Van Rij zag zijn vertrouwen opdrogen
De verlegen onderkoning die te lang bleef
Stroperig college
werd Vos te veel
geroken, is er geen houden meer m
Als de haaien bloed hebben
Leiden
VRIJDAG 12 MEI 2000
liep met grote stappen door het
overleg heen. Hij beargumenteerde
alles zo dat hij steeds in zijn gelijk
stond, terwijl het allemaal flinterdun
is. En hij deed ook alles. Hij was
voorzitter van de vervoersregio, lo
co-burgemeester, wethouder ver
keerszaken... Zo ongeveer elke brief
die we kregen, daar stond zijn naam
onder. Daar zijn we nu gelukkig van
af."
Cees Waal, onder meer oud-PvdA-
wethouder en columnist: „Dat
Tjeerd aftreedt, is wel conform mijn
verwachting. Zoals ik eerder al
schreef in een column: na tien jaar is
je goodwill op. In een overigens heel
waardig interview op tv verwoordde
hij het zelf als: je vertrouwen raakt
op. Dus echt verrassend is het niet.
Maar ik vind het goed dat hij is ge
gaan op een moment dat hij de eer
nog aan zichzelf kon houden. Wat
me wel opviel, waren de overeen
komsten met het vertrek van Arie de
Jong in de Ceteco-affaire en het op
stappen van Berry Vos. Beiden net
aangetreden bestuurders met een
explosieve portefeuille. De overeen
komsten waren pijnlijk helder. Ik
denk dat de Leidse gemeenteraad
met het vertrek van Tjeerd een tijd
perk afsluit, waarbij de raad ook
maar eens goed moet nadenken over
zijn eigen rol. De raadsleden hebben
veel te weinig weerwerk geboden.
Veel van wat er nu is gebeurd, is vol
gens mij een afrekening van oude
frustraties. Een sterke werhouder is
erbij gebaat dat hij sterk tegenspel
De raadsleden Hillebrand (PvdA), Sloos (onafhankelijk) en Van den Bosch
(GroenLinks) kijken beteuterd toe wanneer het vertrek van Van Rij en Vos wordt
bekendgemaakt.
krijgt. Nu kwam het weerwerk tegen
Van Rij vooral uit de samenleving.
Waarbij ik overigens wel wil aante
kenen dat hij de afgelopen tien jaar
veel heeft betekend voor de stad."
Ton Kohlbeck, oud-wethouder
Oegstgeest: „Leiden verliest een van
de laatste grote bestuurders. Van Rij
was iemand die een samenhangend
beleid kon bedenken én vormgeven.
Er is de afgelopen tijd veel te weinig
afgewogen wat hij de afgelopen ja-
foto hielco kuipers
ren heeft gedaan, veel te eenzijdig is
gekeken naar die kwestie met het
stadhuis - wat gewoon een ingewik
kelde logistieke operatie is. Ik heb de
laatste tijd niemand gehoord over de
goede dingen die hij heeft gedaan:
de saneringsoperatie in het Stations
gebied en bijvoorbeeld de manier
waarop hij het Leids gemeentebe
stuur vorm en inhoud heeft gegeven.
Maar ja, als de haaien eenmaal
bloed hebben geroken, js er geen
an
houden meer aan. De pa ?rla
hem wegsturen, zijn bui: ko
kortzichtig. Net als bij B< W
destijds, van wie men ni Dor
stellen dat het beleid na pk
er niet consistenter op is e,"
Tjeerd is tot op zekere hi ar
slachtoffer van zijn verkf ok
Hij lijkt hard, maar het is ir e
liefste mannen die ik kei Ru
hem missen." ikei
Lau van Vliet, beroepsk i r
woonwagencentrum: „I par
aan het Trekvaartplein i e
rouwig zijn om zijn verti ng(
deel. Ze vinden Van Rij kke
thieke bestuurder, zekei jen<
leken met zijn voorgangi c!
la Mar. Hij toonde toch: ten'
betrokkenheid cn had zi ure
tieve kijk op de woonwa rijft
ners. Zijn uitspraken ine sch
waarin hij zei dat woonv de
ners in een eigen wereld lest
eigen wetten, heeft hierl cli
gezet. Hij heeft trouwens iet
juiste mensen op het wo nje
kamp gezet. Na de sloop ing
de woonwagens hier, he use
woners besloten dat ze i toe
die daarvoor verantwooi t ei
niet meer praten. Ook ni ag
dus. Van Rij was een stet r
pen bestuurder, maar hi)I
gaan met die sloop. Wat ha
is het goed dat er nu een ree.
wethouder komt. Misscf rd<
we met hem wel zaken d hts
s
WIM WEGMAN del
'Ik kom bij veel mensen als redelijk hard over, maar ik ben de afgelopen tijd juist veel te zacht geweest'
Lang voordat de herhuisvestingsaffaire
echt een kwestie was, had Tjeerd van Rij
al het gevoel dat hij het vertrouwen van
de raad aan het verliezen was. „Kleine
signalen waren het, maar wel heldere
signalen. Zoals met het toekomstplan
van BVR, waarbij de raad besloot een
heel andere koers te varen dan het colle
ge. (Het college had het bureau al een
vervolgopdracht gegeven, terwijl de ge
meenteraad daarna het eerste plan als
onvoldoende afschoot, red.). Zo waren
er meer dingen. Het vertrouwen was
langzamerhand opgeraakt."
Van Rij vierde op 1 mei zijn 10-jarig
jubileum als wethouder, terwijl hij ei
genlijk vindt dat een wethouder niet lan
ger dan twee termijnen moet dienen.
„Daarom ben ik met enige schroom aan
deze termijn begonnen en heb ik van te
voren gezegd dat ik halverwege mis
schien zou stoppen. Nou, die halve ter
mijn heb ik in elk geval volgemaakt. Dat
is gelukt, zal ik maar zeggen. Maar in
derdaad, ik had mijn afscheid wel wat
anders voorgesteld. Ik zou het leuker
hebben gevonden op een door mijzelf
gekozen moment te gaan en dan iets te
hebben afgerond in positieve zin. Nu
vertrek ik toch na een mislukking, dat
vind ik wel."
Wat hij zich nog wel het meest aan
trekt is dat hij een gemeentelijke organi
satie achterlaat die, in zijn woorden 'op
sommige punten bijzonder zwakke
plekken vertoont'. „Je kunt wel zeggen:
dat is mijn portefeuille niet, ik ben niet
verantwoordelijk voor personeel en or
ganisatie. Maar ik vind dat ik mezelf dat
wel degelijk moet aanrekenen. Als je tien
jaar in een college zit, moet je zorgen
dat het beter wordt. Daar is het een col
legiaal bestuur voor. Natuurlijk heeft het
college er veel aan gedaan om het te ver
beteren, maar het is kennelijk toch on
voldoende geweest."
Waarom hij in zijn eigen portefeuille
met overschrijdingen werd geconfron
teerd en die bovendien nog laat aan de
raad doorgaf, kan Van Rij achteraf wel
verklaren: „Ik kom bij veel mensen als
redelijk hard over, terwijl ik vind dat ik
de afgelopen tijd juist veel te zacht ben
geweest. Er zijn geregeld afspraken niet
nagekomen of stukken waren niet op
tijd klaar, waardoor ik het beter achtte
toch maar niet naar de raad te gaan. Ik
ben wat dat betreft, denk ik, collegialer
geweest dan sommige van de collega's
die de mond vol hebben van collegiaal
bestuur."
Van Rij is kritisch over de manier
waarop zijn nu eveneens afgetreden col
lega Vos de herhuisvestingsaffaire heeft
behandeld. „Ik vind het onbegrijpelijk
dat hij op een gegeven moment een heel
pakket stukken naar de pers heeft ge
stuurd zonder enige toelichting of wat
dan ook. Zoiets moet je uitleggen en be
geleiden. Daardoor kreeg je nu van die
absurde verhalen waarin appels met pe
ren werden vergeleken, die vervolgens
overal weer terugkwamen. Ook die
beeldvorming heeft hij vervolgens on
voldoende aangepakt. Daarom ben ik
blij dat ik nu weer vrij ben om over die
informatie te praten. Nu kan ik straks in
de raad weer mijn verhaal vertellen."
Theo van der Lans, voorzitter van
de Woningbouwvereniging Leiden:
„Is Tjeerd van Rij weg? Echt waar?
Nou, dat betreur ik echt heel erg. Ik
mocht hem als mens heel graag, hij
had het hart op de juiste plek en ik
kon heel plezierig met hem werken.
En als het om de woningbouwver
eniging ging, vonden we bij hem al
tijd een gewillig oor. Natuurlijk, hij
was zelf ooit voorzitter geweest van
de WBL. We hadden dus een streep
je voor, maar daar ging hij verder
goed mee om hoor. Nee, ik vind het
heel jammer. Ik heb tien jaar met
hem samengewerkt en je wist goed
wat je aan hem had. Ik hoopte dat
hij het politiek nog zou overleven, hij
heeft namelijk wel voor hetere vuren
gestaan.
Henk van der Nagel, wethouder te
Valkenburg en tegenstander van
bebouwing van het Marinevlieg
kamp: „Het vertrek van Tjeerd van
Rij is een verlies voor Leiden. Per
soonlijk heb ik nooit moeite gehad
met hem. Je weet dat hij voor zijn
stad knokt. En ik knok voor Valken
burg. Je weet dat je tegengestelde
belangen hebt, maar daar heb ik za
kelijk steeds goed met hem over
kunnen praten. Ik vind het jammer
dat hij op deze manier vertrekt. Of
iemand hier in het dorp nu de vlag
uitsteekt? Nee, waarom? Hij liep wel
eens door de porceleinkast hier,
maar wat hij wil heeft hij natuurlijk
niet allemaal alleen verzonnen. Dat
gebeurt in overleg met de gemeente
raad. Zijn opvolger zal straks weer
Tjeerd van Rij tijdens de persconferentie waarop hij zijn aftreden bekendmaakt.
„Ik zou het leuker hebben gevonden op een door mijzelf gekozen moment te
gaan." foto hielco kuipers
precies hetzelfde beleid uitvoeren.
Met Tjeerd kon je best praten. Ik zei
hem wel eens dat hij te veel met zijn
rug naar Valkenburg stond. Dan was
hij niet te beroerd om de volgende
keer op de fiets naar ons dorp te ko
men."
Sander Spijker, secretaris van de
wijkvereniging Coebel: „Jammer
dat hij weggaat. Dat klinkt misschien
raar uit mijn mond, maar nu zitten
we zonder tegenstander straks tij
dens onze rechtzaak tegen de bus
door de Coebel. Het is spijtig dat we
hem voor de rechter niet over zijn
daden kunnen aanspreken. Van Rij
heeft hier in de buurt natuurlijk heel
wat losgemaakt met die buslijn. En
het was hij,' en hij alleen, die het
heeft doorgedrukt. We waren in ge
sprek met de andere wethouders,
met ambtenaren en dat liep allemaal
best aardig. Totdat hij in een paar
weken tijd die bus erdoor drukte. Hij
„Het lijkt me niet niet verstan
dig om langer dan acht jaar
wethouder te blijven", zegt de
prille wethouder Tjeerd van Rij
in de zomer van 1991 in een in
terview in het blad Stadswerk.
Een half jaar later verbaast hij
zich in een interview in het
Leidsch Dagblad over de spen-
deerdrift van de Leidse ge
meenteraad. „Het had van mij
allemaal wel minder gemogen.
Ik ben nogal zuinig van aard en
houd van een solide investe
ring."
Opmerkelijk genoeg struikelt
Van Rij, kort nadat hij tien jaar
wethouder is, over de uit de
hand gelopen uitgaven voor het
stadhuis. De perfectionist Van
Rij, de man die volgens een van
zijn voormalige topambtenaren
in zijn vrije tijd zelf de aanvra
gen voor dakkapellen naloopt,
is de regie over een groot pro
ject grotendeels kwijtgeraakt.
De diepere achtergrond voor
zijn vertrek is echter niet de
overschrijdingen bij herhuis
vesting, maar zijn gebrekkige
informatie aan de raad. Van Rij
houdt de oplopende miljoe
nentekorten maandenlang voor
zich, zonder de gemeenteraad
in te lichten. En dat is, zeker de
laatste jaren, wél typisch Van
Rij. Uitgegroeid tot de machtig
ste politicus van Leiden, lijkt hij
zich langzamerhand op een an
der niveau te bewegen en kost
het hem steeds meer moeite de
gemeenteraad er volledig bij te
betrekken.
Tjeerd van Rij, geboren en geto
gen Leidenaar, inspecteur bij
de belastingen, komt in mei
1989 in de raad en wordt in mei
1990 wethouder. Al snel na het
vertrek van Paul Bordewijk en
Henriette van Dongen krijgt hij
het loco-burgemeesterschap in
de school geworpen. Van Rij,
naar eigen zeggen een verlegen
man en een aarzelaar, is opeens
'onderkoning van Leiden'.
Aan de buitenwereld gaat zijn
verlegenheid voorbij, maar ook
dat begrijpt Van Rij wel. „Mis
schien heb ik wel minder zelf
vertrouwen dan de mensen
denken. En vanuit die onzeker
heid kom ik dan misschien ar
rogant over", zo zegt hij vorig
jaar in een opvallend ontspan
nen interview met deze krant.
Hij is inmiddels langer aange
bleven dan hij zelf ooit verstan
dig heeft gevonden. Met enige
tegenzin weliswaar, want hij
sloot eerder niet uit dat hij hal
verwege de rit zou vertrekken.
Maar in datzelfde interview vo-
Van Rij, in 1990 poserend op de trap van het stadhuis. Nu zegt hij: „Misschien heb ik wel minder zelfver
trouwen dan de mensen denken. En vanuit die onzekerheid kom ik dan misschien arrogant over."
archieffoto loek zuyderduin
rig jaar komt hij daar alweer
een beetje op terug. Hij voelt
zich beter in zijn vel zitten.
Op dat moment is de tijdbom -
de gemeentelijke herhuisves
ting - die hij bij de nieuwe
WD-wethouder Berry Vos heeft
achtergelaten, al vervaarlijk
gaan tikken.
Tjeerd van Rij maakt, eigenlijk
al vanaf het prille begin van zijn
wethouderscarrière, in hoog
tempo vijanden. Dat komt door
zijn portefeuilles. Met de voor
de stad belangrijke onderwer
pen volkshuisvesting en later
ruimtelijke ordening hebben
wethouders zich bij de bevol
king nooit geliefd weten te ma
ken. Van Rij evenmin, maar dat
komt ook door zijn houding.
Hij heeft de neiging mensen te
verpletteren met zijn enorme
dossierkennis. Tegelijkertijd
weet hij zich, als hij in het nauw
is gebracht, in elk geval verbaal
vaak op een heel behendige
manier uit de nesten te werken.
De PvdA-voorman wil nooit
een nederlaag toegeven, en ei
genlijk ook nooit echt een fout.
Hij verdient hooguit niet altijd
de schoonheidsprijs.
Talrijk zijn de kleinere en grote
re ruzies waarvan hij het mid
delpunt is, zoals het gehakketak
met de Coebel om de buslijn
door de wijk, het verwijderen
van illegale bouwsels op het
woonwagenkamp aan het Trek
vaartplein en de perikelen rond
het Koninklijk Militair Invali
denhuis. Tegelijkertijd strijdt hij
fel en onvermoeibaar voor de
zaken die hij belangrijk acht,
waarbij hij zich zelden uit het
veld laat slaan. Zijn hele politie
ke loopbaan knokt hij voor de
bebouwing van het Marine
vliegkamp Valkenburg, waarbij
hij lange tijd tegen een bijna
overweldigende overmacht van
marine en vorstenhuis moet
opboksen. Uiteindelijk lukt het
hem om, met hardnekkig en ge
duldig lobbywerk de Tweede
Kamer te overtuigen van de
Leidse plannen. Zijn gedreven
heid daarbij komt voort uit het
besef dat Leiden uit zijn voegen
knapt en dat er in de stad een
schrijnend tekort is aan kwali
tatief goede woningen. Waarbij
hij overigens, in de ogen van de
regio, de verpersoonlijking
wordt van de Leidse annexatie
drift.
Juist in dit soort kwesties komt
Van Rij steeds beter uit de verf.
Zoals met de baggerstort in de
Oostvlietpolder, die hij uitein
delijk samen met de provincie,
minister Pronk en de Tweede
Kamer behendig uit het be
stemmingsplan voor de polder
werkt, na deze overigens met
tegenzin eerst te hebben toege
staan. Tegelijkertijd lopen op
lokaal niveau steeds meer za
ken mis. De herhuisvesting is
het grootste struikelblok. Maar
ook op tal van andere dossiers
is de onderkoning van Leiden
dan al hevig aan het afbladde
ren.
WIM WEGMAN
Niet meer dan zeven maanden
was Berry Vos wethouder. Toch
verliet hij afgelopen maandag
overspannen en diep teleurge
steld het stadhuis. Daarbij
speelde aanzienlijk meer mee
dan alleen zijn rol in de stad
huiskwestie. Sterker nog: „Het
gaat mij niet om het huisves
tingsdossier", laat de WD'er
weten. Hij is vooral gefrustreerd
over de stroperige besluitvor
ming rond de verandering van
de gemeentelijke organisatie.
„Er zit ongetwijfeld iets fout bij
mij dat ik daar zo zwaar mee
zit. Maai- ik heb vanaf de eerste
maand dat ik hier zat, aangege
ven hoe belangrijk ik dit vind.
Mag ik er dan mee zitten?"
Vos kwam vorig jaar oktober
samen met partijgenoot Mela-
nie Schultz in het college. Eco
noom Vos had zich tot die tijd
in de politiek vooral bezig ge
houden met geld: hij zat in de
commissies financiën en socia
le zaken en was voorzitter van
de commissie voor de rekenin
gen. Het was dan ook niet onlo
gisch dat hij de nieuwe wethou
der financiën werd. Naast de
gemeentelijke schatkist kreeg
hij echter de verantwoordelijk
heid over een keur van kleinere
dossiers, variërend van het
woonbotenbeleid tot de ge
meentelijke herhuisvesting.
De WD-wethouder trof bij
zijn aantreden een chaos aan.
Van een behoorlijke overdracht
van dossiers was nooit sprake.
Van sommige onderwerpen
moest hij zelfs bij toeval verne
men dat hij er verantwoorde
lijkheid voor droeg. Het was al
lemaal symptomatisch voor wat
Vos zag als het grootste pro
bleem van de gemeente Leiden:
een aan alle kanten rammelen
de organisatie. Al voor zijn aan
treden lag er een aardige stapel
met rapporten waarin dat pro
bleem werd beschreven. Vos
zag het als zijn taak om ervoor
te zorgen dat het probleem met
spoed werd aangepakt. Geen
mooie plannetjes om eens lek
ker te scoren, maar de laden
uitruimen en de boel eindelijk
eens op orde brengen, dat was
zijn inzet.
Van een snelle aanpak van de
Organisatie kwam echter niet
veel terecht. „Het is mij erg te
gengevallen", blikt de ex-wet
houder terug. „De snelheid en
diepgang van de besluitvor
ming stonden mij niet aan. Kijk,
ik weet dat je bij een organisa
tie- en een gedragsverandering
geduld moet hebben. Dat heb
ik ook een halfjaar gehad. Maar
vervolgens gebeurt er weer
niks."
Sinds maandag zit Vos over
spannen thuis. Wat voor hem
de druppel was die de emmer
deed overlopen, wil hij niet zeg
gen. Wel laat hij doorscheme
ren dat hij een zware tijd achter
de rug heeft. „Ik ben de laatste
dagen nog aan het verwerken."
Aanstaande dinsdag zal hij er
zeker niet bij zijn wanneer de
gemeenteraad debatteert over
de overschrijdingen. „Nee, ik
ben voorlopig niet in staat om
te werken. Ik ben op. Voor
eventjes. Ik heb ook nog niet
nagedacht over het verleden of
over de toekomst. Of ik nog in
de raad blijf? Ik weet het niet,
maar het lijkt me niet logisch.
Het zijn allemaal zaken waar
over ik in gesprek moet met
mensen die mij daarover kun
nen adviseren."
Berry Vos keek tijdens de presentatie van de begroting 2000 al zorgelijk,
snelheid en diepgang van de besluitvorming stonden mij niet aan", blikt
'Ik ben op, voor eventjes'
van de gemeentel
Leiden,
Ik dank u voor de
king en wens een
wijsheid toe in de
tijd.
Berry Vos,
11 mei 2000.
„Het is mij erg tegeng S6
hij nu terug.
archieffoto
won
Berry Vos was gisi r kij
staat om op het sk n p'
soonlijk zijn vertn pak!
lichten. Burgemet 1S ei
las een brief voori TCN
dende wethouder idei
meenteraad stuw aa^(
ljui
Aan de voorzitter
Hierbij deel ik nu
mijn functie als w 171
FAWV neerleg.
In de commissie
vergadering is, on
tiek, het vertrouw
als wethouder uit r
Ik heb mij hierdoi
gevoeld.
De afgelopen dagi
echter, om verse
J wei
denen, mijn posit v11
houder herovenvt
De mate en snelhi
ik mijn ambities
kunnen realiseren
lang van continuït
stadsbestuur; also
vraag van politiek 0F
woordelijkheid, hi
genomen in mijn:
ke besluit.
Daarnaast heeft d
zaken tot nu toe
nige invloed op m ip^
soonlijke, fysieke
nele gesteldheid
voor mijzelf en mi
niet langer kan ve
den op deze wegt 611
gaan.
pQIEj
Gisteravond heb i "s
zelf de knoop doose v
besloten mijn fun
wethouder neer