'Mystiek laat zich niet dwingen' ZATERDAG 6 MEI 2000 Marten Toonder leeft in Ierland dich bij Keltische traditie Marten Toonder, de geestelijke vader van onder meer de stripfiguren Ollie B. Bommel en Tom Poes, tekende en schreef in zijn lange loopbaan voor vrijwel alle kranten in Nederland. Hij heeft de leeftijd der sterken bereikt - bijna 88 jaar. Vanuitzijn 'Bommelstein' in het Ierse Greystones waar hij sinds de jaren '60 woont, verwoordt hij nu zijn visie op het leven, meteen flinke dosis Keltische mystiek. Al moesten wel eerst 'grondstoffelijke' zaken rond een nieuwe website van zijn nog steeds florerende bedrijf worden geregeld. e zou zeggen dat 't het landgoed even I buiten Rommeldam is. Maar het ligt midden in het vriendelijke plaatsje ystones, even onder Dublin, aan de Ierse Zee. Je denkt onmiddellijk dat de heer des een onderneming die in hoogtijdagen werk bood aan 118 mensen. „En zo was ik inmid dels ook zakenman geworden. Ik vond het niet leuk, maar ik moest. Toch heb ik mijn beste tijd, althans in Nederland, gehad i; huizes Heer Bommel zelf is, maar het is zijn jaren na de oorlog toen het morele de over- vader, nou ja, zijn geestelijk vader: Marten hand had. Als je je bedrijf goed draaiende Toonder. De Heer heeft zojuist de laatste wilde houden, was het namelijk tevens nodig hand gelegd aan zijn testament, „zodat mijn dat je je leerde inleven in een ander." studio door kan blijven gaan. Ja, dat soort Het was ook in die tijd, begin jaren '50, dat dingen moet men nu eenmaal doen als men ouder wordt. Ik word binnenkort 88." En passant heeft hij zijn goedkeuring gege ven aan de opbouw van een website. „Het zijn de zakelijke dingen van het leven, heel hij de behoefte voelde om de strip die hij al tijd zelf had geschreven meer inhoud te ge ven. „Ik had toen zo'n drieduizend Tom Poes-strips gemaakt en ik dacht: Het begint routine te worden. Ik ga iets maken waar ik vervelend allemaal en erg tijdrovend. Maar je in geloof, waar ik warm voor loop. Ik ga er moet wel. Het is De Toekomst." echte karakters van maken. Als je een bevlo- Maar de papierwinkel is eindelijk gesloten gen striptekenaar aan het werk ziet, dan zie en nu leest hij 'De Tao', de oosterse leer die je hem zelf ook acteren. Dan kijkt hij beurte de aandacht leidt naar de weg van het mid- lings boos, verdrietig, verbaasd en hooghar- den, „tussen licht en duisternis, het goed en het kwaad. Met dat soort dingen houd ik me nu bezig." Zijn huis is beeldschoon, de warmte straalt er van af en er wordt ook zo goed voor ge zorgd. A propos, waar is Joost? Joost is Nora, de huishoudster. Ze heeft net de open haard aangemaakt en nu komt ze binnen met het verzilverde koffïestel en een schaal met Ierse pastries. Intussen maakt heer Toonder het ng.. Binnen twintig seconden trekt de hele bonte Bommelstoet voorbij: Van Kwetal tot De Cantecler, van Dickerdack tot Dorknoper. En Bommel zelf natuurlijk, die in die tijd, in de woorden van zijn schepper „een veel gro tere mond kreeg." En: „Tom Poes verdween toen een beetje naar de achtergrond." Hoe kan hij dat nou zeggen: Tom Poes is er toch altijd. „Hij is slim, hij heeft oplossin- cadeautje open dat ik voor hem heb meege- gen, maar dat je kan nadenken, betekent nog bracht. In Bommelpapier. „Goh, ik wist niet niet dat je een rijk zielenleven hebt. Dan heb eens dat dat bestond." Het boekje Wat zeg- je wat de Engelsen 'mind' noemen. Logisch gie? Azzie val dan leggie! van Jan Oudenaar- denken is niets dan gescharrel van de herse den blijkt een snaar te raken. Het is een nen. Stoffelijke gedachten hebben met ziel speurtocht naar het dialect van Rotterdam, en geest niets te maken. Zo kan je in het za- Ik dacht dat hij dat wel leuk zou vinden, iets kenleven praktische oplossingen hebben, van z'n wortels. „Rotterdam heeft altijd nog Dan heet je 'slim', maar dat betekent nog een warme plaats in mijn hart, althans: zoals niet dat je dingen ook werkelijk en diep- het was, want ze hebben die stad heel lelijk gaand beleeft." gemaakt, hoor. Maar ja, hier en daar zijn nog Tom Poes hield zijn diepere gedachten stukken waarvan je zegt: die hebben het ei- toch altijd voor zichzelf? „Nou ja, als het gen karakter bewaard. Het gebeurt hier in waar is wat u zegt, dan heeft hij misschien Ierland ook: alles platmaken. Zodat het au- wel karakter, maar dan is hij te moeilijk voor thentieke wordt teruggedrongen. The Celtic mij. Ik ken Bommel, omdat ik op hem lijk. Tiger noemen ze dat. De vooruitgang!" Dat zei Phiny, m'n eerste vrouw, tenminste. tt Ze las altijd mijn verhalen voordat ze werden VERHALEN gepubliceerd en dan zei ze: 'Jij bent Bom- Zijn jeugd in het vooroorlogse Rotterdam mei'." heeft hij met liefcje beschreven in zijn (drie delige) autobiografie. Welbeschouwd heeft hij vrijwel alles uit zijn leven beschreven en Marten Toonder: „Er kunnen je hier prachtige dingen overkomen die door de materialistische wetenschap nog niet zijn verklaard." Geest Langs lange lijnen denken, het verleden zo hoort het ook als je een goede autobiogra- koesteren, de goede dingen des levens waar- fie maakt. Ook die paar maanden die hij op deren, kortom een heer van stand. „Ik heb de Academie doorbracht en waarin hij naar altijd geprobeerd om met m'n verhalen bui eigen zeggen 'niet veel heeft geleerd.' „Daar ten de tijd te blijven. Het is mij om de men- moest je dode uilen tekenen, opgepropte ui- selijke geest gegaan, die van alle tijden is. len, of gipsen beelden. Wat is daar nu aan? Ik Zijn opstandigheid, laksheid, dapperheid, ben er afgeknapt. Ik wilde verhalen maken." Het zijn de eigenschappen die van alle men- Later zou hij een aantal jonge talenten de sen zijn en die bij de een zus uitwerken en kans geven om het vak in de praktijk te leren, bij de ander zo, maar waarvan de grondtoon Toen stond hij inmiddels aan het hoofd van altijd dezelfde is. En dat mensen altijd zoe- Een van de foto's uit een serie over Toonder van fotograaf Fjodor Buis. De foto's zijn tijdens de Stripdagen op 3 en 4 juni in Haarlem te zien. ken naar iemand die begrijpen wat ze bedoe len. Die beer roept dat niet voor niets. Woor den zijn zo ontoereikend. De Kelten schreven niet. 'Het geschrevene is dood', zeiden ze. Want dan liggen je ge dachten vast. Daar zit iets absoluuts in dat in strijd is met de natuur van de menselijke geest die steeds in beweging is. Je hebt het zelfs al met het gesproken woord. Wat ik vandaag zit te praten, dat zal ik morgen wel licht anders zeggen of helemaal niet zeggen. Toch is de bedoeling achter die woorden een constante. Daarom stoelt een goed huwelijk op begrip, niet op praten, op woorden. Als het weten van wat er achter de woorden schuilt er niet is, loopt het altijd vast. Dan word je kwaad, dan gaan ze schreeuwen. Want het gaat niet altijd om wat er wordt ge- zegd. Het gaat om. zo u wilt, het gevoel. En nu moet ik oppassen, want voordat je het weet word je voor zwever uitgemaakt. Het gevoel voor wat er achter de dingen zit. Dat is wat we, Phiny en ik, in 1953 toen we hier voor de eerste keer kwamen, ervaar- den. Het is allemaal aan het verdwijnen. Zoals de Faerie- ringen. Die waren heel nor maal hier. Magische kringen, vaak op de top van een heuvel, omzoomd door eiken, waar binnen volgens het bijgeloof de Shee hun uitgangen had den. Die Shee hadden in een ver verleden oorlog gevoerd met de Kelten. Ze waren ver slagen en ze hadden zich te ruggetrokken onder de grond. Maar af en toe, op sommige plaatsen konden ze tevoor schijn komen. Het waren we zens die hun eigen trilling konden verlagen, zodat ze on zichtbaar werden. Dus je moest terdege op je tellen pas sen. Die ringen werden geres pecteerd. Op de Aran-eilanden, voor de Westkust, werden in die tijd nog Keltische offerdiensten gehouden. Daar hebben ze toen een rooms-katholieke priester op afgestuurd: om de 'boze' geesten uit te bannen. Dat is opmerkelijk. De rooms- katholieke kerk erkende dus wel degelijk dat er een geest was. Anders hoef je hem niet uit te drijven, toch. In Maam, in het noorden van Ierland, heb je de bewe gende stenen. Op een zelfde dag elk jaar, op Halloween, rollen ze van de berg af. Dan is het dus zaak dat je binnen blijft. Madame Blavatsky schrijft daar zelfs over in haar boek Isis Ontsluierd. Ik heb de plaats waar dat naar verluidt gebeurt kunnen vinden. Sinds de komst van het Christendom valt Halloween op Allerzielen, 2 november. Dat is geen toe val. De katholieke kerk heeft hier, ook letterlijk als het om kerken gaat, op de oude tradi ties gebouwd. In feite is het Christendom relatief van vrij recente datum. En met welk recht? Voor het Kruis. Ik heb nooit de nadruk op dat kruis begrepen. Ik heb het altijd een heftig martelwerktuig gevon den. Moet je daar de wereld beter mee maken? Terwijl de wederopstanding de clou van FOTO'S FJODOR BUIS Jezus' bestaan was. Als het al zo is gebeurd, hoor. Maar hier in Ierland is een veel ouder geloof dat door dat nieuwere geloof heen loopt. Wij, en wij niet alleen, hebben dat in Ierland een paar keer ervaren. Er kunnen je hier prachtige dingen overkomen die door de materialistische wetenschap nog niet zijn verklaard. Je moet ontzettend voorzichtig zijn met het vertellen van dat soort ervarin gen. Voor je het weet, wordt het een anekdo te. En niet iedereen ervaart op de plaatsen waar het jou is overkomen hetzelfde." Hij doelt op een ervaring die Phiny en hij hadden in de westelijke provincie Clare waar een lough (een meer) een vreemd bewegen de oppervlakte vertoonde. Het kollende meer Doo werd de titel van het derde deel van zijn autobiografie, waarin hij ook zijn vestiging in Ierland beschrijft. „Honderden mensen zijn naar aanleiding van dat boekje naar het meer Doo gegaan." En? „Niks gevonden natuurlijk." En dan is daar eindelijk die oprechte lach. „Mystiek laat zich niet dwingen." Toonder vervolgt: „Wat geest eigenlijk is, laat zich niet in woorden uitleggen. Ik kan het hebben over mijn lichaam dat veroudert en dat doet het zeker. Ik voel dat niet. Ik zie het alleen als ik in de spiegel kijk. Gelukkig is mijn geest nog goed, zeg je dan, maar ik be doel mijn hersens en hersens zijn ook mate rie. Shakespeares hersens zijn al lang dood, maar zijn geest leeft nog steeds." Balans Als je zo oud bent als ik en ik ben echt oud - iemand van 60 vind ik jong - dan ga je be schouwen, terugkijken, de balans opmaken. Zo veel mensen om me heen zijn weggeval len, Phiny, Thera, m'n tweede vrouw, een paar van mijn kinderen. Dat is een raar ge voel. Het maakt dat je niet helemaal gelukkig bent. En toch zie je dat er een lijn in het le ven zit. Je hebt het kwaad nodig voor het goed. Ik heb ooit eens een gesprek gehad met een Jezuïet. Uitgerekend iemand van die orde zei tegen me: 'Als je goed doet, doe je het voor God en als je kwaad doet, doe je dat ook voor God, maar het is beter als je weet wat je doet.' Het heeft jaren geduurd voordat ik de wijsheid daarvan In^ag. Schuld en hoete, oorzaak en gevolg: we hebben er allemaal mee te maken. Sommige dingen krijgen we, zo lijkt het, in de schoot geworpen, voor andere dingen moet je moeite doen of het zit je domweg op bepaal de punten tegen. Dat is allemaal niet voor niets. Het is de ontwikkelingsgang van de ziel. En de wetenschap, zo kan je steeds va ker lezen, begint te raken aan mystiek die er sinds eeuwen en eeuwen is geweest. Ik heb het idee dat sommige dingen die ik in de Bommelverhalen heb geschreven nu pas uit komen. Ik heb het eens gehad over het Ku- kel-effect. Een medewerker van de universi teit van Maastricht heeft me gevraagd of iets dat daar was uitgevonden, die naam mocht dragen. Het komt er op neer dat nu de ener gie van een mens zichtbaar kan worden ge meten. Daar zie je al dat het materialisme overgaat in het geestelijke. Het is goed dat de mens zich vragen blijft stellen. En dat men sen lezen. Ik heb het geluk gehad dat zelfs van minis- terswege strips taboe waren. Tenminste de strips van drie plaatjes met een ballonnetje boven de figuurtjes. Ik kon daar niks mee. Wat kan je daar nou in kwijt? Ja, 'Oh' en 'Jee' en 'Beng'. De toenmalige minister vond dat tekeningen wel mochten, maar dat er een verhaal bij moest, want de jeugd moest leren lezen. En kranten vonden dat toen ook. Daar kon ik van profiteren. Als ik al iets te beteke nen heb gehad, zit het daarin." ELS SMIT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 47