij bent een ster", gaat Zeelenberg er tegen in. Bostella Kraaijkamp lacht wat zuinig: „Ach, ik heb ook dingen puur voor het geld gedaan. Ik heb toch ook duizend keer met Rijk de Gooijer de Bostella moeten zingen. Rijk heeft er een buitenhuis aan over gehouden. Ik heb er alle gaten door kunnen dichten." Kraaijkamps verleden gaat even in flarden tussen de gerechten door over tafel. De Jor- daan. Zijn moeder: „Die kon zo zingen. De hele dag door. Een gezellig mens, alle arties ten kwamen langs, alleen voor haar." Zijn vader: „Die man kon prima redeneren." Zijn poging zich in Zuid-Afrika te vestigen: „In Noordhoek hadden we een prachtig huis. Een mooi land, maar niet om te wonen. Ze maken je er dood voor niks. Ik ben blij dat Mai Lun, mijn vrouw, ook terugkomt." In Nederland is dan eindelijk het besef doorgebroken dat John Kraaijkamp tot onze Grote Acteurs behoort. Dat was ooit anders. Kraaijkamp herinnert zich dat hij bij het RO- theater voor aanvang door de gordijnen naar de zaal keek en dan gezichten zag van: „Wat kan dat in hemelsnaam worden. Een komiek in een serieuze rol." Hij herinnert zich zijn rol (hij kreeg er de Louis d'Or voor) in Di- derots Jacques, de fatalist. „Diderot die kon schrijven. Prachtig zoals hij toneel en cabaret tegelijkertijd maakte. Dat is het allermooi ste." Dirk Zeelenberg valt hem bij: „Jij bent een succes. Ik maak me geen enkele illusie dat mensen voor mij naar Meneer Green komen. Jij hebt die lach aan je kont hangen, dat heb ik echt niet. Jij kan die honderdtachtig avon den blijven dragen. Dat is toch goud geld waard? Of niet?" BERTJANSMA 'Op bezoek bij meneer Green'. Toernee door het hele land, onder meer Theater De Veste, Delft (8 juni), Rotterdamse Schouwburg (11 en 12 juni), Goudse Schouwburg (13 juni) en de Leidse Schouwburg (15 juni). John Kraaijkamp sr. in 'Op bezoek bij meneer Green': „Ik kan koketteren op het toneel, ik kan het publiek belazeren. Dat is toneel nu eenmaal. Maar met dit stuk kan het absoluut niet." foto gpd pan sok Els Koop spendeert veel tijd aan het schrijven van brieven naar organisaties en particulieren in Nederland die haar project steunen met geld en goederen. foto's lieke de kwant

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 49