'Rouwverwerking begint met
woorden geven aan gevoel'
Gezondheid
Behandeling
Suikerpatiënten met
vernauwde vaten opereren
DNA geleidt elektriciteit
Moderne techniek leidt
niet tot meer afwijkingen
Genen: Het echte
werk begint pas
Mannen depressief door cholesteroltekort
IDAG 15 MEI 2000
REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER 023-5150261
eWet bijzondere opnemingen in Psychiatrische Zie-
•nhuizen (BOPZ), die de krankzinnigenwet van 1884
rving en in 1994 in werking trad, regelt enerzijds de
dwongen opnemingen van patiënten die door een
Ychiatrische stoornis een gevaar vormen en ander-
jcis de rechtspositie van die patiënten. Zolang de wet
staat is er kritiek op. De kritiek behelst vooral dat
ivchiatrische patiënten zonder ziekte-inzicht en ziek-
besef zich te gemakkelijk onttrekken aan behandeling
onrustig en verward op straat rondlopen. Ik heb
i-erigens niet de indruk dat de mensen die de wet
jerop bekritiseren echt begaan zijn met het lot van de-
patiënten, want als die op een andere manier wel
gevangen of geholpen kunnen worden, zoals in een
iciaal pension, vindt de burgerij het meestal ook niet
led.
de BOPZ wordt in tegenstelling tot de Krankzinni-
,nwet (KZ-wet) uitdrukkelijk aandacht besteed aan
;t fenomeen behandelen: met iedere gedwongen op-
inomen patiënt dient een behandelingsovereenkomst
worden afgesloten, Een behandelplan dat samen
et de patiënt is opgesteld, heeft daarin een centrale
aats. Soms zijn er intensieve onderhandelingen nodig
m een plan te maken waar beide partijen tevreden
verzijn. Het zal de psychiater zeker niet lukken met
e vrouw met de kraambedpsychose (over wie ik eer-
er schreef in de column 'Wilsbekwaamheid') behan-
eling overeen te komen, als hij niet bereid is uit te
ian van haar wens om een strategie te verzinnen om
igen de Duivel ten strijde te trekken. Hij komt er in ie-
er geval niet met de simpele mededeling dat zij aan
mi waan lijdt en anti-psychotische medicijnen moet
gebruiken. Dat weigert zij, want ze voelt zich im-
:rs niet ziek, maar een duivelin die een belangrijke
heeft. Maar als de vrouw vertelt dat zij bang is, dat
het niet alleen kan en zich bedreigd vóelt -waardoor
niet kan slapen- lukt het de psychiater misschien
ervan te overtuigen iets te gerom zich minder ner-
te voelen.
is niet de bedoeling de vrouw onder valse voor-
idselen de eerder genoemde anti-psychotische me-
itie voor te schrijven, maar haar bereidheid iets te
;en kan wel een stap in de goede richting zijn. Het
niet ondenkbeeldig dat de vrouw na een paar weken
dat de medicijnen die zij nu slikt niets geholpen
ebben en haar psychiater de kans krijgt uit te leggen
at het beter is wel een anti-psychoticum te proberen,
lapje voor stapje kan de psychiater er zo in slagen de
atiënte zo ver te krijgen in te stemmen met een plan
ai ook aansluit bij zijn professionele standaards.
)e psychiater heeft vastgesteld dat de vrouw met de
raambedpsychose niet voor haar belangen kan opko-
:n, een behandelplan kwam uiteindelijk niet van de
ii rond. Hij wil haar toch behandelen en zal van haar
uders vervangende toestemming moeten vragen en
rijgen. Twee zaken zijn hierbij van belang. Degene die
iatsvervangende toestemming geeft, dient te hande-
n in de geest van de persoon waarvoor hij optreedt,
evader van de vrouw met kraambedpsychose kan bij-
Al Joorbeeld niet toestemmen in het toedienen van ge-
eesmiddelen die zij altijd -toen ze dus wel wilsbe-
•waam was- weigerde te nemen. Bovendien kan de be-
alli andeling die zodoende met de psychiater is overeen-
ekomen niet worden toegepast, als de vrouw die wei-
;nï ert en er geen gevaar is. De BOPZ blijkt in de dagelijk-
praktijk een complexe wet, die de psychiater vaak
oor problemen in de interpretatie en de uitvoering
telt en voor de omstanders soms onbegrijpelijk uit
at, i.
Iet behandelplan van een gedwongen opgenomen pa-
ënt dient de therapeutische middelen te bevatten die
unnen worden toegepast om een zodanige verbete-
ngvan zijn ziektebeeld te bereiken dat het gevaar op
ond waarvan hij in een psychiatrische instelling moet
erblijven, wordt weggenomen. In de BOPZ wordt een
antal middelen genoemd: separatie, afzondering, fixa-
toedienen van medicatie en het toedienen van
ocht of voeding. Uiteraard kunnen ook andere thera-
leutische middelen, zoals psychotherapie in het plan
worden opgenomen, maar de ge
noemde vijf zijn bij uitstek bedoeld
om in de kliniek gevaarlijke toestan
den te bestrijden. Met welke maatre
gel is de vrouw met de kraambedpsy
chose het meest geholpen? En helpt
die maatregel ook als hij gedwongen
wordt toegepast?
WOUTER VAN EWIJK
ikerpatiënten met sterk
iei uwde kransslagaders is
fpass-operatie effectiever
otteren om latere sterfte
tn hartinfarct te voorko-
Dat blijkt uit een Ameri-
•Canadese studie. Het on-
ekwerd uitgevoerd bij in
- 3600 patiënten bij wie
^ere kransslagaders door
jrkalking waren ver-
li. d-Van hen leden er 640
ijH tn suikerziekte.
- ze 3600 patiënten werd óf
'ypass-operatie verricht
y nee de vernauwingen in
- nsvaten werden 'over-
5.' I ióf een dotterprocedure
oerd waarbij de vernau-
ndoor het opblazen van
illonnetje in het bloedvat
n weggedrukt. Na een pe
riode van vijf jaar werd op
nieuw naar de resultaten van
beide ingrepen gekeken, in zo
wel de groep suikerpatiënten
als in de totale groep patiënten.
Van de suikerpatiënten die met
een bypass waren geholpen,
bleek vijfjaar later 18 procent te
zijn overleden, tegen 25 pro
cent in de gedotterde groep. Dit
verschil was aanzienlijk groter
wanneer alleen naar die suiker
patiënten werd gekeken die na
de ingreep alsnog een hartaan
val hadden gehad. Van deze pa
tiënten bleek na vijf jaar in de
bypass-groep 17 procent te zijn
overleden, tegen 80 procent in
de groep van gedotterde pati
ënten.
HENK HELLEMA
Huub Buijssen schreef boek vanuit de praktijk:
Huub Buijssen (46) is psy-
chogerontoloog, een psycho
loog die zich vooral richt op de
ouder wordende mens. Van
hem is onlangs het boek 'Ver
stoorde rouw bij ouderen' ver
schenen. Daarin beschrijft hij
hoe normale rouw kan worden
onderscheiden van verstoorde,
welke ouderen bij de verliesver
werking een groter risico heb
ben om vast te lopen en welke
manieren er zijn om deze men
sen te begeleiden of te behan
delen.
Het boekje is bedoeld voor
hulpverleners, maar door de
heldere manier waarop de inge
wikkelde stof wordt behandeld,
met veel praktijkvoorbeelden
(onder meer uit de rubriek 'Li-
belle helpt'), is het ook goed
leesbaar voor bijvoorbeeld kin
deren van ouders die vastzitten
na het verlies van een dierbare.
„De psychogerontologie is een
specialisme binnen de psycho
logie, dat nog maar kort be
staat. Ik behoorde eind jaren
zeventig met twee anderen tot
de eerste lichting studenten in
deze richting in Europa", zeg
de auteur. „Waarom dit mijn
interesse had? Dat is een kwes
tie van afstrepen geweest: ik
kon veel niet en, ik durfde niet
alles. Bij ouderen dacht ik me
veiliger, gemakkelijker te voe
len. Ik vond het bovendien, on
danks mijn onzekerheid, leuk
iets nieuws te doen, te pionie
ren. En mijn vader kreeg Par
kinson. Ik dacht dat ik hem
wellicht zou kunnen helpen."
„Een op de vijf mensen die een
partner verliezen lukt het niet
er op eigen kracht en met steun
van de omgeving bovenop te
komen, weer te leren genieten
zonder schuldgevoel. Ik zag
laatst dat interview met Toon
Hermans, die het programma
liet stoppen toen zijn overleden
vrouw tóetje ter sprake kwam.
Het was voor hem bijna een
amputatie toen zij overleed."
Een aantal mensen krijgt door
het onverwerkte verlies een de-
Huub Buijssen: „Eén op de vijf mensen die een partner verliezen lukt
het niet er op eigen kracht en met steun van de omgeving bovenop te
komen." foto gpd frank jansen
pressie, of zit daar tegenaan. Ze
krijgen angststoornissen, fobiën
en ontwikkelen achterdocht.
„Maar ook lichamelijke klach
ten waarvoor geen medische
verklaring is, zoals oorsuizen,
druk op het hoofd en overmatig
zweten. Ze kunnen niet meer
ongedwongen genieten. Hun
leven, hun wereld is leeg ge
worden. En als ze naar de huis
arts gaan, presenteren ze daar
voornamelijk hun lichamelijke
klachten, niet hun geestelijke
problemen."
„Er is ook een nieuw psychia
trisch beeld, dat we 'gecompli
ceerde rouw' noemen. Bij die
mensen blijft de wereld draaien
om de overledene. Ze voelen
zich eenzaam, omdat ze wor
den gehinderd in hun normale
doen. Ze hebben geen depres
sie, want dan ben je zelf leeg,
voel je niets meer. Zij zijn vast
gelopen in de verliesverwer
king. Hun wereld is leeg, maar
ze voelen juist wel een intens
gemis en verlangen."
Chronische rouw is de meest
voorkomende vorm van ge
compliceerde rouw. Na een
Een stukje erfelijkheidsmateri
aal, DNA, geleidt elektrische
stroom op dezelfde wijze als
een halfgeleider. Dankzij die
ontdekking zijn microprocesso
ren (chips), die werken op bio
logisch materiaal en dus veel
kleiner èn sneller zijn dan de
huidige chips, een stuk dichter
bij gekomen. Maar er is nog
veel onderzoek nodig.
De halfgeleidereigenschappen
van DNA zijn door wetenschap
pers van de Technische Univer
siteit Delft (TUD) en de stich
ting Fundamenteel Onderzoek
der Materie (FOM), gevestigd in
Utrecht, in een gezamenlijk on
derzoeksproject aangetoond.
Men gebruikte een klein stukje
DNA, dat tussen twee elektro
den werd vastgemaakt. Een ui
terst precies werkje, want de
elektroden lagen slechts
0,000008 (acht miljoenste) mil
limeter uit elkaar. Het even gro
te stukje DNA werd daartussen
langs elektrostatische weg be
vestigd.
DNA (Desoxyribo Nucleic Acid)
bestaat uit strengen suikers en
fosfaten waaraan weer andere
organische verbindingen (zoge
heten nucleotidenbasen) vast
zitten. Van die basen zijn vier
typen bekend (cytosine, adeni
ne, thymine en guanine), die
paren van een bepaalde combi
natie vormen. Deze paren zijn
als het ware de traptreden
waarmee de spiraalvormig ge
wonden strengen suikers en
fosfaten met elkaar zijn verbon
den. Omdat wetenschappers de
beste resultaten van guanine
verwachtten, kozen ze daarvan
een 0,000008 millimeter groot
stukje uit, bestaande uit 30 nu-
cleotidenbasen-paren.
Toen men voorzichtig iets min
der dan 2 volt spanning op de
beide elektroden zette, mat
men geen stroom door het
stukje DNA. Maar toen men de
spanning opvoerde tot iets bo
ven 2 volt, ging de stroomsterk-
te sterk omhoog tot iets boven
één tienmiljoenste ampère. Dat
komt overeen met de passage
door het stukje DNA van ruw
weg een biljoen
(1.000.000.000.000) elektronen
per seconde. Onder de 2 volt
fungeert het DNA dus als een
isolator, daarboven geleidt het.
Dat zijn precies de eigenschap
pen van halfgeleiders, zoals sili
cium, waarvan de hedendaag
se, moderne chips worden ge
maakt.
Om er zeker van te zijn dat de
gemeten stroom inderdaad
door het DNA zou lopen, voer
den de onderzoekers nog een
aantal tests uit. Die wezen alle
maal op hetzelfde: de stroom
liep duidelijk door het frag
mentje DNA. Onduidelijk is
echter nog hoe het elektrische
transport in het DNA-materiaal
nu precies plaatsvindt. Vermoe
delijk ontstaat in de DNA-mole-
culen een soort geleidingsbrug,
net als bij een halfgeleider. Al
vorig jaar toonden Zwitserse
biochemici aan dat DNA zwak-
ICSI wel oorzaak vroeggeboorte
paar jaar is het leven van de na
bestaande nog steeds ontre
geld. Als voorbeeld geeft Buijs
sen een citaat van Eliette, de
weduwe van dirigent Herbert
von Karajan: 'Ik heb, zes jaar na
zijn dood, nog steeds moeite
mijn man via tv-opnamen of op
het Filmdoek te zien. Ik kan ook
niet naar de cd's luisteren die
hij heeft gemaakt. Ze roepen te
veel emoties op. Sinds zijn
dood voel ik Herbert elke dag
om me heen en spreek ik met
hem. Ik moet er niet aan den
ken kleren van hem weg te
gooien. Ik denk dat ik ze voor
altijd bewaar omdat ze een on
derdeel zijn van ons leven'.
Buijssen beschrijft zin z'n boek
een aantal therapiën. „Ze heb
ben gemeen dat ze hulp bieden
in een veilige situatie en dat ze
mensen laten doen waar ze
voor terugschrikken. Ze moeten
gedachten toelaten, emoties
oproepen. Aan de slag gaan
met wat ze willen vermijden.
Soms krijgen ze opdrachten om
bijvoorbeeld een briefte schrij
ven aan de overledene om alles
nog eens te zeggen en die daar
na te vernietigen."
Sommige therapiën worden
grotendeels geregisseerd door
de therapeut, terwijl andere het
initiatief aan de nabestaande
laten. Buijssen raadt hulpverle
ners die zelf net een verlies
hebben geleden aan pati_nten
door te verwijzen naar colle
ga's. Hij is nu bij de Willem
Arntzhoeve (Altrecht) in Den
Dolder projectleider transmu
ral zorg, maar hij hoopt over
een paar maanden zich weer
met de dagelijkse praktijk te
kunnen bezighouden. „Verlies
verwerking is woorden geven
aan je gevoelens", zegt Buijs
sen, waarmee hij in één zin zijn
boekje samenvat.
Huub Buijssen/A. Polspoel:
'Verstoorde rouw bij ouderen';
Uitgeverij Intro.
JACQUES GELUK
Afwijkingen bij baby's geboren
na toepassing van de moderne
voortplantingstechniek ICSI,
hebben in verreweg de meeste
gevallen te maken met een te
vroege geboorte of met een
meerlingzwangerschap, en
slechts zelden met de techniek
zelf. Dat blijkt uit Zweeds on
derzoek.
De onderzoekers gingen bij
ruim duizend baby's die via icsi
waren verwekt, na in hoeverre
er met hen iets mis was. ICSI
staat voor intracytoplasmati-
sche sperma-injectie, een tech
niek waarbij in het laboratori
um een zaadcel direct in de ei
cel wordt geïnjecteerd. De ver
dere procedure lijkt sterk op die
van in vitro fertilisatie (ivf) of
reageerbuisbevruchting.
De Zweedse icsi-baby's bleken
een bijna tweemaal zo grote
kans te hebben op afwijkingen
bij de geboorte, zoals een veel
te laag geboortegewicht, als
kinderen die op natuurlijk wijze
waren verwekt. Deze afwijkin
gen hadden vrijwel alle te ma
ken, met het feit dat de baby te
vroeg was geboren of dat de
vrouw in verwachting was van
een meerling. Slechts in enkele
gevallen ging het om een afwij
king die specifiek aan ICSI kon
worden toegeschreven. Dat was
het geval bij jongetjes met hy-
pospadie, een aangeboren af
wijking van de penis waarbij de
piasbuis niet aan de top, maar
aan de onderkant van de penis
uitmondt.
Vanaf de invoering van de tech
niek in 1992 zijn over de hele
wereld nu zeker zo'n 20.000 IC-
Sl-kinderen geboren. Afwijkin
gen bij kinderen na ICSI wer
den in 1998 door Australische
onderzoekers gerapporteerd.
Zij wezen op de toch betrekke
lijke 'ruwe' techniek en het feit
dat het zaad van (bijna) on
vruchtbare mannen dat voor ic
si wordt gebruikt, erfelijke af
wijkingen kan vertonen. In de
Australische onderzoeken ble
ken de kinderen een wat groter
risico op aangeboren afwijkin
gen te lopen en op de leeftijd
van 1 jaar een geringe geestelij
ke achterstand te hebben ver
geleken met op natuurlijke wij
ze verwekte leeftijdgenoten.
Onderzoekers van de Vrije Uni
versiteit in Brussel die met de
techniek de meeste ervaring
hebben, vonden echter niet
meer afwijkingen, ook niet twee
jaar na geboorte.
De Zweedse onderzoekers vin
den wel afwijkingen bij ICSI-
baby's, maar deze zijn slechts
in enkele gevallen het gevolg
van de techniek zelf. De door
hen gevonden afwijkingen zijn
dezelfde als, ook in Nederland,
bij kinderen na IVF worden ge
constateerd. Recent onderzoek
van de Utrechtse gynaecoloog
dr. J. Koudstaal, onder bijna
3000 ivf-zwangerschappen bij
zeven voortplantingsklinieken
in ons land, liet zien dat 30 pro
cent van de ivf-kinderen te
vroeg werd geboren, van wie
tien procent zó vroeg dat ze op
een intensive care afdeling
moesten worden opgenomen.
Bijna de helft van zeer-vroegge-
boren kinderen heeft volgens
onderzoek van prof. S.P. Ver-
loove-Vanhorick, hoogleraar
preventieve en curatieve ge
zondheidszorg voor kinderen
aan de Universiteit Leiden, ech
ter een of andere stoornis.
HENK HELLEMA
Een weergave van de manier waarop een stukje DNA tussen twee elektrodes wordt geplaatst die slechts
0,000008 millimeter uit elkaar liggen. foto tu delft
stroom kon geleiden, maar niet
dat het net zo reageert als een
halfgeleider doet. Dat maakt de
resultaten van het Nederlandse
onderzoek extra spectaculair.
Als het lukt om biologisch ma
teriaal, zoals DNA, te gebruiken
voor het vervaardigen van
chips, dan kunnen de (biologi
sche) circuits minstens 1000
maal kleiner gemaakt worden
dan die van de modernste chips
van nu. Maar voordat het zover
is, is nog veel onderzoek nodig.
BEN APELDOORN
Een toekomstscenario: enke
le dagen na de geboorte
krijgt het kind een hielprikje
en de bloeddruppel gaat
naar een laboratorium. Kort
daarop volgt de uitslag. Geen
paniek, junior zal op latere
leeftijd geen last hebben van
de ziekte van Alzheimer.
Met het ontrafelen van de
blauwdruk van de mens gaat
de wetenschap een nieuw
tijdperk in. De circa 100.000
genen vertellen precies hoe
de mens in elkaar steekt. Zij
tonen het erfelijk materiaal,
en dus ook of en welke erfe
lijke ziekte de persoon in
kwestie onder de leden
heeft.
Het genenonderzoek kan lei
den tot een revolutie in de
geneeskunde. Het moet in
de nabije toekomst mogelijk
zijn om te voorspellen of ie
mand op latere leeftijd kan
ker krijgt en om welke soort
het dan gaat. Dit laatste is
met name belangrijk omdat
zo al snel de juiste behande
ling kan worden gegeven.
Een ander scenario: een on
dernemer zoekt een secreta
resse. Een uitgeslapen type,
zorgvuldig, stressbestendig,
correct sprekend en natuur
lijk kerngezond. Het staat al
lemaal in de genen geschre
ven. „Alleen sollicitanten die
bereid zijn een genetische
test toe te staan, komen in
aanmerking."
Dr. Hans Scheffer van de af
deling medische genetica
van de Rijksuniversiteit Gro
ningen noemt het onderzoek
van het Amerikaanse Celera
Genomics een doorbraak,
maar voegt er direct aan toe
dat het echte werk nu pas
begint. „Nu zijn 99 procent
van de genen gelokaliseerd,
maar dat wil niet zeggen dat
er direct concrete toepassin
gen te vinden zijn. We weten
nu waar de genen zitten,
maar we weten nog lang niet
welke functie al die genen
hebben." Om dat uit te zoe
ken, is volgens Scheffer een
vrijwel nieuwe tak van de
wetenschap nodig.
Het kan dus nog even duren
voordat de geneeskunde
profiteert van het genetische
puzzelwerk. Scheffer: „Hoe
lang, weet ik niet. Maar van
een deel van de genen is al
wel duidelijk wat hun functie
is, dus wie weet kan het rela
tief snel gaan."
Scheffer acht het noodzake
lijk dat er een goede maat
schappelijke discussie komt
over het genenonderzoek.
Het gaat immers om kennis
vermeerdering, aldus Schef
fer, en dat kan gevolgen heb
ben. Bijvoorbeeld discrimi
natie bij het afsluiten van
verzekeringen. Het is zelfs
denkbaar de genenlijst als
een bestellijst voor het onge
boren kind te zien. U wenst
een groot/klein kind, blau
we/bruine ogen, begaafd-
hoogbegaafd?
Maar de genen verraden niet
alles over de mens, aldus
Scheffer. „Het zou mij zeer
verbazen als we straks nauw
keurig kunnen voorspellen
wanneer iemand bijvoor
beeld prostaatkanker krijgt.
Want de genen bepalen mis
schien wel veel, maar nog
lang niet alles. Ook de omge
ving, de opvoeding, de mi
lieuomstandigheden spelen
een grote rol.''
Zo valt volgens Scheffer
evenmin iemands karakter
geheel uit de genen te lezen.
Want bij de vorming van het
karakter spelen ook de op
voeding en alles wat iemand
in zijn leven mee- en door
maakt een grote rol.
Wat de ontrafeling van de
genen precies teweeg zal
brengen, blijft vooralsnog
onduidelijk. Maar weten
schappers zijn ervan over
tuigd dal het een revolutie is
en vergelijken het met de op
komst van de personal com
puter. Toen Apple in 1977 de
pc introduceerde, wist im
mers ook nog niemand dat
hij twintig jaar later zijn boe
ken via het beeldscherm bij
Amazon.com zou bestellen.
JAN-COR JACOBS*
Mannen van middelbare leeftijd met een
chronisch heel laag cholesterolgehalte in
het bloed zijn vaker depressief dan andere
mannen. Dat blijkt uit onderzoek dat is ge
daan door onderzoekers van de Universi
teit van Utrecht. Het onderzoek werd uitge
voerd onder ruim 700 mannen. Eerder
hadden die deelgenomen aan een inventa
risend onderzoek naar cholesterol in het
bloed onder ruim 30.000 mannen in Rot
terdam. Drie jaar later werd hen opnieuw
gevraagd hun serum-cholesterolspiegel te
laten bepalen.
Van deze ruim 700 mannen bleken er 130
een heel laag cholesterolgehalte te hebben,
gelijk aan of lager dan 4.5 mmol/1. Vergele
ken met eei)jeven grote groep mannen van
dezelfde leeftijd en sociaal-economische
achtergrond, bij wie het cholesterolgehalte
schommelde tussen de 6 en 7 mmol/1, ble
ken ze een vier tot zeven maal grotere kans
te hebben om een ernstige depressie te
krijgen. Geen van de onderzochte mannen
gebruikte cholesterolverlagende middelen
of andere medicijnen, of leden aan bepaal
de (chronische) ziekten die de resultaten
konden beïnvloeden.
De uitkomsten van de Utrechtse studie lij
ken in tegenspraak met die van eerder on
derzoek midden jaren negentig. Daaruit
kwam naar voren dat verlaging van het
cholesterolgehalte in het bloed met choles-
terolsynthese-remmers (statinen) niet tot
njeer geestelijk nood - zich uitend in zelf
moorden en geweldsdodingen - leidde, zo
als aanvankelijk wel was gesuggereerd en
waarover nogal wat deining was ontstaan.
„Het gaat hier echter om een andere groep
onderzochte mensen," verklaart prof. D.
Grobbee, hoogleraar klinische epidemiolo
gie in Utrecht, en een van de betrokken on
derzoekers. „Wij hebben onderzoek gedaan
bij mensen die van zichzelf, dus onbehan
deld, een heel laag cholesterolgehalte in
het bloed hebben. Bij hen blijkt er dus een
verband te bestaan tussen hun lage choles
terolspiegel en het optreden van een ernsti
ge depressie."
HENK HELLEMA