Creatine kan prestaties verhogen Ex-partners blijven altijd ouders Gezondheid Kortsluiten Aantal Alzheimer patiënte over 30 jaar verdubbeld Junior Hartdag MAANDAG 17 APRIL 2000 REDACTIE MARGOT KLOMPMAKER 023-5' Lia. de praktijkverpleegkundige, en ik gaan deze keer eens samen langs bij een echtpaar dat regelmatig thuis wordt bezocht. De man is al jaren ziek. Hij heeft veel meege maakt in zijn leven. Na het verlies van een zoon, in de oor log, is hij nooit meer de oude geworden. Zijn twee doch ters zijn hem lief, maar de jongen is nooit meer uit zijn ge dachten geweest. Het verlies heeft zijn leven gekleurd. Altijd voelt hij zijn buik: spanning en een opgeblazen gevoel. Vroeger rookte hij sigaretten,Tater sigaren. Maar toen hij met een longont steking naar het ziekenhuis moest, heeft de longarts hem ernstig toegesproken: 'Zo wordt het niets meer, meneer Van Dam. U veroorzaakt door het roken uw eigen klach ten. Ik kan u wel medicijnen geven, maar dat zet zo geen zoden aan de dijk. Ik adviseer u dringend met roken te stoppen!" Dat was krachtige taal. Van Dam schrok ervan. Aanvanke lijk stak hij nog wel eens heimelijk een sigaretje op, maar na enige tijd besloot hij toch om te stoppen. Dat kostte hem veel moeite, maar het lukte. Daarna ontwikkelde zich suikerziekte, en hij kreeg ook nog gewrichtsklachten. Een liesbreuk, die met matig resultaat geopereerd is, geeft elke dag zeurende buikpijn. Hij is somber, zijn vrouw lijdt er ook onder. Niets is goed genoeg, hij mist zijn sigaretje, en voelt zich ziek. Met al deze klachten heeft hij zo vaak èen dokter nodig, dat we hem regelmatig een bezoekje brengen. Vandaag willen Lia en ik een bezoekschema afspreken voor de ko mende drie maanden. ,,Zo, eindelijk bent u er", fluistert zijn vrouw als ze ons binnenlaat. ,,Hij heeft een baaidag. Hij is al niet makkelijk, maar vandaag is het wel heel erg." In de huiskamer ligt haar man apathisch op de bank. „Dag meneer Van Dam. We komen eens kijken hoe het gaat en we willen tevens de medicatie controleren." Ter wijl ik hem onderzoek, neemt Lia de medicijnvoorraad door. Een deel is oud, wordt al lang niet meer gebruikt, is over de uiterste gebruiksdatum heen. Daar hebben we op gerekend; we hebben een boodschappentas meegenomen. „De oude medicijnen breng ik naar de apotheek", zegt Lia. „Voelt u er iets voor om een medicijnverdeeldoos aan te schaffen? Die kan ik dan voor u vullen, elke keer als ik kom. Dan voorkomen we dat er oude voorraden ont staan." Als het klusje is geklaard, gaan we met een tevreden gevoel weg. De medicatie is nu weer overzichtelijk, zowel voor de familie van Dam als voor ons. Twee weken later ga ik weer langs. Lia is inmiddels ook al eens gaan kijken hoe het gaat. Zij heeft een aantekening gemaakt: 'Na een korte ziekenhuisopname is alle medica tie weer veranderd. Niet schrikken, we beginnen opnieuw!' Nog voor ik kan aanbellen doet mevrouw Van Dam al open. „Er is veel gebeurd, ga maar gauw naar mijn man", zegt ze. Van Dam is somber. En verdrietig. „De internist heeft de suikermedicatie veranderd, andere slaapmiddelen gege ven, en een sterke pijntablet. Ik voel me duizelig, het gaat niet goed. En de Riagg heeft middelen tegen depressie en nog een slaaptablet gegeven." Het zijn inderdaad andere medicijnen, weer voor drie maanden tegelijk. Ik zie dat juist de pillen die hij een maand geleden niet meer slikte, opnieuw zijn voorge schreven. Er zijn twee verschillende slaapmiddelen en een tabletje tegen de somberheid. En ook een middel tegen het hoesten, dat duizelig maakt. Ik maak een stapeltje van de pillen die suf en duizelig ma ken, en vraag hem te kiezen, welke hij het minst goed mis sen kan. „Waarom werken jullie niet beter samen?", vraagt zijn vrouw. Ik sta met een mond vol tanden, ze legt de vin ger op de zere plek. „Daar gaan we wat aan doen", beloof ik. Later op de dag bel ik de psychiater en de internist. Ze zul len het beter met me kortsluiten. Het gebeurt ook wel dat de apotheek een seintje geeft als er iets misgaat. Maar me vrouw Van Dam haalt wel eens medicijnen bij een andere apotheek dan die welke thuis bezorgt. Ze wil dat ook liever niet veranderen. „Het gaat wel goed zo", zegt ze. In haar gevoel wel, maar ze ziet over het hoofd dat een apotheker oplet of alle voorgeschreven medicijnen wel sa men kunnen. Bij de apotheek hebben ze zicht op zowel de me dicijnen van de huisarts, als die van de specialist. Eventueel ook nog op wat in de losse verkoop over de toonbank gaat. Dat wordt een doeï voor de toe komst. Voorlopig ga ik met Lia proberen door goede zorg te leve ren hun vertrouwen terug te win nen, en de medicatie te vermin deren. Meer aandacht, en zo wei nig mogelijk pillen, is het devies. Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgorde min 1 letter. (B.v. Omschrijving "dierenverblijfAntwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden "sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden.) Horizontaal: 1 Kneedhak; 5. oeververbinding; 7. kibbelen, 8 ontvangstbewijs; 9. beest; 11. bleek; 14. kinbaardje. 16 scheepsvloer; 17. regelmaat; 18. beknopt; 19. metaal; 20. voertuig; 22. zitje bij een café; 25. vrachtrijder; 27. opwekkend middel; 29. omslaan; 30. stop; 31. ruim binnenwater. Verticaal: 2. Kleur, 3 donkergrijs; 4. kippenstok; 5 scheeps-exploitant; 6 verbond; 8 bloem; 10 schaamte; 12 alarmtoestel; 13. jong edelman; 15. schaakstuk; 16. koffiedik; 19. strand bij Venetië; 21. sterk fluweel; 22. gelaatskleur; 23. treurig; 24. gevat; 26. dorsvloer; 28. aardgordel Oplossing van zaterdag: HORIZONTAAL: 1. Opwachten; 8. hoe; 9 Ali; 10. Davos; 13. we; 14. sic; 15. Ob; 17. opaak; 19 Nike; 20. rups; 21. ereis; 23. hij; 24. gin; 25. ijl; 26. gesar; 28. pui; 30. uur; 33. intonatie. VERTICAAL:1 Oh; 2. po; 3. wed; 4. cavia; 5. tas; 6. el; 7, ni; 11. asperge; 12. ocarina; 13. winch; 16. Basel; 17. oke; 18 kus; 22. eisen; 26. git; 27. rut; 28 pi; 29. un; 31. ui; 32. re. De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Aangezien de bevolking vergrijst en de leef tijd de belangrijkste risicofac tor is, wordt verwacht dat het aantal Alzheimer patiënten de komende 30 jaar zal verdub belen. Daarmee gaat Alzhei mer epidemische vormen aannemen. Genoeg reden volgens prof. dr. Dick Swaab (hoogl^aar neurobiologie) om onderzoek naar behande ling van de ziekte te intensive ren. Daarnaast pleit hij voor het uitdiepen van de ethische vraagstukken rondom levens beëindiging. Swaab zei dit on langs in een lezing aan de Universiteit Utrecht. Het scenario dat Swaab schetst met betrekking tot het verloop van Alzheimer is somber. „Het begin van de geheugenstoornissen is meestal al zeer beangstigend voor de betrokkene. Daar naast verliest de patiënt stapsgewijs alles wat men in het leven heeft geleerd, inclu sief het zindelijk zijn. Uitein delijk eindigt de patiënt in een foetale houding in bed." Swaab stelt onder meer dat niet zozeer celdood, maar het inactief worden en ver schrompelen van hersencel len de basis vormt van de de mentie bij de ziekte van Alz heimer. Dit opent volgens hem de weg voor herstel van functies door middel van sti mulatie. Daarnaast moet vol gens Swaab de interactie tus sen kliniek en onderzoek ver beterd worden. Hij wil clinici in opleiding stimuleren om onderzoek te verrichten en te gelijkertijd biologen met de kliniek in aanraking brengt Volgens Swaab zou een mi culair bioloog die met cel- kweek en transgene muize werkt als een model voor d ziekte veel kunnen opstekt van een stage in een verplf huis. Swaab vindt dat de thans li schikbare medicijnen en ai dere Alzheimer-therapieën even effectief zijn. Maar vol gens hem is de meest effect ve manier om Alzheimer p; enten uit een verpleeghuis houden nog steeds een pro gramma dat zorgverleners traint en niet de patiënten behandelt. Hoe moeilijk gesprekken oi erl euthanasie volgens de hoof e K leraar ook zijn, ze zullen toi in alle openheid en eerlijk heid moeten worden gevoe Fr< Dezelfde openheid bepleit Swaab in contacten tussen artsen, patiënten en familie den. Een zo vroeg mogelijk diagnose van de ziekte is daarbij van groot belang, evenals het in kaart brenge van duidelijke ontwikkelin; fases binnen het ziektepro: Want zelfs als Alzheimer e; fectiever kan worden beha deld blijft het volgens Swat zaak om de uiteindelijke o: luistering en het verlies vai de menselijke waardigheid die de ziekte met zich me? brengt, een halt toe te roej (Professor dr. Dick F. Swaa hoogleraar Neurobiologie de medische faculteit vanlton Universiteit van Amsterda; 1 tÉ directeur van het Nederlai [jf Instituut voor Hersenondq zoek en van de Nederlani Hersenbank) Voor sommige sporten zoals hoogspringen kan het slikken van creatine zelfs nadelig zijn. De gebruiker kan name lijk een halve tot een kilo zwaarder worden omdat het lichaam extra vocht vasthoudt. foto anp Sporters doen er alles aan om steeds betere presta ties te leveren en daarbij zouden voedingssupple menten kunnen helpen. Een van de meest populaire voedingssupplementen is creatine. Uit wetenschap pelijk onderzoek blijkt dat deze stof gunstig is voor bijvoorbeeld sprinters en krachtsporters. Toch heeft niet iedereen baat bij het slikken van creatine. Producenten beweren dat hun voedingssupplemen ten invloed hebben op lichamelijke prestaties. Vaak gaat het om stoffen die ook in normale voeding voorkomen, maar dan in veel kleinere hoeveelhe den. De voedingssupplementen zitten daarom een beetje tussen natuurlijke voeding en geneesmidde len in. Soms zijn de middelen uitgebreid getest. Uit die tests blijkt dat slechts een klein aantal stoffen in vloed heeft op prestaties. De meeste middelen zijn nooit aan wetenschappelijk onderzoek onderwor pen. Je kunt je dus afvragen hoe betrouwbaar de be weringen over de voordelen voor de prestaties zijn. Creatine komt van nature in het lichaam voor en be vindt zich voornamelijk in de spieren. Verder zit het in de hersenen, lever, nieren en testis. Dagelijks breekt het lichaam ongeveer 2 gram creatine af. Vlees en vis in de voeding leveren gemiddeld 1 gram creatine per dag. Daarnaast maakt het lichaam zelf ongeveer even veel creatine om het dagelijks verlies aan te vullen. Creatine heeft een belangrijke functie bij de energie voorziening in het lichaam. Een kleine daling in de hoeveelheid beschikbare creatine in de spier bij in tensieve inspanning heeft al effect op het functione ren van de spier. De voorraad creatine in het li chaam is beperkt. Uit onderzoek is gebleken dat het slikken van een creatinesupplement (creatinemonohydraat) de hoe veelheid creatine in de spieren verhoogt. Dat verbe tert het prestatievermogen van de spier. Dit geldt vooral voor herhaalde inspanningen van korte duur met een hoge intensiteit (explosieve inspanningen). Voorbeelden hiervan zijn sprinten, krachtsporten en verschillende balsporten zoals voetbal, volleybal en basketbal. Maar niet iedereen heeft baat heeft bij het slikken van creatine. Bij ongeveer een derde van de mensen heeft creatine geen effect op hun spierweefsel. Dit komt omdat zij van nature al een hoog gehalte aan creatine in de spieren hebben. Voor sporten waarbij het lichaamsgewicht van be lang is voor een goede prestatie, zoals hardlopen, (polsstok)hoog- en verspringen en wielrennen (voor- ad bij het klimmen), kan het slikken van creatine zelfs Vis| nadelig zijn. De gebruiker kan namelijk daardo: een halve tot een kilo zwaarder worden omdat chaam extra vocht vasthoudt. Of het slikken van creatine ook gunstig is voort sportprestaties wordt nog onderzocht. Tot lijkt het erop dat het voor duursporten geen va len biedt. Tot nu toe zijn er geen schadelijke effecten vooi gezondheid gevonden. Dit blijkt uit onderzoek bij gedurende de eerste vijf dagen 20 gram crea: per dag werd geslikt, gevolgd door een onderhc dosis van 2 tot 3 gram per dag. Vaak echter beu producenten veeï hogere doseringen aan. Wat! >eft volgen daarvan zijn voor de gezondheid is niet! bh kend. Evenmin is te zeggen wat de gevolgen zijn van!i w venstaande 'normale' dosering op lange is duidelijk dat het lichaam zelf na verloop minder creatine gaat maken. Daarmee gaa fect van suppletie weer geheel of gedeelteli ren. Creatine kan dus het best slechts tijdelijk g aai worden, bijvoorbeeld voor een belangrijke 'Op 2 januari heeft de vader voor de laatste maal zijn driejarig zoontje Niels gezien, tij dens de verjaardag van de andere zoon die wél bij hem woont. Het contact met Niels verliep goed; hij heeft de hele middag bij va der op de knie gezeten. 'Zomaar een citaat uit een dagvaarding voor een emotioneel kort geding dat onlangs diende. Inzet: de omgangsregeling tussen de gescheiden vader en zijn zoontje. Ooit was het goed: ze woonden samen of trouwden, kregen een kind en nog één. Maar toen kwam de verwijdering. Vader en moeder gaan uit elkaar, de zorg voor de kinderen moet 'verdeeld' worden. Als ze het samen niet eens kunnen worden, be paalt de rechter wie de hoofdzorg krijgt. Als ze ook over die beslissing geen afspraken kunnen maken, moet de andere ouder zich schikken in een - altijd gebrekkige - om gangsregeling. 'Gebrekkig' omdat de regeling door een an der is opgelegd. En ook dan gaat het soms nog heel erg fout. Zo fout, dat vader of moeder elkaar in kort geding voor de rech ter slepen, met als inzet: hun kind(eren). Het lijkt het toppunt van triestheid in de 'oorlog' tussen twee liefhebbende ouders. Christa le Loux en Gerrit Eppink werken beiden al tientallen jaren bij de Raad voor de Kinderbescherming. Ze zijn gepokt en gemazeld in het begeleiden van gezinnen die met dit soort grote problemen te maken krijgen. Het is 'moeilijk, maar noodzakelijk' werk, zeggen zij. Altijd staat voor hen het belang van het kind voorop, daar waar de ouders in het heetst van hun strijd vaak vooral aan zichzelf denken en hun kinderen speelbal dreigen te worden van het conflict. Eppink en Le Loux: „De meeste ouders weten zo'n nieuw gevecht gelukkig te voorkomen. Ze regelen de zaken rond de kinderen, on danks de emoties, op een goede manier. Maar sommige ouders zijn helaas zo bezig met de strijd met hun ex-partner, dat het belang van hun kind(eren) steeds op de tweede plaats dreigt te komen. Dan sprin gen wij in de bres voor het kind, want dat is toch - ondanks alle meningsverschillen - het heiligste wat ze samen hebben." „Een goede omgangsregeling tussen de ou ders en hun kinderen is van groot belang, dat blijkt vooral later. Denk maar eens aan een televisieprogramma als Spoorloos. Hoe vaak gaan kinderen daarin niet op zoek naar hun vader of moeder die ze, na een scheiding van hun ouders, soms jaren niet meer gezien hebben? Bij een echtscheiding is het erg belangrijk dat de kinderen weten dat het van de andere ouder mag blijven houden. Voor bijna elk kind blijft zijn ou derlijk huis, het nest waarin hij opgroeide, van groot belang, hoe slecht het er mis schien ook aan toe ging, tussen zijn vader en moeder onderling." Jarenlang is een omgangsregeling tussen ouder en kind geen vanzelfsprekende zaak geweest. Na een scheiding verdween de niet-verzorgende ouder, vaak de vader, ge leidelijk aan uit beeld. Hij verloor het con tact met zijn kinderen. Tegenwoordig wordt meer waarde gehecht aan een duur zaam contact tussen beide ouders en hun kinderen. De overheid heeft daarin ook voorzien: een paar jaar geleden is wettelijk bepaald dat een ouder die niet langer de verzorging van zijn kind heeft, altijd het recht van omgang kan claimen. Maar in de uitvoering van dat recht gaat het soms behoorlijk mis. Grofweg gezegd is in 1999 het aantal kort gedingen over een niet werkende omgangsregeling verdub beld. De mogelijke oorzaken: toegenomen mondigheid, groeiende onverdraagzaam heid, meer egoïsme. Feit is dat vaker en vaker een ontevreden ouder uiteindelijk naar de rechter stapt, boos omdat er niks terecht komt van de wekelijkse bezoekjes van de kinderen. 'Zij werkt alleen maar tegen', zegt de vader. 'Als ze weer thuiskomen zijn ze helemaal van slag', beweert de moeder. Kinderen van gescheiden ouders zijn het meest gebaat met een vader en moeder die elkaar res- precteren. foto erwin johann wodicka Geen gemakkelijke klus voor de kinder rechter, om - na een kort geding wat meestal maar een klein uur duurt - de knoop door te moeten hakken in een con flict dat soms al jaren speelt. Mede daarom vraagt de rechter regelmatig advies aan de Kinderbescherming die vervolgens een 'on derzoek' uitvoert. Christa le Loux vindt dat de term 'onder zoek' een onjuist beeld oproept. „Het lijkt alsof ouders en kinderen iets passief moe ten ondergaan, maar het is juist de bedoe ling de ex-partners actief aan het denken en praten te krijgen. We proberen altijd ou ders er samen uit te laten komen, waarbij we vooraf zeggen dat ze - in het belang van hun kinderen - moeten afleren elkaar steeds maar verwijten te maken. We probe ren die strijdende ouders te helpen hun rol als ex-partner los te zien van hun rol als ouders. Alleen op die manier dienen ze het beste het belang van het dierbaarste dat ze op deze aarde hebben: hun kinderen. Als oergegeven mag je aannemen dat kinderen van hun béide ouders houden." Gerrit Eppink: .Alleen al door wat meer be grip tussen de ouders onderling kunnen veel problemen rond de omgangsregeling worden voorkomen. Dat vereist grootheid. Nu zie je dikwijls gebeuren dat een kind verscheurd wordt door de bittere houding van de vechtende ouders. Een moeder die over haar ex-man tegen haar kleine kind zegt: 'Was pappa vroeger maar zo aardig geweest', als het kind net enthousiast thuiskomt van een bezoek aan haar vader. Of een vader die geen stom woord zegt als hij zijn kinderen terugbrengt bij moeder. In die ijzige sfeer van de overdracht wordt heel wat pijn veroorzaakt in de tere kinder ziel, die zo in een verschrikkelijk mijnen veld van tegenstrijdige gevoelens terecht komt." De kinderbeschermers doen er alles aan om beide partners in gesprek met elkaar te laten zijn, zodat een extra confronterende gang naar de rechter niet nodig is. Maar lang niet altijd lukt hun bemiddelingspo ging, ook tot hun eigen verdriet. „We zoe ken altijd naar de minst slechte oplossing, want een echt goede oplossing is er meest al niet. Als wij er aan te pas moeten komen zijn de ouders al ver van elkaar verwijderd. En als er uiteindelijk een uitspraak komt van de rechter, blijft nog zwaar behelpen. Want uiteindelijk komt het neer op de goe de wil van de beide ouders: partners zijn ze niet meer, maar ouders blijven ze voor het leven. Daar zou meer verdraagzaamheid bij passen, vooral voor hun kinderen." Het tv-pro trig gramma vj it' de Junior! oe dag wordt ng, presenteert 5 e> doorSipke en Bousema. de. fok vei Pc Aanstaande woensdag houdt de Nederlandse Hartstichting voor de derde maal de Junior Hartdag, waaraan dit keer ruir 80.000 kinderen meedoen. Deze speciale schooldag in de Ni IfC tionale Hartweek is bestemd voor leerlingen van groep 7 en it R van de basisschool. Het centrale thema is bewegen, om duit luk lijk te maken dat bewegen niet alleen leuk is, maar ook nood ei kelijk voor een goede gezondheid. lire Het doel van de Junior Hartdag is om jongeren te stimulerei ber ook na de basisschool hun gezonde leefstijl voort te zetten, t 'en onderzoek van TNO uit 1996/1997 blijkt dat dertien procent pte van de kinderen en jongeren tot 21 jaar aan overgewicht lijd «ko De oorzaak daarvan is volgens de onderzoekers te veel eten te weinig bewegen. De dag wordt ingeluid door een gelijknamig schooltelevisie programma van Teleac/NOT. Het programma benadrukt he belang van bewegen en laat een verslag zien van de swinger danswedstrijd om de Heart Dance Award op 1 april. Na het levisieprogramma gaan de leerlingen aan de slag met het sp tieve spelcircuit 'Ultimate Frisbee'. Er is ook lesmateriaal be schikbaar over de werking van hart en bloedvaten. De matei len voor deze les zijn te vinden in een lespakket. Meer infoi m website: www.hartstichting.nl/jhd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 26