'Rouwverwerking begint met woorden geven aan gevoel' Gezondheid Behandeling Suikerpatiënten met vernauwde vaten opereren DNA geleidt elektriciteit Moderne techniek leidt niet tot meer afwijkingen Genen: Het echte werk begint pas Mannen depressief door cholesteroltekort IDAG 15 MEI 2000 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER 023-5150261 eWet bijzondere opnemingen in Psychiatrische Zie- •nhuizen (BOPZ), die de krankzinnigenwet van 1884 rving en in 1994 in werking trad, regelt enerzijds de dwongen opnemingen van patiënten die door een Ychiatrische stoornis een gevaar vormen en ander- jcis de rechtspositie van die patiënten. Zolang de wet staat is er kritiek op. De kritiek behelst vooral dat ivchiatrische patiënten zonder ziekte-inzicht en ziek- besef zich te gemakkelijk onttrekken aan behandeling onrustig en verward op straat rondlopen. Ik heb i-erigens niet de indruk dat de mensen die de wet jerop bekritiseren echt begaan zijn met het lot van de- patiënten, want als die op een andere manier wel gevangen of geholpen kunnen worden, zoals in een iciaal pension, vindt de burgerij het meestal ook niet led. de BOPZ wordt in tegenstelling tot de Krankzinni- ,nwet (KZ-wet) uitdrukkelijk aandacht besteed aan ;t fenomeen behandelen: met iedere gedwongen op- inomen patiënt dient een behandelingsovereenkomst worden afgesloten, Een behandelplan dat samen et de patiënt is opgesteld, heeft daarin een centrale aats. Soms zijn er intensieve onderhandelingen nodig m een plan te maken waar beide partijen tevreden verzijn. Het zal de psychiater zeker niet lukken met e vrouw met de kraambedpsychose (over wie ik eer- er schreef in de column 'Wilsbekwaamheid') behan- eling overeen te komen, als hij niet bereid is uit te ian van haar wens om een strategie te verzinnen om igen de Duivel ten strijde te trekken. Hij komt er in ie- er geval niet met de simpele mededeling dat zij aan mi waan lijdt en anti-psychotische medicijnen moet gebruiken. Dat weigert zij, want ze voelt zich im- :rs niet ziek, maar een duivelin die een belangrijke heeft. Maar als de vrouw vertelt dat zij bang is, dat het niet alleen kan en zich bedreigd vóelt -waardoor niet kan slapen- lukt het de psychiater misschien ervan te overtuigen iets te gerom zich minder ner- te voelen. is niet de bedoeling de vrouw onder valse voor- idselen de eerder genoemde anti-psychotische me- itie voor te schrijven, maar haar bereidheid iets te ;en kan wel een stap in de goede richting zijn. Het niet ondenkbeeldig dat de vrouw na een paar weken dat de medicijnen die zij nu slikt niets geholpen ebben en haar psychiater de kans krijgt uit te leggen at het beter is wel een anti-psychoticum te proberen, lapje voor stapje kan de psychiater er zo in slagen de atiënte zo ver te krijgen in te stemmen met een plan ai ook aansluit bij zijn professionele standaards. )e psychiater heeft vastgesteld dat de vrouw met de raambedpsychose niet voor haar belangen kan opko- :n, een behandelplan kwam uiteindelijk niet van de ii rond. Hij wil haar toch behandelen en zal van haar uders vervangende toestemming moeten vragen en rijgen. Twee zaken zijn hierbij van belang. Degene die iatsvervangende toestemming geeft, dient te hande- n in de geest van de persoon waarvoor hij optreedt, evader van de vrouw met kraambedpsychose kan bij- Al Joorbeeld niet toestemmen in het toedienen van ge- eesmiddelen die zij altijd -toen ze dus wel wilsbe- •waam was- weigerde te nemen. Bovendien kan de be- alli andeling die zodoende met de psychiater is overeen- ekomen niet worden toegepast, als de vrouw die wei- ;nï ert en er geen gevaar is. De BOPZ blijkt in de dagelijk- praktijk een complexe wet, die de psychiater vaak oor problemen in de interpretatie en de uitvoering telt en voor de omstanders soms onbegrijpelijk uit at, i. Iet behandelplan van een gedwongen opgenomen pa- ënt dient de therapeutische middelen te bevatten die unnen worden toegepast om een zodanige verbete- ngvan zijn ziektebeeld te bereiken dat het gevaar op ond waarvan hij in een psychiatrische instelling moet erblijven, wordt weggenomen. In de BOPZ wordt een antal middelen genoemd: separatie, afzondering, fixa- toedienen van medicatie en het toedienen van ocht of voeding. Uiteraard kunnen ook andere thera- leutische middelen, zoals psychotherapie in het plan worden opgenomen, maar de ge noemde vijf zijn bij uitstek bedoeld om in de kliniek gevaarlijke toestan den te bestrijden. Met welke maatre gel is de vrouw met de kraambedpsy chose het meest geholpen? En helpt die maatregel ook als hij gedwongen wordt toegepast? WOUTER VAN EWIJK ikerpatiënten met sterk iei uwde kransslagaders is fpass-operatie effectiever otteren om latere sterfte tn hartinfarct te voorko- Dat blijkt uit een Ameri- •Canadese studie. Het on- ekwerd uitgevoerd bij in - 3600 patiënten bij wie ^ere kransslagaders door jrkalking waren ver- li. d-Van hen leden er 640 ijH tn suikerziekte. - ze 3600 patiënten werd óf 'ypass-operatie verricht y nee de vernauwingen in - nsvaten werden 'over- 5.' I ióf een dotterprocedure oerd waarbij de vernau- ndoor het opblazen van illonnetje in het bloedvat n weggedrukt. Na een pe riode van vijf jaar werd op nieuw naar de resultaten van beide ingrepen gekeken, in zo wel de groep suikerpatiënten als in de totale groep patiënten. Van de suikerpatiënten die met een bypass waren geholpen, bleek vijfjaar later 18 procent te zijn overleden, tegen 25 pro cent in de gedotterde groep. Dit verschil was aanzienlijk groter wanneer alleen naar die suiker patiënten werd gekeken die na de ingreep alsnog een hartaan val hadden gehad. Van deze pa tiënten bleek na vijf jaar in de bypass-groep 17 procent te zijn overleden, tegen 80 procent in de groep van gedotterde pati ënten. HENK HELLEMA Huub Buijssen schreef boek vanuit de praktijk: Huub Buijssen (46) is psy- chogerontoloog, een psycho loog die zich vooral richt op de ouder wordende mens. Van hem is onlangs het boek 'Ver stoorde rouw bij ouderen' ver schenen. Daarin beschrijft hij hoe normale rouw kan worden onderscheiden van verstoorde, welke ouderen bij de verliesver werking een groter risico heb ben om vast te lopen en welke manieren er zijn om deze men sen te begeleiden of te behan delen. Het boekje is bedoeld voor hulpverleners, maar door de heldere manier waarop de inge wikkelde stof wordt behandeld, met veel praktijkvoorbeelden (onder meer uit de rubriek 'Li- belle helpt'), is het ook goed leesbaar voor bijvoorbeeld kin deren van ouders die vastzitten na het verlies van een dierbare. „De psychogerontologie is een specialisme binnen de psycho logie, dat nog maar kort be staat. Ik behoorde eind jaren zeventig met twee anderen tot de eerste lichting studenten in deze richting in Europa", zeg de auteur. „Waarom dit mijn interesse had? Dat is een kwes tie van afstrepen geweest: ik kon veel niet en, ik durfde niet alles. Bij ouderen dacht ik me veiliger, gemakkelijker te voe len. Ik vond het bovendien, on danks mijn onzekerheid, leuk iets nieuws te doen, te pionie ren. En mijn vader kreeg Par kinson. Ik dacht dat ik hem wellicht zou kunnen helpen." „Een op de vijf mensen die een partner verliezen lukt het niet er op eigen kracht en met steun van de omgeving bovenop te komen, weer te leren genieten zonder schuldgevoel. Ik zag laatst dat interview met Toon Hermans, die het programma liet stoppen toen zijn overleden vrouw tóetje ter sprake kwam. Het was voor hem bijna een amputatie toen zij overleed." Een aantal mensen krijgt door het onverwerkte verlies een de- Huub Buijssen: „Eén op de vijf mensen die een partner verliezen lukt het niet er op eigen kracht en met steun van de omgeving bovenop te komen." foto gpd frank jansen pressie, of zit daar tegenaan. Ze krijgen angststoornissen, fobiën en ontwikkelen achterdocht. „Maar ook lichamelijke klach ten waarvoor geen medische verklaring is, zoals oorsuizen, druk op het hoofd en overmatig zweten. Ze kunnen niet meer ongedwongen genieten. Hun leven, hun wereld is leeg ge worden. En als ze naar de huis arts gaan, presenteren ze daar voornamelijk hun lichamelijke klachten, niet hun geestelijke problemen." „Er is ook een nieuw psychia trisch beeld, dat we 'gecompli ceerde rouw' noemen. Bij die mensen blijft de wereld draaien om de overledene. Ze voelen zich eenzaam, omdat ze wor den gehinderd in hun normale doen. Ze hebben geen depres sie, want dan ben je zelf leeg, voel je niets meer. Zij zijn vast gelopen in de verliesverwer king. Hun wereld is leeg, maar ze voelen juist wel een intens gemis en verlangen." Chronische rouw is de meest voorkomende vorm van ge compliceerde rouw. Na een Een stukje erfelijkheidsmateri aal, DNA, geleidt elektrische stroom op dezelfde wijze als een halfgeleider. Dankzij die ontdekking zijn microprocesso ren (chips), die werken op bio logisch materiaal en dus veel kleiner èn sneller zijn dan de huidige chips, een stuk dichter bij gekomen. Maar er is nog veel onderzoek nodig. De halfgeleidereigenschappen van DNA zijn door wetenschap pers van de Technische Univer siteit Delft (TUD) en de stich ting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM), gevestigd in Utrecht, in een gezamenlijk on derzoeksproject aangetoond. Men gebruikte een klein stukje DNA, dat tussen twee elektro den werd vastgemaakt. Een ui terst precies werkje, want de elektroden lagen slechts 0,000008 (acht miljoenste) mil limeter uit elkaar. Het even gro te stukje DNA werd daartussen langs elektrostatische weg be vestigd. DNA (Desoxyribo Nucleic Acid) bestaat uit strengen suikers en fosfaten waaraan weer andere organische verbindingen (zoge heten nucleotidenbasen) vast zitten. Van die basen zijn vier typen bekend (cytosine, adeni ne, thymine en guanine), die paren van een bepaalde combi natie vormen. Deze paren zijn als het ware de traptreden waarmee de spiraalvormig ge wonden strengen suikers en fosfaten met elkaar zijn verbon den. Omdat wetenschappers de beste resultaten van guanine verwachtten, kozen ze daarvan een 0,000008 millimeter groot stukje uit, bestaande uit 30 nu- cleotidenbasen-paren. Toen men voorzichtig iets min der dan 2 volt spanning op de beide elektroden zette, mat men geen stroom door het stukje DNA. Maar toen men de spanning opvoerde tot iets bo ven 2 volt, ging de stroomsterk- te sterk omhoog tot iets boven één tienmiljoenste ampère. Dat komt overeen met de passage door het stukje DNA van ruw weg een biljoen (1.000.000.000.000) elektronen per seconde. Onder de 2 volt fungeert het DNA dus als een isolator, daarboven geleidt het. Dat zijn precies de eigenschap pen van halfgeleiders, zoals sili cium, waarvan de hedendaag se, moderne chips worden ge maakt. Om er zeker van te zijn dat de gemeten stroom inderdaad door het DNA zou lopen, voer den de onderzoekers nog een aantal tests uit. Die wezen alle maal op hetzelfde: de stroom liep duidelijk door het frag mentje DNA. Onduidelijk is echter nog hoe het elektrische transport in het DNA-materiaal nu precies plaatsvindt. Vermoe delijk ontstaat in de DNA-mole- culen een soort geleidingsbrug, net als bij een halfgeleider. Al vorig jaar toonden Zwitserse biochemici aan dat DNA zwak- ICSI wel oorzaak vroeggeboorte paar jaar is het leven van de na bestaande nog steeds ontre geld. Als voorbeeld geeft Buijs sen een citaat van Eliette, de weduwe van dirigent Herbert von Karajan: 'Ik heb, zes jaar na zijn dood, nog steeds moeite mijn man via tv-opnamen of op het Filmdoek te zien. Ik kan ook niet naar de cd's luisteren die hij heeft gemaakt. Ze roepen te veel emoties op. Sinds zijn dood voel ik Herbert elke dag om me heen en spreek ik met hem. Ik moet er niet aan den ken kleren van hem weg te gooien. Ik denk dat ik ze voor altijd bewaar omdat ze een on derdeel zijn van ons leven'. Buijssen beschrijft zin z'n boek een aantal therapiën. „Ze heb ben gemeen dat ze hulp bieden in een veilige situatie en dat ze mensen laten doen waar ze voor terugschrikken. Ze moeten gedachten toelaten, emoties oproepen. Aan de slag gaan met wat ze willen vermijden. Soms krijgen ze opdrachten om bijvoorbeeld een briefte schrij ven aan de overledene om alles nog eens te zeggen en die daar na te vernietigen." Sommige therapiën worden grotendeels geregisseerd door de therapeut, terwijl andere het initiatief aan de nabestaande laten. Buijssen raadt hulpverle ners die zelf net een verlies hebben geleden aan pati_nten door te verwijzen naar colle ga's. Hij is nu bij de Willem Arntzhoeve (Altrecht) in Den Dolder projectleider transmu ral zorg, maar hij hoopt over een paar maanden zich weer met de dagelijkse praktijk te kunnen bezighouden. „Verlies verwerking is woorden geven aan je gevoelens", zegt Buijs sen, waarmee hij in één zin zijn boekje samenvat. Huub Buijssen/A. Polspoel: 'Verstoorde rouw bij ouderen'; Uitgeverij Intro. JACQUES GELUK Afwijkingen bij baby's geboren na toepassing van de moderne voortplantingstechniek ICSI, hebben in verreweg de meeste gevallen te maken met een te vroege geboorte of met een meerlingzwangerschap, en slechts zelden met de techniek zelf. Dat blijkt uit Zweeds on derzoek. De onderzoekers gingen bij ruim duizend baby's die via icsi waren verwekt, na in hoeverre er met hen iets mis was. ICSI staat voor intracytoplasmati- sche sperma-injectie, een tech niek waarbij in het laboratori um een zaadcel direct in de ei cel wordt geïnjecteerd. De ver dere procedure lijkt sterk op die van in vitro fertilisatie (ivf) of reageerbuisbevruchting. De Zweedse icsi-baby's bleken een bijna tweemaal zo grote kans te hebben op afwijkingen bij de geboorte, zoals een veel te laag geboortegewicht, als kinderen die op natuurlijk wijze waren verwekt. Deze afwijkin gen hadden vrijwel alle te ma ken, met het feit dat de baby te vroeg was geboren of dat de vrouw in verwachting was van een meerling. Slechts in enkele gevallen ging het om een afwij king die specifiek aan ICSI kon worden toegeschreven. Dat was het geval bij jongetjes met hy- pospadie, een aangeboren af wijking van de penis waarbij de piasbuis niet aan de top, maar aan de onderkant van de penis uitmondt. Vanaf de invoering van de tech niek in 1992 zijn over de hele wereld nu zeker zo'n 20.000 IC- Sl-kinderen geboren. Afwijkin gen bij kinderen na ICSI wer den in 1998 door Australische onderzoekers gerapporteerd. Zij wezen op de toch betrekke lijke 'ruwe' techniek en het feit dat het zaad van (bijna) on vruchtbare mannen dat voor ic si wordt gebruikt, erfelijke af wijkingen kan vertonen. In de Australische onderzoeken ble ken de kinderen een wat groter risico op aangeboren afwijkin gen te lopen en op de leeftijd van 1 jaar een geringe geestelij ke achterstand te hebben ver geleken met op natuurlijke wij ze verwekte leeftijdgenoten. Onderzoekers van de Vrije Uni versiteit in Brussel die met de techniek de meeste ervaring hebben, vonden echter niet meer afwijkingen, ook niet twee jaar na geboorte. De Zweedse onderzoekers vin den wel afwijkingen bij ICSI- baby's, maar deze zijn slechts in enkele gevallen het gevolg van de techniek zelf. De door hen gevonden afwijkingen zijn dezelfde als, ook in Nederland, bij kinderen na IVF worden ge constateerd. Recent onderzoek van de Utrechtse gynaecoloog dr. J. Koudstaal, onder bijna 3000 ivf-zwangerschappen bij zeven voortplantingsklinieken in ons land, liet zien dat 30 pro cent van de ivf-kinderen te vroeg werd geboren, van wie tien procent zó vroeg dat ze op een intensive care afdeling moesten worden opgenomen. Bijna de helft van zeer-vroegge- boren kinderen heeft volgens onderzoek van prof. S.P. Ver- loove-Vanhorick, hoogleraar preventieve en curatieve ge zondheidszorg voor kinderen aan de Universiteit Leiden, ech ter een of andere stoornis. HENK HELLEMA Een weergave van de manier waarop een stukje DNA tussen twee elektrodes wordt geplaatst die slechts 0,000008 millimeter uit elkaar liggen. foto tu delft stroom kon geleiden, maar niet dat het net zo reageert als een halfgeleider doet. Dat maakt de resultaten van het Nederlandse onderzoek extra spectaculair. Als het lukt om biologisch ma teriaal, zoals DNA, te gebruiken voor het vervaardigen van chips, dan kunnen de (biologi sche) circuits minstens 1000 maal kleiner gemaakt worden dan die van de modernste chips van nu. Maar voordat het zover is, is nog veel onderzoek nodig. BEN APELDOORN Een toekomstscenario: enke le dagen na de geboorte krijgt het kind een hielprikje en de bloeddruppel gaat naar een laboratorium. Kort daarop volgt de uitslag. Geen paniek, junior zal op latere leeftijd geen last hebben van de ziekte van Alzheimer. Met het ontrafelen van de blauwdruk van de mens gaat de wetenschap een nieuw tijdperk in. De circa 100.000 genen vertellen precies hoe de mens in elkaar steekt. Zij tonen het erfelijk materiaal, en dus ook of en welke erfe lijke ziekte de persoon in kwestie onder de leden heeft. Het genenonderzoek kan lei den tot een revolutie in de geneeskunde. Het moet in de nabije toekomst mogelijk zijn om te voorspellen of ie mand op latere leeftijd kan ker krijgt en om welke soort het dan gaat. Dit laatste is met name belangrijk omdat zo al snel de juiste behande ling kan worden gegeven. Een ander scenario: een on dernemer zoekt een secreta resse. Een uitgeslapen type, zorgvuldig, stressbestendig, correct sprekend en natuur lijk kerngezond. Het staat al lemaal in de genen geschre ven. „Alleen sollicitanten die bereid zijn een genetische test toe te staan, komen in aanmerking." Dr. Hans Scheffer van de af deling medische genetica van de Rijksuniversiteit Gro ningen noemt het onderzoek van het Amerikaanse Celera Genomics een doorbraak, maar voegt er direct aan toe dat het echte werk nu pas begint. „Nu zijn 99 procent van de genen gelokaliseerd, maar dat wil niet zeggen dat er direct concrete toepassin gen te vinden zijn. We weten nu waar de genen zitten, maar we weten nog lang niet welke functie al die genen hebben." Om dat uit te zoe ken, is volgens Scheffer een vrijwel nieuwe tak van de wetenschap nodig. Het kan dus nog even duren voordat de geneeskunde profiteert van het genetische puzzelwerk. Scheffer: „Hoe lang, weet ik niet. Maar van een deel van de genen is al wel duidelijk wat hun functie is, dus wie weet kan het rela tief snel gaan." Scheffer acht het noodzake lijk dat er een goede maat schappelijke discussie komt over het genenonderzoek. Het gaat immers om kennis vermeerdering, aldus Schef fer, en dat kan gevolgen heb ben. Bijvoorbeeld discrimi natie bij het afsluiten van verzekeringen. Het is zelfs denkbaar de genenlijst als een bestellijst voor het onge boren kind te zien. U wenst een groot/klein kind, blau we/bruine ogen, begaafd- hoogbegaafd? Maar de genen verraden niet alles over de mens, aldus Scheffer. „Het zou mij zeer verbazen als we straks nauw keurig kunnen voorspellen wanneer iemand bijvoor beeld prostaatkanker krijgt. Want de genen bepalen mis schien wel veel, maar nog lang niet alles. Ook de omge ving, de opvoeding, de mi lieuomstandigheden spelen een grote rol.'' Zo valt volgens Scheffer evenmin iemands karakter geheel uit de genen te lezen. Want bij de vorming van het karakter spelen ook de op voeding en alles wat iemand in zijn leven mee- en door maakt een grote rol. Wat de ontrafeling van de genen precies teweeg zal brengen, blijft vooralsnog onduidelijk. Maar weten schappers zijn ervan over tuigd dal het een revolutie is en vergelijken het met de op komst van de personal com puter. Toen Apple in 1977 de pc introduceerde, wist im mers ook nog niemand dat hij twintig jaar later zijn boe ken via het beeldscherm bij Amazon.com zou bestellen. JAN-COR JACOBS* Mannen van middelbare leeftijd met een chronisch heel laag cholesterolgehalte in het bloed zijn vaker depressief dan andere mannen. Dat blijkt uit onderzoek dat is ge daan door onderzoekers van de Universi teit van Utrecht. Het onderzoek werd uitge voerd onder ruim 700 mannen. Eerder hadden die deelgenomen aan een inventa risend onderzoek naar cholesterol in het bloed onder ruim 30.000 mannen in Rot terdam. Drie jaar later werd hen opnieuw gevraagd hun serum-cholesterolspiegel te laten bepalen. Van deze ruim 700 mannen bleken er 130 een heel laag cholesterolgehalte te hebben, gelijk aan of lager dan 4.5 mmol/1. Vergele ken met eei)jeven grote groep mannen van dezelfde leeftijd en sociaal-economische achtergrond, bij wie het cholesterolgehalte schommelde tussen de 6 en 7 mmol/1, ble ken ze een vier tot zeven maal grotere kans te hebben om een ernstige depressie te krijgen. Geen van de onderzochte mannen gebruikte cholesterolverlagende middelen of andere medicijnen, of leden aan bepaal de (chronische) ziekten die de resultaten konden beïnvloeden. De uitkomsten van de Utrechtse studie lij ken in tegenspraak met die van eerder on derzoek midden jaren negentig. Daaruit kwam naar voren dat verlaging van het cholesterolgehalte in het bloed met choles- terolsynthese-remmers (statinen) niet tot njeer geestelijk nood - zich uitend in zelf moorden en geweldsdodingen - leidde, zo als aanvankelijk wel was gesuggereerd en waarover nogal wat deining was ontstaan. „Het gaat hier echter om een andere groep onderzochte mensen," verklaart prof. D. Grobbee, hoogleraar klinische epidemiolo gie in Utrecht, en een van de betrokken on derzoekers. „Wij hebben onderzoek gedaan bij mensen die van zichzelf, dus onbehan deld, een heel laag cholesterolgehalte in het bloed hebben. Bij hen blijkt er dus een verband te bestaan tussen hun lage choles terolspiegel en het optreden van een ernsti ge depressie." HENK HELLEMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 33