ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Miljoenenstrijd om de klant
ZATERDAG 22 APRIL 2000
eidsch Dagblad
Vernieuwing lokale winkelcentra leidt tot kannibalisme
Lisse is klaar. Noordwijkerhout
aarzelt. Sassenheim is bezig.
Voorhout heeft zijn plannen op
papier en Hillegom snakt na
lang praten ook naar actie.
Over een paar jaar hebben deze
gemeenten in de Bollenstreek
hun winkelcentra
opgekalefaterd en flink
uitgebreid. Zonder
uitzondering willen ze met hun
extra vierkante meters
winkelvloeroppervlakte
inwoners van buurgemeenten
lokken dan wel verloren
gegane klandizie terugwinnen.
Is het wel zo logisch dat vier
buurgemeenten elkaar met
hun winkelcentra aftroeven?
Hillegom: ruim 20.500 inwoner», heeft een kleine
22.000m2 aan winkel». Plannen: Centrum uitbreiden
van 3000rrf aan o.m. het Henri Punantplein en de
Hoofdstraat (foto).
De Zilk
De meeste winkeliers en politici
noemen de opmars van de de
tailhandel een vanzelfsprekend
gevolg van de economische hoogconjunc
tuur en maken zich niet bijster veel zorgen
over bij voorbeeld overbewinkeling. Maar de
twijfel groeit. Bij de Kamer van Koophandel
en bij burgemeester Buddenberg van Sas
senheim. Terwijl de stratenmakers in die
plaats de voornaamste winkelstraat (Hoofd
straat) van een nieuw tapijt voorzien, plaatst
Buddenberg vanuit het gemeentehuis kant
tekeningen bij al het wapengekletter in de
regio. Hij zegt het te betreuren dat de ge
meenten afzonderlijk plannen bedenken en
ten uitvoer brengen, zonder dat ze daarvan
rekenschap aan elkaar afleggen. „Er is wel
overleg geweest, maar de uitkomst was dat
ieder zijn eigen weg gaat.
De burgemeester bepleit meer zeggen
schap en bevoegdheden voor het Regionaal
Economisch Overleg (REO), waarin de ge
meenten uit het werkgebied van de Kamer
van Koophandel Rijnland gezamenlijk op
trekken. Maar voor samenwerking en bin
dende afspraken, is pas draagvlak als de om
standigheden die afdwingen. „Als de econo
mie instort en er ontstaan problemen in de
winkelcentra, dan zijn gemeenten wél gene
gen de hemden ineen te slaan. Die noodzaak
ziet men nu niet. De mentaliteit in de Bol
lenstreek is toch dat men pas iets wil als het
nut wordt ingezien."
Buddenbergs bedenkingen steken scherp
af bij het enthousiasme van wethouder Wa-
gemakers (WD), die al sinds 1990 betrokken
is bij de plannenmakerij voor het Sassen-
heimse winkelgebied. „Er zijn goede rede
nen voor gemeenten om afzonderlijk hun
centrum aan te pakken. Zo heeft Lisse van de
Kamer van Koophandel en de provincie een
regionale functie toebedeeld gekregen en is
Voorhout een groeigemeente", zegt ze.
„Ik heb in het Brabantse Oss gewoond.
Die gemeente groeide in die tijd uit van een
dorp van 25.000 inwoners naar een stad met
60.000 zielen.'Het hart van het centrum is
echter hetzelfde gebleven en Oss haalt die
achterstand nooit meer in. Er zijn louter lap
middelen gebruikt, het is nooit een keer
goed aangepakt. En nu zit Oss met, zeg
maar, verdeelde brokken die nooit meer aan
elkaar kunnen worden gelijmd."
Volgens H. Willemse, eigenaar van vijf
kapperszaken in deze regio en voorzitter van
de Winkeliersvereniging Voorhout (WiVo),
zou het centrum ook zonder groei van het
inwonertal moeten worden opgekalefaterd.
Het inwonertal is nu zo'n 13.000 en groeit op
termijn naar 16.000 18.000. Maar al tijden
lijdt het centrum van Voorhout onder 'te
weinig winkels, te weinig keus en te veel
doorgaand verkeer'. „Er staan ondernemers
te trappelen om te beginnen maar er is geen
ruimte." Met als gevolg dat zeker 40 procent
van de Voorhouters zijn boodschappen el
ders doet. Vooral Sassenheim profiteert
t bijna 22.OOO inwoner», heeft zijn winkelgebied
de laat»te jaren flink uitgebreid met het ten dele over
dekte centrum Plokhui» (fotb). Totaal be»trijken
de winkel» ruim 35.000mÜ
3: .cc iheun ruim 15.500 inwoner», heeft meer dan
15.000m2 aan winkel» en wil komende jaren uitbreiden
met nog een» 3000m2. De nieuwbouw komt o.m. aan de
Kerklaan en de Hoofdotraat (foto) te etaan.
Voorhout: kleine 13.000 inwoner», heeft iet» meer dan
6000m2 verkoopvloeroppervlakte. Al» alle» volgen» plan
verloopt, wordt de Heren»traat (foto) en het gebied
over het »poor waar nu de bibliotheek etaat, de komende
jaren opgeknapt en komt er 5000m2 aan winkel» bij.
Noord
wijkerhout
daarvan. Daar staat tegenover dat veel inwo
ners van deze gemeente winkelen in Lisse.
Niet één dorp houdt al zijn inwoners bin
nenboord, stelt Willemse. „Simpelweg om
dat mensen mobiel zijn. Als je toch een auto-
tje hebt en je weet ergens een leuk winkeltje,
wat let je dan?" Hij ziet in dit fenomeen geen
competitie of concurrentiestrijd met de bu
ren. ,Ach, wat heeft Sassenheim nu tot nog
toe helemaal gedaan? De wegen herbestraat,
dat is het. Ik heb een weddenschap met de
Sassenheimse burgemeester lopen over wie
de eerste paal in de grond heeft, Sassenheim
of Voorhout. Dat is overigens maar een dol
letje hoor. Er is geen strijd. Wij mikken ook
niet op klanten van 'buiten'. Als we van die
40 procent de helft terug krijgen ben ik tevre
den."
Het winkelcentrum moet in de behoefte
voorzien van de plaatselijke bevolking, stelt
Willemse. „Dat zijn geen grootse plannen of
zo. Dat is gewoon je plicht. Behalve onder
wijs en sportverenigingen moet je je inwo
ners ook een gedegen winkelapparaat bie
den."
Voor wethouder Wagemakers is de ideale
situatie bereikt als de inwoners voor alle arti
kelen in hun eigen gemeente terecht kun
nen. In Sassenheim is dat in grote lijnen het
geval. „Maar voor bij voorbeeld tassen kun je
hier niet terecht in een speciaalzaak maar
moet je naar dat ene rekje bij de schoenen
winkel. En een goede lingeriezaak, die mis ik
ook."
De ideale situatie volgens Wagemakers
lijkt op gespannen voet te staan met de re
giofunctie die Lisse en Katwijk vervullen. De
centra van de badplaats en het bollendorp
zijn immers aangewezen om inwoners uit
naburige gemeenten aan te trekken met win
kels die niet in de eigen woonplaats zijn te
vinden. De Lissese wethouder Moolenaar
(CDA) ziet in de ontwikkelingen bij de buren
geen bedreiging. „Ze zijn niet in de eerste
plaats gericht op uitbreiding maar op het
aantrekkelijker maken van de winkelgebie
den. Zeker Voorhout is geen gevaar. Het win
kelstraatje daar ben je alweer uit voordat je
er erg in hebt. Het zou tijd worden dat daar
eens iets gebeurt."
Status aparte
Het nieuwe Lissese winkelcentrum Het Blok
huis beschouwt Moolenaar als het resultaat
van 'een soort van Gouden Eeuw waarin wij
leven'. „De mensen hebben meer te beste
den en dat vertaalt zich ook in de groei van
aantallen winkels en de omvang van de win
kelvloeroppervlakte. Als ik al ergens bang
voor ben dan is het niet dat buurgemeenten
elkaar kapot concurreren, maar voor een pe
riode van economische achteruitgang. Daar
van zou Lisse wel eens een gevoelige knauw
kunnen krijgen, ja."
De voorzitter van de ondernemersvereni
ging Hillegom, T. van Ruiten, gelooft dat Lis
se meer heeft te vrezen. „Lisse is te groot
voor het servet en te klein voor het tafella
ken. Voor zijn eigen inwoners heeft Lisse al
die meters winkelvloeroppervlakte niet no
dig. Ze zijn duidelijk bedoeld om inwoners
van Sassenheim, Voorhout en Hillegom bin
nen te halen. Maar dat wordt een stuk moei
lijker als die gemeenten zelf ook gaan uit
breiden."
Van Ruiten begrijpt niets van de status
aparte van Lisse. „Zo'n bollendorp - want
dat is het - een regionale functie geven...
Waarom moet dat zo nodig? Vroeger had je
je eigen winkelcentrum en ging je voor spe
ciale dingen naar Leiden of Haarlem. Wat is
daar mis mee? Te veel auto kilometers zeggen
de beleidsmakers. Maar ik betwijfel dat.
Want hoe korter de afstand, hoe vaker je
gaat. Ik vind het dus een gecreëerde behoef
te. Laat die auto staan en doe op de fiets al je
boodschappen in je eigen dorp."
Lisse is heel modern geworden, vindt Van
Ruiten. „Maar van het centrum gaan er der
tien in een dozijn. Die gemeente is haar ka
rakter verloren. Ik winkel er wel eens om
dingen te krijgen die ik in Hillegom niet kan
vinden en anders ga ik naar Haarlem. Ik
maak dus wel gebruik van de regionale func
tie van Lisse maar ik blijf erbij dat Lisse een
gecreëerde behoefte vervult. Ik begrijp het
beleid van de provincie sowieso niet. Hille
gom heeft in de praktijk ook een regionale
functie. Wij trekken veel klanten uit Noord-
Hollandse dorpen als Bennebroek, Beins-
dorp en Vogelenzang, maar die werden aan
vankelijk niet meegeteld in het onderzoek
van Zuid-Holland. Vervolgens krijgt Lisse wel
het predikaat regiofunctie zonder dat de pro
vincie grenzen stelt aan de groei van de cen
tra in de omliggende gemeenten. Ik sluit ze
ker niet uit dat daardoor slachtoffers vallen."
C. Broeksma secretaris van de Kamer van
Koophandel brengt hier tegenin dat Lisse
zijn huidige positie heeft te danken aan
'krachtdadig beleid van de gemeente en de
ondernemers'. „De Duin- en Bollenstreek
behoorde vroeger heel duidelijk tot de Leidse
invloedssfeer. Maar Leiden en ook Haarlem
zijn de auto's gaan weren en mensen die per
se met de auto naar de winkels willen, ko
men niet meer in die steden. Lisse is slim in
dat gat gesprongen door te zorgen voor een
foto'»: Wlm Dijkman
parkeerplaats voor elke winkel."
Omdat Lisse en Katwijk al een groter cen
trum hadden dan de buurgemeenten kregen
zij in de jaren negentig een regiofunctie. „De
provincie wil hiermee juist voorkomen dat
gemeenten elkaar met hun winkelcentra ka
pot concurreren." Het probleem bij de uit
voering van dit regionale beleid is dat veel
gemeenten al voor die tijd bezig waren met
hun centrumplannen. Broeksma waar
schuwt vanuit het kantoor van de Kamer van
Koophandel aan de Leidse Stationsweg dan
ook voor 'kannibalisme' in de Duin- en Bol
lenstreek. „We waarschuwen tegen bouwen
voor de leegstand. De bomen reiken nu meer
dan ooit tot in de hemel maar de economie
krijgt onvermijdelijk een dip. Veel optimisme
over de hoogconjunctuur komt voort uit ver
trouwen in wat de nieuwe economie wordt
genoemd: internet. Maar als die nieuwe eco
nomie echt zo wortel schiet als wordt voor
speld, dan gaat die juist ten koste van de de
tailhandel."
De ondernemersverenigingen kunnen niet
veel met deze waarschuwing zo lang een cij
fermatige onderbouwing ontbreekt, erkent
Broeksma. „Ze zeggen: oké, maar geef ons
dan de grenzen van de groei aan. En dat is
lastig. Want zo exact kunnen wij die niet be
palen. Van ongebreidelde groei in de bollen
streek is overigens nog geen sprake. Maar al
met al komt er de komende jaren toch zeker
zo'n 10.000 vierkante meter aan winkelruim
te bij. En dat is veel. Wij vragen ons ook af of
dat wel allemaal goede meters zijn. Verho
gen ze de kwaliteit van het winkelcentrum?"
Als voorbeeld noemt Broeksma Noordwij
kerhout en Hillegom. Plaatsen met een
mooie oude dorpskern. „Daar moet je abso
luut met je vingers afblijven. Alles wat je daar
in het centrum weghaalt is kapitaalvernieti
ging want sfeer is juist je sterkste troef. Een
kastanje van 80 jaar oud heb je niet overal,
een Etos wel." Uitbreiding in Hillegom en
Noordwijkerhout kan wel maar daarbij moet
de kwaliteit voorop staan. „Een sterk punt in
Hillegom is dat er veel zelfstandige onderne
mers zijn. Dat moet Hillegom vooral zo hou
den. Zo'n Lisse bijvoorbeeld, dat is een door
geschoten keten. Dat geeft niet want daar is
zeker markt voor, maar als je overal hetzelfde
rijtje krijgt is het succes er snel vanaf."
Veenbrand
Hillegom hoopt zijn centrum vooral te ver
sterken met lokale ondernemers en wil een
intocht van ketens voorkomen. Ook de Voor-
houtse voorzitter van de winkeliersvereni
ging wil niet dat de Bollenstreek een een
heidsworst wordt. Het rijtje Hema-Blokker-
Etos moet zijn dorp bespaard blijven. „Dat
heb je al op verschillende plaatsen." Kwalita
tieve uitbreiding is het motto conform de
uitkomst van tal van rapporten en adviezen.
Maar in de praktijk blijkt dat toch lastig te
verwezenlijken. „Als gemeente heb je nau
welijks tot geen invloed op de brancheverde
ling en moet je met lede ogen aanzien dat de
zoveelste drogisterij neerstrijkt." Ondertus
sen heeft wethouder Wagemakers er ook
weer een zien vertrekken maar tot een jaartje
of wat geleden zaten in het zuidelijk deel van
het Sassenheimse centrum DA, Kruidvat en
Trekpleister bijeen. Uiteindelijk redde de
laatste het niet. „Of het stom is van die be
drijven om zo samen te klonteren? Welnee,
zo redeneren ze niet. Ze zijn al lang blij als ze
een plek in een dorp kunnen bemachtigen
en ketens kunnen het vervolgens lange tijd
uithouden zonder dat er geld binnenkomt."
Kleinere ondernemers zijn niet altijd tegen
dit soort concurrentie opgewassen en leggen
het loodje.
Een veenbrand noemt Broeksma het da
lende aandeel van het midden- en kleinbe
drijf in winkelcentra. „Doordat de branches
steeds meer worden geregeerd door ketens
lijken de winkelgebieden steeds meer op el
kaar. Daar is klaarblijkelijk markt voor. Er
wordt dikwijls gezegd dat de consument op
zoek is naar exclusiviteit. Toch bloeien de
ketens als nooit tevoren. De textiel is een uit
zondering maar in veel andere sectoren is
het grootwinkelbedrijf aan de macht."
Broeksma is ondanks de voortwoekerende
veenbrand geen pleitbezorger van meer
overheidsinvloed en regels bij de verdeling
van branches. De secretaris wil die aan de
marktwerking overlaten. „Ondernemers
moeten offensief zijn", zegt hij. „Als je de
komst van een drogist probeert tegen te hou
den omdat die branche al goed is vertegen
woordigd in je centrum, is dat op termijn ar
moede. Daar leg je het op af."
Om toch enigszins invloed te kunnen uit
oefenen op het soort bedrijven dat zich in
het centrum vestigt, doen gemeenten en on
dernemers er verstandig aan een projectont
wikkelaar te zoeken 'die bij de plannen past',
stelt Broeksma. „Natuurlijk streeft een pro
jectontwikkelaar naar zo hoog mogelijke op
brengsten maar daarmee is hij nog geen
haai. Hij heeft ook een naam hoog te houden
en moet daarom niet alleen oog voor geld
maar ook voor andere zaken hebben."
Ook T. Tibboel, voorzitter van de Lissesse
ondernemersvereniging Alverha, is tegen
meer regelgeving op het gebied van de bran
cheverdeling. De markt is de beste regulator,
meent hij. „Als je tegenwoordig geen markt
onderzoek doet en je zomaar ergens vestigt
waar je eigenlijk niets te zoeken hebt, ga je
als ondernemer op je bek." Dat ketenbedrij-
ven deze 'wet' jarenlang kunnen ontduiken,
is een probleem, erkent hij. „Als ketens het
zich kunnen veroorloven zich ergens te ves
tigen zonder dat ze winst hoeven te maken,
kunnen ze de hele boel verstoren, ja."
Lisse worstelt overigens niet met dit pro
bleem. Het centrum floreert als nooit tevo
ren en moest vorig jaar alleen Delft boven
zich dulden in de ranglijst van Nederlandse
winkelcentra. Uit Tibboels mond komt dan
ook geen kritiek op de vele franchisers die
zijn dorp rijk is. De bezoeker van het Lissese
centrum passeert in korte tijd al snel zo'n
twintig ketenbedrijven. Tibboel: „Het zijn in
derdaad geen authentieke bedrijven maar je
hebt ze wel nodig als trekker. Mensen komen
op ketens af en dat maakt het voor specialis
tische winkeltjes ook weer aantrekkelijk om
zich hier te vestigen."
Ingewikkeld en spannend
Niets of niemand lijkt echt vat te hebben op
de ontwikkelingen in de winkelgebieden in
de Duin- en Bollenstreek: ondernemers niet,
de gemeenten niet, de detailhandel niet en
zelfs de marktwerking niet. „De situatie is te
vergelijken met een zorgvuldig opgebouwd
en historisch gegroeid kaartenhuis", meent
O. Zwart, van Marktplan Adviesgroep, die
voor het REO onderzoek verrichtte naar de
detailhandel in deze regio. ,Als Sassenheim
boven zijn stand groeit en zich zou scharen
bij de grote vier - Leiden, Alphen aan den
Rijn, Katwijk en Lisse - dan is het wankele
evenwicht verstoord en zijn de gevolgen niet
te overzien."
Zwart toont begrip voor de gemeenten die
hun winkelcentra opknappen. „Hillegom is
verouderd en ziet veel klanten naar het op
geknapte Lisse gaan. De' Sassenheimse de
tailhandel heeft aan de lokale bevolking al
léén niet genoeg klanten. Voorhout heeft in
de huidige situatie juist een te klein winkel-
apparaat en breidt uit vanwege het stijgende
inwonertal. Sassenheim reageert daarop om
dat die gemeente zijn positie uiteraard niet
wil kwijt raken. Het is, kortom, een ingewik
keld en zeer spannend spel. Want ze trekken'
allemaal aan dezelfde consument."
MARIJN KRAMP
WIM KOEVOET