Het oneerlijke gevecht tegen de zwaartekracht k ben echt geen boeman' Sport r Nacompetitie? JAG 22 APRIL 2000 ouw als gewichthefster, dat moet wel een ge- tegen de vooroordelen zijn. „Het is niet erg. Andere mensen reageren wel eens on- als ze horen dat je als vrouw aan gewichthef- Er is mij wel eens gevraagd: „Goh, wil je Olympische Spelen. In welke sport dan? De denken al snel aan atletiek of aan een ande- lenl atie Voorschotense gewichthefster Yvonne van der Stoep wil naar Sydney i schotense heeft niet het uiterlijk dat je een, ie van een gewichthefster zou verwachten, groot, weegt slechts 63 kilogram en is niet en zwaar gespierd. van der Stoep maakt zich niet druk over de ie en die veel mensen van haar sport hebben. d'S ijk kent ze de publicaties over dopingzon- ooral gewichtheffers uit de voormalige Oost den zijn tegen de lamp gelopen. Ze bezorg- iport een imago van pillen slikken en de n. Zelf zegt Van der Stoep er niets mee te e willen hebben. jn dopingrapporten er maar op na. Het is nu dit jaar heb ik buiten de competitie al drie s gehad. Ik hoef me niet te verdedigen. Ik ook een blamage van mijn sportcarrière vin- f surf ik geregeld op internet om er achter te vat de gevolgen zijn bij mensen die gebruikt Hoe is het met de gezondheid van die men- het nog wel mensen? Leven ze nog wel?" ;gebruik is concurrentievervalsing. Je maakt van hulpmiddelen om beter te kunnen trai- verd op zondag Nederlands kampioen po- Door de inspanningen kon ik op maandag lag niet trainen. Als dat met gebruik van die n wel kan, heb je een oneerlijke voorsprong ïcurrenten." Natuurlijk heeft ook zij haar ,Maar ik kan niet iemand aanwijzen en zeg- hij of zij gebruikt." of geen doping, Yvonne van der Stoep voert, en met haar concurrentes uit het buiten- oneerlijke strijd. Dat heeft alles te maken verschil in faciliteiten. „Voor een meisje in ordt alles geregeld, voeding, massage, rust. c\ n de hele dag trainen. Wij hebben die moge- bijna niet. Die moet je zelf creëren. Ge- ffen is een kleine sport, dus krijgt de bond lig subsidie van NOC*NSF. Een grote bond sporters meer bieden." ik een sponsor heb, kan ik me nu meer ver- dan voorheen", zegt de gewichthefster. de steun van Vegro Verpleegartikelen kon ze g jaar haar baan opzeggen. Ze verruilde haar status bij de brandweer van Voorschoten van vrijwilliger. En sinds drie maanden is Stoep vrijgesteld van de uitrukdienst, zodat leer bij nacht en ontij haar bed uit hoeft, gt voor rust, omdat ik niet meer die verant- ijkheid heb. Ik kan nu altijd zeggen dat ik er heb gedaan om Sydney te halen. Ik hoef ooit verwijten te maken." die haar te wachten staat, is zwaar. Andere krijgen vele kwalificatiemogelijkheden voor n. Van der Stoep moet het met twee kansen eerste is al voorbij: het WK, afgelopen no- in Athene. Ze werd zestiende. Om voor :ekse plaatsing in aanmerking te komen twaalfde worden. Bij het komende EK in van 23 tot 30 april - zijn de eisen niet itreng. Van der Stoep heeft brons nodig om :t af te dwingen. Het WK maakte duidelijk logelijk is. De Voorschotense, die inmiddels >p de Europese ranglijst staat, was in Athene \touw van het continent. „Ik acht de kans haal daarom nog steeds groot." Lukt het Twintigduizend pakken suiker van een kilo. Alleen al bij de gedachte dat zo'n suikerberg moet worden verplaatst, breekt spontaan het angstzweet uit. „Ja, als je het zo zegt. Moet ik twintigduizend pakken bij de Albert Heijn halen, dan word ik ook helemaal gek." Toch draait Yvonne van der Stoep voor het gewicht haar hand niet om. De Voorschotense krachtsportster brengt wekelijks minimaal twintigduizend kilogrammen aan gewichten de lucht in. Haar strijd tegen de zwaartekracht dient slechts één doel. Van der Stoep wil de Olympische Spelen van Sydney halen. Op 26 april kan ze tijdens het EK plaatsing afdwingen, door PETER VAN DER HULST Van der Stoep niet, dan kan ze slechts hopen dat haar plaats op de wereldranglijst voldoende is voor uitzending of dat ze in aanmerking komt voor een van de wildcards. De Voorschotense, die uitkomt in de klasse tot 69 ki logram, begon pas op late leeftijd met gewichthef fen. „Mijn vader deed ook aan deze sport, maar hij heeft het nooit gepromoot. Hij zei later wel 'als ik dit geweten had, had ik je eerder gesteund'." En hij had het kunnen weten. Al op jonge leeftijd liet hij zijn dochter oefeningen aan de rekstok doen. Tien keer optrekken stond gelijk aan een gulden. Van der Stoep spaarde zo heel wat zakgeld bij elkaar en hoefde ondertussen niet bang te zijn voor haar leeftijdsgenootjes in Den Haag, de stad waar ze op groeide. Ze beet goed van zich af. „Maar kinderen met een bril mocht ik van mijn moeder niet slaan. Daarom heb ik bij een klein kind ooit eens eerst zijn bril van zijn gezicht gehaald. Toen mocht ik slaan, maar het was geen succes", zegt ze lachend. Het was judo dat tot haar dertigste zo'n beetje haar sportleven bepaalde. Gescheurde enkelbanden maakten het gevecht op de mat onmogelijk. Ze stap te over naar de krachtsport en al snel behoorde ze tot de top van Nederland. Inmiddels telt haar palma res tien nationale titels gewichtheffen en twee gou den medailles bij het NK bankdrukken en NK po- werliften. In mei mag ze daardoor in Argentinië meedoen aan het WK powerliften. .Alledrie de tak ken van krachtsport zijn nu vertegenwoordigd. We hadden namelijk nog geen powerlifter in de familie. Wel een worstelaar en een gewichtheffen De chauffeiir pompbediende van de Voorschotense brandweer, behaalde niet alleen nationale titels maar werd tijdens de 'World Police and Firemen Games' wereldkampioen - gewichtheffen en bankdrukken - onder haar eigen beroepsgenoten. Bij de Masters - vrouwen boven de 35 jaar - heeft ze de Europese en wereldtitel in handen en daarnaast is zij in het bezit van het Europees en wereldrecord trekken (72 kilo) en stoten (97,5 kilo). Haar nationale records staan op respectievelijk 77,5 en 100 kilo. Veertig jaar is ze inmiddels en tien jaar actief in het gewichtheffen. „Ik denk dat ik op het EK een van de oudste deelneemsters ben." Het bezorgde haar een strijd tegen een volgend vooroordeel: haar leeftijd. „De vorige bondscoach, Pierre Verkroost vond mij te oud om nog mee te draaien. Ik heb daarover zelfs een brief aan Erica Terpstra geschreven. Het kostte me uiteindelijk twee jaar. Ik mocht niet meer deelne men aan internationale wedstrijden en daardoor verloor ik mijn NOC'NSF-status. Je draait jaren aan de top mee, maar hoort er opeens niet meer echt bij. Het motiveert je niet als je wordt buitengesloten om dat je te oud bent. Pas later wil je het tegendeel be wijzen. Inmiddels hebben we een nieuwe teamma nager, Tom Bruijnen, en bondscoach, Hassan Hayd- ari. Zij hebben er geen problemen mee, als ik mijn kilogrammen maar draai. Sinds een aantal maanden ben ik weer terug. Het EK was weer mijn eerste in ternationale toernooi." Het leven van Yvonne van der Stoep ademt gewicht heffen uit. Naast een vitrine met daarin allerlei pop petjes, beeldjes en stripfiguren zijn twee wanden be zaaid met bekers, medailles en oorkondes. Zelfs op haar trouwkaart - twee kussende gewichten - en in het fotoalbum van haar huwelijk ontbreken de hal ters niet. Wat wil je ook als je met een powerlifter (Cees Damen) bent getrouwd. „We hebben elkaar le ren kennen tijdens een cursus krachtsportbegelei ding." Daarin ligt ook haar toekomst. „Ik wil het na dit jaar rustiger aan gaan doen en meer gaan bege leiden. Ik blijf wel gewichtheffen, alleen niet meer op hoog niveau. Ik wil mijn lichaam ook een keer rust geven. Ik ben in het verleden aan mijn schouder ge opereerd en zes weken later deed ik weer mee aan een wedstrijd. Dat is niet helemaal goed." Van der Stoep, lid van LKV De Spartaan, gaat soms wel eens over de grens. Niet voor niets vroeg een sportarts ooit eens aan haar: wat doe je als het rode lampje brandt, vul je dan olie bij, of haal je het lamp je eruit. In een wedstrijd kwam haar antwoord. „Ik had een kijkoperatie gehad en mocht een zware trai ning doen als test. Ik dacht: dan kan ik mooi aan de Masters meedoen. Toen ik terugkwam bij de arts zei hij dat hij me geen toestemming had gegeven om een wedstrijd af te werken. Dat is toch hetzelfde als een zware training, zei ik nog. Ik kreeg als verwijt: met jou valt niet te praten." Het is die zoektocht naar de grenzen van haar moge lijkheden die haar zo in de sport aanspreekt. Maar vooral ook de concentratie. „Het is net als het ma ken van een doelpunt voor het Nederlands elftal, meestal krijg je dan ook maar weinig kansen. Mislukt het, dan is je beurt voorbij. Je mag maar drie keer trekken en drie keer stoten. Het is maar zes minuten. Voor zes minuten wil ik naar Australië. Sta je daar bij stil dan denk je: ik ben niet goed wijs. De halter is ge woon je vriend. Je mag er ook nooit overheen stap pen, puur uit respect voor het ijzer. Doe je het wel, dan moet je je laatst getilde gewicht nog een keer omhoog brengen. Wim van Dam sr. had het laatst. Hij kon opnieuw 220 kilogram tillen." Australië. Yvonne van der Stoep kan er nu al bij weg dromen. „Het is voor het eerst dat vrouwen aan het gewichtheffen mogen meedoen. Dat draagt absoluut bij aan de acceptatie van de sport. Het is ook zo'n mooie sport; epp gevecht tegen de zwaartekracht. Je hoeft op zich niet heel erg sterk te zijn. Het is voor namelijk techniek. Een sport ook waarin ze nooit de absolute wereldtop zal bereiken. „Je probeert het uiterste uit jezelf te halen. Ga ik naar Sydney dan hoop ik een Nederlands record te halen en zesde te worden. Maar eigenlijk zijn de Spelen voor mij al ge slaagd als ik in het vliegtuig op weg naar Australië ben." van Vliet heeft nergens spijt van edward swier voor Teun van Vliet er aan te ontsnappen, je voor het onderwerp sprake te brengen, dere cafébezoekers het vijftal Hollanders die tste mond hebben in ische kroeg Taveerne len Poort in Schoten, •en de ploegleider van ites weinig fijnzinnig is eerdere uitspraken. Lin, geen bier na de Vant anders gaan we r van Petegem vertel- liet bestelt koffie. Hij een kater. Woensdag een crash met de auto Op een van de kassei- in de Scheldeprijs de ex-prof zijn olie- c. Nog voor zijn ren- iest Teun 'afstappen', schaamt zich. En dat ij dit seizoen toch al heikeler kwesties heeft Dplossen. rentree in het peloton Ie aimable Teuntje van ch een streng ploeglei- eg naar bed' en 'geen luidden de dwingende ichl 'n8en- De losse TVM- eg - op uitdrukkelijk van de nieuwe hoofd- - te maken met een ïrslijf. Renners protes- meestal anoniem. niet natuurlijk. Als ren- hij prima in de losse in TVM gepast, als Tiai s is hij het tegenover- bijzonder krampach- de één van de protes- 'en kopman Peter van en Servais Knaven gin- nlijk de verbale strijd geen tot nieuw rumoer Een blik van verstandhouding tussen Servais Knaven en zijn ploegleider Teun van Vliet (rechts). aat is een jongen die als vanwege mijn opge- karakter, veel lachte. Stel was wel serieus met bezig. Laat de mensen dingen niet door el- in. Dat renners niet al- mij zouden durven zeggen, geloof ik niet. Men kan alles tegen mij zeggen, zolang het maar niet tot een nutteloze discussie leidt. Ik ben echt geen boeman. Dat geloof je zelf toch niet", zegt. hij met de van hem bekende grijns. Van Vliet had nog nauwelijks bedacht wat hij in zijn nieuwe functie zou gaan doen, toen hij al schoon schip moest maken in Australië, waar Robbie McE- wen 'te' naakt over de hotel gang liep. Toen de successen kwamen - Farm Frites won tot de vooravond van de Amstel Goldrace tien koersen - ver stomde de kritiek enigszins. Het (te) dikke bloed van Dave Bruy- landts verbrak de schijnbare rust. De kwestie-Guido van Cal- ster - de vroegere assistent van TVM-manager Cees Priem werd ontslagen - bleef vrijwel geheel uit de publiciteit. En dan waren er nog de voortdurend gefrons te wenkbrauwen van de ploeg leiders Hendrik Redant en Egon van Kessel, die morden over de gebrekkige samenwerking met Van Vliet. „Het was een kwestie van gewenning, denk ik". Als klap op de vuurpijl blijft boven dien de geest van Priem, die FOTO ANP nog goede contacten met diver se renners onderhoudt, rondwaren. Had Van Vliet dit alles voor zien, was hij er dan ook aan be gonnen? De geboren Zuid-Hol lander (38) was aan een nieuwe uitdaging toe. Na een fraaie loopbaan tussen de wielen (af gebroken door een chronische darminfectie) was hij eigenaar van een eetcafé in Baarle-Nas- sau en handelaar in onroerend goed. Maar het fietsen hield zijn voorliefde. „Ik heb er, al wist ik niet wat er op me af kwam, absoluut geen spijt van. 's Zomers was ik al wat jaartjes chauffeur van een gastenwagen tijdens de Tour de France. Nu is het serieuzer, maar heb ik er ook veel lol in. Ik vind het geen probleem om in plaats van 40 uur per week, er'misschien wel 80 of 120 te maken. Mijn credo is: gewoon doorgaan met ademhalen. Ik ben redelijk stressbestendig. Al die akkefie tjes doen me dan ook niks. Spijt? Nee, nergens van." Er werd onlangs nog, van binnen de ploeg, gesuggereerd dat Teun van Vliet iets al te hard van stapel was gelopen. Wat al te vlot zijn stempel op de ploeg wilde drukken. Waar hij (naar verluidt) voorheen nau welijks overlegde met renners en collega-ploegleiders, gooit hij het inmiddels veel meer op de verbale toer. En schijnt het beter te gaan. „Ik weet dat Egon en Hendrik vinden dat ik aan vankelijk weinig tot niks met ze overlegde. Maar dat is echt on zin. Ik heb altijd geroepen dat we het met z'n allen moeten doen. Of ze misschien bang voor hun baan waren? Dat duif ik niet te stellen. Het is wel zo dat als er een nieuwe baas komt, en er hier en daar aan je verantwoordelijkheden wordt getornd, je in de verdediging gaat. Maar ze moeten toch ook erkennen dat ik vanaf dag één een serieuze gesprekspartner ben geweest. Het is heus niet zo dat mijn wil wet is. Maar als ik vind dat ik sterke argumenten heb, dan zal ik de anderen wel proberen te overtuigen. Of ik ook van die twee nog wat op steek? Natuurlijk. Niet zozeer tactisch, die bagage heb ik wel. Maar, organisatorisch ben ik weliswaar niet onervaren, maar zijn er altijd wel zaken waarbij ik van een ander iets kan opste ken." Van Vliet werd opgezadeld met een ploeg die niet de zijne is. Hij tracht zich op de vlakte te houden, wil niet nu al een oor deel uitspreken over de 20 Farm Frites-coureurs. Er zitten voor volgend jaar echter onte genzeglijk veranderingen aan te komen. De eerste aankoop voor 2001, de Duitser Dirk Ronellen- fitsch, is al gedaan. Over de ontwikkeling van jonge knapen als Andreas Klier en Remco van der Ven, superknecht Geert van Bondt (winnaar Gent-Wevel- gem) en E3-prijswinnaar Ivanov is Van Vliet te spreken. „Maar zoals elke ploeg hebben wij ook zwakke schakels. Ik moet nu steeds op dezelfde coureurs terugvallen. Ik zou graag een ploeg bij elkaar bren gen die twee programma's naast elkaar kan rijden en die op alle fronten mee kan doen." Deelname aan de nacompe- titie is een leuk toetje in het voetbal seizoen. Maar is het wel zo eerlijk als pakweg de nummer vijf uit de regulie re, 22 wedstij- den lange, competitie in één duel de nummer twee van promotie kan afhou den? Alkmania-trainer Bert Kort, heeft een abonnement op sei zoensverlengingen: „Zowel bij mijn oude clubs ASC, Teylingen, SJZ als nu bij Alk mania heb ik de nacompetitie meegemaakt en het was overal een fantastisch extraatje. Toch zou ik het eerlijker vinden als stan daard de nummers twee, drie en vier van de ranglijst mogen meedoen. Onze tegenstander VIOS is in een andere derde klasse als achtste geëindigd. Ik stel me zo voor dat in de tweede periode die VIOS won, ze uitgerekend tegen een paar van de onderste moesten spelen. Het gaat immers maar om acht wedstrijdjes. Aan de andere kant; periodetitels zorgen juist voor extra span ning tijdens het seizoen." Pr-man Gerard Haverkamp van Alphense Boys, dat voor het eerst deelneemt aan de nacompetitie in de tweede klasse: „Het is maar waarvoor je kiest. Ik zou er geen bezwaaf tegen hebben als de nummers een en twee rechtstreeks promoveren. Zonder nacompetitie en periodes loop je het risico dat midden moters al vanaf februari niets meer hebben om naar uit te kijken. Door de invoering van periodetitels blijft het spannend. Iedereen heeft wel iets om voor te spelen. Er zijn ook slechte voorbeelden. In de regio Gouda doet Olympia, als tweede geëindigd in de tweede klasse, niet mee aan de nacompetitie. Ze pakten geen pe- riodetitel. Het gaat daar tussen de nummers drie. vier en zes. Dat zou je oneerlijk kunnen noemen. Maar het kan nog krommer: bij waterpolo moet de nummer één uit de competitie ook meedoen aan de play-offs. Alphense Boys is derde geworden en we hebben het gevoel dat het seizoen nu pas echt begint. Misschien halen we de finale van de nacompetitie en daar komt toch half Alphen op af. Ik zou het systeem zo houden als het is." Harry Talsma, trainer van vierdeklasser Roodenburg: „Vorig jaar deden we tot de laatste dag mee om de titel. Dat had toen zijn weerslag op de nacompetitie waar we onvoorbereid tekst loman leefmans aan begonnen. In het huidige seizoen zijn we wat eerder afge- foto: archief haakt in de strijd om rechtstreekse promotie. We hebben de laat ste wedstrijden van de competitie als oefenduels beschouwd. Niet dat we ons hebben ingehouden, maar de benadering was anders. Ik denk dat zoiets in de huidige opzet onvermijdelijk is. Hoe het ons in de nacompetitie vergaat, daar durf ik geen uit spraak over te doen. Heb je de afgelopen dagen gekeken naar de wedstrijden uit de Champions League en de halve finales om de KNVB-beker? Nou zoiets onvoorspelbaars wordt het bij ons ook, maar dan in het klein." Charl van Goozen, trainer van vijfdeklasser Stompwijk '92: „Het maakt mij niet uit. Ik vind de nacompetitie ideaal, al zou ik het ook prima vinden als de nummers een en twee recht streeks zouden promoveren. Op de slotdag van de competitie lie pen wc het kampioenschap mis. Het was voor sommige jongens moeilijk om zich voor de nacompetitie te motiveren. Dat Graaf Willem II/VAC in de competitie vijftien punten minder heeft ge haald dan wij, doet er niet toe. Als de club over drie extra wed strijden de sterkste blijkt te zijn, zou ik daar geen probleem mee hebben." KNVB-woordvoerder Cor van Steijn: „Nacompetitie? Oneerlijk? Zijn er dan clubs die bij jullie heb ben geklaagd? Nee toch? Ik heb het idee dat de periodetitels echt zijn gaan leven bij de clubs. De extra wedstrijden aan het einde van het seizoen worden hoog gewaardeerd. Of het nu eerlijk of oneerlijk is dat de nummer twee van de gewone competitie in de nacompetitie van een lager geklasseerde club kan verliezen, daar zal altijd discussie over blijven. Aan elk systeem dat je hanteert, zitten haken en ogen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 39