HNGEN
"VOORBIJGAAN
iet Volkshuiskind'de kerk', suikerklontjes en aspirine
Wr^
1 - I
L M
/m
Leiden Regio
iv-c" M
STADSGEZICHT
RDAG 6 MEI 2000
tn van der Graaf werd in 1909
Jen in het Leidse Volkshuis. De
zes jaar van zijn leven bracht hij
|in het toen net voltooide pand aan
bothekersdijk. Via Noordwijk en
rdam kwam hij in Dordrecht
terecht; pas in 1999 zag hij het Volkshuis
weer. Over de vroege jaren van het Leidse
Volkshuis, dat deze week het
honderdjarig bestaan viert, weten
weinigen meer te vertellen dan 'het
Volkshuiskind'.
Leidenaars blikken
terug op hun verleden
)d
gevader was conciërge van
s ikshuis. Van oorsprong
:elp middenstander, maar
ce«d zijn werk met plezier,
tsald er de boel op orde,
reiodschapper en zorgde
t in het hele huis warm
femen met mijn moeder
friij in de woonkeuken
•n jt huis. Doordat daar ge-
iiverd, was het er langer
eefaan in de rest van het
(Mijn moeder hield zich
uitt het schoonhouden van
ktid bezig; haar zoon en
ie4r waren toen al oud ge-
enjm zelf hun zaakjes te re-
ban oktober 1909 kwam ik
stekolkshuis ter wereld,
knte, die als baker werk-
kas geweest en dus ver
stand van zaken had, zei tegen
mijn vader: Ar ie, dat is geen
blijvertje! Nou, dat pakte anders
uit. Ik ben gebleven.
Mijn ouders hadden het erg
druk in het huis en ik had dus
alle vrijheid. Het Volkshuis, dat
was mijn wereld. Wat kroop ik
er graag rond! In de kelder
stond de stoomketel voor de
centrale verwarming, waar mijn
vader regelmatig kolen in
moest gooien. Dat vond ik na
tuurlijk machtig interessant.
Dan was er de gymnastiekzaal.
Aan de muren stonden grote
klimrekken - daar mocht ik niet
in, veel te gevaarlijk - maar ik
deed het natuurlijk wel.
De belangrijkste ruimte was de
grote zaal, die door ons 'de
-
kerk' werd genoemd, omdat
daar iedere zondag de kerk
dienst werd gehouden. En dan
was er nog de zolder. Die had
een dak van glas en in de vloer
was een grote uitsparing ge
maakt met gekleurd glas, zodat
het licht in de grote zaal door
drong. Als ik op die zolder was,
kon ik, als ik op m'n buik ging
liggen, door dat glas naar bene
den kijken, waar de grote zaal
was.
Wij woonden op de eerste ver
dieping, aan de voorzijde van
het pand. Vanuit de woonkeu
ken had je een schitterend uit
zicht op de Apothekersdijk.
Daar kon ik urenlang zitten, al
leen maar om te kijken: naar al
die boten die langsvoeren, naar
de mannen die wol in de Rijn
spoelden, naar de paardenkar-
ren die voorbij kwamen. Het
mooiste was de bloemenmarkt
die er elke week werd gehou
den. De tientallen honden die
de karren met bloemen 's och
tends naar de markt trokken,
bleven daar dan de hele dag
staan. En ze bleven de hele dag
blaffen. Dat vond ik als jochie
natuurlijk prachtig.
Maar zelf mocht ik nooit naar
buiten. Veel te gevaarlijk, vol
gens juffrouw Knappert. Stel je
voor dat ik in het water zou val
len. Ik moest dus binnen blij
ven. Mijn vertier moest ik zelf
zoeken; overdag gebeurde er
namelijk niet zoveel in het
Volkshuis, 's Avonds werden er
allerlei cursussen gegeven,
maar dan lag ik al op bed. Ik
merkte daar dus niet veel van.
Die cursussen werden mogelijk
gemaakt door een groep hoog
leraren van de universiteit. Die
heren vonden dat ook de arme
Leidenaars moesten worden
opgevoed. Met die instelling
hadden zij het Volkshuis ook la
ten bouwen - en dat allemaal
uit eigen zak. Eén van die hoog
leraren, professor Knappert,
had een ongetrouwde dochter.
Ik heb haar nooit anders ge
kend dan als 'juffrouw Knap
pert'. Zij was in die jaren direc
trice van het Volkshuis. Zij was
een heel bijzonder mens. Als
jonge vrouw trok zij al door de
armste wijken van Leiden om te
zien hoe de mensen daar leef
den. Ze was zeer sociaal inge
steld. Het was ook daarom dat
zij directrice was van het Volks-
Het Leidse Volkshuis in vroeger tijden, toen het aan de Apothekersdijk nog een stuk rustiger was en auto's daar een zeldzaamheid waren.
FOTO ARCHIEF
huis. Het was voor haar heel
belangrijk werk. Zij wilde iets
doen aan het lot van die arme
mensen - en dat waren er nogal
wat.
Mijn vader was niet om die re
den werkzaam in het Volkshuis,
hij verdiende er gewoon zijn
centen. Ik geloof niet dat hij erg
betrokken was bij de activitei
ten, hij had het druk zat met
zijn werkzaamheden. Maar met
juffrouw Knappert kon hij het
bijzonder goed vinden. Het wa
ren twee bijzondere figuren,
maar het klikte. Juffrouw Knap
pert zorgde bovendien goed
voor ons. Ook ik heb veel van
wat ik in mijn leven bereikt heb
aan haar te danken.
Mijn broer Dorus, die veel ou
der was dan ik, was opgeleid tot
hoefsmid, maar vond geen
werk in dat vak. Uiteindelijk
werd hij aangesteld bij de
scheepswerf van Boot, aan de
Zijl, als tekenaar! De familie was
allang blij dat hij werk had.
Maar na een jaar moest hij daar
weg. Hij had recht op salaris
verhoging en daar was geen
geld voor, zo deelde meneer
Boot hem persoonlijk mee. Een
drama! En m'n tekening is nog
niet eens af, huilde Dorus. Maar
Boot bleef bij zijn besluit.
Een nieuwe baan was niet zo
makkelijk gevonden, maar juf
frouw Knappert had een oplos
sing: Dorus kon naar Dor
drecht, om een opleiding voor
scheepsbouwkunde te volgen.
Voor ons was dat onbetaalbaar,
maar juffrouw Knappert regel
de het wel. Op één voorwaarde:
als Dorus daarna een baan
vond, moest hij de studie van
kleine Wim betalen. En zo ge
schiedde. Dankzij die afspraak
heb ik later dus ook kunnen
studeren.
Mijn broer vertrok, maar wij
bleven in het Volkshuis wonen.
De Eerste Wereldoorlog brak
uit. Ik herinner me dat als de
dag van gisteren. We zaten alle
maal in de woonkeuken, mijn
vader las de krant en zei plots:
Nou, we hebben oorlog, hoor.
Dat was het dan. Oorlog.
Ik merkte als jochie eigenlijk
weinig van die oorlog. Kranten
las ik immers niet. Een enkel
voorval weet ik me nog goed te
herinneren. Zo kwam op een
dag een groep Nederlandse sol
daten het Volkshuis binnen. Ze
werden de grote zaal in ge
stuurd. Daar moest ik het mijne
van weten. Ik kroop dus stie
kem naar zolder. Ik ging op
mijn buik liggen en keek door
de uitsparing neer op de grote
zaal, of zoals wij die ruimte
noemden: de kerk. Daar stond
een man - de dominee? -
zachtjes een liedje te zingen. Ik
kon het niet goed verstaan, tot
dat de soldaten begonnen mee
te zingen. Het was een vreemd
lied.
Aspirine voor je benen
Aspirine voor je haar
Aspirine voor je tenen
Aspirine.aspi rien!!!!
Ik begreep er niks van, maar
vond het wel een leuk lied. Ik
kroop zachtjes weer naar bene
den en ging de woonkeuken
binnen. De familie leek mijn af
wezigheid niet te hebben opge
merkt. Ik kroop op een stoel,
ging staan en zong het lied dat
ik net geleerd had.
Aspi ri tie... aspi rien!!!!
Drie paar grote ogen keken me
aan. Mijn zuster vroeg verbaasd
hoe ik dat liedje had leren ken
nen. Nou, zei ik, zeker van mijn
zaak, dat zingen ze toch altijd in
de kerk? Mijn ouders bulderden
het uit.
Die man, die daar voor de sol
daten optrad, bleek Koos
Speenhoff. Later hoorde ik dat
hij een beroemd liedjeszanger
was, en dus allesbehalve een
dominee. Maar daar had ik
toen natuurlijk geen weet van.
Terwijl bij ons alles rustig was.
trokken de Duitse troepen Bel
gië binnen en velen vluchtten
naar het noorden. Zo kwamen
er ook enkelen naar Leiden,
waar zij in het Volkshuis wer
den opgevangen. Hoe triest de
aanleiding ook was, voor mij
was het een leuke verrassing.
Onder de vluchtelingen bevon
den zich namelijk enkele kinde
ren, waar ik mee kon spelen.
Dat was voor mij volkomen
nieuw; als Volkshuiskind speel
de ik alleen met mijn jongere
broertje Pieter. Bovendien had
den de Belgen een grote zak
met suikerklontjes meegeno
men. Als ik met hun kinderen
speelde, gingen we nogal eens
een suikerklontje halen. Het
was een treurige situatie, de
mensen waren op de vlucht en
moesten op stro slapen. Maar
voor mij, een klein kind nog,
was het een leuke periode.
Maar aan alles komt een eind.
De Belgen vertrokken en niet
veel later verlieten ook wij het
Volkshuis. Juffrouw Knappert
was niet langer in Leiden werk
zaam. Met haar opvolger kon
mijn vader het niet vinden. Al
les wat juffrouw Knappert goed
vond, vindt zij fout, zei hij vaak.
We trokken naar Noordwijk en
later naar Rotterdam, om te
eindigen in Dordrecht, waar ik
mijn beloofde studie scheeps
bouwkunde ging volgen.
Ik heb, mede dankzij die studie,
een heel goed leven gehad. Na
voor verschillende bedrijven te
hebben gewerkt, nam ik een ac
quisitiebureau over, waar ik
voor gewerkt had. Dat bedrijf
heb ik tot mijn tachtigste jaar
geleid, toen was het mooi ge
weest.
Als ik terugkijk, realiseer ik me
dat het zonder het Leidse
Volkshuis en zonder juffrouw
Knappert waarschijnlijk heel
anders was gelopen. Ik denk
bijvoorbeeld niet dat ik zonder
die steun ooit gestudeerd zou
hebben.
Daarom is het ook zo vreemd
dat ik na mijn kindertijd nooit
meer in het Leidse Volkshuis
kwam. Pas vorig jaar, bij de
overhandiging van het gedenk
boek van het Volkshuis, keerde
ik er terug. Een geweldige erva
ring. Kijk, zei ik tegen mijn
vrouw, daar heb ik geslapen! En
daar, het kamertje van juffrouw
Knappert! Vierentachtig jaar
was ik er niet geweest. Alle her
inneringen kwamen weer naar
boven."
PETER GROENENDIJK
iltenstraat.
FOTO HIELCO KUIPERS
t de Leidsch Dagblad
ANNO 1900
Zaterdag 5 Mei
LEI DEN - Weldra zal een aanvang gemaakt
worden met den bouw van een inrichting voor
ziekenverpleging met vrijstaande barak voor re
kening van het bestuur van de Vereeniging tot
Christelijke ziekenverpleging 'Het Diakones-
senhuis', alhier, op het daarvoor geruimen tijd
geleden aangekochte terrein aan den Witten
Singel.
ALGEMEEN - Het gebrek aan drinkwater be
gint in Zeeland nijpend te worden. Op veel
plaatsen is de vooraad geheel verbruikt, en het
weinige, dat er nog is, wordt, bijv. te Goes, te
gen 4 a 5 cent den gang (2 emmers) verkocht.
LEIDEN - Het collegium van het Leidsch Stu
dentencorps heeft tot H.M. Koningin Wilhelmi-
na en tot H.M. de Koningin-Moeder de uit-
noodiging gericht om de in Juni a.s. te vieren
lustrumfeesten met Hare tegenwoordigheid te
willen komen vereeren.
PARIJS - Op het terrein voor de wereldtentoon
stelling zijn twee werklieden van een groote
hoogte te pletter gestort. Zij arbeidden aan den
Eiffeltoren.
ANNO 1975
Dinsdag 6 mei
LEIDEN - De Leidse regio staat aan de voor
avond van het 'kabeltelevisietijdperk'. Op en
kele plaatsen zijn de voorbereidingen zover ge
vorderd, dat reeds aan het eind van dit jaar een
keuze geboden kan worden uit een zestal tele
visiestations en een tiental radioprogramma's.
Een andere gemeente die vooroploopt, is
Oegstgeest. Eind vorig jaar besloot de raad
daar in zee te gaan met Multivisie b.v., een
commerciële instelling, die zich richt op de
aanleg en exploitatie van kabelnetten. Onlangs
besloot diezelfde raad om tezamen met de
Stichting Kabelnet Merenwijk een nieuwe
stichting te vormen die de antennemast en het
ontvangstation zal gaan exploiteren.
Inmiddels wordt er op nog breder niveau ge
streefd naar samenwerking. Op initiatief van
de Leidse wethouder van Economische aange
legenheden, M. van Aken, werden in de regio
Leiden de eerste intergemeentelijke contacten
gelegd. Dit resulteerde in een regionaal overleg
over kabel-tv, waaraan tot op dit ogenblik wordt
deelgenomen door de gemeenten Katwijk, Lei
den, Leiderdorp, Oegstgeest, Rijnsburg, Voor
schoten, Warmond en Zoeterwoude.
WAGENINGEN Prins Bernhard heeft gister
morgen de gerestaureerde capitulatiezaal in
hotel 'De Wereld' in Wageningen geopend.
Precies dertig jaar geleden was hij ook in die
zaal, toen de gelagkamer van het hotel, aanwe
zig bij de capitulatie van 't Duitse leger door
generaal Johannes Blaskowitz aan de geallieer
den. Na een krans te hebben gelegd bij het na
tionaal bevrijdingsmonument tegenover het
hotel, bekeek de prins de oorspronkelijke over-
gavestukken en bezichtigde de expositie.
Foto's in dew rubriek kunnen worden nabesteld door bii
overschrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een ex
Dagblad, 1-a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54, 2300 AB
Dagblad aan de Roos
■n veertien dagen na plaatsing een inget
iplaar van 13 bij 18 in /wart wit) op test
loeiden of door contante betaling aan di
plaatsing een ingevulde cheque (get
turen naar het I eirisch
de balie van het leidsch
82. U ontvangt de foto binnen drie