'Ik had daar wel duizend moeders' 'oetbal en literatuur gaan tegenwoordig samen Cultuur Kunst niden Glorie walhalla or fans oude meesters Novastar stapelt parel op parel in het LVC Heibel rond uitreiking Musical Awards 2000 bDAG 15 APRIL 2000 der Abdollah signeert nieuw boek ■tttfiiK/LEiPENDe Iraanse schrijver/columnist Kader Abdol- de komende week drie keer in de regio om zijn nieuwe Spijkerschrift' te signeren. Vandaag is de schrijver te vin- n boekhandel Kooyker Ginsberg aan de Breestraat in Lei- 13.00 tot 14.00 uur). Donderdag 20 april signeert Abdollah 9.00 tot 20.00 uur in boekhandel Van der Meer aan het lorenplein in Noordwijk. Zaterdag 22 april tenslotte sig- Abdollah van 13.00 tot 14.00 uur in Boekhandel De Kier in jnkelhof in Leiderdorp. Abdollah verblijft sinds 1988 in Ne- nd en heeft diverse prijzen ontvangen voor zijn proza, onder de mediaprijs voor zijn columns in de Volkskrant. :uwe cyclus Van der Heijden idam Terwijl critici zich nog bezighouden met de vraag Tandeloze Tijd' nu wel of niet is afgerond, komt schrijver h. van der Heijden met een nieuwe, opnieuw zevendelige ncyclus. De paraplutitel is 'Homo Duplex'. De held van de s is Tibbolt Satink, een man met 'moeilijke voeten'. Van jijden heeft de romans al voor een groot deel klaar. Ze i in betrekkelijk korte tijd achter elkaar verschijnen. Op de arkt zal de schrijver zijn nieuwe cyclus ten doop houden, verij Querido neemt voor het lanceren van Homo Duplex ange aanloop. Er wordt gewerkt aan een Internetsite waar pel met de lezer wordt gespeeld. Waar de cyclus over han- niet bekend gemaakt. jotheose die vijf maan den iurt. Zo omschrijft direc- de Leeuw van het Rijks- ON|m in Amsterdam de ten- elling De Glorie van de n Eeuw waarmee het 60 m het tweehonderdjarig erii\ n viert. Werk van nage- >rod Ue Nederlandse meesters >nt( zeventiende eeuw is ver- roordigd. Er zijn twee- cu" rd schilderijen, beeld- 'ai merken en kunstnijver- orwerpen en honderd ïgen en prenten te zien. «positie is een walhalla liefhebbers van oude •rs, maar heeft ook een 4-1: om de Rembrandts, f ers, Van Halsen en Van els op je gemak te bekij- oet je eigenlijk een week ie opnemen. Even snel is er niet bij. Rijksmuseum heeft zich de samensteller van de nstelling, Jan Piet Filedt larbij nog beperkt tot 'de !n rijkste voorbeelden' uit eiperiode in de Neder- kunstgeschiedenis. „We u enkele elementen zien. onmogelijk om alles te zien, zo rijk was die helft van de getoonde Kampdagboek zet Leiderdorper Bouwman op spoor van zijn verleden werken komt uit de collectie van het Rijksmuseum zelf. „Maar dat wil niet zeggen dat we het goedkoop doen", zegt directeur De Leeuw. „Met de waarde van de andere helft, zou ik zo enkele andere tentoonstel lingen kunnen inrichten". Die andere helft is afkomstig uit gerenommeerde kunstin stellingen in alle delen van de wereld en met de nodige over- edingskracht naar Amsterdam gehaald. „We hebben musea gevraagd hun prima donna's tijdelijk af te staan, en dat ook nog vlak voor het belangrijke toeristenseizoen. Dat is voor onze collega's best een opoffe ring," aldus De Leeuw. Het museum heeft het Rijk te hulp moeten roepen om bij te dragen in de verzekeringspre- Enkele bijzondere bruiklenen zijn Glas Wijn van Vermeer (uit Berlijn), De Anatomische Les van dr. Tulp van Rembrandt (Mauritshuis Den Haag, voor het eerst sinds 1826 weer in Amsterdam) en een kandelaar uit het Japanse Nikko die de Nederlandse republiek in de 17e eeuw aan de shogun van Japan schonk. De Glorie van de Gouden Eeuw is tot en met 17 sepfember te zien. leiderdorp ropy van der pols „Mooi is het nog, hè. Zeker wanneer je bedenkt waar het allemaal naartoe gesleept is. In die vochtige, tropische hitte, waar de witte mier voortdurend alles aanvreet." Voorzichtig, haast met eerbied, slaat Rob Bouwman de vergeelde bladzij den om van het kleine notitie boekje, waar hij een paar jaar geleden bij toeval op stuitte en dat zijn wereld op zijn kop zet te. Want het kleinood bleek het dagboek van zijn moeder te zijn, bijgehouden tijdens haar gevangenschap in de Japanse interneringskampen op Java. Een moeder waaraan hij geen enkele herinnering had, omdat ze overleed toen hij nog maar een jongetje van vijf was. „Maar toen ik hierin las, overviel me een ontzettend gevoel van rouw." Als postuum eerbetoon aan Doortje, maar ook zijn 'tweede moeder' Ans, schreef Bouwman het boek 'Twee moe ders'. Toen zijn moeder Doortje in 1945 overleed in het interne ringskamp Lampersari nam haar zus Ans de zorgen voor de vijfjarige Rob op zich. „Een fan tastische moeder. Eigenlijk heb ik alleen haar als moeder ge kend", vertelt Bouwman. „Ze overleed in 1993 en toen ik haar huis aan het opruimen was, vond ik dat boekje. Op zolder, onderin een hutkoffer tussen mijn kinderkleertjes. Ik begon het te lezen en dat maakte be hoorlijk wat in me los. Ik kende wel een ander dagboekje van haar, maar dat las ik toen ik jong was en er nog niet hele maal voor open stond. Nu over viel me een gevoel van rouw dat het verdriet om de dood van mijn tweede moeder volledig overschaduwde. Daar kreeg ik wel een schuldgevoel over. Maar goed, je kunt niet veran deren wat je voelt." Zijn jonge jaren in de interne ringskampen, de lotgevallen van zijn familie in Indonesië, maar vooral: wie was zijn moe der en hoe verliepen haar laat ste tragische jaren? Voor Rob Bouwman waren het plotseling vragen van levensbelang. Nooit had hij de aandrang gevoeld, maar plotseling moest hij zijn geboorteland Indonesië bezoe ken om daar op zoek te gaan naar antwoorden én herinne ringen. „Want ik kon me hele maal niets meer herinneren van mijn moeder. Zelfs haar gezicht niet." De reis, waarvan hij in zijn boek verslag doet, voerde hem onder meer naar het kleine huisje in Lampersari op Java, waar de laatste zes maanden van het leven van zijn moeder zich afspeelde. Op de voorgale rij, opeengepakt met de andere gevangenen waar het krioelde van het ongedierte. Een schok van herkenning ging door Bouwman heen bij het terug zien. „Dat huis bleek totaal on veranderd te zijn. Het was nu een eengezinswoning, maar destijds leefden we er met zijn tachtigen boven op elkaar." Hoe het dagelijks leven in de Japanse interneringskampen eruit zag valt te lezen in de dag boekaantekeningen van Door tje die het eerste deel van het boek beslaan. Ze beschrijft het onvoorspelbare en vaak brute gedrag van de Japanse en Kore aanse gevangenbewaarders, die namen meekregen als Ot, Sien en Trui. Maar ze heeft ook oog voor de menselijke kant van haar onderdrukkers. Zo be schrijft ze hoe Ot zijn spijt be tuigt over een onterecht pak slaag dat hij een jongen gege ven heeft. Met een ei probeert hij het weer goed te maken. Een voortdurend terugkerend thema is het voedselgebrek, de altijd aanwezige honger. „Hon ger doet op een gegeven mo ment echt pijn, net of alles in de knoop zit", weet Bouwman zich te herinneren. „Je krijgt er hoofdpijn van. Je hele lichaam komt in verzet. Voedsel werd zelfs zo'n obsessie dat gevange nen recepten met elkaar gingen uitwisselen. Ook de kerels de den dat hoor, mijn vader vertel de het ook." Zijn vader overleefde de Ja panse kolenmijnen, waar hij dwangarbeid verrichtte. Na de familiehereniging trouwde hij met de zus van Doortje, Bouw- mans tweede moeder Ans. „In eerste instantie een verstands huwelijk", vermoedt hij. „Maar het werd uiteindelijk een heel goed huwelijk", voegt hij eraan toe. In 1954 verliet het gezin In donesië. „Het was toen: of je werd Indonesiër en je verloor allerlei rechten of je moest weg." Dus vertrokken ze naar Nederland. Tot echte verbitte ring heeft dat nooit geleid. „Ze konden zelfs met veel humor over het verleden vertellen. Mijn vader had altijd sappige anekdotes in petto. Ja, af en toe kwam er wel eens een zure op merking. Dat had vooral te ma ken met het gebrek aan begrip voor de mensen die terugkwa men uit Indonesië. Ook voor de jongens van de politionele ac ties. Niemand vroeg aan die mensen: wat heb je nu eigenlijk meegemaakt, wat is er door je heengegaan." En zo kon het gebeuren dat de zogenaamde 'Bersiap-tijd', de periode in Indonesië die volgde op de bevrijding in 1945, in Nederland vrijwel onbekend is gebleven. Want nadat de rol van de Japanners was uitge speeld op de archipel, begon nen de opgehitste 'pemoeda's', Indonesische jongeren, hun vrijheidsstrijd. Een strijd die ontaarde in roof, wrede moord partijen en uiteindelijk in her nieuwde internering in kam pen. „En dat deel kan ik me wel heel levendig herinneren: in kleuren, geuren. Het was echt een heel bedreigende tijd." In het laatste deel van het boek vertrouwt Bouwman zijn herinneringen aan de fanatieke Rob Bouwman: „Op zolder, onderin een hutkoffer tussen mijn kinderkleertjes, lag dat boekje. Ik begon het te lezen en dat maakte behoorlijk wat in me los." foto hielco kuipers jacht van de pemoeda's op alle blanda's in Soerabaia aan het papier toe. Een jacht die eindigt in het extremistenkamp Soem- bito. De bevrijding in 1946 vormt het slotstuk van 'Twee bruine monster en de letteren centraal in het Letterkundig Museum •jan-hendrik bakker 1 ng. Letterkundig Museum in aag is gisteren een bij- m J e tentoonstelling ge- 'Literatuur met een )aarnaast komt er onder le naam een 'Schrijver- inboek' uit. Over de door gen schier onmogelijk e combinatie: voetbal en ur. v'° t literatuur kent geen ta lk h leer. Dus ook over voet- [t/ d oet geschreven kunnen li. Zelden zal een open harder ingetrapt zijn. vie schrijft er tegenwoor- niet over voetbal? Na- er zijn een paar esthe- er de schrijvers die zich louden van sport in het ien en de meest plebeji- nder haar in het bijzon- ,rh it blijf je houden. jer lag dat anders. Voor og was voetbal nog lang 'n uit de hand gelopen val trtier. Toen liep school- !r en meesterverteller hijssen te scheidsrechte- hijssen onderhield ook banden met Ajax. Zijn :oons hebben het daar r geschopt. En rond het van de vorige eeuw was n Gorter, jawel die fijn- ge dichter van 'Mei', een \ledt belangrijkste en eerste in ons land. Centrum- Ook Roland Holst en an mochten graag een Dui trappen, terwijl de ast- ie Slauerhoff stond te eid en mee te mo8en doen. al keurige literatoren, areven over voetbal ir echter nauwelijks. Al fa tstdijk heeft er wel eens ar woorden aan gewijd rter een metafoor in Jaar zoals tegenwoordig, De afgedankte schoenen van Piet Keizer. nbi D/h 351 s™ *e s vreemd. Voetbal hoort leven van de leerderheid der mannen minder vrouwen, maar D/h g altijd een aanzienlijke Iheid. Het dus eigen en maar verwonderlijk tijdsbesteding, waar uurtjes van het bestaan gaan, langs de lijn, aan 'bar, op het veld, lange terug te vinden zijn ge- 1 de literatuur. Pas in de estig, toen lieden als Armando, Buddingh' aider zich aandienden •port in beeld. Armando toen het legendarische eenregelige gedicht 'Heeft Nelis een glazen kin?' Betrekking hebbend op een bokser, was dat bepaald een heftige zin. Het was ook een provocerende zin. Ze maakte iets tot onderwerp van de hoge re wereld der letteren dat tot dan toe te banaal was bevon den. Sport. Net als de populaire media, de sterren van de film industrie, jazzmusici en - later - popidolen. Cees Buddingh', auteur van 'Leve het bruine monster', laat in een bekend gedicht van hem een leraar Ne derlands een leerling de klas uit sturen als deze triomfantelijk meldt dat hij de dichter Bud dingh' ook kent: 'Die komt bij ons op DFC'. Vanaf dat mo ment was de dichtkunst gede mocratiseerd. Freek de Jonge, Jan Mulder, Remco Campert, Theun de Winter, Godfried Bomans, Tim Krabbé, Anna Enquist, Henk Spaan, Elly de Waard, Ronald Giphart, de rij is tegenwoordig schier eindeloos. Sinds enige tijd is het schrijversblad 'Hard gras', speciaal gewijd aan voet bal, een heèl gewild blaadje ge worden. Mensen als Henk Spaan hebben er voor gezorgd dat voetbal iets is waar je ook als intellectueel heerlijk over door kunt emmeren. Wie het zeer vermakelijke Schrijversprentenboek bekijkt, dat in zijn geheel gewijd is aan schrijvers en voetbal, ziet dat het niet op kan. Zelfs een notoi re voetbalhater als W.F. Her mans staat ergens nog op de fo to, vrolijk blazend op een hoorn, bij wijze van scheids rechtersignaal, terwijl zijn lite raire generatiegenoten Mulisch, Schierbeek en Campert zich het schompes rennen om balbezit. Aan voetbal is geen ontko men, lijkt het. Alleen Gerard Re- ve heeft het blazoen wat dat be treft ongeschonden gelaten. Re- ve heeft van meet af aan be weerd dat alle sport ongezond is. Bovendien: heeft iemand wel eens gehoord 'van een hert of konijn dat aan het volleyballen of badmintonnen was'. Nee, Reve moest niets hebben van dat nutteloze gebeweeg. Waar om schrijven ze Ajax met een hoofdletter, vroeg hij, zich in een interview af, en god niet. En dan is er Jeroen Brouwers nog. Ook een roepende in de woestijn. In een van zijn ge vreesde fulminades kan hij nog wel eens te keer gaan tegen de voetbalmode. Schrijvers als Heeresma, Andreas Burnier, Kousbroek en de al eerder ge noemde Hermans zijn wat dat betreft zielsverwanten. Meestal foto cpd komt het erop neer dat hun af keer het publiek aangaat en de tamelijk dictatoriale wijze waar op iedereen voetbal maar leuk moet vinden. Maar het is een minderheid tegenwoordig. Erik Brouwer, Parooljourna list en schrijver van 'Literatuur met een doel', zoals het Schrij versprentenboek heet onthult dat zelfs Maarten 't Hart voor 'Hard Gras' nog wel eens een verhaal heeft geschreven. Dat is opmerkelijk voor iemand die een titel als 'De gevaren van het joggen' op zijn naam heeft staan. Het verhaal werd afge keurd wegens gebrek aan kwali teit, naar het oordeel van de re dactie. 't Hart had geschreven hoe hij voetbalwedstrijden op neemt en later naar de doel punten toespoelt om toch maar mee te kunnen praten. Brouwer weet overigens ook te vertellen dat de hoogst onbe weeglijke dichter J.C. Bloem, een man die later de eeuwig* heid ingegaan is als een dolen de ziel die het liefst op zijn stoel voor het raam zat, dat deze dichter in zijn jonge jaren op het voetbalveld te vinden was. Daar stond hij dan naast het doel van AFC Quick, waar een mededichter moest keepen. Bloem kleedde zich keurig, met hoed en wandelstok. En zolang de bal uit het strafschop gebied bleef spraken de twee over poë zie. Wat is er zo mooi aan voet bal? Alleen de vraag stellen is voor sommigen onder ons al heiligschennis. Voetbal is een wereld van goden en halfgoden, staat er in de tekst van Erik Brouwer. Hij citeert Slauerhoff. Dat is natuurlijk zo. En wij pra ten graag over goden en halfgo den, precies zoals alle stervelin gen dat doen. Maar eerlijk ge zegd is literatuur die specifiek over die wereld gaat een beetje vervelend en van een soort ge wilde kwajongensachtigheid. Veel mooier is de rijke wereld aan beeldspraak die in het voet bal opgeslagen ligt. 'De angst van de doelman voor de straf- schot' (Peter Handke), 'Als ie maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem misschien half dood' (Boudewijn de Groot). En de rijke wereld aan jeugdherin neringen, aan het geluk van een geschaafde knie en een gewon nen wedstrijd, aan de frisse lucht van een vroege zaterdag ochtend. Heel erg mooi zijn de zinne tjes van Donquishocking uit het liedje 'De oude school'. Een herinnering aan een oude dorpschool, aan een tijd die weg is. Aan een voetbalwed strijd tussen twee scholen. Je speelde in een schooltoernooi/ En het begin was wondermooi/ Fijn voetbalweer/ Je kreeg met 10-1 op je smoel/ De kleine keeper in zijn doelHij wèende zeer. Metaforen direct uit het leven gegrepen. De wanhoop van zo'n jongetje. Naast de tekst van Erik Brou wer is er het beeldmateriaal. En dat is voor literatuurliefhebbers echt smullen. We zien bijvoor beeld een teamfoto uit 1951, genomen op kasteel Oud Poel geest in Oegstgeest. Op de foto onder anderen: Harry Mulisch, Wim Hermans, Ad den Besten, J.B. Charles, Paul Rodenko, Maurits Mok e.v.a. Onthullend hoe al die verbeten eenlingen in staat bleken tot een lekker par tijtje voetbal. Gewoon wat dol len, net mensen. Maar dat niet alleen. Gewone mensen blijken ook dichtregels te schrijven. Voetballer Johnny Rep deed het eens. Geen regels die je bijblijven. Maar ach, het sonnet van Jan Kal, toch een sonnettenbakker eerste klas, over Johan Cruijff, is ook niet alles. Maar gekrabbeld op een bierviltje. Dat is de charme. Net zoals de afgetrapte voetbal schoenen van Piet Keizer. Het zijn de fetisjen die bij het voet bal horen. In 1973 liepen die schoenen nog mee in de finale tegen Juventus. Ajax won met 2-1. En de dichters lagen in adoratie. Bij Thomas Rap ver scheen datzelfde jaar nog: 'Elf gedichten voor Piet Keizer', met bijdragen van Jan Wolkers, Remco Campert en.... Marga Minco. Het schijnt dat Piet Kei zer zelf zich altijd hoogst onge makkelijk heeft gevoeld met dat bundeltje. 'Literatuur met een doel' in het Letterkundig Museum te Den Haag is te zien tot 10 sep tember: di. t/m za. 10-17 uur, zo. vanaf 12 uur. Het gelijkna mige Schrijversprentenboek werd geschreven door Erik Brouwer. Uitgever: L.J. Veen. Prijs: 34,90. Ook nog 'Literatuur langs de lijn', f12,50. muziek recensie moeders'. Het gezicht van zijn de kampen. Ik had daar wel moeder vond Rob Bouwman in duizend moeders." Indonesië niet terug. „Achteraf Rob Bouwman: Twee moe- gezien is het niet zo gek dat ik ders, Kampdagboeken en Ber- het me niet kan herinneren. Ie- siap. 176 blz., f 29,50. Uitgeve- dereen lette dj)de kinderen in rij Indonet. vele airplay die dat nummer kreeg, vlogen er in de eerste twee weken na verschijning twintigduizend stuks van het debuut over de toonbanken. Waarna ook de organisatoren van Pinkpop niet meer om de band heen konden. En terecht. Getuige het optre den van gisterenavond is No vastar een band om rekening mee te houden. Schijnbaar moeiteloos slingert de zanger, samen met Lars van Bambost (ex-Noordkaap) op gitaar, Jang Coenen op bas en Cathy-Ann van Volsem op drums, de pop pareltjes de zaal in. Als Zweegers zijn acoustische gi taar neerlegt, neemt hij plaats achter het keyboard en komt er een ander, meer ingetogen, kant van de band aan de opper vlakte. Zoals bij het -nummer 'Keeping it together', dat niet op de plaat staat, maar wordt gespeeld 'voor alle Nederlandse babbelaars', doelend op het en thousiasme van het publiek dat liever de uitgebalanceerde pop liedjes hoort dan de stilte daar tussen in. „Nu zullen we u een echte meezinger bezorgen", zegt Zweegers op de helft van het optreden. Waarop met een ontwapende frisheid de hitsin gle 'Wrong' wordt ingezet. Even daarvoor was al de nieuwste van Novastar gespeeld: 'The best is yet to come'. Dat belooft nog wat. Ooit zei Joost Zweegers: „Voor muziek leef ik dag en nacht. Het is een zaak van leven of dood." Prettig dat zo een uit spraak wordt gedaan door ie mand die zelf muzikant is. Zweegers is de zanger/gitarist van het Belgische Novastar dat gisteravond in het LVC de har ten van de serieuzere popmu ziekliefhebber inderdaad snel ler deed kloppen. De geboren Nederlander stond tweemaal in de finale van de Humo Rock Rally, de Belgi sche tegenhanger van de Grote Prijs van Nederland. In 1992 nog met de garagerock-forma- tie The Sideburns, maar mede door de concurrentie van onder andere de toen nog onbekende bands dEUS en Nemo werd al snel niets meer van hen verno men. Vier jaar later was het wel raak: onder aanvoering van Zweegers won Novastar de prestigieuze Belgische popprijs. Het duurde echter twee jaar voordat een platendeal rond was, maar toen acts als Zita Swoon en Noordkaap begon nen door te breken, was alles dat uit België kwam en met popmuziek te maken had in één klap hot geworden. De eerste single 'Wrong' werd een klapper en mede dankzij de De ADO-trofeeën van Bart Chabot. AMSTERDAM De eerste prijzen zijn nog niet uitgereikt of de heibel breekt al los. Journalisten die komen de dinsdag de uitreiking van de Musical Awards 2000 wil len bijwonen in het Scheve- ningse Circustheater, mogen daar pas na 3 mei over schrij ven. Die dag zendt RTL4 na melijk een televisieregistratie van de prijsuitreiking uit. Journalisten moeten schrif telijk verklaren dat ze met dit embargo akkoord gaan. Een aantal van hen maakt daar be zwaar tegen. Ze willen zich niet door RTL4 laten voor schrijven wanneer ze over de prijsuitreiking mogen schrij ven. RTL4 wil met de voor waarde de exclusiviteit van de televisie-uitzending waarbor gen. De zin van het embargo wordt echter van alle kanten betwijfeld. Er zijn zo'n 1600 mensen aanwezig bij de prijs uitreiking op 18 april. Die zou den dan allemaal twee weken lang hun mond moeten hou den. De kans dat dat lukt, is nihil. Eerder werden al vraagte kens geplaatst bij het initiatief van de voor Nederland nieu we musicalprijzen. Joop van den Ende kwam met het idee en ondersteunt de prijzen fi nancieel. Van veel kanten wordt geroepen dat Van den Ende in de prijzen een nieuw marketingmiddel ziet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 25