INGEN VOORBIJGAAN et seminarie, gleufhoeden van Stetson en stropdassen Leiden Regio STADSGEZICHT lAG 22 APRIL 2000 Borst werd op 11 mei 1938 f n in Hazerswoude. Op zijn ging hij naar het seminarie in -Brabant, maar na drie jaar hield voor gezien en kwam hij naar huis. iksen kon hij niet. Na anderhalve zag Bortst een advertentie in de eke Leidse Courant waarin aak Albert B. Timmerman aan de aat om een jongste bediende Er waren verschillende sollicitanten, maar toen de oerkatholieke eigenaar Bernard Timmermans hoorde dat Herman op het seminarie had gezeten, nam hij hem meteen aan. Nu, vijfenveertig jaar later, is Herman Borst eigenaar van de zaak en is zijn dochter mede-eigenaar. Volgende week houdt Borst een receptie. Dan bestaat de zaak 95 jaar. In 'De dingen die voorbijgaan' vertelt hij over de jaren dat hij het boegbeeld vormde van de modezaak. Leidenaars blikken terug op hun verleden naar het seminarie ren al twee broers mij aan. Maar geen van rï*®" lebben we het semina- naakt. Ik was de eerste il. Ik had geen roeping n priester te worden. Jac< dste broer ging nog >8en ïanden door en de an- ler hield het vol tot twee pko1 n VOor zijn wijding, teve 1S jiet over. Dat was igeri voor mijn ouders wel een te genvaller. Maar mij zagen ze toch nooit zitten als priester, zei mijn vader later. Op het seminarie werd streng op je gelet, 's Avonds om half tien ging het licht uit. De ande re jongens en ik sliepen op een grote zaal, maar we hadden elk ons eigen chambrette. Een chambrette is een houten stel lage met een bed en een kast Borst: „In die tijd droeg elke heer een hoed. Als hij langs een nam hij keurig zijn hoed af. Als hij op straat de burgemeester ts ontmoette, ook." foto hielco kuipers erin en een gordijn om binnen te komen. Het was koud op zaal, maar elke avond staken de paters tot drie keer toe hun hoofd door het gordijn van ie der chambrette en riepen: 'Handen boven dek!' Dus had je handen als ijsklompjes. We mochten niet bij elkaar op de chambrette komen. Dat wekte homofilie, vreesden de paters. Contact met je vrienden had je op de court, de buitenplaats. Terug in Hazerswoude sollici teerde ik bij Albert B.Timmer- man. Toen ik werd aangeno men, wist ik niets van de mode, maar dat leerde ik snel genoeg. Als jongste bediende werd ik in het diepe gegooid. Ik moest stoffen, zuigen en vier kolenkit ten per dag vullen. Het pand kende vier etages met op elke etage een kachel. De kolen zelf stonden in de kelder. Het eerste jaar moest ik dikwijls bezorgen op de fiets. Kleding die mensen reeds hadden gekocht of zicht- zendingen. Dat betekende dat klanten thuis kleding konden passen. Als het niet beviel, haal de ik het de volgende dag op. Betalen deden de klanten per post. Verder hielp ik in de winkel. In die tijd verkocht Timmermans vooral hoeden en petten, maar ook overhemden, stropdassen en sokophouders. Geen kos tuums, maar wel wat losse col berts en pantalons. Timmer man had geen eigen atelier, maar kocht zijn mode bij con fectionairs als Elmi en Kerko. Ze kwamen naar de winkel met al hun waren. Timmerman maakte een selectie voor het volgende seizoen en een half jaar later werden de bestelde goederen in de winkel afgele verd. De overhemden waren in die tijd niet zo mooi van kleur als tegenwoordig. Dit jaar ver koop ik zelfs roze, oranje en ge le hemden. Dat is echt nieuw. Zo'n zeven jaar geleden waren die kleuren ook al eens in de mode, maar toen durfden de In den Vergulde Turk in de Breestraat. Wie vroeger gezien wilde worden, ging daarnaartoe. foto gemeentearchief/collectie vereniging oud le/den heren die in mijn zaak kopen, zulke kleuren nog niet aan. Ze waren bang om voor homo uit gemaakt te worden. Dat is nu niet meer het geval. Maar toen ik net begon, bestonden over hemden eigenlijk maar in drie kleuren: wit, lichtblauw en bei ge. Alleen de boordmodellen veranderden af en toe wat. De punten werden langer of korter, maar al te veel moet je je daar niet bij voorstellen. We verkochten overhemden in twee prijsklassen. Normale hemden van tussen de 12 en 15 gulden en luxe hemden van 25 gulden. Dat was voor veel men sen een weekinkomen. Beiden soorten hemden waren ge maakt van katoen, maar de ka toen van de luxe hemden was zachter en de hemden zaten beter. Die overhemden waren alleen weggelegd voor de direc teur van de Leidse Rotogravure of rijke mensen uit Wassenaar en Oegstgeest. De grootste revolutie op het ge bied van de overhemden vond plaats in de jaren zestig, toen de 'no iron' overhemden ver schenen. Het woord zegt het al, je hoefde ze niet te strijken. Het katoen was bewerkt met een soort kunsthars. Dat maakte een verschil voor al die vrou wen die de overhemden van hun man streken en steven. Die hemden vlogen over de toon bank. De stropdassen waren in die tijd iets kleurrijker dan de over hemden, maar ook niet te ver gelijken met de stropdassen van nu. Ze waren vaak blauw of bruin. Groen was heel modisch. Dikwijls waren ze gestreept. Stippen zijn altijd in geweest. Donkerblauw met witte nop pen was vroeger voor oude mannen, maar nu draagt juist de jeugd dat design. De strop dassen waren gemaakt van kunstzijde uit Italië en werden geïmporteerd door Theo Wach ter uit Den Haag. We hadden twee prijsklassen: de 'boule noir' voor 10 gulden en 'boule d or' voor 15 gulden. Op de eerste etage van de zaak stonden kasten met drie- of vierhonderd hoeden, want in die tijd droeg elke heer een hoed. Als hij langs een kerk liep, nam hij keurig zijn hoed af. Als hij op straat de burgemeester of een arts ontmoette, ook. De meest verkochte hoeden waren Stetsons. Nu staat Stetson be kend om zijn cowboyhoeden, maar toen was het een begrip voor vilten gleufhoeden. Popu laire kleuren waren grijs en bei ge met een contrasterende band. Andere hoeden die we veel verkochten, waren de zij den, hoge hoeden bestemd voor speciale gelegenheden. In een bruidsstoet, bij begrafenis sen, tijdens drie oktober droe gen alle heren jacquet en zijden hoed. Dat hoorde bij elkaar. Een enkele keer verkochten we ook een bolhoed. Aparte types, die van de Engelse stijl hielden, droegen bolhoed en wandel stok. Schitterend vonden ze dat. Liepen ze te paraderen over de Breestraat. Of ze gingen iets eten op het verwarmde ter ras van de Vergulde Turk. Dat was een chic restaurant, een paar panden van onze winkel verwijderd. Op de gevel van de huidige V&D staat het nog: In den Vergulden Turk. Daar kwam alleen de top. Wie gezien wilde worden, ging naar de Turk. Ik werkte daar dus heel chic; in die dure herenzaak naast de Turk. Maar mijn voet balkameraden in Hazerswoude noemden me 'boordeknoop'. Zij begrepen niet wat een dor peling in zo'n zaak moest. Mijn inkomen bedroeg 11 gul den 70 in de week. Ik gaf dat geld aan mijn moeder en kreeg 2,50 zakgeld terug. Dus mijn moeder betaalde de kostuums die ik in de winkel droeg. Ik kocht mijn spullen niet bij Tim merman. Zoals gezegd, ver kochten zij geen kostuums. En eerlijk gezegd, ik vond hun spullen toendertijd wat oubol lig. Ik kocht liever bij Verhulst, schuin tegenover, waar nu Van Uffelen zit. Hun kleding was wat jonger. Ik was verdorie zes tien jaar oud. Ik wilde wel wat anders dan de gegoede heren. Het eerste pak dat ik bij Ver hulst kocht, was gemelleerd, wat groenig van fleur. Na twee jaar begon ik mijn werk bij Albert B. Timmerman echt leuk te vinden. Ik kreeg steeds meer kennis van zaken. Bovendien begonnen we kos tuums te verkopen, want daar was veel vraag naar. Ik vond dat leuker, omdat je meer contact hebt met de klant. Omdat je bij de overhemden alleen kon kie zen uit wit, blauw en beige, viel er niet zo veel te adviseren. De verkoop van een kostuum kost meer tijd. Je moet adviseren over de maat, kleur en stof. Vanaf toen ben ik mijn kos tuums ook bij Timmerman gaan kopen. Donkerblauwe kostuums vond ik het chicst. In de jaren zestig werd ons assor timent hoeden kleiner. Naast kostuums, legden we ons meer toe op colberts en winterjassen. In de laatste twintig jaar zijn hoeden hplemaal verdwenen. Niet alleen uit onze collectie, maar ook uit het straatbeeld. Toen ik twaalfenhalf jaar in de winkel stond, ben ik medefir mant geworden. In 1974 ging Bernard met pensioen. Toen werd ik helemaal eigenaar van de zaak. Ik ben textielcursussen gaan doen om me nog meer in het vak te verdiepen. Inmiddels staat mijn dochter Pauline al vijfjaar in de winkel. Met in gang van 1 januari 2000 is zij medefimant geworden. Omdat ik bovendien 45 jaar in de win kel sta en de winkel 95 jaar be staat, houden we volgende week een receptie. Dat zijn toch drie heugelijke feiten die ge vierd moeten worden!" ESTHER BARFOOT FOTO HIELCO KUIPERS Leidsch DagbladA HCIIIli V1ÏIV ANNO 1900 Zaterdag 21 April NATIONALE VROUWENRAAD - De eerste v ring van den Nationalen Vrouwenraad, gisteren te 's- Gravenhage gehouden, werd door de presidente, mevr. de douair. Klerck van Hogendorp met een har telijk welkomstwoord geopend, waarbij zij mede deelde, dat zich thans 30 vereenigingen bij den Raad hebben aangesloten en gisteren nog de dienst boden- en vakvereeniging te Rotterdam is toegetre den. Voorgelezen werd een groet van den nationalen Vrouwenbond uit de Vereenigde Staten van Amerika, vertegenwoordigende 17 nationale vereenigingen en veel Staats- en plaatselijke raden. Alvorens tot de werkzaamheden over te gaan, sprak de presidente haar afkeuring uit over het voor genomen plan om te Londen een tentoonstelling van schoone vrouwen te houden. Dat zoo iets in Enge land kon gebeuren, wekte de grootste verbazing en zij verzocht den aanwezigen om alles, wat zij daar over in de dagbladen mochten aantreffen, ter harer kennis te brengen, opdat zij die bladen kan opzen den naar den Vrouwenraad te Londen. ANNO 1975 Dinsdag 22 april LEIDEN - Waarschijnlijk nog bin nen twee maanden zal het college van B. en W. een voorstel doen over de toekomstige profilering van de gedempte Trekvliet. De gemeente raad heeft gisteravond met algeme ne stemmen een voorstel van Van Zijp (CDA) aangenomen, waarin het college uitgenodigd wordt om met een ontwerp-schetsplan over de brug te komen. De Trekvliet is in 1970 gedempt als uitvloeisel van een besluit van de gemeenteraad, die in 1966 werd gekozen. Anno 1975 blijkt vrijwel niemand meer gelukkig te zijn met deze ingrijpende beslissing, waar mee destijds de aanzet werd gege ven voor de aanleg van een snelweg over de Trekvliet. Een en ander hing ten nauwste samen met bouwplan nen van de universiteit op het zg. Witte-Singelterrein. Inzichten ver anderden; de Trekvliet bleef in de loop der jaren 'een woestenij van zand en modder' zo constateerde Van Zijp gisteravond. Het liefst zou den de bewoners de rustieke gracht die er eens stroomde weer terugzien, 'maar dat kan nu eenmaal niet", vond Van Zijp en ook wethouder Waal: "De zandprijs zou opmerkelijk moeten stijgen, voordat VALKENBURG - Het was volgens sommigen maar een tamme, lau we bedoening, gisteravond op de hoorzitting over het bestem mingsplan Landelijk Gebied van de gemeente Valkenburg. Voor het einde van de avond hadden veel Valkenburgers de hoorzitting al verlaten. foto archief leidsch dagblad dit rendabel zou zijn". Van Zijp wist zich bij zijn voorstel gesteund door een brief van 79 bewoners van de aangrenzende Rijn- en Schiekade. Foto's In deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing een ingevulde cheque (geen overschrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) op te sturen naar het leidsch Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54, 2300 AB Leiden of door contante betaling aan de balie van het Ixiidsch Dagblad aan de Hooseveltstraat 82. U ontvangt de foto binnen drie weken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 15