'Ik had daar wel
duizend moeders'
'oetbal en literatuur gaan tegenwoordig samen
Cultuur Kunst
niden Glorie walhalla
or fans oude meesters
Novastar stapelt parel
op parel in het LVC
Heibel rond uitreiking
Musical Awards 2000
bDAG 15 APRIL 2000
der Abdollah signeert nieuw boek
■tttfiiK/LEiPENDe Iraanse schrijver/columnist Kader Abdol-
de komende week drie keer in de regio om zijn nieuwe
Spijkerschrift' te signeren. Vandaag is de schrijver te vin-
n boekhandel Kooyker Ginsberg aan de Breestraat in Lei-
13.00 tot 14.00 uur). Donderdag 20 april signeert Abdollah
9.00 tot 20.00 uur in boekhandel Van der Meer aan het
lorenplein in Noordwijk. Zaterdag 22 april tenslotte sig-
Abdollah van 13.00 tot 14.00 uur in Boekhandel De Kier in
jnkelhof in Leiderdorp. Abdollah verblijft sinds 1988 in Ne-
nd en heeft diverse prijzen ontvangen voor zijn proza,
onder de mediaprijs voor zijn columns in de Volkskrant.
:uwe cyclus Van der Heijden
idam Terwijl critici zich nog bezighouden met de vraag
Tandeloze Tijd' nu wel of niet is afgerond, komt schrijver
h. van der Heijden met een nieuwe, opnieuw zevendelige
ncyclus. De paraplutitel is 'Homo Duplex'. De held van de
s is Tibbolt Satink, een man met 'moeilijke voeten'. Van
jijden heeft de romans al voor een groot deel klaar. Ze
i in betrekkelijk korte tijd achter elkaar verschijnen. Op de
arkt zal de schrijver zijn nieuwe cyclus ten doop houden,
verij Querido neemt voor het lanceren van Homo Duplex
ange aanloop. Er wordt gewerkt aan een Internetsite waar
pel met de lezer wordt gespeeld. Waar de cyclus over han-
niet bekend gemaakt.
jotheose die vijf maan
den iurt. Zo omschrijft direc-
de Leeuw van het Rijks-
ON|m in Amsterdam de ten-
elling De Glorie van de
n Eeuw waarmee het
60 m het tweehonderdjarig
erii\ n viert. Werk van nage-
>rod Ue Nederlandse meesters
>nt( zeventiende eeuw is ver-
roordigd. Er zijn twee-
cu" rd schilderijen, beeld-
'ai merken en kunstnijver-
orwerpen en honderd
ïgen en prenten te zien.
«positie is een walhalla
liefhebbers van oude
•rs, maar heeft ook een
4-1: om de Rembrandts,
f ers, Van Halsen en Van
els op je gemak te bekij-
oet je eigenlijk een week
ie opnemen. Even snel
is er niet bij.
Rijksmuseum heeft zich
de samensteller van de
nstelling, Jan Piet Filedt
larbij nog beperkt tot 'de
!n rijkste voorbeelden' uit
eiperiode in de Neder-
kunstgeschiedenis. „We
u enkele elementen zien.
onmogelijk om alles te
zien, zo rijk was die
helft van de getoonde
Kampdagboek zet Leiderdorper Bouwman op spoor van zijn verleden
werken komt uit de collectie
van het Rijksmuseum zelf.
„Maar dat wil niet zeggen dat
we het goedkoop doen", zegt
directeur De Leeuw. „Met de
waarde van de andere helft, zou
ik zo enkele andere tentoonstel
lingen kunnen inrichten".
Die andere helft is afkomstig
uit gerenommeerde kunstin
stellingen in alle delen van de
wereld en met de nodige over-
edingskracht naar Amsterdam
gehaald. „We hebben musea
gevraagd hun prima donna's
tijdelijk af te staan, en dat ook
nog vlak voor het belangrijke
toeristenseizoen. Dat is voor
onze collega's best een opoffe
ring," aldus De Leeuw.
Het museum heeft het Rijk te
hulp moeten roepen om bij te
dragen in de verzekeringspre-
Enkele bijzondere bruiklenen
zijn Glas Wijn van Vermeer (uit
Berlijn), De Anatomische Les
van dr. Tulp van Rembrandt
(Mauritshuis Den Haag, voor
het eerst sinds 1826 weer in
Amsterdam) en een kandelaar
uit het Japanse Nikko die de
Nederlandse republiek in de
17e eeuw aan de shogun van
Japan schonk. De Glorie van de
Gouden Eeuw is tot en met 17
sepfember te zien.
leiderdorp ropy van der pols
„Mooi is het nog, hè. Zeker
wanneer je bedenkt waar het
allemaal naartoe gesleept is. In
die vochtige, tropische hitte,
waar de witte mier voortdurend
alles aanvreet." Voorzichtig,
haast met eerbied, slaat Rob
Bouwman de vergeelde bladzij
den om van het kleine notitie
boekje, waar hij een paar jaar
geleden bij toeval op stuitte en
dat zijn wereld op zijn kop zet
te. Want het kleinood bleek het
dagboek van zijn moeder te
zijn, bijgehouden tijdens haar
gevangenschap in de Japanse
interneringskampen op Java.
Een moeder waaraan hij geen
enkele herinnering had, omdat
ze overleed toen hij nog maar
een jongetje van vijf was. „Maar
toen ik hierin las, overviel me
een ontzettend gevoel van
rouw." Als postuum eerbetoon
aan Doortje, maar ook zijn
'tweede moeder' Ans, schreef
Bouwman het boek 'Twee moe
ders'.
Toen zijn moeder Doortje in
1945 overleed in het interne
ringskamp Lampersari nam
haar zus Ans de zorgen voor de
vijfjarige Rob op zich. „Een fan
tastische moeder. Eigenlijk heb
ik alleen haar als moeder ge
kend", vertelt Bouwman. „Ze
overleed in 1993 en toen ik haar
huis aan het opruimen was,
vond ik dat boekje. Op zolder,
onderin een hutkoffer tussen
mijn kinderkleertjes. Ik begon
het te lezen en dat maakte be
hoorlijk wat in me los. Ik kende
wel een ander dagboekje van
haar, maar dat las ik toen ik
jong was en er nog niet hele
maal voor open stond. Nu over
viel me een gevoel van rouw dat
het verdriet om de dood van
mijn tweede moeder volledig
overschaduwde. Daar kreeg ik
wel een schuldgevoel over.
Maar goed, je kunt niet veran
deren wat je voelt."
Zijn jonge jaren in de interne
ringskampen, de lotgevallen
van zijn familie in Indonesië,
maar vooral: wie was zijn moe
der en hoe verliepen haar laat
ste tragische jaren? Voor Rob
Bouwman waren het plotseling
vragen van levensbelang. Nooit
had hij de aandrang gevoeld,
maar plotseling moest hij zijn
geboorteland Indonesië bezoe
ken om daar op zoek te gaan
naar antwoorden én herinne
ringen. „Want ik kon me hele
maal niets meer herinneren van
mijn moeder. Zelfs haar gezicht
niet."
De reis, waarvan hij in zijn
boek verslag doet, voerde hem
onder meer naar het kleine
huisje in Lampersari op Java,
waar de laatste zes maanden
van het leven van zijn moeder
zich afspeelde. Op de voorgale
rij, opeengepakt met de andere
gevangenen waar het krioelde
van het ongedierte. Een schok
van herkenning ging door
Bouwman heen bij het terug
zien. „Dat huis bleek totaal on
veranderd te zijn. Het was nu
een eengezinswoning, maar
destijds leefden we er met zijn
tachtigen boven op elkaar."
Hoe het dagelijks leven in de
Japanse interneringskampen
eruit zag valt te lezen in de dag
boekaantekeningen van Door
tje die het eerste deel van het
boek beslaan. Ze beschrijft het
onvoorspelbare en vaak brute
gedrag van de Japanse en Kore
aanse gevangenbewaarders, die
namen meekregen als Ot, Sien
en Trui. Maar ze heeft ook oog
voor de menselijke kant van
haar onderdrukkers. Zo be
schrijft ze hoe Ot zijn spijt be
tuigt over een onterecht pak
slaag dat hij een jongen gege
ven heeft. Met een ei probeert
hij het weer goed te maken.
Een voortdurend terugkerend
thema is het voedselgebrek, de
altijd aanwezige honger. „Hon
ger doet op een gegeven mo
ment echt pijn, net of alles in
de knoop zit", weet Bouwman
zich te herinneren. „Je krijgt er
hoofdpijn van. Je hele lichaam
komt in verzet. Voedsel werd
zelfs zo'n obsessie dat gevange
nen recepten met elkaar gingen
uitwisselen. Ook de kerels de
den dat hoor, mijn vader vertel
de het ook."
Zijn vader overleefde de Ja
panse kolenmijnen, waar hij
dwangarbeid verrichtte. Na de
familiehereniging trouwde hij
met de zus van Doortje, Bouw-
mans tweede moeder Ans. „In
eerste instantie een verstands
huwelijk", vermoedt hij. „Maar
het werd uiteindelijk een heel
goed huwelijk", voegt hij eraan
toe. In 1954 verliet het gezin In
donesië. „Het was toen: of je
werd Indonesiër en je verloor
allerlei rechten of je moest
weg." Dus vertrokken ze naar
Nederland. Tot echte verbitte
ring heeft dat nooit geleid. „Ze
konden zelfs met veel humor
over het verleden vertellen.
Mijn vader had altijd sappige
anekdotes in petto. Ja, af en toe
kwam er wel eens een zure op
merking. Dat had vooral te ma
ken met het gebrek aan begrip
voor de mensen die terugkwa
men uit Indonesië. Ook voor de
jongens van de politionele ac
ties. Niemand vroeg aan die
mensen: wat heb je nu eigenlijk
meegemaakt, wat is er door je
heengegaan."
En zo kon het gebeuren dat
de zogenaamde 'Bersiap-tijd',
de periode in Indonesië die
volgde op de bevrijding in 1945,
in Nederland vrijwel onbekend
is gebleven. Want nadat de rol
van de Japanners was uitge
speeld op de archipel, begon
nen de opgehitste 'pemoeda's',
Indonesische jongeren, hun
vrijheidsstrijd. Een strijd die
ontaarde in roof, wrede moord
partijen en uiteindelijk in her
nieuwde internering in kam
pen. „En dat deel kan ik me wel
heel levendig herinneren: in
kleuren, geuren. Het was echt
een heel bedreigende tijd."
In het laatste deel van het
boek vertrouwt Bouwman zijn
herinneringen aan de fanatieke
Rob Bouwman: „Op zolder, onderin een hutkoffer tussen mijn kinderkleertjes, lag dat boekje. Ik begon het
te lezen en dat maakte behoorlijk wat in me los." foto hielco kuipers
jacht van de pemoeda's op alle
blanda's in Soerabaia aan het
papier toe. Een jacht die eindigt
in het extremistenkamp Soem-
bito. De bevrijding in 1946
vormt het slotstuk van 'Twee
bruine monster en de letteren centraal in het Letterkundig Museum
•jan-hendrik bakker
1 ng.
Letterkundig Museum in
aag is gisteren een bij-
m J e tentoonstelling ge-
'Literatuur met een
)aarnaast komt er onder
le naam een 'Schrijver-
inboek' uit. Over de door
gen schier onmogelijk
e combinatie: voetbal en
ur.
v'° t literatuur kent geen ta
lk h leer. Dus ook over voet-
[t/ d oet geschreven kunnen
li. Zelden zal een open
harder ingetrapt zijn.
vie schrijft er tegenwoor-
niet over voetbal? Na-
er zijn een paar esthe-
er de schrijvers die zich
louden van sport in het
ien en de meest plebeji-
nder haar in het bijzon-
,rh it blijf je houden.
jer lag dat anders. Voor
og was voetbal nog lang
'n uit de hand gelopen
val trtier. Toen liep school-
!r en meesterverteller
hijssen te scheidsrechte-
hijssen onderhield ook
banden met Ajax. Zijn
:oons hebben het daar
r geschopt. En rond het
van de vorige eeuw was
n Gorter, jawel die fijn-
ge dichter van 'Mei', een
\ledt belangrijkste en eerste
in ons land. Centrum-
Ook Roland Holst en
an mochten graag een
Dui trappen, terwijl de ast-
ie Slauerhoff stond te
eid en mee te mo8en doen.
al keurige literatoren,
areven over voetbal
ir echter nauwelijks. Al
fa tstdijk heeft er wel eens
ar woorden aan gewijd
rter een metafoor in
Jaar zoals tegenwoordig,
De afgedankte schoenen van Piet Keizer.
nbi
D/h
351
s™ *e
s vreemd. Voetbal hoort
leven van de
leerderheid der mannen
minder vrouwen, maar
D/h g altijd een aanzienlijke
Iheid. Het dus eigen
en maar verwonderlijk
tijdsbesteding, waar
uurtjes van het bestaan
gaan, langs de lijn, aan
'bar, op het veld, lange
terug te vinden zijn ge-
1 de literatuur. Pas in de
estig, toen lieden als
Armando, Buddingh'
aider zich aandienden
•port in beeld. Armando
toen het legendarische
eenregelige gedicht 'Heeft Nelis
een glazen kin?'
Betrekking hebbend op een
bokser, was dat bepaald een
heftige zin. Het was ook een
provocerende zin. Ze maakte
iets tot onderwerp van de hoge
re wereld der letteren dat tot
dan toe te banaal was bevon
den. Sport. Net als de populaire
media, de sterren van de film
industrie, jazzmusici en - later
- popidolen. Cees Buddingh',
auteur van 'Leve het bruine
monster', laat in een bekend
gedicht van hem een leraar Ne
derlands een leerling de klas uit
sturen als deze triomfantelijk
meldt dat hij de dichter Bud
dingh' ook kent: 'Die komt bij
ons op DFC'. Vanaf dat mo
ment was de dichtkunst gede
mocratiseerd.
Freek de Jonge, Jan Mulder,
Remco Campert, Theun de
Winter, Godfried Bomans, Tim
Krabbé, Anna Enquist, Henk
Spaan, Elly de Waard, Ronald
Giphart, de rij is tegenwoordig
schier eindeloos. Sinds enige
tijd is het schrijversblad 'Hard
gras', speciaal gewijd aan voet
bal, een heèl gewild blaadje ge
worden. Mensen als Henk
Spaan hebben er voor gezorgd
dat voetbal iets is waar je ook
als intellectueel heerlijk over
door kunt emmeren.
Wie het zeer vermakelijke
Schrijversprentenboek bekijkt,
dat in zijn geheel gewijd is aan
schrijvers en voetbal, ziet dat
het niet op kan. Zelfs een notoi
re voetbalhater als W.F. Her
mans staat ergens nog op de fo
to, vrolijk blazend op een
hoorn, bij wijze van scheids
rechtersignaal, terwijl zijn lite
raire generatiegenoten Mulisch,
Schierbeek en Campert zich het
schompes rennen om balbezit.
Aan voetbal is geen ontko
men, lijkt het. Alleen Gerard Re-
ve heeft het blazoen wat dat be
treft ongeschonden gelaten. Re-
ve heeft van meet af aan be
weerd dat alle sport ongezond
is. Bovendien: heeft iemand wel
eens gehoord 'van een hert of
konijn dat aan het volleyballen
of badmintonnen was'. Nee,
Reve moest niets hebben van
dat nutteloze gebeweeg. Waar
om schrijven ze Ajax met een
hoofdletter, vroeg hij, zich in
een interview af, en god niet.
En dan is er Jeroen Brouwers
nog. Ook een roepende in de
woestijn. In een van zijn ge
vreesde fulminades kan hij nog
wel eens te keer gaan tegen de
voetbalmode. Schrijvers als
Heeresma, Andreas Burnier,
Kousbroek en de al eerder ge
noemde Hermans zijn wat dat
betreft zielsverwanten. Meestal
foto cpd
komt het erop neer dat hun af
keer het publiek aangaat en de
tamelijk dictatoriale wijze waar
op iedereen voetbal maar leuk
moet vinden. Maar het is een
minderheid tegenwoordig.
Erik Brouwer, Parooljourna
list en schrijver van 'Literatuur
met een doel', zoals het Schrij
versprentenboek heet onthult
dat zelfs Maarten 't Hart voor
'Hard Gras' nog wel eens een
verhaal heeft geschreven. Dat is
opmerkelijk voor iemand die
een titel als 'De gevaren van het
joggen' op zijn naam heeft
staan. Het verhaal werd afge
keurd wegens gebrek aan kwali
teit, naar het oordeel van de re
dactie. 't Hart had geschreven
hoe hij voetbalwedstrijden op
neemt en later naar de doel
punten toespoelt om toch maar
mee te kunnen praten.
Brouwer weet overigens ook
te vertellen dat de hoogst onbe
weeglijke dichter J.C. Bloem,
een man die later de eeuwig*
heid ingegaan is als een dolen
de ziel die het liefst op zijn stoel
voor het raam zat, dat deze
dichter in zijn jonge jaren op
het voetbalveld te vinden was.
Daar stond hij dan naast het
doel van AFC Quick, waar een
mededichter moest keepen.
Bloem kleedde zich keurig, met
hoed en wandelstok. En zolang
de bal uit het strafschop gebied
bleef spraken de twee over poë
zie.
Wat is er zo mooi aan voet
bal? Alleen de vraag stellen is
voor sommigen onder ons al
heiligschennis. Voetbal is een
wereld van goden en halfgoden,
staat er in de tekst van Erik
Brouwer. Hij citeert Slauerhoff.
Dat is natuurlijk zo. En wij pra
ten graag over goden en halfgo
den, precies zoals alle stervelin
gen dat doen. Maar eerlijk ge
zegd is literatuur die specifiek
over die wereld gaat een beetje
vervelend en van een soort ge
wilde kwajongensachtigheid.
Veel mooier is de rijke wereld
aan beeldspraak die in het voet
bal opgeslagen ligt. 'De angst
van de doelman voor de straf-
schot' (Peter Handke), 'Als ie
maar geen voetballer wordt, ze
schoppen hem misschien half
dood' (Boudewijn de Groot). En
de rijke wereld aan jeugdherin
neringen, aan het geluk van een
geschaafde knie en een gewon
nen wedstrijd, aan de frisse
lucht van een vroege zaterdag
ochtend.
Heel erg mooi zijn de zinne
tjes van Donquishocking uit het
liedje 'De oude school'. Een
herinnering aan een oude
dorpschool, aan een tijd die
weg is. Aan een voetbalwed
strijd tussen twee scholen. Je
speelde in een schooltoernooi/
En het begin was wondermooi/
Fijn voetbalweer/ Je kreeg met
10-1 op je smoel/ De kleine
keeper in zijn doelHij wèende
zeer.
Metaforen direct uit het leven
gegrepen. De wanhoop van
zo'n jongetje.
Naast de tekst van Erik Brou
wer is er het beeldmateriaal. En
dat is voor literatuurliefhebbers
echt smullen. We zien bijvoor
beeld een teamfoto uit 1951,
genomen op kasteel Oud Poel
geest in Oegstgeest. Op de foto
onder anderen: Harry Mulisch,
Wim Hermans, Ad den Besten,
J.B. Charles, Paul Rodenko,
Maurits Mok e.v.a. Onthullend
hoe al die verbeten eenlingen in
staat bleken tot een lekker par
tijtje voetbal. Gewoon wat dol
len, net mensen.
Maar dat niet alleen. Gewone
mensen blijken ook dichtregels
te schrijven. Voetballer Johnny
Rep deed het eens. Geen regels
die je bijblijven. Maar ach, het
sonnet van Jan Kal, toch een
sonnettenbakker eerste klas,
over Johan Cruijff, is ook niet
alles. Maar gekrabbeld op een
bierviltje. Dat is de charme. Net
zoals de afgetrapte voetbal
schoenen van Piet Keizer. Het
zijn de fetisjen die bij het voet
bal horen. In 1973 liepen die
schoenen nog mee in de finale
tegen Juventus. Ajax won met
2-1. En de dichters lagen in
adoratie. Bij Thomas Rap ver
scheen datzelfde jaar nog: 'Elf
gedichten voor Piet Keizer', met
bijdragen van Jan Wolkers,
Remco Campert en.... Marga
Minco. Het schijnt dat Piet Kei
zer zelf zich altijd hoogst onge
makkelijk heeft gevoeld met dat
bundeltje.
'Literatuur met een doel' in
het Letterkundig Museum te
Den Haag is te zien tot 10 sep
tember: di. t/m za. 10-17 uur,
zo. vanaf 12 uur. Het gelijkna
mige Schrijversprentenboek
werd geschreven door Erik
Brouwer. Uitgever: L.J. Veen.
Prijs: 34,90. Ook nog 'Literatuur
langs de lijn', f12,50.
muziek recensie
moeders'. Het gezicht van zijn de kampen. Ik had daar wel
moeder vond Rob Bouwman in duizend moeders."
Indonesië niet terug. „Achteraf Rob Bouwman: Twee moe-
gezien is het niet zo gek dat ik ders, Kampdagboeken en Ber-
het me niet kan herinneren. Ie- siap. 176 blz., f 29,50. Uitgeve-
dereen lette dj)de kinderen in rij Indonet.
vele airplay die dat nummer
kreeg, vlogen er in de eerste
twee weken na verschijning
twintigduizend stuks van het
debuut over de toonbanken.
Waarna ook de organisatoren
van Pinkpop niet meer om de
band heen konden.
En terecht. Getuige het optre
den van gisterenavond is No
vastar een band om rekening
mee te houden. Schijnbaar
moeiteloos slingert de zanger,
samen met Lars van Bambost
(ex-Noordkaap) op gitaar, Jang
Coenen op bas en Cathy-Ann
van Volsem op drums, de pop
pareltjes de zaal in. Als
Zweegers zijn acoustische gi
taar neerlegt, neemt hij plaats
achter het keyboard en komt er
een ander, meer ingetogen,
kant van de band aan de opper
vlakte. Zoals bij het -nummer
'Keeping it together', dat niet
op de plaat staat, maar wordt
gespeeld 'voor alle Nederlandse
babbelaars', doelend op het en
thousiasme van het publiek dat
liever de uitgebalanceerde pop
liedjes hoort dan de stilte daar
tussen in. „Nu zullen we u een
echte meezinger bezorgen",
zegt Zweegers op de helft van
het optreden. Waarop met een
ontwapende frisheid de hitsin
gle 'Wrong' wordt ingezet. Even
daarvoor was al de nieuwste
van Novastar gespeeld: 'The
best is yet to come'. Dat belooft
nog wat.
Ooit zei Joost Zweegers: „Voor
muziek leef ik dag en nacht.
Het is een zaak van leven of
dood." Prettig dat zo een uit
spraak wordt gedaan door ie
mand die zelf muzikant is.
Zweegers is de zanger/gitarist
van het Belgische Novastar dat
gisteravond in het LVC de har
ten van de serieuzere popmu
ziekliefhebber inderdaad snel
ler deed kloppen.
De geboren Nederlander
stond tweemaal in de finale van
de Humo Rock Rally, de Belgi
sche tegenhanger van de Grote
Prijs van Nederland. In 1992
nog met de garagerock-forma-
tie The Sideburns, maar mede
door de concurrentie van onder
andere de toen nog onbekende
bands dEUS en Nemo werd al
snel niets meer van hen verno
men. Vier jaar later was het wel
raak: onder aanvoering van
Zweegers won Novastar de
prestigieuze Belgische popprijs.
Het duurde echter twee jaar
voordat een platendeal rond
was, maar toen acts als Zita
Swoon en Noordkaap begon
nen door te breken, was alles
dat uit België kwam en met
popmuziek te maken had in
één klap hot geworden.
De eerste single 'Wrong' werd
een klapper en mede dankzij de
De ADO-trofeeën van Bart Chabot.
AMSTERDAM
De eerste prijzen zijn nog niet
uitgereikt of de heibel breekt
al los. Journalisten die komen
de dinsdag de uitreiking van
de Musical Awards 2000 wil
len bijwonen in het Scheve-
ningse Circustheater, mogen
daar pas na 3 mei over schrij
ven. Die dag zendt RTL4 na
melijk een televisieregistratie
van de prijsuitreiking uit.
Journalisten moeten schrif
telijk verklaren dat ze met dit
embargo akkoord gaan. Een
aantal van hen maakt daar be
zwaar tegen. Ze willen zich
niet door RTL4 laten voor
schrijven wanneer ze over de
prijsuitreiking mogen schrij
ven. RTL4 wil met de voor
waarde de exclusiviteit van de
televisie-uitzending waarbor
gen. De zin van het embargo
wordt echter van alle kanten
betwijfeld. Er zijn zo'n 1600
mensen aanwezig bij de prijs
uitreiking op 18 april. Die zou
den dan allemaal twee weken
lang hun mond moeten hou
den. De kans dat dat lukt, is
nihil.
Eerder werden al vraagte
kens geplaatst bij het initiatief
van de voor Nederland nieu
we musicalprijzen. Joop van
den Ende kwam met het idee
en ondersteunt de prijzen fi
nancieel. Van veel kanten
wordt geroepen dat Van den
Ende in de prijzen een nieuw
marketingmiddel ziet.