'Ik was cowboy maar kon niet eens paardrijden'
Venus Flytrap en Rice gooien hoge ogen in Popjacht
oorlezers maken
et jury moeilijk
Maarten 't Hart in de herenmode
Leiden Regio
van'tó >len uit Leiden en omge-
,gen/' hadden er inmiddels al
rcorrondes opzitten. „En
le merken ook", oordeel-
JJJJJ inie Reijngoudt. „Het
an de voorlezers is erg
Als medewerker van
p cassEi üo, een ondersteunende
iatie voor bibliotheken,
jj, lijngoudt samen met de
"uit hef Bibliotheek van Lei-
te bes» irantwoordelijk voor het
verloop van het evene-
iVia dit soort activiteiten
lh0|m we het lezen op een
Dam imanier te promoten. En
kt heel goed, want het
aanmeldingen voor de
redstrijd stijgt elk jaar
«Sïe<
FranJde Lee brengt typisch
Amerikaans entertainment
NDAG 20 MAART 2000
ilisToor werd gedwongen andere be
te zoeken, omdat er tussen Lei-
Woerden een spoorlijn werd aange-
,'oor hem was er toen geen droge ho
meer te verdienen. Tot die tijd had
bootdienst waarmee passagiers tus-
tide steden werden vervoerd. Toen hij
overleed kwam het hotel in handen
vrouw.
veel later kocht Gerard Toor het. Hij
|s kok op de Holland-Indiëlijn en had
ij) «tijd voor het hotel. Na zijn dood, in
Jfwam het in handen van zijn zoon.
Cees, die er op z'n zestigste, nu vijf
■rug, een punt achter zette. Zijn zoon,
reen Cees, is de vierde in de genera-
or die het nu voor het zeggen heeft.
n h' lat hij het hotelwezen binnenstapte,
lide Cees de wereld. Hij leest Latijnse
weet niet hoe sigarettenrook of al-
smaakt, spreekt thuis met vrouw en
n ren Zweeds en loopt om de andere
avonds laat met vrienden tien kilo-
hard door de polder. En zo heeft
nog wel wat passies.
)vec ien haard, gevoed door een gasvlam,
e ni it behaaglijk in de knusse bar. Op de
n is een soort landkaart geschilderd,
dan van een deel van Alphen aan den
I' let station staat er op en hotel Toor.
niet groter dan een 'vergrote' spel-
iop. Een oude kaart, die herinnerin-
nroept aan vervlogen tijden. De lam-
Ieti; ide bar branden op halve kracht. Dat
va t sfeer. De stoelen en tafeltjes passen
dan
>r Toor heeft nagedacht over de vraag:
e^D de man achter de hotelier? Een tevre-
ir"e lens, zo blijkt meer dan eens. Hij
orhet leven lief en wil dat zo gezond
ijk leiden. Genieten hangt bij hem
samen met werken aan zijn gezond-
token en alcohol passen daar niet in.
min als vet eten. „Ik eet niet wat lek-
maar wat goed voor me is. Voor mij
onbegrijpelijk waarom veel mensen
W111 cht met hun lichaam omspringen. De
dem evan je gezondheid kun je niet ko-
JP ils de rit ten einde loopt kun je al je
emen, maar het levert je geen minuut
leven op."
laas uit Alphen is een man die niet
maar aan werken denkt. Beslist niet.
niet één, maar meer interessevel-
én ervan is het lezen van 'oude ge
en', zoals hij ze zelf omschrijft. Tek-
die lang geleden aan het papier zijn
8 trouwd. Elke dag, rond middernacht,
bor onderuit in een gemakkelijke
n leest een uur lang mooie teksten
f umor en wijsheid. Meestal in het La-
schreven.
orkeur gaat uit naar Erasmus, Cicero,
en de Romeinse keizer Marcus
„Latijn is voor mij de mooiste taal
te8 lelbc
den.
De passies van hotelier Cees Toor: Latijnse teksten, hardlopen en Zweeds spreken
Cees Toor is hotelier in
hart en nieren. Niet zo
verwonderlijk. Cees, 35
jaar oud, is de vierde
generatie Toor, die het
hotel naast het
NS-station in Alphen
aan den Rijn runt.
Hoewel het hotel zijn
troetelkind is, kijkt hij
verder dan dit wereldje
groot is. Hotel Toor ziet
hij als zijn plicht, zegt hij
in dit gesprek. Een
gesprek dat begint bij
Cornelis Toor, die in
1878 het hotel van de
grond tilde.
FOTO MARK LAMERS
die er is. Ik heb de woordenboeken wel
naast me liggen, omdat ik die taal niet hele
maal eigen ben", kllinkt het bijna veront
schuldigend. „Eens hoop ik tijd te vinden
om Latijn te leren."
Uit welke hoek hij de interesse heeft om
zich dag in, dag uit te buigen over Latijnse
teksten, weet Toor niet. Van zijn ouders
heeft hij het in elk geval niet meegekregen,
weet hij zeker. „Zij lazen wel, maar nooit
dit soort dingen", herinnert hij zich. „Ik
heb als jonge knaap vroeger veel gereisd.
Misschien komt het daardoor wel. Eigenlijk
ben ik overal wel in geïnteresseerd. Dat kan
best wel eens een verklaring zijn waarom
aansprekende teksten mij zo tot de verbeel
ding spreken."
Zelf probeert Toor ook 'mooie woorden' op
te schrijven. Het klinkt vreemd uit de mond
van een hotelier, maar hij ziet dit als één
van zijn grootste ambities. Daarom schrijft
hij veel. Niemand mag die teksten lezen.
Cees Toor schrijft, tot nu toe althans, louter
en alleen om zichzelf te plezieren. Waar
over hij zoal teksten aan het papier toever
trouwt? De Alphense hotelhouder blijft er
wat vaag over. „Mooie dingen schrijf ik
op", zegt hij. „Over eenvoud, bescheiden
heid en vergankelijkheid." Meer niet? „Nee,
meer zeg ik er niet over. Die teksten zijn
van mij en niemand heeft daar verder wat
mee te maken."
Heeft Toor wellicht het verkeerde beroep
gekozen? Er verschijnt een glimlach om z'n
lippen alsof hij die vraag had verwacht.
Dan zegt hij: „Ik ben in het hotelwereldje
gerold. Laat het duidelijk zijn: ik heb het
daarin prima naar mijn zin. Maar als dat
niet zou zijn gebeurd, dan was ik misschien
wel schrijver geworden of journalist. Het
schrijven van teksten, mooie teksten welte
verstaan, fascineert me enorm."
Wie veel reist of heeft gereisd kan veel ver
halen. Dus ook Cees Toor. Toch heeft hij er
nog niet écht over nagedacht om zijn bele
venissen op te schrijven. Wat niet is, komt
misschien nog wel. Cees was net achttien
jaar oud toen 'ie in z'n eentje met een rug
zak om zijn schouders de wereld introk.
Zijn credo: 's Ochtends ontwaken is de we
reld ontdekken. Onder dat mom struinde
de jeugdige Cees een halfjaar lang, met
niet meer dan vijftien gulden per dag te be
steden, kriskras door Nieuw Zeeland: van
noord naar zuid en van oost naar west.
Hij vertelt: „Van dat geld moest ik eten ko
pen, reizen en een slaapplaats betalen.
Maar ik koos daar bewust voor. Het was
een uitdaging voor me. Natuurlijk, ik had
een creditkaart kunnen meenemen. Dan
was wel het avontuurlijke eraf geweest.
Achteraf, nu dus, kan ik zeggen dat ik een
bijzonder boeiende tijd heb gehad in
Nieuw Zeeland. Ik heb er bij boeren ge
werkt om een centje bij te verdienen: ik heb
de wol van schapen geschoren en de ho
rens van koeien geknipt die op transport
moesten. Ja, ik ben er zelfs cowboy ge
weest. En dan te bedenken, dat ik toen nog
nooit op de rug van een paard had gezeten.
M'n conclusie kan niet anders zijn dan dat
het een prachtige tijd was."
Maar er was meer. Zo trok hij door Afrika
met hetzelfde rugzakje en een matig gevul
de portemonnee. Zag een hoop ellende en
belandde soms in hachelijke situaties. De
meest merkwaardige ervaring had Toor in
Namibië. In dat land liep hij letterlijk de
Bosjesmannen tegen het lijf. Hele kleine
mannetjes, herinnert Cees zich nog goed.
„Weetje", verhaalt hij, „die mensen ken
nen geen verschil tussen mensen en die
ren. Een vogel, om maar eens een voor
beeld te noemen, is een persoon met vleu
gels. Uiterst curieus. Ik was erbij toen ze
een beest slachtten. Dat was me een ritu
eel! Ik schat dat ze dat dode dier minstens
een half uur om vergeving hebben ge
vraagd, omdat ze het hadden afgemaakt.
En ze vertelden erbij aan het gedode beest
waarom ze dat hadden gedaan: om in leven
te blijven moesten ze toch te eten hebben."
Cees Toor is getrouwd met Birgitta, een
Zweedse. Ook zijn broer, die aan de rand
van Stockholm een hotel leidt, heeft een
Zweedse echtgenote. De Alphense hotelier
heeft twee kinderen: een zoon (Pelle) en
een dochter (Malin). Gezondheid krijgen ze
als het ware met de paplepel ingegoten.
Zoon Pelle, die nog maar drie jaar oud is,
schroomt dan ook niet om op iemand die
een sigaret opsteekt of rookt af te stappen
en hem afkeurend toe te spreken met de
woorden: 'meneer, weet u wel dat u daar
ziek van wordt?'
ach-pianorecital in Lokhorstkerk
e D: de geboortedag van J.S.
morgen, geeft het Ne
ds Bach Collegium een
rejorecital in de Lokhorst
in Leiden. Het program-
bestaat uit twee delen,
de pauze transcripties
voor piano van verschillende
stukken van Bach en na de
pauze werken die sterk beïn
vloed zijn door Bach. Het pro
gramma is samengesteld en
wordt uitgevoerd door Ben
Hurrelbrinck. Kaarten zijn te
koop aan de kerk, vooraf aan
de voorstelling.
MUZIEK RECENSIE
van Venrooy uit Woubrugge wint
HANS KEUZERS
Halve finale Zuid-Hollandse Popjacht: Meringue, Venus Flytrap,
Zsa Bep, Gee @ngel, Tjolk, Alka Seltzer, Riplets. Gehoord: 19/3,
LVC, Leiden.
De Leidse deelnemer aan de Zuid-Hollandse
Popjacht, de groep Raum, zit in de andere halve
finale van volgende week in Den Haag. Jammer,
want er is niks leuker dan een bandje in je eigen
city te bewonderen.
Onbegrijpelijk dat de Pop-unie de schema's niet
een beetje aanpast voor de lokale markt. Dan
moet je ook niet zeuren als de publieke belang
stelling een tikkie achterblijft. Een veelheid van
stijlen worden door 'Merinque' licht aangeraakt,
maar net als de sound goed binnenkomt is de
groep al weer bezig het volgende accent te leg
gen.
Spannende muziek waar de zang soms lieve mu-
sical-achtige lijntjes, aangevuld met frivool toet-
senwerk, afwisselt met heftige hardcore grund-
-passages. Voor Venus Flytrap is het verder kij
ken dan deze halve finale. De Haagse band zal
zeker met deze uitgebalanceerde set tot de fina
listen behoren. 'Love is life' van Flytrap heeft een
pakkende Daryll Ann-achtige melodielijn, er is
net dat accentje van de tweede stem op het juiste
moment en de stuwende baslijnen geven de
heerlijke meerwaarde.
De formatie Gee @ngel, waarbij de zangeres aan
gekondigd wordt als 'dame met strot' lijkt de vi
deo's van Alanis Morissete goed te hebben afge
speeld, want niet alleen de sound, maar juist ook
zang en podiumpresentatie doen te veel denken
aan de Canadese zangeres. Best aanstekelijk,
maar zonder meer gebrek aan eigen identiteit.
Te weinig vrouwen in de popmuziek? De Riplets,
vier eigenwijze meiden in coctailjurk uit Rotter
dam, brengen een ontwapende lieve punkset,
waar vooral de koortjes enorm catchy zijn. Boven
bij de singer/songwriters valt één echt talent te
ontdekken.
Daniëlla van het duo Rice geeft met haar gym
schoenen prachtig de maat aan en zingt, onder
steund door mooie hammond-partijen, met on
gekend gemak haar eigen blues en soul. Met Rice
en Venus Flytrap kan Zuid-Holland straks hele
hoge ogen gooien bij de follow up van de Pop
jacht: De Grote Prijs Van Nederland.
RODY VAN DER POLS
53R J
0 een speld horen vallen,
in de Tuinzaal
iciëteit De Burcht in Lei
een halve kring hadden
•uders, broertjes, zusjes,
jes en vriendinnetjes
rondom de voorlees-
waarin achtereenvolgens
kinderen plaatsnamen
publiek te boeien met
grappige en spannende
:RTENilen' Een voor een pro-
in ze de jury, die werd
izeten door de Leidse
Heester J. Postma,
igen dat zij de enige ech-
irleeskampioen' waren,
kinderen, afkomstig uit
jzeven en acht van de ba-
aflegde de burgemeester
voorlezers en het pu
itwaarop de jury zou let-
Ve kijken naar de inlei-
aarin de deelnemers uit-
waarom ze voor het
?kozen hebben. En ver-
'ben we vooral oog voor
arleestempo, het gebruik
'stem en het contact met
bliek."
't favoriet bij de voorle
zers waren de boeken van Carry
Slee, waaruit meerdere malen
werd voorgelezen. Ook van An-
nelieke Petrus uit Leidschen-
dam is het de lievelingsschrijf
ster. Zelf las ze een stuk voor uit
Verdriet met mayonaise' van
Slee. „Dat boek gaat over een
meisje dat haar vader betrapt
als hij in zijn auto aan het zoe
nen is met een andere vrouw."
Annelieke heeft zich goed voor
bereid op het evenement. „Ik
heb thuis geoefend met mijn
ouders, mijn zusje en ook met
een vriendinnetje." Maar liever
nog dan voorlezen, leest Anne
lieke voor zichzelf. „Als ik een
maal aan een boek begonnen
ben, dan heb ik het binnen een
paaf dagen uit."
De juryleden hadden het niet
gemakkelijk. „Het heeft ons
heel wat zuchten, steunen en
kreunen gekost om een win
naar aan te wijzen", sprak bur
gemeester Postma na afloop.
„Maar de Voorleeskampioen
van vandaag is Delise van Ven
rooy uit Woubrugge. Met haar
heldere en pakkende voor
dracht is ze het volledig waard
om onze regio te vertegenwoor
digen op de provinciale voor
ronde." Tweede werd Siebe
Schuemie uit Leiderdorp en op
de derde plaats eindigde Judith
Teunissen uit Stompwijk. Alle
drie de winnaars kregen een
roos en, hoe kon het ook an
ders, een boek cadeau.
De provinciale voorronde van
de Voorleeswedstrijd 2000
wordt op 19 april gehouden in
het Bibliotheektheater van de
Centrale Bibliotheek in Rot
terdam. De provinciale win
naar gaat uiteindelijk door
naar de landelijke finale van
woensdag 24 mei, in het Mu
ziekcentrum Vredenburg in
Utrecht.
Maarten 't Hart in Hugo Boss-pak: „Eigenlijk heb ik me geprostitueerd."
FOTO HENK BOUWMAN
RODY VAN DER POLS
„Kijk, ze hebben me voor de gelegenheid
speciaal aangekleed." Met pretoogjes
showt Maarten 't Hart zijn gloednieuwe,
donkerblauwe Hugo Boss-pak, afkomstig
uit de rekken van de Leidse herenmode
zaak Dennis Classics. „Eigenlijk heb ik me
geprostitueerd", voegt de schrijver er la
chend aan toe. Want om het pak mee naar
huis te mogen nemen, moest de schrijver
afgelopen zaterdag wel eerst anderhalf uur
lang handtekeningen uitdelen. „Gelukkig
vind ik signeren best leuk." Dat ook zijn
fans er blij mee waren, bleek uit de rij die
tot op de stoep van de herenmodezaak
stond.
Is een kledingwinkel geen vreemde plek
om er een schrijver handtekeningen uit te
laten delen? Nee hoor, vindt Jan Vink van
Dennis Classics.
„Maarten is voor ons geen onbekende.
We zien hem hier wel eens. En bovendien
is hij een groot kledingliefhebber."
Ook boekhandel De Kier, die sinds de
opening van het nieuwe pand aan de Bree-
straat tegenover de herenmodezaak geves
tigd is, was betrokken bij de signeersessie.
In opdracht van de Leidse boekhandel
schreef 't Hart de novelle 'Kramsvogels',
waarvan een stapeltje voor de liefhebbers
klaarlag. Van het boekje zijn slechts dui
zend exemplaren gedrukt, wat het tot een
collectorsitem maakt voor de echte fans.
MUZIEK RECENSIE
KEN VOS
Concert Frankie Lee. Gezien op 18
maart in de Stadsgehoorzaal, Leiden
Ook bij bluesliefhebbers is
Frankie Lee nog geen grote
bekende. De van oorsprong
Texaanse zanger, die in een
ver verleden met de Ike Tina
Turner Review meedeed,
woont nu in Oakland, Califor-
nië en probeert serieuze elek
trische blues met aanspreken
de r&b te vermengen. De grij
zende bariton-shouter had
zaterdagavond een uitstekend
ingespeelde backing band
meegenomen, hoewel de le
den kennelijk niet zijn vaste
begeleiders zijn.
Het optreden begon veelbelo
vend met enkele instrumenta
le bluesnummers waarin gita
rist Bruce Bandera met zijn
scherpe geluid la T-Bone
Walker en Albert Collins liet
zien waar de roots van deze
band liggen. Ook de meeste
andere bandleden wonen in
Californië, maar kennelijk is
de blues daar nog altijd schat
plichtig aan de Texaanse stijl.
Zo ook tenorsaxofonist Ber
nard Anderson die met zijn
ouderwets zware en ritmisch
vaste geluid geheel in de tradi
tie van no-nonsense Texas-
-bluessax past.
Frankie Lee, hoogdravend
aangekondigd als de 'Frank
Sinatra van de blues', kwam
daarna op met een funky stuk
in de Rufus Thomas-school
dat door de strakke opbouw
en de uitstekende timing van
Lee veel beloofde voor de rest
van de avond. Blues-traditio
nals werden afgewisseld door
r&b-standards uit het Stax-
en Motown-repertoire van de
jaren zestig en zeventig.
Als je Frankie Lee, een kleine,
beweeglijke, slanke man van
in de vijftig op ziet komen,
verwacht je niet de krachtige,
donkerbruine en rafelige bari
ton die niet onderdoet voor
een Screamin' Jay Hawkins of
een Howlin' Wolf. Op zijn best
klinkt hij dan ook als hij echt
kan 'shouten' in de traditie
van de zuidelijke baptistendo
minees. De show van Lee is
voor een groot deel typisch
Amerikaans entertainment; zo
gaat het mooie 'Rock My Soul'
van zijn laatste album, 'Here I
Go Again', over in een iets te
lang en dwaas verhaal over
een geit in een gat.
De tweede set heeft een verge
lijkbare opbouw, alleen krijgt
de tweede gitarist, Bobby
Warren, eerst de gelegenheid
zich te presenteren als vlotte
blueszanger. Lee doet het
vooral goed in enkele stan
dards, zoals Robert Johnsons
Crossroads', de ballade 'Cry
Me a River' en het van een ko
misch jodel-intro voorziene
'Got My Mojo Working'. Daar
na wordt veel tijd gestoken in
publieksdeelname, waarin
achtereenvolgens een groep
vrouwen en dan een groep
mannen voor een dansje op
het podium genodigd worden.
Op typisch Amerikaanse mo
raliserende wijze roept Lee
voor de wat al te makkelijk af
gedwongen toegift nog iets
over 'save our children' en sa
fe sex. Muzikaal klopt het wel
wat Frankie Lee doet, maar
zijn act kan hij beter aan de
Europese smaak aanpassen.