Lourdes in Limburg TT Inzicht ZATERDAG 15 APRIL 2000 Jean Jonkhout, meubelmaker in het Limburgse Geulle: „Echt waar, ik stond oog in oog met de moeder Gods." FOTO CPD'FRITS WIDDERSHOVEN Geulle groeit uit tot bedevaartsoord et huis van Jean Jonkhout in Geulle is een kleine dieren- •JBb JHL tuin. Er lopen vijf katten rond de woning, die zich nu en dan neervlijen in een kar met stro die voor het raam aan de voorkant staat. De katten delen het erf met 35 konijnen in hokken in de voortuin, twee ganzen en nog wat kuikens. Binnen liggen cavia's te "Slapen en knabbelen kanaries een bakje zaad weg. „Katten, kanaries, kuikens en konijnen, ze leven vredig naast elkaar", zegt de hoeder van deze ark van Noach op het droge. Hij gooit een lege kartonnen eier- doos in een van de tien glazen bakken in zijn kamer. „Voor de hamsters. Die scherpen graag hun tanden aan het karton", legt hij uit. „Heel wat dieren hier zijn afdankertjes, afkomstig van kinderen die ze beu zijn of in eens een allergie voor die beestjes blijken te hebben." Jean Jonkhout woont op nummer 143, in een huis dat door een wirwar van bomen, struiken en konijnenhokken aait het zicht onttrokken Wordt. Met de rug naar het Juli- anakanaal en het gezicht naar de heuvels met het Bunderbos. Op zich niets bijzon ders, maar sinds de nacht van 3 april 1993 is niets meer gewoon voor Jonkhout en heeft alles om hem heen een andere, diepere bete kenis gekregen. Ook zijn huisnummer 143. „Zeven jaar geleden veranderden zeven minuten mijn leven compleet Let op: zeven is het heilige getal", doceert Jonkhout. Zeven is ook de som van 4 en 3 uit zijn huisnum mer. Het gebeurde in de nacht van 3 april 1993, in de week voor Goede Vrijdag, de dag waarop wordt herdacht dat Gods enige zoon - het cijfer 1 van zijn huisnummer - stierf aan het kruis. „Dat kruis was overigens van no tenhout gemaakt en in mijn tuin heb ik ze ven notenbomen staan", stapelt hij de 'be wijzen' voor de verslaggever op. In die aprilnacht van 1993 wordt Jonkhout om 5.25 uur wakker van de kou. Hij denkt dat de centrale verwarming kapot is. „Ik had geen zin om op te staan en de verwarming te repareren. Ik draai me om en ineens zie ik een ster ter grootte van een pink op me afko men. Geelwitrood licht straalde die ster", zegt hij met opengesperde ogen. Hij volgt de 'ingeving' die hij krijgt en blijft met zijn vin gers van de ster af. „Die ging steeds feller schijnen en het was alsof hij door een hand naar me toe werd gestuurd." Plotseling ver trekt de ster weer. „Er waren inmiddels ze ven minuten verstreken, weer dat heilige ge tal", zegt hij zacht. De Geullenaar blijft ach ter met het klamme angstzweet op de rug. „Ik ben biddend in slaap gevallen." 's Morgens vertelt hij over het vreemde be zoek aan zijn dochter Nicole. „Zij zei dat ze ook al eens zo'n mysterie meegemaakt had. Boven de kamerdeur had ze ook om 5.25 uur 's morgens de Christusfiguur aan het kruis zien stralen en ze was ook Maria tegengeko- Vijftien jaar geleden werd Limburger Jean Jonkhout in het holst van de nacht wakker. Een blauwachtig witte damesfiguur stond midden in zijn slaapkamer. Goudgele kruisjes schitterden in haar hand. Die vrouw kon niemand anders zijn dan Maria, de moeder van Jezus, daar gelooft de bebaarde meubelmaker nog steeds heilig in, ook al verklaren velen hem voor gek. Zeven jaar geleden kreeg hij nogmaals een 'teken'van Maria, Sindsdien is zijn huis in het Zuid-Limburgse Geulle veranderd in een klein bedevaartsoord, waar pelgiims een slokje water uiteen 'goddelijke bron' komen drinken. Een geloofsbelijdenis uit het Limburgse Lourdes. men op de trap." Voor Jonkhout wordt alles plots helder, als een munt die in een offer blok valt. „Het kon niet anders dan het zo veelste teken van God zijn", zegt hij wat plechtstatig. „Jaren eerder, in de zomer van 1985, had ik om 2.45 uur 's nachts ineens een blauwachtig witte gestalte in mijn kamer zien staan. Uit haar hand schitterden alle maal kruisjes. Haar hand raakte me aan en ze keek me aan. Echt waar, ik stond oog in oog met de moeder Gods. Via mijn hersenen had ik contact met haar. Ik wilde opstaan, maar het lukte niet. Een paar minuten bleef Maria in mijn slaapkamer staan en daama ging ze stralend weg." Blijde boodschap Geleidelijk aan ging het verhaal over Maria's bezoekjes aan Geulle als een blijde bood schap rond. Er verschenen journalisten, fo tografen en tv-camera's bij de Geulse meu belmaker op de stoep. „Opeens zag ik toen weer het visioen voor me dat ik eens heb ge had. Daarin was ik live te zien op een groot tv-scherm", zegt hij zonder een spoor van twijfel. Na de pers volgden de wetenschap pers en pseudo-kenners van hemel en hier namaals. „Mensen van de universiteit van Amsterdam, magnetiseurs, seismografen en paragnosten, ze zijn allemaal hier geweest." Jonkhout stond iedereen geduldig te woord en trok zich niets aan van degenen die hem afschilderden als iemand die een klap van de molen heeft gehad. „Ik drink en rook niet en drugs gebruiken mijn dochter en ik evenmin. En doorgedraaid zijn we zeker niet" De directe aanleiding voor al dat bezoek aan nummer 143 waren niet zozeer de ver meende Mariaverschijningen, maar vooral het feit dat er plots wonderlijk water uit een oude pomp op het erf van Jean Jonkhout bleek te komen. „Die pomp staat op een aar, een bron, die een rechtstreekse verbinding met de Ardennen heeft Metingen wezen uit dat het water van samenstelling veranderd was", vertelt hij enthousiast. „Het was lichter geworden. Lichter dan gewoon water. Dat zou zijn gebeurd na 1993, toen ik die Maria- ster had gezien. Eigenaardig is ook dat de hoofdader van de bron precies op de plaats ligt waar mijn dochter het kruisbeeld heeft zien stralen." Na de geleerden kwamen al snel de men sen in nood op Jonkhouts wonderwater af. „Een vrouw met eczeem vroeg of zé haar huid met mijn water mocht deppen. Na een tijdje kwam ze terug en bleek ze van haar ec zeem af te zijn. Door dat water uit mijn pomp hier", zegt hij alsof hij het wondei; op nieuw beleeft. Het verhaal over deze genezing ging snel rond. „Mensen met depressies en mensen die door de medici niet meer kunnen wor den geholpen, ze komen nu allemaal hier voor een slokje water en om God aan te roe pen. Ik adviseer altijd drie slokjes, want drie is het getal van de Drie-eenheid." Het over viel de rustige ex-meubelmaker allemaal, maar niemand wordt geweigerd. „Ik heb een taak, ik moet blijven vechten voor die man aan het kruis." De pomp staat niet vaak stil. Hij staat in een soort berghok, gevuld met kaarten, beel den, bloemen en rozenkransen. „De mensen brengen van alles mee en vragen of ze het hier bij de pomp mogen neerzetten. Prach tig, het is hier een soort verzamelplaats van het geloof en het verstand geworden, want nog steeds komen et ook veel geleerden langs." Rond de pomp is inmiddels een soort klein Jeruzalem ontstaan. Met een klaagmu- urtje, waar mensen hun gebeden opzeggen, boodschappen opschrijven en achterlaten en waar alle geloven bijeenkomen. Katholie ken, protestanten, moslims, hindoes en zelfs agnosten komen om uiteenlopende redenen even naar Jonkhouts pomp. Uit India, Polen, Nieuw-Zeeland, Amerika, Frankrijk en Bel gië. Allemaal gaan ze even zitten bij het klei ne tafeltje waarop theelichtjes branden voor Mariabeelden in allerlei maten en kleuren. Allemaal schrijven ze in een dik schrift waar om ze de reis naar Limburg hebben onder nomen. De meesten komen in de hoop op genezing van een ernstige lichamelijke ziek te, maar er zijn ook bezoekers met psychi sche problemen of puur pragmatisch inge stelde pelgrims. 'Voor een baan, liefst bij de politie' staat ergens in het boek, of: 'Bedankt voor het krijgen van een vast contract'. Helende krachten ,Als je die handschriften leest, dan zie je de ellende en de pijn van de mensen. Sommi gen leunen zo hard op hun pen dat je vele bladzijden verder de doordruk van hun nood nog kunt lezen", zegt JonkhouL Met trots toont hij hoe vaak een bezoek tot genezing heeft geleid. „Hier zie je dat een vrouw vraagt om zwanger te mogen worden. En daar, een paar pagina's en maanden verder zie je dat ze inderdaad in verwachting is." Wanneer iemand hem vraagt om een handoplegging, merkt hij dat zijn handen niet alleen heilzaam water oppompen, maar ook helende krachten hebben. „Ik kan de haren op mijn arm en handen recht over eind laten staan en kippenvel oproepen. Ook kan ik handoplegging bij mensen do?n en als ik dan God aanroep, wordt mijn gebed vaak verhoord." Verder kan hij iets 'wat Jomanda niet kan', zegt hij. „Ik kan energie in me oproepen. Warmte en kou; via mijn handen gaat die weer naar buiten. Zelfs brandnetels kan ik op mijn ogen en gezicht leggen zonder me te branden." Een lucratieve baan in het reli-circus am bieert hij echter niet. En ook gruwt hij van de snelle commerciële jongens die wel een gat in de markt zien in de verkoop van zijn pompwater en z'n gaven. „Er is er eentje ge weest, die zei dat hij wel pilletjes van het wa ter kon maken en dat dan voor goed geld zou kunnen verkopen. Maar dat is niks. God is mijn baas. Er is geen andere baas voor mij. Hem alleen wil ik dienen", klinkt het plech- Onze Taal Als het gesprek over voetballen gaat, mag ik niet meepraten. Ik weet er niets van en zou maar dom me dingen zeggen. Ik ken de spelre gels niet eens. En het kost me de grootste moeite, als ik de eerste helft van links naar rechts gejuicht heb, na de pauze van rechts naar links te juichen, zodat ik mij wel eens vergis, en dat is erg storend voor de huisgenoten. Het is dan ook puur toeval dat ik onlangs in de krant een berichtje las dat kenne lijk belangrijk genoeg was voor de voorpa gina: 'Koploper PSV speelt gelijk (0-0)'. Het zegt me niets, maar de eerste zin van het artikel vond ik heel merkwaardig. Die luid de namelijk: 'Met het landskampioenschap in zicht heeft PSV gisteravond in Tilburg met 0-0 gelijk gespeeld tegen Willem II'. Met Willem II is waarschijnlijk een ande re voetbalvereniging bedoeld, en niet het sigarenmerk. Geboeid lees ik de rest van het artikel, maar het maakt die eerste zin niet minder merkwaardig. Het artikel komt erop neer dat PSV landskampioen zou kunnen worden, maar dan moeten ze nog wat punten halen, en dat ze ook wel eens niet landskampioen zouden kunnen worden als ze te weinig punten halen. Kort om, 't kan vriezen en 't kan dooien. Als er niet meer doorzicht gevergd wordt van een sportjournalist, zouden ze zelfs mij zo'n stuk kunnen laten schrijven. Beter zelfs, want ik zou mijn artikel niet met zo'n kromme zin beginnen. Wat kan iemand bedoelen met: 'Met het landskampioenschap in zicht heeft PSV gisteravond in Tilburg met 0-0 gelijk gespeeld tegen Willem II'. Dat is de grote vraag. En omdat de journalist van dienst dat ook had kunnen bedenken, had hij be ter iets anders geschreven dan dit, waar mee hij zijn lezers meteen het bos in stuurt. De zin suggereert namelijk dat als het landskampioenschap nu eens NIET in zicht geweest was, de wedstrijd heel anders afge lopen was. Ofwel dat het buitengewoon kras is dat zo'n mogelijke landskampioen een 0-0 wedstrijd speelt. Noch het een, noch het ander blijkt uit de rest van het ar tikel. Wat bedoelt de journalist dan? Kijk, dat is mijn punt van kritiek. Schrijf geen zinnen die de lezer niet begrijpen kan. Jk zal mij nader verklaren. Neem nu een zin als: 'Met de jaarlijkse autokeuring in zicht heeft ze nieuwe banden gekocht'. Dat kan ik begrijpen. Teneinde de betwijfelde goedkeuring te verwerven, of om die tenminste een duwtje in de goede richting te geven, koopt ze nieuwe banden. Het stuk 'Met dit of dat in zicht' geeft dan een motief voor wat verder volgt. Iets dergelijks geldt voor: 'Met de len te in zicht heeft ze zich een nieuw vriendje aangeschaft'. Ook hier ligt het motief, nu voor een ander viendje, in de nadering van de lente. Minder duidelijk is al: 'Met de jaarlijkse autokeuring in zicht heeft ze zich een nieuw vriendje aangeschaft'. Ik weet niet hoe u dit leest, maar ik vat dit zo op dat er een vriendje nodig is om die keuring voorspoedig te laten verlopen. Bijvoorbeeld een vriendje dat handig is in het herstellen van oude auto's. Als vanzelf ga je zoeken naar enig verband tussen het een en het ander. Terug naar PSV en dat sigarenmerk. Er staat 'Met het landskampioenschap in zicht heeft PSV gisteravond in Tilburg met 0-0 gelijk gespeeld tegen Willem II'. Heeft PSV zich tot het uiterste ingespannen om 0-0 te spelen, omdat het enkel op die ma nier landskampioen kon worden? Geens zins. Of zit het anders? Er zijn ook zinnen als: 'Met de haven in zicht is het schip ver gaan'. Hier is er ook een verband, maar dan een krasse tegenstelling. Zoiets als: 'Dat is wel het laatste wat je verwachten zou'. Net als in 'Met de verkiezingen in zicht raakte de regering verwikkeld in een seks-schan- daal'. Moeten we de PSV-zin zo lezen? PSV is dan ei zo na landskampioen geworden, maar helaas, door die 0-0 ging het feest niet door. Maar nee, ook dat blijkt niet de be doeling. PSV zou nog best de eerste kunnen worden; kwestie van de komende weken nog een paar puntjes te halen. Wat dan? Ik weet het niet. Misschien blijkt enkel dat ik niet alleen ongeschikt ben om naar voetbalwedstrijden te kijken, maar ook om sportverslaggeving te lezen. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 55