Over de schande van het Noordzeekanaal Ook Radoslav Karadzic is een dichter' en oorlog die ïooit over gaat Boeken „telfs in de dalen is Reve een topper Thé Lau kan beter blijven zingen ournalist keert terug naar de Vietcong Het verdwenen paradijs van de Breesaap non-fictie recensie fred berga/gpd De nooit verdwenen oorlog' /illebrord Nieuwenhuis. Uitgeverij Balans. Prijs: 29,50. Vietna?n is oorlog en communisme nog lang niet te boven irord Nieuwenhuis was bij de smadelijke aftocht ie Amerikanen uit Viet- die komende zaterdag ;s 25 jaar geleden werd >id. Als verslaggever voor Brandpunt voorzag hij ederlandse volk van infor- - voor zover die te be- tigen was - over een oor voor de GI's niet was te ;n. Alleen, dat wisten meesten van zijn a's en veel mili- toen nog niet. oorlog die China vol le Ame- n vrij- van commu kostte uit- ijk 3,4 mil- /ietnamezen en Amerikanen het roofde 150 miljard uit de VS-schatkist en e het land een psycholo- dreun op die het nog al- et te boven is, alle latere overwinningen ida, Panama, Joegoslavië, o) ten spijt. is momenteel een tijd erugblikken en excuses :den. Nederland doet dat aan zijn joden en zigeu- Duitsland aan Israël, Ja- lan Nederland, en veel kanen aan Vietnam. Het van Nieuwenhuis, Viet- De nooit verdwenen oor- ist in het rijtje terugblik- mmers, op 29 april 1975, okslag 12 uur 's middags, uit de legerluidsprekers Zuid-Vietnamese hoofd- aigon de verlossende co- dschap: 'Het is nu 105 Fahrenheit en de tem- ur stijgt'. Oftewel: inpak- wegwezen. wat Amerikaans is of ee heeft samengewerkt in helikopters gestouwd igensvlug afgevoerd naar epen van de Amerikaan- ende vloot, die voor de jjt. Nieuwenhuis, camera- lees Colson en journalist 'an Westerloo worden in ïopper' gesmeten en ver- :o'n beetje als laatste re de door de Vietcong in geschoten stad. ïwenhuis ziet een kwart ia zijn vlucht met veel re- ing terug op zijn werk als 'gever in Vietnam. Hij |ilind op de Amerikaanse propaganda en wist eigenlijk niets. Niet van het land, niet van het communisme, niet van de reden waarom daar een bloedige en nietsontziende oor log werd gevoerd. Duizenden tonnen napalmbommen - vele malen meer dan in de hele Tweede Wereldoorlog - om al les plat te branden en duizen den tonnen projectielen met 'agent orange' om het tropische bladerdak weg te schroeien werden door de immense B52's afgeworpen. Het had allemaal weinig effect op de einduit slag: de Amerikanen voch ten op vreemde bodem een vreemde strijd, de Noord-Vietname- zen en hun zui delijke hand langers wis ten waar voor ze hun offers moes ten brengen, de den dat met over gave en wonnen, ui teraard. Nieuwenhuis is eerder teruggeweest naar Vietnam, enkele malen zelfs. Tussen 1992 en 1998 reisde hij door het herenigde land, op zoek naar aanknopingspunten van het hoe en waarom. Hij sprak er met voormalige collega-journa listen, met door de communis ten geëerde oorlogsmoeders, met voormalige generaals, met ex-Vietcong-informanten. Zijn conclusie: nooit zouden we het weer zo doen, noch de militai ren, noch de verslaggevers. Interessant zijn ook zijn waarnemingen in een land dat de oorlog en het communisme nog lang niet te boven is. Nog geregeld sterven mensen door het nagalmen van de chemi sche substanties uit 'agent orange', trappen mensen op mijnen, spelen ze met scherpe munitie. De economie draait nog als in de oorlog, met veel zwarte handel. En de macht hebbers regeren nog altijd met een ongepast grote hoeveelheid wantrouwen, zowel ten opzich te van de eigen bevolking (angst voor contra-revolutionairen) als tegenover het buitenland ('de vijand'). Investeringen worden mondjesmaat gepleegd en toe gelaten, mede door het Ameri kaanse handelsembargo, waar door het land maar moeizaam overeind krabbelt. Het geldt dus niet alleen voor de Amerikanen, maar ook voor de Vietnamezen: deze oorlog is een oorlog die blijft. En het geldt ook voor Nieuwenhuis en zijn collega's, want in totaal lie ten ook 262 persmensen hun leven in 'Nam'. De negentiende eeuw was niét de eeuw van Hildebrand, van dominee-dichters en andere al dan niet romanti sche jongelingen. Het was de eeuw van de schandalige kinder- en vrouwenarbeid, van de uitbuiting van vrijwel iedere arme sodemieter, van de cholera en de hongers noden, en van een kleine, zelfgenoegzame burgerij. In haar nieuwe roman 'De woede van Abraham', die in zoomt op de aanleg van het Noordzeekanaal, toont Con- ny Braam dat eens te meer aan. roman recensie wim vogel 'De woede van Abraham' door Conny Braam. Uitgeverij Meulenhoff. Prijs: 42,95. Koning Willem I mocht dan de Kanalen Koning worden ge noemd, de vaderlandse kapita listen lieten het risicovolle initi atief met graagte over aan voor al Engelse financiers en aanne mers. Zij legden de eerste spoorlijnen aan, organiseerden en exploiteerden de gas- en waterwinning. De Nederlandse arbeider was gastarbeider in ei gen land: rechteloos, krachte loos en verloederd. Buitenland se industriëlen typeerden hen als 'stompzinnige jeneverdrin kers, de slechtst opgeleiden in heel westelijk Europa.' In De woede van Abraham, een documentaire roman van Conny Braam, wordt de onder gang van de Breesaap beschre ven, het prachtige duingebied tussen Velsen en de Noordzee. In de jaren zestig en zeventig van diezelfde negentiende eeuw werd 'Holland op z'n smalst' hier doorgraven om Amsterdam een betere verbin ding met de zee te geven. Het graven van het kanaal, de aan leg van pieren en sluizen trok duizenden berooiden aan voor wie er lange werkdagen waren, weinig loon, geen enkele socia le voorziening, geen huisves ting, geen onderwijs: helemaal niets. De Kanaalmaatschappij gun de de opdracht aan Engelse aannemers die op hun beurt volgens goed negentiende- -eeuws gebruik zo goedkoop mogelijk werkten. Met als resul taat schrijnende toestanden die we kennen uit Fabriekskinderen (1863) van Jan Jacob Cremer en uit enqüetes die leiden tot het Kinderwetje van Van Houten (1874). De treurige geschiedenis van de duizenden kanaalwerkers hier in mijn eigen omgeving kende ik nog niet en alleen al daarom is het goed dat Conny Braam dat vergeten en wegge drukte sociale drama vorm heeft gegeven in een bevlogen en aangrijpende historische ro man. Het interessante van De woede van Abraham zit in de literatuur recensie hans warren/gpd ild werk deel 4' door Gerard Re- 99[bezorging: Nop Maas. Uitgeverij Veen. Prijs: 69,90. iren niet de sterkste jaren literaire carrière van Ge- leve. Toch valt aan de uit de periode 1981 - zoals die bijeengebracht in deel 4 van zijn fraai :ven Verzameld werk, at plezier te beleven. Het n De Vierde Man, het af in boekenweekgeschenk, sprookjesboek Wolf, om 'elie De Stille Vriend en serie lezingen ZelfSchrij- rden. van alle boeken die i wedijveren met de gekwelde, noodzakelij- :hriften uit de jaren zes- ar zonder meer virtuoze, in leesbare literatuur. De ieten het overigens lang tand afweten, maakt de tvoording van bezorger Maas duidelijk. Vooral 'olf was de belangstelling de roman bracht het rder dan twee drukken in jaar. En zelfs De Vier- n bereikte het grote pu iiet waarvoor het oor- elijk bestemd was: sinds verd de vertelling niet erdrukt. lezien valt er door deze ens wat licht in de duis- leken van Reves oeuvre. De Vierde Man verdient nieuwde aandacht: wei ijver weet over zo weinig I te vertellen? Het is de ïdenis, zoals hij het zelf ie, van 'een even harts- ijke als kortstondige ver- g met een jonge we- van het vrouwelijk ge- Christine heet zij en ze in de herkenbaar gete- 'Zuidnederlandse haven- Hij komt daar een le- sven en wordt door de vrouw te logeren ge vraagd. Het begin van een merkwaardig erotisch avon tuur, gesmoord in verrukkelijke ironie en aangelengd met bizar re Reviaanse fantasieën. Wolf en De Stille Vriend zijn minder geslaagd, maar voldoen wel helemaal aan de eis van de auteur dat kitsch moet. Dat is een van de ideeën die Reve naar voren bracht in Zelf Schrij ver Worden, vier openbare voordrachten die hij hield toen hij in 1985 gastschrijver was aan de Leidse universiteit. Hij opperde dat 'geen enkele kun stenaar in zijn werk de kitsch geheel (kan) ontberen en straf feloos buiten de deur zetten'. Juist door de nadrukkelijkheid en gezwollenheid die kitsch ei gen is, zou een kunstwerk her kenbaai' worden. Hij bekende zelf de kitsch steeds minder te schuwen en zich ook graag te bedienen van clichés. Het cli ché betitelde hij zelfs als 'een Godsgeschenk' waardoor de le zer veel energie zou worden be spaard. Hij ging in de lezingen ook in op de godsdienst ('alle kunst is religieus') en op allerlei andere kwesties/ Het treffendst zijn evenwel de bespiegelingen over de ambachtelijke kant van lite ratuur. Hij zet uiteen hoe moei lijk het schrijven van dialogen is, hij gaat in op de effecten van het gekozen woordgebruik en zovoorts. Maar heb je wat aan al deze bedenkingen wanneer je inderdaad zelf schrijver wilt worden? Niet zoveel, vermoed ik. Want dan zou je meteen ook over het wonderbaarlijke talent van Reve moeten beschikken. Een schrijver die oubollige cli chés gebruikt, maar ze een op windende draai geeft. Een au teur die de kitsch zoekt, om die een nieuwe dimensie te verle nen. Iemand kortom die, zoals deze aflevering van het Verza meld werk bewijst, ook in de dalen van zijn loopbaan de lite raire top weet te bereiken. Conny Braam heeft in haar nieuwe roman de treurige geschiedenis van de duizenden die werkten aan het Noordzeekanaal vorm gegeven. illustratie archief personages. De kanaalwerkers vinden in Abraham, een ge vluchte Russische lijfeigene, hun leider en pastor; de bange burgerij van Velsen groepeert zich rondom politiechef Gou- deriaan. Als tussenpersoon fun geert Ezekiel Boerhaave.een jonge journalist van de Opregte Haarlemsche Courant die, in opdracht van zijn chef Conrad Busken Huet, de werkzaamhe- den in de Breesaap verslaat. Ondanks zijn achternaam geldt Boerhaaves belangstelling niet de natuur maar 'de mens, de moderne beschaving en de vooruitgang'. Die interesse botst keer op keer met zijn aan Multatuli en diens Max Have- laar verwante romantische be vlogenheid voor de onderdruk te. Helaas merkt hij dat zijn op gewonden geschrijf over de uit buiting en brutalisering van de arbeiders door Busken Huet streng 'geobjectiveerd' wordt en dat het voor zijn carrière en voor zijn verloofde, het nichtje van directeur Enschedé, beter is zich wat minder te bemoeien met het tuig van De Heide, zo als de eerste nederzetting bij IJmuiden werd genoemd. Het is jammer dat Braam de ze personages tamelijk stereo tiep inkleurt. Wie goed is, blijft dat; wie slecht is ook en wie daartussen valt, durft nooit écht te kiezen. Voor verrassingen zorgen zij niet. Zoals het ook geen verrassing is dat er iets moois ontluikt tussen Lena, de dochter van Abraham, en onze Haarlemse journalist. Wel interessant zijn de details die deze roman uittillen boven goedbedoelde geromantiseerde sociale bewogenheid op af stand. Aanleg, tegenwerking, oplevering en feestelijke ope ning van het kanaal op 1 no vember 1876 worden beeldend en als door een ooggetuige be schreven. Ie ruikt de angst en de bescheten christelijkheid van de burgers van Velsen en wijde omgeving. Stuitend is de arrogantie van grootgrondbe zitters en landgoedeigenaars (Watervliet, Breesaap, Velser- beek e.a.). Maar het langst zul len mij toch de beschrijvingen bijblijven van de woeste schoonheid die de Breesaap eens was. Dat paradijs, dat ver dwijnen moest voor de vooruit gang en andere zaken die wij nodig schijnen te hebben. In die schuldeloze schoonheid groeven andere schuldelozen zich een hol en niet zelden ook een graf. Het is goed dat Conny Braam hen zoveel jaren te laat eindelijk een stem heeft gege ven. Bosnisch-Amerikaanse successchrijver Aleksandr Hemon: jan-hendrik bakker/gpd 'Wat is er toch met Bruno' door Aleksandr Hemon. Vertaling: Babet Mossel. Uitge verij Meulenhoff. Prijs: 36,50. Verbijsterende en bestudeerde zinnen in proza Thé Lau. foto archief lex van rossen Verhalenbundel valt tegen jan-hendrik bakker/gpd 'De sterren van de hemel' door Thé Lau. Uitgeverij Vassallucci. Prijs: 34,50. Er bestaan boeken die men ver der het best in hun waarde laat door ze niet te lezen. Zo'n boek is de verhalenbundel De sterren van de hemel van Thé Lau ge worden. De tekstschrijver/zan ger heeft zijn sporen verdiend, en wel precies in die hoedanig heid. Als schrijver van literair proza leek hij ook wel wat te kunnen, zo bewees hij bij enke le voorleessessies. Het maakte nieuwsgierig naar de op stapel staande verhalenbundel van Lau. Maar wat valt die tegen! Wat precies de beweegrede nen van Lau geweest mogen zijn om dit boek te publiceren, hij had het beter niet kunnen doen. De verhalen zijn in een stijf, gewrongen en deftig pseu- do-literair taaltje geschreven. Bovendien is het jammer dat Lau Renate Dorresteins Het ge heim van de schrijver niet op tijd heeft kunnen lezen, want daaruit had hij misschien kun nen leren dat verhalen hun ei gen logica hebben. Dat een schrijver moet durven luisteren naar wat zijn eigen schepsels willen om tot leven te kunnen komen. Maar eigenlijk komt men aan de plot van deze verhalen nau welijks toe, zó verbijsterend en bestudeerd zijn de zinnen die Thé Lau produceert. In het tweede verhaal is sprake van ie mand die een kathedraal bin nenwandelt. Dat doet hij '...langs de als een zwaar, uit middeleeuws hout gezaagd en met gietijzeren hengsels en scharnieren beslagen gebaar van welkom openstaande deur'. Verlaat de hoofdpersoon de kerk weer dan heet dat aldus: 'Als de meditatie is voltooid, schroef je de kraan van de schone douche van een kort stondig geloof dicht en loop je naar buiten....' Afgezien van de opgeprikte metafoor, is de for mulering ook nog eens onzorg vuldig. Waarom 'schone dou che'? Bedoelt Lau dat het sa- monellabeestje niet in zijn beeldspraak thuis hoort? Dat de douche niet vies is? Nog een voorbeeld, uit het laatste ver haal. De hoofdpersoon zit in het vliegtuig een beetje te suf fen. 'Vanuit een gemoed dat nu - hij had even geslapen - tegelij kertijd leek te dromen en werd opgewekt door de geluiden die om hem heen klonken, luister de hij naar rinkelende glazen, kinderstemmen Wat staat hier eigenlijk? Blijk baar hebben wij een gemoed waar geluiden in doordringen en kunnen wij daarnaast ook luisteren! Wat een geaffecteerd gedoe! Een schrijver die met dit soort taal de lezer blind slaat voor de goede en artistieke be doelingen van zijn werk, had door de uitgever liefdevol toe gesproken moeten worden. Aleksandr Hemon noemt zijn succes als schrijver zelf 'een bo nus, een toetje, maar voor mijn schrijverschap maakt het niets uit. Ik heb altijd willen schrijven en altijd er mee gerekend dat het moeilijk zou zijn een uitge ver te vinden en tenminste een kleine kring van lezers op te bouwen.' Dat liep in zijn geval wat makkelijker. Na zijn vertrek uit Sarajevo in 1992 publiceerde de toen nog volstrekt onbeken de Hemon een verhaal in The New Yorker. Nog voordat hij kon debuteren was zijn boek al naar twaalf andere landen ver kocht. Toch is voor hem schrij ven niets hoogs en verhevens. In Sarajevo heeft hij genoeg ge zien om niet in de val te trap pen van de veronderstelling dat kunst betere mensen zou ma ken. Vergeet het maar. ,,Mijn lievelingsleraar litera tuur in Sarajevo was een Servi sche nationalist. Hij heeft volop meegedaan aan de etnische zuiveringen en staat nu op de lijst van het oorlogstribunaal in Den Haag. Van een andere hoogleraar bestaat een foto waarop je de man ziet voetbal len met het hoofd van een ver moorde moslim. Hij staat zeker ook op de lijst van oorlogsmis- dagers. En neem Radovan Ka radzic, dat is toch een dichter, een heel slechte weliswaar, maar toch, hij las gedichten. Een moordenaar en een oor logshitser is hij. De hele blauw druk voor de etnische zuivering van Joegoslavië, het scenario dat Milosevic nog steeds volgt, is opgesteld door wetenschap per en kunstenaars." Geen illusies dus over de schone kunsten en de verhef fende krachten van de cultuur, Aleksandr Hemon gelooft er niet in. ,,Ik vind het zelf gevaar lijk. Shakespeare lezen maakt je geen beter mens. Je kunt Sha kespeare vanuit allerlei invals hoeken lezen, als humanist, maar ook als nationalist." Hemon voelt zich dan ook niet het type schrijver dat een boodschap heeft. ,,Het enige dat je mag hopen is dat mijn boeken mensen wat aan het denken zetten, zodat ze de we reld om hen heen niet meer als zo vanzelfsprekend zien. Meer kan ik niet doen. Als ik schrijf heb ik als publiek alleen mijn naasten op het oog. Voor de rest opent de schrijver met zijn boek een soort openbare ruim te, waar hij zelf ook maar een klein onderdeel van is. De schrijver is niet dat verheven wezen dat in contact staat met de waarheid, maar gewoon ie mand die een boek geschreven heeft waar anderen nu over praten, hun eigen mening over hebben, eigen gedachten etc. Literatuur is altijd al onderdeel van de politiek." Hoezeer literatuur en propa ganda ook met elkaar verbon den kunnen zijn, ondervond hij tijdens zijn studietijd. Hemon las toen voor uit een tekst, die nu in zijn verhalenbundel te recht is gekomen als Leven en werk van Alphonse Kaunders, een verzameling hilarische aan tekeningen over een wereld vreemde geleerde, een man die zijn leven wijdde aan een bi bliografie van bosbouwkundige boekwerken. Hemon laat hem de liefde bedrijven met Eva Braun, Hitiers vriendin, zijn ei gen blindedarm eruit halen en discussiëren met zijn hond. ,,Ik heb die notities indertijd voor gelezen alsof het om een soort documentaire ging. De mensen geloofde het. Ze kwamen met allerlei aanvullingen!" Betekent dat dat er tussen ge schiedenis en fictie geen ver schil is, maar dat alles er van af hangt hoe je het presenteert? ,,Nee, dat is te extreem. Dat leidt ertoe dat je kunt volhou den dat de holocaust gewoon een verhaaltje is, dat als ge schiedenis wordt opgediend. Onzin. Maar geschiedenis en li teratuur hebben wel gemeen, dat ze alle twee de verhaalvorm hebben. En daar maakt de pro pagandistische pers gebruik van. De media brengen gewoon een verhaaltje, fictie, alsof het om de werkelijkheid gaat. En de mensen geloven het!" Aleksandr Hemon (1964) is een grote jongeman. Gekapt volgens de tijd, zijn rechter hand in het gips (gewoon thuis gebroken). Hij woont en werkt tegenwoordig in Chicago, waar hij leeft met zijn vrouw, maar schrijft nog steeds een column voor een krant in Sarajevo. Sinds zijn vertrek naar de Ver enigde Staten is zijn interesse voor het achtergelaten vader land alleen maar groter gewor den, vertelt hij. Hij gelooft nog steeds sterk in de idealen van een multi-etnische samenle ving, zoals die ook voor 1990 bestond in Bosnië. En... hij heeft hoop. „Ik zie vooruitgang, voor het eerst sinds jaren. De verkiezin gen in Bosnië zijn gewonnen door de gematigde sociaal-de mocraten. Zij zijn voor een ge mengde samenleving. Hun par tij wordt geleid door een Serviër die tijdens de verkiezingen van deur tot deur ging, naar de moslims. Kijk, hier ben ik, een Serviër en toch geen nationalist! Dat kan namelijk. Die man heeft het vertrouwen gewon nen. In Kroatië gaat het na de dood van Tudjman ook beter. En in Servië kan het nog mis schien vijf jaar duren, maar het Milosevic-bewind zal verdwij nen. Dan zal er een heel andere wind gaan waaien, onvermijde lijk. De multi-etnische samenle ving is het enige recept voor de toekomst." Aleksandr Hemon: „In Servië kan het nog misschien vijf jaar duren, maar het Milosevic-bewind zal verdwij nen. Dan zal er een heel andere wind gaan waaien, onvermijdelijk. De multi-etnische samenleving is het enige recept voor de toekomst." foto gpd jacques zorgman

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 21