'Dat komt in ons milieu niet voor' Leven met de erfenis van opa Benito I B innenland/ Buitenland !)p Oranje! Spanjaarden willen af van gevaarlijke tunnel mussölini ERDAG 29 APRIL 2000 Flor is Michiels van Kessenich, homoactivist in betere kringen m' miati loorde bij de WD, maar net zo goed bij radicaal- s. Floris Michiels van Kessenich wilde alles: de ade- familie, het studentencorps, de katholieke kerk, lolitiek. Een eenzame jongen, die op zijn dertiende »fte dat hij anders was en als homoactivist 'de beuk gooide' in de betere kringen. Een actievoerder die is ver voor de eigen troepen uitliep. Een gevoelige, kere man, die zijn hele (korte) leven op zoek was warmte en geborgenheid. Gisteren verscheen de jrafie van de Roze Jonker. 1990 in een interview met het weekblad Elsevier. „Als je als Turk of Marokkaan wordt ge pest, heb je tenminste nog de steun van je familie. Als homo puber zit je alleen met je Grote Geheim." Het komt er niet van. Michiels overlijdt op 15 december 1991, 34 jaar oud, aan aids. Hij beseft dan al jaren dat dit moment na bij is; precies drie maanden eerder laten hij en zijn Ameri kaanse vriend Michael Kovner hun relatie inzegenen in de Do- minicuskerk in Amsterdam, een prelude op het homohuwelijk dat voor de kerk nog altijd ta boe is. De schok komt ruim zes jaar eerder: in mei 1985 blijkt uit een test dat Michiels besmet is met HIV, het virus dat de do delijke ziekte veroorzaakt. Hij zet meteen een punt achter zijn relatie met een Leidse stu dente geneeskunde. Een vrien din? Jawel, de fanatieke bestrij der van homofobie in de recht se wereld van corpsballen en kauwe kak heeft in de lente van '85 een vriendin. „Het ging van haar uit, terwijl ze wist dat ik homo was. Iedereen was net gewend aan de gedachte: we hebben in ieder geval één ho mo. En toen dit. Opeens begon nen heterojongens, die me voor die tijd hadden gemeden, me op mijn rug te kloppen. 'Hé Mi- chiel! Goeie vent. Altijd al ge dacht, jij bent geen homo.' Grappig en triest tegelijk." (op nieuw Elsevier, 27-10-1990.) De uitslag dat hij seropositief was, vormt het derde grote keerpunt in het leven van Mi chiels. Tot dan studeert hij (eerst Engels, later Duits en kunstgeschiedenis) met als doel een maatschappelijke positie te bereiken. Maar in 1985 besluit he- familiekapitaal gaat op aan de homobeweging. Hij laat alle schroom varen en geniet steeds meer van de pu bliciteit die zijn acties krijgen. Alles wat hij doet te herleiden tot zijn eigen geschiedenis, zegt biograaf Jos Versteegen. Een treurige geschiedenis. Michiels van Kessenich groeit op in de homobeweging was ïeer Michiels maar een ra- uiter. Als telg uit een ade- jmburgs geslacht voelde ch niet thuis bij het COC, zijn jasje dasje wel erg uit ion viel tussen de oorbellen tuinbroeken, egon als student in Am- am het Borrel en Eetge- rff schap voor Deftige Heren osexuelen, dat al snel de rale naam Donderdag- el Eet Club zou krijgen, een loetingsplek voor homo's jntiei !oede komaf. DEC bestaat A iteeds, net als de Stichting lity Nederland, die elke e zondag van de maand in terdam een kerkdienst voor o's organiseert. „Hij heeft chtse homo's een plek ge- ö|o| i", zegt biograaf Jos Ver in. Michiels van Kessenich iet boek zelf willen schrij- als steun voor al die jonge- lie er nog niet voor durven imen dat ze homo zijn. betekent een eenzame oltijd, waarin iedereen met ir experimenteert, verliefd It, behalve jij", zegt hij in Floris Michiels van Kessenich poseerde in 1990 voor het weekblad Elsevier met het borstbeeld van Antinoüs, de mascotte van het homodispuut van Minerva, afkomstig uit de inboe del van zijn grootvader van moederskant, baron De Weichs de Wenne. foto marco bakker Duitsland en Zwitserland, met twee oudere zussen. Had zelf ook een meisje willen zijn. Te rug in Nederland voelt hij zich anders, want van adel en 'een halve buitenlander'. Op school schelden andere kinderen hem uit voor flikker. „De klas wist het eerder dan ik", zegt hij vijf maanden voor zijn dood tegen het weekblad HP/De Tijd. „Er waren wel momenten dat ik dacht: er is iets wat je als jonge tje met mannen kunt hebben, maar het was te ongrijpbaar." Op zijn dertiende weet hij het zeker. Hij stapt de werkkamer van zijn vader binnen en zegt: 'Ik ben homo.' Het antwoord is kort, maar verbijsterend: 'Dat komt in ons milieu niet voor'. Floris is een echt moederskind je en zij legt hem uit wat 'ons milieu' is: mensen zoals hij, zijn opa die baron is, ooms en tan tes, maar niet de werkster. Het voelt alsof hij verraad pleegt aan zijn familie. Vanaf zijn veertiende gaat hij in het geniep op zoek naar andere homo's. Hij ontmoet ze bij uri noirs, op het station in Utrecht of Amsterdam. Gaat mee met mannen die drie keer zo oud zijn als hij. Zijn eerste contact is een bevestiging, niet om de seks maar om de intimiteit. „Die man hield me vast, dat was heel prettig." Thuis ver zwijgt hij zijn avonturen, die voor de betrokken mannen strafbaar zijn zolang hij onder de zestien is. Pas als student in Amsterdam, met zijn grote homoscene, voelt Michiels zich een beetje bevrijd. Toch durft hij nog altijd niet openlijk voor zijn geaard heid uit te komen. Hij besluit pas na lang dralen lid te wor den van het corps, zijn 'natuur lijke achterban' en is vervolgens bang dat jaargenoten hem zul len betrappen als hij een van de homokroegen verlaat. In 1978 doet hij een zelfmoordpoging, maar hij wordt op tijd gevon den en belandt in een crisiscen trum. Daar bezoeken twee be stuursleden van zijn jaarclub hem om te vertellen dat zijn homoseksualiteit voor niemand een probleem is. Floris voelt zich nu pas echt be vrijd. „Het kon me ook niet meer schelen hoe de mensen over me dachten. Ik stelde me zelf een opdracht. Het zelf moordpercentage onder homo pubers is nog steeds veel hoger dan onder hun heteroseksuele leeftijdgenoten. Ik mocht nooit vergeten hoe eenzaam ik me had gevoeld en ik moest voor komen, voor zover ik kon, dat anderen hetzelfde zouden doen als ik." Elsevier27-10-1990.) Omdat in het corps toch een heterosfeertje hangt en de ho mokroegen hem te ordinair zijn, richt hij in september 1979 met enkele andere homo's de Donderdagavond Eet Club op. „Een van de eerste buitenactivi teiten was een fietstocht langs Haarlem naar de ruïne van Bre- dero en naar Beeckestijn, waar we uitgebreid hebben zitten thee drinken en cakes eten. 't Was zo'n mooie dag, heel se reen. Toen besefte ik: dit is waar ik recht op heb. In een kroeg sta je urenlang te turen om iemands lui uit de broek te kijken. Ik vind het heel prettig om eerst eens wat in een parkje te wandelen, elkaar zo het een en ander te vertellen, zonder dat je ogenblikkelijk met ie mand op de bek moet gaan." (Homologie nr. 6, 1985.) Drie jaar later verkast hij naar Leiden, waar hij zich aanmeldt als lid van Minerva. Een vrien din zal later tegen Versteegen zeggen dat het corps hiermee 'het Paard van Troje' binnen haalt. Michiels wil wat laten zien. Hij loopt in 1983 mee tij dens de parade op Roze Zater dag, die dat jaar toevallig in Lei den wordt gehouden, met voor zijn borst de tekst: Adel loopt ook mee. Achter zijn rug geven Leidse studenten hem de spot naam 'freule van Kessenicht'. Een jaar later verschijnt hij op het Lustrumgala van Miner/a met een vriend aan zijn zijde en in 1985 laat hij zich als voorzit ter van het Leidsch Studenten Tooneel tijdens het cortège lo pen op het jaarlijkse Sempre- bal vergezellen door een vriend, met wie hij ook danst. „Alsof je in de jaren vijftig zit", zegt Ver steegen. „Dansen met een man is dan op het COC allang ver toond." Daarna volgt de grote klapper: de oprichting van het homodispuut Antinoüs, ge noemd naar de minnaar van de Romeinse keizer Hadrianus. Aanleiding is een bezoek van het Amsterdamse corps een Mi nerva, waarbij de Leidse stu denten volgens traditie binnen komst van de bezoekers trach ten te verhinderen. Michiels staat midden tussen de Leidse troepen, als hij opeens een scheldwoord hoort. „Het altijd nagejouwde woord met de twee 'o's' dreunt loeiend tegen mijn trommelvlies, trommelt steeds verontwaardigder door mijn hoofd en echoot door, weer kaatsend tegen pilaren, schul dig bonkend tegen de zware deuren van de bestuursgangen, vult elke ruimte van de sociëteit tot boven in de nok. Harder, steeds harder. Ik sta stil. Stok stijf en in paniek, met rood hoofd en zweetdruppels op mijn voorhoofd. Ik wil weg, voel me aangevallen en uitgestoten, ik wil mijn lidmaatschap van deze vereniging opzeggen. Maar ik kan niet weg, sta mid den in de menigte die Amster dam het woord toeroept, hard, vijandig en overdonderend be schuldigend. Ik word omlaag geduwd, voel me mijn eigen Ju das". (UitCorrel, april 1986.) Michiels gaat in de aanval via polemieken in het verenigings blad en klachten bij het be stuur. Hij bereikt uiteindelijk dat 'homo' als scheldwoord wordt verboden, net als 'jood', 'Turk' en 'hoer'. De huidige voorzitter van Minerva weet echter niets van die regel, zo verklaart hij in de Leidse uni versiteitskrant Mare. Ook het homodispuut bestaat niet meer, maar volgens de voorzit ter wil dat niet zeggen dat er onder de leden van Minerva geen homo's meer zouden zijn. „Ze worden gewoon gerespec teerd." Versteegen maakt er zich niet druk om. „Floris was destijds tevreden met die regel. Hij trok zich die scheldpartijen zeer aan. En het maakte ook de weg vrij voor Antinoüs. Mis schien is dat nu niet meer no dig." Zijn activiteiten lokken steeds meer publiciteit uit en Michiels geniet van zijn groeiende be kendheid. Maar niet iedereen neemt hem dat in dank af. Le den van Antinoüs en DEC wil len dat hij zich een poosje afzij dig houdt, waarna Michiels in 1987 teruggaat naar Amster dam. „Het lijkt alsof hij met le ge handen staat", zegt Ver steegen. „Hij zoekt een nieuw werkterrein voor zijn activitei ten en vindt dat in de katholie ke kerk." Michiels provoceert kardinaal Simonis en de bis schop Bomers en Ter Schure door als praktiserend homo de monstratief ter communie te gaan (de hostie wordt hem in Den Bosch door Ter Schure ge weigerd) en in Amsterdam zo geheten 'roze missen' te organi seren. Na de oprichting van Dignity, dat kerkdiensten voor homo's organiseert, verlegt hij zijn aan dacht naar de politiek. Hij strijdt voor een anti-discrimina tie bepaling in de nieuwe Alge mene Wet Gelijke Behandeling (die er in 1994, drie jaar na zijn dood, ook komt), voert actie te gen discriminerende wetgeving in Engeland en Oostenrijk en voor homoseksuele kandidaten bij de verkiezingen van Euro parlement en Tweede Kamer (Stem Roze). Wie dc biografie leest, krijgt soms de indruk dat hij al die ac tiviteiten tevoren zorgWildig heeft gepland. Maar zo zit het niet, aldus Versteegen. „Hij is van het ene in het andere ge rold. Alleen in Leiden ging hij doelbewust bij Minerva, het ul tieme corps, om de beuk erin te gooien. Maar dat wist hij vijf jaar eerder nog niet. Zoals hij ook niet wist dat hij in de kerk en de politiek actief zou wor den. Het werd gewoon steeds breder omdat hij steeds meer mensen leerde kennen. Hij hoorde bij de WD, maar als die de verkeerde ideeën koestert, brak hij uit zijn stand. Hij wilde alles." De Roze Jonker, door Jos Ver steegen. Uitgeverij Schorer Boeken. Prijs: ƒ34,50 BARCELONA HENK VAN DEN BOOM CORRESPONDENT Automobilisten met claustrofo bische neigingen kunnen de nauwe, ruim vijf kilometer lan ge Viella-tunnel door de Pyre neeën maar beter mijden. Wie het avontuur wel aandurft, moet weten dat hij door de ge vaarlijkste tunnel van Europa rijdt. Dat heeft een studie door Europese automobielclubs eer der deze week uitgewezen. Spanje wil graag van die schandvlek af. Voor de regelmatige gebruikers van de uitkomst van het onder zoek geen verrassing. De bewo ners van Valle de Aran, het dal dat voor zijn contact met de buitenwereld volledig afhanke lijk is van de tunnel, beklagen zich al jaren bij de centrale overheid in Madrid. De in 1948 aangelegde door gang heeft twee rijstroken van elk maar 2,90 meter breed. Het elkaar tegemoetkomende ver keer wordt slechts gescheiden door een witte streep. Voor noodhulp is naast de rijstroken 40 centimeter ruimte. De Spaanse automobielclub RACC waarschuwt dat bij een ongeluk de gevolgen niet zijn-te overzien. „Hier kan precies het zelfde gebeuren als bij de ramp in de Montblanc-tunnel waarbij 39 mensen omkwamen", aldus directeur Peter Sauret. Naar aanleiding van de aan houdende protesten zijn vorig jaar een paar noodmaatregelen getroffen, Zo is verlichting aan gebracht en zijn telefoons geïn stalleerd. De telefoons hebben overigens weinig zin. Door het verkeerslawaai in de nauwe tunnel is een gesprek onmoge lijk. De tunnel ten westen van An dorra was aanvankelijk bedoeld als spoorverbinding. Nu is het een belangrijke autoroute tus sen Spanje en Frankrijk. Zo rij den er dagelijks meer dan vijf honderd zware vrachtwagens door het nauwe gat, zonder dat er enige controle is op hun la ding. Nadat donderdag het alarme rende rapport over Europese tunnels was gepubliceerd, haastte het Spaanse ministerie van verkeer zich om mee te de len dat er hard wordt gewerkt aan het ontwerp voor een nieu we tunnel. Deze moet in 2004 klaar zijn. De regionale bestu ren vrezen echter dat strijd over de vraag welk plan werkelijk heid zal worden, de komst van een veilige tunnel zal vertragen. Gezocht: Financiële specialisten op interim basis. Voor een omvangrijk landelijk project zijn wij op zoek naar kandidaten met de volgende kwaliteiten: HBO werk-/denk niveau Financiële achtergrond op SPD niveau Ervaring op het gebied van FEZ Leidinggevende ervaring en/of kennis van Oracle Finance is een pre. Kandidaten dienen full-time beschikbaar te zijn vanaf 15 mei 2000. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Pim Couturier. Human Capital Group Financial Support gericht op resultaat Newtonlaan 55. 3584 BP Utrecht. Tel 030-254 44 44, fax 030-254 42 99. E-mail: interim@deloitte.nl Guido Mussolini wil het pure fascisme terug ian is boekhouder bij een kaas- ek en koestert op de kop af 101 sche vogeltjes op het balkon van atje. In zijn vrije tijd schrijft hij een standaardwerk in vier delen: solini, een man van vrede'. Hij Guido Mussolini en dictator Be was zijn opa. Herleving van het fascisme in Italië, daar is het de lliefhebber om begonnen. „Ik 53, dat maak ik niet meer mee. mijn kleinzoon wel." uce knielde maar voor één mens: mij." De herinnering brengt een ve grijns op het gezicht van Guido iolini. „Ik was zes jaar, opa was ip me. Hij trok me in een karretje de kamer. Als ik dan vroeg: mag in bellen, ging hij op de knieën. Ik te m'n vinger op de knobbel op ale schedel en riep Rrrringü" grootvader moet wel een goed zijn. De kleinzoon is dan ook 'erontwaardigd over de geschied- lsers die een slechterik van hem len gemaakt. „Waarom denk je veel Italianen hem nog in hun ;oesteren? Waarom er ieder jaar duizenden een bedevaart maken |zijn geboortedorp Predappio?" staat de naam Mussolini in het van de 21ste eeuw niet garant |succes. Want wie kent Guido, van Vittorio? In de provincie Vi- brachten een week geleden its zestienhonderd kiesgerechtig- ïun stem op hem uit, 0,8 procent iet electoraat. ïedia hebben veel meer oog voor de Alessandra, dochter van jazz- ist Romano Mussolini. „Een femi- bast Guido afkeurend, „en niet een echte Mussolini". Ze is iv. Ze is kind van haar moeder, icicolone, net als haar beroemde Sofia Loren. En nog belangrijker: niet bij de goede partij, want de male Alliantie heet niet voor niets fascistisch. „Het zijn liberale kapi- |en", vindt Guido. itaat hij voor het echte fascisme, fiets meer of minder dan het 'per- socialisme' is. 'Nee' tegen het ":aanse imperialisme met zijn bedrijf, 'ja' tegen de vaderlandse le ondernemers, voor de corpora tieve staat. De partij die dat uitdraagt is de Movimento Sociale.Europeo (MSE) en lidmaatschapskaart nummer 2 is in het bezit van Guido. Nummer 1 is van Europarlementariër Bigliardo, die de MSE drie maanden geleden af splitste van Fiamma Tricolore, de Driekleurige Vlam die brandende wordt gehouden door de ideoloog van het naoorlogse fascisme, Pino Rauti. In een koffiebar in zijn woonplaats Morlupo, een forenzendorp noordelijk van Rome, zoekt Guido naar verklarin gen. Bij de recente regionale verkiezin gen kwam extreem rechts niet verder dan twee procent. „We zijn verdeeld", weet Guido. „Dit land telt wel drie honderd Mussolini's die allemaal den ken dat zij het bij het rechte eind heb ben." Dat hij zelf niet aan de bak kwam, wijt hij aan de machinaties vari Fini's Na tionale Alliantie. Zijn MSE had Guido maar wat graag kandidaat gesteld in een lijstverbinding in Rome. Maar daar wilden die 'nep-fascisten' niets van weten. Waarschijnlijk uit angst voor de populaire naam Mussolini, denkt hij. „Helaas kregen we niet vol doende handtekeningen voor een zelf standige lijst. De partij is naar Viterbo uitgeweken, maar de tijd ontbrak om uitgebreid campagne te voeren." Aan het propagandamateriaal kon het niet liggen. Neem alleen al de stickers in het rood-wit-groen van de vlag, be drukt met de tekst: 'Niet alles is verlo ren. Stem Mussolini'. Hij heeft het ma teriaal op de keukentafel uitgespreid. We zitten inmiddels in het flatje dat hij deelt met zijn (tweede) echtgenote An- nemaria Ricci, dochter van de Ro meinse fascistenfamilie Ricci. Ligt het misschien aan de kandidaat zelf? Opvallend is dat niet de naam Mussolini op de deur prijkt, maar een bordje met SSSS Wall Street. Gelet op de opvattingen van de bewoners is dat een wel heel verkeerd toeristisch sou venir. Het is niet de enige tegenstrij digheid bij deze veel rokende en nog meer hoestende, wat corpulente Mus solini. Zo klopt Guido's hart op het sambarit me van Latijns-Amerika, waar hij het grootste deel van zijn leven woonde. Italië is voor hem vooral het land dat een groot leider, 'een meesterbrein dat zijn weerga niet kent', executeerde en het lijk demonstratief ophing, aan de Het is vooral sentiment dat Guido drijft. En ook dat met mate. Want be halve twee portretten van Benito en de onvermijdelijke fascistische pijlen bundel aan de muur ademt niets in zijn flat de geest van de begeesterde militant. Pas na lang zoeken in de slaapkamer komen wat parafernalia tevoorschijn. Een ervan, een zware, met martiaal brons beslagen boeken- cassette, blijkt geen Mussolini-aan- denkens te bevatten, maar de uitge droogde restanten van een wespenfa milie. Guido doet wat in zijn vermogen ligt om Italië weer op het Mussolini-pad te brengen. Met dochter Orsola heeft hij de Mussolini-stichting opgezet, die onder meer een Mussolini-bibliotheek moet opleveren. Er bestaat zo veel desinformatie over II Duce, zegt hij. Als het geld er is, kan straks iedereen leren dat Benito in de armen van Hit- Ier werd gedreven doordat de Britten niets wilden weten van het Italiaanse militaire avontuur in de Hoorn van Afrika. Fascisme en nazisme hebben niets met elkaar te maken, doceert Guido. „II Duce was ook geen antisemiet. Hij heeft duizenden joden het leven ge red. Die antisemitische wetgeving van 1938? Och, dat was alleen lippendienst aan Hitler. In de praktijk stelde die niets voor." Heel wat (oudere) Italianen hebben zo'n blinde vlek op hun historisch be wustzijn. Maar weinigen zullen, zoals Guido deed in de geest van Benito's adoratie voor de oude Romeinen, hun kind Gaius Julius Ceasar noemen. He laas doet GJC niets aan politiek. Maar er is hoop. Guido ziet met ge noegen dat gevestigde partijen ideeën overnemen die van oorsprong fascis tisch zijn Financiële steun bijvoor beeld voor ouders van een nieuwe Ita liaanse staatsburger. Of een stop op il legale immigratie, en een premie voor immigranten die repatriëren. „Na tuurlijk zeggen ze er niet bij dat die ideeën van ons komen, maar toch." Hij zal de omslag niet meer meema ken. Maar ook voor de nieuwe tijd is een Mussolini beschikbaar. GJC heeft Guido immers een kleinzoon bezorgd, dus de naam Mussolini leeft voort. „Als hij tenminste niet homoseksueel wordt", zegt Guido met enige schrik. Annamaria lacht: „Uitgesloten". Guido Mussolini: II Duce knielde alleen voor mij. voeten nog wel. Na de oorlog ont vluchtte Guido met zijn familie Italië omdat het plots overbevolkt bleek met anti-fascistische verzetsstrijders. „Een Mussolini was er zijn leven niet zeker." In 1968 probeerde hij vanuit Argenti nië weer in Italië te aarden. Na twee jaar was hij het zat, uit ergernis over het 'extreem linkse klimaat'. In Vene zuela werd hij ondernemer, met hulp van Fiat-baas Giovanni Agnelli, die foto gpd nando chiapetti hem een dealerschap gaf. Zijn schei ding en het nieuwe huwelijk met jeugdliefde Annemaria brachten hem in 1990 weer terug, nu voorgoed. Naar Predappio, het geboortedorp van opa, reist het echtpaar zo'n tien keer per jaar. Morgen zullen ze er weer zijn, om met duizenden gelijkgezinden 'de moord' op II Duce en zijn geliefde Cla ra Petacci, nu 55 jaar geleden, te her denken. 4 r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 5