'Mensen bloeien maar één keer' Discoklassiekers brengen sfeer iM e ns e n fi ef Inspirerende voorstelling leerlingen Vera Verzijden Leiden Regio Thomas van Luyn oogst geen gulle lach iC 10 APRIL 2000 Bloemenschilderes Janneke Brinkman: bel Nel ar Aar ogen dicht als ze terugdenkt rk Jallemaal zo gekomen is. Twee- lanAe nu. In haar herinnering ziet »roo meisje dat bloemetjes plukt in leer boeketjes te maken. „Achteraf bloemende toch de grondslag ■rk geweest. fenwijkse huiskamer - weids uit- Zijl en de Boterhuispolder - ,7fliiUende boeketten. Grote en hte en zijden bloemen. Zelf had noeder die prachtige boeketten En haar vader was plantenkun- I ir in Wageningen. „Dus dat de- I I n de ene kant, en het weten- ll| aan de anclere. Die versmel- het denk ik mee begonnen." lit de Noordoostpolder trok school kwam naar Amsterdam, gras', om biologie te studeren, ze dan, gebogen over de snijta- erte! ;er met naaldjes erop geprikt, jengeslagen." Dat moest ze dan immige mensen gruwen daar- schepte er genoegen in. Dat je moet kijken. Het darmenstelsel 3 01 ia is dan net zo mooi als de tens neenbloemenstengel." Cfo elling aquarelleert ze nu nog. ch mogelijk." Ze laat de aquarel j paarse orchidee die haar r siert. „Zie je, hoe gede- spij ziet elk schubje. De schoon- bvei bloem, daar hoefje niets aan f 1 ni „Ik zie mezelf niet als kunste- 1 iet meer als een vak, een am- ^8® decoratie. Een bevriende kun- 0011 Dibbets, heeft wel eens tegen hei je moet een stuk van zo'n or en, en dat uitvergroten. Heel wi ïeter bij een of een bij twee. >b je het over een heel andere 2 ïeb je het over kunst." estn gebruikt wordt. Dat mensen jk* eb je kaarten. Dat is haar vol- vet K wil haar atelier - een verdie- et e b hetzelfde huis - niet laten 5t 111 ingen helpt niet. „Nee, nee. Het n- ïmeltje op dit moment." Haar de echtelijke slaapkamer blij- jén mimte te bevinden. „Dus >es| 'er het blauwe boeket waar ze al teken mee bezig is. Hoe de iltjes, de hyacinten, de anemo- gauwe druifjes langzaamaan naar ze het boeket toch nog - i - laat staan. Dat brengt haar p leven en dood en 'hoe de r imaal overleeft'. Die lijsterbes ile jaar voor haar raam daarbo- ïrst de knoppen. Dan die tere ermen. Vervolgens dat groen ssen, en de fascinerende aan- sej rte vogels die erop afkomen, de bladeren bruin. Maar als er n laagje ijs op die takken ligt, een belofte: volgend jaar ngef" t pr0 taan ineens een tikje tnest. n ien maar één keer." kaj, eld vindt ze dat. „Die nare pe- t eind van je leven. Daar zou je fieif: Over de glazen tafel kruipt een parelmoeren slak. De koffiekopjes staan uitbundig in bloei. En ook de asbak wordt overwoekerd door bloemenranken.Op visite bij Janneke Brinkman- Salentijn, bloemenschilderes. Haar boeketten komen terecht in agenda's en op briefpapier, op kampeerservies en notebooks. Ze sieren regelmatig pagina's in het vrouwenblad Margriet. „Heerlijk, het idee dat er iets concreets uit mijn handen komt. Waarvan mijn kinderen later kunnen zeggen; dat heeft mijn moeder gemaakt." Een lievig imago? „Vind ik niet. Mijn werk heeft ook iets botanisch, ambachtelijks." door AFKE VAN DER TOOLEN FOTO HIELCO KUIPERS eigenlijk mee moeten beginnen. Dat het al leen maar beter wordt." Een uitspraak die ze onmiddelijk weer terugneemt. „Die laat ste periode hoeft niet per se naar te zijn. Als ik naar mijn eigen ouders kijk, die hebben het nog goed." Zelf hóópt ze wel op een leven na de dood, maar erop rekenen doet ze niet. „Dus leef ik nu maar, en geniet er nu maar van." Twee jaar geleden kreeg haar man Elco kanker. Een hele zware periode, 'maar ach teraf gezien niet de slechtste tijd van ons le ven'. Wat ze nog nooit had meegemaakt: zaten ze ineens hele dagen samen op de bank. Boekjes te lezen. „Je maakte alles sa men mee. De gang naar het ziekenhuis elke keer. Vooral in het begin die permanente dreiging, die donderwolk boven je hoofd, 's Ochtends wakker worden met de gedachte: er is iets heel ergs." Toen duidelijk was wat hem precies man keerde, was het ergste gek genoeg over, vertelt ze. Want dat was de onzekerheid. Daarna was het: nu gaan we aan het werk, ertegen vechten. In zo'n tijd kan het met een huwelijk alle kanten opgaan, beseft ze. In hun geval ging het goed. „Dat je elkaar zo nodig hebt, en alles sterker voelt. En de simpele dingen van het leven, die zijn heel belangrijk in zo'n tijd. Samen wandelen langs het strand. Een kopje thee in de tuin. Gewoon samen eten. Klinkt misschien triviaal, maar zo is het." Inmiddels is alles back to normal. Elco het grootste deel van de dag op pad, en als hij thuiskomt altijd eerst de gang naar boven, om te kijken wat zijn vrouw die dag heeft gemaakt. Dat bleef hij ook in die andere periode doen, toen hij als CDA-leider zwaar onder vuur lag. „Dat was ook emotioneel een hele zware tijd. Mijn haar viel er zelfs van uit. Ik las die kranten, ik zag die tv. Elco gaat gewoon door, die is sterker dan ik, dat is zijn karakter. Maar ik zag het allemaal ge beuren." Haar kijk op de zaak: „Het CDA zat zestig jaar in de regering, men wilde dat niet meer. Men wilde vernieuwing, men wilde paars. En Elco was toevallig op dat moment het boegbeeld van het CDA. Wat heel ver drietig was, is dat het erg persoonlijk werd." Maar voor de rest, ach, het is alweer zolang geleden, er is alweer zoveel gebeurd. Haar man heeft nu ook weer 'een heel boeiend leven'. „Die tijd ligt achter je. Het is belang rijk niet teveel naar het verleden te kijken." Ze leerde Elco kennen in haar studenten tijd. Lachend: „Hij had iemand nodig voor het lustrumfeest, denk ik." Ze trouwden vrij snel. „Ik heb een man die van opschie ten houdt." Er is nooit sprake van geweest dat ze haar studie niet zou afmaken, en niet zou gaan werken daarna. Je moet wat doen met wat je kan, toch? Het kwartje viel pas laat. Nooit heeft ze, ge bogen over haar tekening van het darmen stelsel van de cavia, overwogen om te gaan schilderen. Ze werd eerst biologielerares, voor ze haar bestemming vond. Ze verhuis den naar Leiden, was in verwachting van haar tweede kind en ging daarom niet met een op zoek naar een nieuwe baan. In die tijd ging ze wel een keer naar een aquarelcursus van schilderes Lenie Nooy- en. „Dat vond ik fantastisch! Die mensen aan die tekentafels in de weer. Hun enthousias me ook. En toch, de stilte die er hing. Ik dacht: dat wil ik ook!" Daar schilderden ze portretten, stillevens, naakten. Thuis stortte ze zich op het aqua relleren van bloemen. „Op een gegeven moment vroeg iemand: wil je niet eens ex poseren. Dat deed ik. Achteraf denk je: hoe durfde je. Elco zei: je bent gék, je hebt toch een vak geleerd." Op die expositie liep een uitgever rond. Die vroeg of ze illustraties voor een agenda wilde maken. „Een heel spannende tijd. Ga je dan nog door met lesgeven, of kies je voor die illustraties?" De roem van haar man zal haar nieuwe loopbaan een zetje hebben gegeven. „De mensen kennen je, dat is een voordeel. Maar je moet het wel waarmaken. Je valt toch door de mand als het niks zou zijn. In de huiskamer hangt, hoe kan het anders, een zware bloemengeur. En overal liggen stapeltjes boeken. Het recente boek over Ruud Lubbers op het ene. The Tulip en The Clutius Botanical op een andere. Het is een grote, lichte kamer. Overal waar het oog dwaalt blijft het bij iets hangen: een lucifer doos met de Kopenhaagse zeemeermin er op, moderne schilderijen, de kussentjes die zo smaakvol kleuren bij de bank. Het is er vol zonder een rommelige indruk te ma ken. Toch verontschuldigt ze zich. „Er moet nodig eens wat aan gedaan worden." Ze wonen er al kwart eeuw. Een beetje plechtig zegt ze: „Dit is een huis met een geschiedenis. Je werkt er. Onze drie kinde ren zijn hier opgegroeid. Elco's minister schap hebben we hier meegemaakt. Hier ligt ons leven." Janneke Brinkman is helemaal verknocht geraakt aan Leiden. „We willen niet meer weg uit Leiden. Het is een prachtige stad. We voelen ons hier thuis. Ik zit in het be stuur van het Ronald McDonald-huis, we gaan altijd naar de Mattheüspassion in de Pieterskerk, ik deel met 3 oktober haring en wittebrood uit." Ze willen wel naar de binnenstad. Daar be zitten ze een verwaarloosd pand aan het Plantsoen. Onlangs ontstond daar nog een ruzie over. Wethouder Pechtold is boos omdat Monumentenzorg het echtpaar Brinkman zou hebben voorgetrokken. Ter wijl honderden Leidenaars jaren moeten wachten, heeft hun huis in korte tijd de sta tus van monument gekregen. Daardoor krijgen ze subsidie voor een opknapbeurt. Volgens Monumentenzorg is het echter normaal dat panden die er zo slecht aan toe zijn voorrang krijgen. Jaren geleden was er ook al eens een akke fietje. Enkele buurtbewoners verhinderden dat het echtpaar een atelier in de tuin bouwde. Janneke Brinkman wil niet ingaan op vragen over beide kwesties. „Ik zeg al leen dat ik heel blij ben dat we nu kunnen beginnen. Het huis ging zienderogen ach teruit. Het lekte er, er werden vernielingen aangericht, en er zaten krakers in." Terug naar haar werk. Krijgt ze er wel eens genoeg van? Van die bloemen? Heeft ze niet eens de aandrang om, zeg, een olifant te schilderen? Een boerdérij? Een auto? Nee, luidt het stellige antwoord. „En zo gek is dat niet. Er is zelfs iemand die alléén maar tulpen schildert." Maar daar moet ze zelf ook wel een beetje om lachen. Dan se rieus: „Ik wil gewoon proberen mezelf te verbeteren en heel goed te worden. Het geeft niet wét je schildert, maar dat waar je mee bezig bent moet goed zijn." lare surf- dsdi ïkbrokken ekrecensie tze|LNSKEUZERS rï£ as met Perry Leenhouts (oreman (gitaar), Eric Van Jasper van den Dobbel- Wouter Verhulst (drums) 8/4, LVC, Leiden. iummer van de cd 'Pray for sun' van p e Travoltas begint met een weerbe- refreintje 'Not wit- enadrukt nog eens dat op het strand ,'ewenst zijn. Pretti- lanken en we moe- 323 5t vergrootglas zoe- vroegere punkin- 'Kill, Kill, Kill, Sex, 5315 ïoewel de band de entie! at uit '94 nooit als empelde. yERTE eetje punkattitude 8 j et betreden van het Van Vught en Vin- tfENTf in begroeten elkaar it al spugend af. Za- Dchenen de Tilbur- eidse LVC ook mu- Junkverleden niet. chtigfofa een dik kwartier slecht geluid, een jelmoes van Beach surfsound en P05 ky songs op. Vin- 5hiinH°! ln> Eric Van Vught den Dobbelsteen een strakke, ro- jk leze ering met lekkere Ijes. p,l -gator' heeft grap- ittebt ende klappartijen, u got what I need' zonnige Californi- -en de band is bij- 0 het agressieve 'Mo- „Dit nummer is eel mooi meisje.' 'robeert een rust- lassen, maar het tgeduldig en hoort ïr zingen. 'Get out- 'd into my dreams) ende resultaat, on- 3zoni loor staccato ge sakkoorden. Zowel surfnummers lig- flijk lekker het de hapklare brok- aan de andere kant iel weggeslikt alsof dezelfde smaak Santa Esmeralda - 'Please, don't let me be mis understood' - in de Groenoord- hallen. FOTO TACO VAN DER EB muziek recensie lidyvan der spek LeerlingenaVond Vera Verzijden, met o.a. Purcells opera Dido and Aeneas. Gehoord 8/4, 't Anker, Hazerswoude. Voor de bekende Leidse zang pedagoog Vera Verzijden'is na jaren een wens in vervulling ge gaan: een groot werk opvoeren, met geschikte stemmen in het bestand voor solo-rollen. En dat grote werk werd de 'Dido and Aeneas' (1689) van Henry Purcell. Verzijden heeft geluk met de fantastische pianist/be geleider. Carla Vermeulen. Zij heeft het voor elkaar gekregen om een piano-uittreksel te compileren, dat Purcells mu ziek eer aan doet en een steun in de rug is voor de zangers. Purcell maakt veel gebruik van zich steeds herhalende vaste baspatronen, in het Engels de 'ground' genoemd. Die ground deed het perfect op de piano, steeds afgewisseld met solo- of koorzang. Maatvast, helder en transparant spel ondersteunde het zingen onder leiding van Verzijdens zeer betrokken di rectie. Acht solisten traden op, wel licht haar beste leerlingen, die met weinig attributen de opera een leuk scenisch tintje gaven. Verzijden heeft de rollen goed verdeeld. De stemmen zijn op 't lijf geschreven. Inge Aksoycan als Dido, koningin van Cartha go, heeft een dramatische mez zosopraan met enorm veel vi brato. Ze zet misschien geen Dido neer die Purcell voor ogen stond, maar wel een die tot de verbeelding spreekt. De affec tieve kracht in haar lament 'When I am laid in earth' krijgt een intense gevoelswaarde. Dorien van Rumt is een fantas tisch typisch Engelse tovenares, die vlijmscherp, neerbuigend vals, ijzersterk articulerend, haar gemene plan ten uitvoer brengt. De twee 'witches' zijn grappig geniepig, zingen in duetten met dezelfde gladde stemmetjes, maar verschillen duidelijk in klankkleur en stern- bereik. Verzijden heeft veel aan interpretatie gedaan. Het leer lingenkoor zingt licht, met een scherpe dictie, de krachtige soms statige koren. De combi naties van stemgroepen zijn ex pressief, briljant, vol ritmische vondsten, die heilig naar voren springen. De 'airs' worden sug gestief gezongen met een direct treffende uitdrukking aan de in houd van de tekst. Voor de pauze vertelde Boukje Tijmstra iets over het leven en tragisch einde van Mary Stuart 'Queen of Scots' (1542-1587). Zij zong daarbij vijf liederen die aan Mary Stuarl zijn toege schreven, hoewel daar geen ze kerheid over is. Robert Schu mann heeft deze in 1852 ge toonzet, toen hijzelf verre van gelukkig was. Na zo'n inspire rende avond kan Vera Verzijden op nieuwe leerlingen rekenen. muziek recensie lesley grieten Concert: The Greatest Disco Classics Party 2000 met Santa Esmeralda, Imagination, Jocelyn Brown, Odyssey, The Real Thing en Sister Sledge. Gezien: 8/4, Groenoord- hallen, Leiden. Het leek zaterdag wel een schoolreünie waarvoor alle klassen van de afgelopen veer tig jaar waren uitgenodigd om in de gymzaal eens lekker te dansen op muziek van vroeger. De zevenduizend bezoekers van The Greatest Disco Classics Party 2000 konden midden in de Groenoordhallen terecht op een grote dansvloer. In de breedte van de hal stond het podium, het publiek kon met een kwartslag naar rechts DJ Comé Klijn bekijken die vanaf een kleiner podium het publiek informeerde over de platen die hij draaide. Langs de kanten was de horeca opgesteld en er waren genoeg plekken op de tribune of op een van de terras jes om even te zitten. Vanaf het sponsorterras, waar de cham pagne en de sigarendoos veel vuldig rondgingen, viel op dat bijna niemand zich in een pas sende outfit had gehesen. Het bleef bij her en der een glitter topje en wat Afro-pruiken. Dat de vroegere danspasjes nog niet vergeten waren bleek toen Santa Esmeralda oude hits 'Please, don't let me be misun derstood' en 'House of the Rising Sun' ten gehore bracht. Even later besteeg Odyssey het podium. Ook weer zo'n groep waarvan de hit bekender is dan de bandnaam: 'Going back to my roots'. Er werd volop ge danst en de entertainers van Imagination kregen zelfs sfeer in de Groenoordhallen. Tussen de acts door draaide Comé Klijn zijn platen en maakte hij reclame voor zijn Disco Classics deel 2, 'van avond slechts 25 gulden'. In te genstelling tot vorig jaar vielen de rijen bij de bar reuze mee. Zelfs op het drukste moment van de avond hoefden de dorstigen maar een enkel plaat je te missen. Bij de toiletten wa ren de rijen weer erg lang. Maar de enthousiastelingen dansten in de rij vrolijk door of bekeken de clips op de videoschermen naast het podium. Onbetwist muzikaal hoogte punt van de avond was het op treden van Jocelyn Brown. Met haar imposante verschijning en indrukwekkende stem kreeg ze het publiek aan haar voeten, het prachtige 'Somebody Else's Guy'. Als een echte diva veegde tussen de nummers met een handdoekje het zweet van haar gezicht. Bij een dergelijke ar tiest is het jammer als je de mu ziek op band hoort wegsterven terwijl het Brown pas goed los komt. Het doet verlangen naar een groep echte muzikanten als begeleidingsband. Zoals de tienkoppige feestband Fun Par ty's Dance Band, de enige volle dige live-act uit de pas opge zette artiestenstal van Funpar- ty's. Als er voor meer livemuziek be zuinigd moet worden, kan dat best op een act als The Real Thing. Het in zwart leer gehul de trio kwam flitsend uit de startblokken maar maakte niet echt indruk. Het was Klijn die de massa weer in beweging kreeg met krakers als 'YMCA', 'At the Carwash' en 'Relight my Fire'. Al voor het optreden van Sister - 'We are Family' - Sledge wer den de gele lijnen van de sport velden op de vloer weer lang zaam zichtbaar. Degene die de zaal verlieten misten een van de beste optredens van de avond. De gezusters lieten horen nog behoorlijk close harmony te kunnen zingen. Een verhaaltje met de strekking 'er leven is na de dood' werd met gejuich ont vangen. Want wie weet kunnen ook in danspaleis 'Hierna maals' de voetjes van de vloer. wunand zeilstra Voorstelling: 'Het Heelal', soloprogramma door Thomas Luyn. Gezien: 8/4, schouwburg, Leiden. theater recensiesolovoorstelling - mogelijk als reactie op zijn vo rige programma - iets te sterk in zichzelf ge keerd. Soms draaft hij inhoudelijk ook wel een beetje door. Dat duurt gelukkig nooit lang, en je blijft benieuwd hoe hij zijn ondeiwerpen met el kaar verbindt. Als rode draad heeft hij een slape loze nacht gekozen. Bij de opening horen we een soort slaapcursus, terwijl Van Luyn in pyjama zachtjes aan de vleugel zit te spelen. Dan gaat hij koffie zetten, licht aandoen en begint met een betoog over Grieken en Romeinen, over heden/ verleden/toekomst en over democratieën en dic taturen. Plotseling zijn we beland bij een bezoek aan buitenaardse wezens die al pijprokend onze planeet goed lijken te kennen. Maar ook meer aardse zaken komen aan bod, zo als het bespreken van voorbeelden van 'foute' muziek. Hij beweert van reclame te houden en zingt ons met fraaie piano-akkoorden de be roemde theecommercial voor. Plotseling is hij de gescheiden echtgenoot die alleen in het weekein de vader mag zijn. Elk onderdeel heeft meestal naast veel overbodige franje een aardig detail. Een echt pakkend geheel heeft hij er helaas nog niet van weten te maken, zodat er te veel geglim lacht en te weinig echt gelachen wordt. Een opmerkelijke ontwikkeling heeft cabaretier Thomas van Luyn ondergaan. In zijn vorige pro gramma maakte hij zich nogal eens schuldig aan goedkope publiekparticipatie. Een toeschouwer op toneel halen en dat soort - vaak afgezaagde - trucjes. In zijn nieuwe solo doet hij dat niet. Hij bemoeit zich zelfs niet of nauwelijks rechtstreeks met het publiek. In zekere zin is dat winst. Een zwak punt bij vele solisten is het hoge bab belgehalte. Dat geldt dit keer niet voor Van Luyn. Zijn programma kent een originele opbouw, het tekstniveau is behoorlijk. Terloops formuleert hij een paar aardige denkbeelden of suggereert hij grappige situaties. Ook daar ligt dus kwalitatieve winst. Merkwaardig genoeg weet Van Luyn deze winstpunten niet in enthousiaste reacties van de toeschouwers om te zetten. Natuurlijk is er een slotapplaus. Maar daarvoor hebben we als toe schouwers bijna anderhalf uur nauwelijks hard op gelachen of anderszins gereageerd. Ondanks alle positieve aspecten is deze nieuwe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 11