n Reisbranche probeert de politiek te paaien Goethe ZATERDAG 18 MAAR# 'Er moet een staatssecretaris van Toerisme komen' De Nederlandse stand deelt hal 7 van de Messegalande in Berlijn met de paviljoens van België en Luxemburg. In 1998 - actuelere cijfers zijn nog niet voor handen - verschafte de Nederlandse toeristenbranche werk aan 320.000 mensen die een omzet genereerden van 50 miljard gidden. Toerisme groeide in korte tijd uit tot de grootste industrie van Nederland en dat moet vooral zo blijven, vinden ze bij het Nederlands Bureau voor Toerisme (NTB). Dus nodigde directeur Theo Schmitz afgelopen week vier kamerleden uit voor een bezoek aan de ITB in Berlijn, de grootste vakantievakbeurs ter wereld. In de hoop dat ook de politiek nu eindelijk eens het belang van de sector zal gaan inzien. Dat valt tegen. Er waren vier uit nodigingen verstuurd. Maar als op Schiphol de neuzen worden geteld, blijkt dat alleen Annie Schreijer-Pierik (CDA) meegaat naar de ITB in Berlijn, de grootste vakantievakbeurs ter wereld. Gerrit Schoenmakers (PvdA) vaardig de heel voorkomend een vervanger af (Wil lem Herrebrugh); de parlementariërs van de WD en D'66 hadden geen tijd. Theo Schmitz echter, blijft ondanks de magere opkomst goedgemutst. 'Zo werkt dat in de politiek', zegt de directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme (NBT) monter richting vlieg tuig stappend. „Onze sector is in Den Haag geen hot-item. Dat komt omdat je er in de media niet mee kunt scoren. Maar we blijven de boel masseren." Hij zal wel moeten. Schmitz is er tenslotte voor aangesteld. Maar het blijft frustrerend natuurlijk. De grootste industrie van Neder land (50 miljard omzet; 320.000 werknemers) en geen Tweede-Kamerlid dat zich er voor interesseert. Laat staan de regering. In verge lijking met het geklungel van de voormalige staatssecretaris voor Economische Zaken Anneke van Dok, wordt het optreden van opvolger Gerrit Ybema in de toeristische branche gezien als een verbetering. Maar ook niet meer dan dat. Naast toerisme heeft hij wel meer aan zijn hoofd en net als zijn voorgangster ging hij verdacht vlot akkoord met de gestage vermindering van de over- heids-subsidie aan het NBT. Van-de oor spronkelijke 47 miljoen (enkele jaren terug) is nu nog maar 40 over en het wordt straks nog minder. Schril contrast Schmitz over de verminderde subsidie: „Dat gaat dus onder het motto zelf je broek op houden. Terwijl in andere landen de promo tiebudgetten omhoogvliegen." Zoals blijkt op de onafzienbare Messege- lande van Berlijn. Vergelijk de oude, in jaren niet veranderde Nederlands stand maar met een distel in een hof vol bloeiende bloemen. Zie Portugal. Of Polen. Het kan niet op daar, lijkt het wel. In uitbundig geornamenteerde paleisjes worden - voordat de zaken begin nen - de uit de hele wereld toestromende in kopers ontvangen door even hpoggehakte als kortgerokte dames die op virtuoze wijze plaatselijke lekkernijen en drankjes opdie nen. Daartegen legt zelfs klompenmaker Bertus Roesink het af. En die is toch al meer dan vijftien jaar lang ondanks de aanwezig heid van kaasdragers, Frau Antjes en dia- mantslijpsters, zonder enige concurrentie schavend, bijtelënd en borend de grootste vedette van de Nederlandse afvaardiging. Maar verkoop je daarmee reizen naar Ne derland? Met Bertus? En een glas wild schui mend Heineken bier? Nee. En daarom heeft het NBT zijn sobere paviljoen onderver huurd aan vertegenwoordig(st)ers van ver schillende regio's. Zij moeten hotelkamers aan de man brengen. En attracties. En mu sea. Amsterdam vond de aanwezigheid in Berlijn dit jaar even niet nodig. Het gaat de hoofdstad te goed waarschijnlijk. Maar Ma- durodam is er wel. En de Waddeneilanden. En de Keukenhof. En 'Halbinsel Holland', zoals Noord-Holland in de toeristische fol ders tegenwoordig wordt genoemd. Halbin selSchiereiland? Het is waarschijnlijk wer vend bedoeld, maar geen beursbezoeker die er een jota van snapt. Zonder dat het Moni que Buur en Joke Groot, de dappere beman ning van het karig gemeubileerde hoekje, deert trouwens. Ze leven met de zekerheid dat a) de midden in het 'Schiereiland Hol land' liggende Kasestadt Alkmaar wèl be kendheid geniet en b) dat er in het afgelopen weekeinde wat kaasdragers over zowel de beurs als door Berlijn sjouwden. Echte cou leur locale. Kritisch Promotie a la Noord-Holland mag nog wel eens werken. Althans als die wordt gevolgd door een goede voorlichting. En daar ont breekt het nog wel eens aan op een stand die door geldgebrek voor een deel wordt bezet door stagiaires. De stoom floot nog net niet uit zijn oren, maar toen de gezellig even langs wippende Roland Wondolleck bij het door Rotterdam bezette zitje min of meer voor de grap vroeg of de Maasstad misschien ook een vliegveld had, zei het aldaar dienst doende dametje dat ze dat niet uit haar hoofd wist en dat ze dat dus eventjes ging opzoeken. Wondolleck: 'Gotverdegotverde- gotverde...' Een begrijpelijke reactie voor wie weet dat hij al vijftien jaar directeur is van Airport Rotterdam Kamerlid Willem Herrebrugh - invaller dus voor de op toeristisch gebied beter ingevoer de collega Gerrit Schoenmakers - was toeval lig geen getuige van de voorstelling. Maar hij had er waarschijnlijk niet van opgekeken. De socialist houdt zich zelden bezig met de reis branche, wat hem er niet van weerhoudt 'geen hoge pet van de sector' op te hebben. De term 'amateuristisch' wordt nog net niet gebruikt, maar als de manier waarop het vak zich presenteert ter sprake komt, zegt de PvdA-er misprijzend: „Er is daar totaal geen lobby. Als je niet wil dat er aan je subsidie wordt geknabbeld, dan moet je gaan terug- knokken. Ja toch? Kijk maar eens naar de scheepvaart. Voor het in stand houden van de Schelde-werf wordt van de overheid nou weer vijfendertig miljoen gevraagd. Terwijl ze er al vijftig hebben gehad. Als je 't mij vraagt, is het een bodemloze put, maar kijk niet gek op als ze het toch krijgen." Herrebrugh geeft toe: lobbyen is moeilijk als je niet precies weet waar je moet zijn. Toerisme hoort net zo goed bij Economische Zaken, als bij Grote Stadsbeleid, als bij Land bouw, als bij Milieu. Collega kamerlid Annie Schreijer-Pierik: „Er zijn veel teveel loketten. Daar moeten we er één van maken. Wedden dat er binnen vijf jaar een staatssecretaris van Toerisme is? Dat moet. Ruim vijftig mil jard per jaar, me dunkt dat de sector er be langrijk genoeg voor is. Ik ga me er in elk ge val sterk voor maken." ROB VAN DEN DOBBELSTEEN Onze TA Door omstandigheden ben eens in het bezit geraakt van delen van het verzameld wei Goethe. Het was eigenlijk stommiteit. Ik ben, moet u lid van een Duitse boekenclu erg aangenaam is want wij ko en toe wel eens een boek en ben daar heel wat, maar je wel verplicht ieder jaar mii één boek te kopen, en als je geet, dan krijg je iets wat voor je uitzoeken, en ik w glad vergeten, zodat kortgelei postbode ineens met een ste\ op de stoep stond: alstubliei neer, de verzamelde werke Goethe. Met de rekening Zijn mooie boeken, dat mi zeggen, maar ik zou dit noi kocht hebben. Mijn vrouw nog dat je het spul wel kon sturen, maar zo werkt dat nie gend jaar gewoon beter opleti Klompenmaker Bertus Roesink is de vedette van het Nederlandse paviljoen op de ITB vakantie vakbeurs in Berlijn. Naast hem het Tweede-Kamerlid, Annie Schreijer-Pierik (CDA), fows pr Maar nu we die boeken dan toch hebben, ga ik er wat in zitten lei Vooruit, deel 4, met onder andere den des jungen Werthers'. Dat is verhaaltje over een jongeman die ve wordt maar het meisje trouwt mete der en hij kan dat niet verkroppen, gek en pleegt zelfmoord. Einde verti Maar wel een wereldberoemd verha geschreven in 1774. Twee dingen zijn me opgevallen, daarvoor moet ik eerst iets Soms lees je wel eens, als mensen jeugd schrijven, dat er een jongen platte steentjes over het water gooie keilen dus; en wel zodanig dat het als het ware op het water ketst, weei springt, even verderop opnieuw opl ter valt, opnieuw opspringt, en zo keren achtereen. Er werden ook w strijden gedaan: wie kan zijn steen meeste keren laten ketsen op het k zes keer mag een hoge score gei worden. Je hebt er platte steentjes dig, want met een gewone rondach! zei gaat het niet. Ik ken deze sport eigen ervaring. Nooit gedaan. Nooit ook. Maar ik ben, geloof ik, de enige die het niet kent, want iedereen scti vroeger gedaan te hebben. Ik ken hf van horen zeggen. Of eigenlijk: dooi zoiets vele malen heb gelezen. Wam inderdaad al dikwijls over geschrevt gensboeken, jeugdherinneringen, Je zou een hele verzameling kunner leggen van boeken waar dit in voori Is eigenlijk verbazend hoe vaak met de dingen beschrijft. Een paar weken geleden las ik de avondvertellingen' van Frangois Schmidt. In een verhaal uit 18 kennissen', komt op bladzijde 121 steentjessport ter sprake: ...en gij lie platten steen zóó langs den watersp scheeren, dat hij wel zes malen eer hij wegzonk in de diepte,...', dacht ik, daar heb je het weer, en re no 1868. Was HaverSchmidt de een erover schreef? Geenszins, want si mijn gedwongen aankoop van de melde Goethe weet ik dat er in 178) over geschreven is (deel 4, blz. 66): Knaben uns übten, die meisten Spr der flachen Steine im Wasser hervo: gen.' Hetgeen de vraag oproept of( de allereerste was die deze sport ve Graag verneem ik van de lezers van krant of er in de literatuur vóór 177' over geschreven is. Nog zoiets wat je altijd weer tegen Iedereen die wel eens verhaaltje aan kleine kinderen, weet uit ervan: die kinderen gerust hetzelfde verha eens en nog eens willen horen. Dal dan. En als je dat doet, en per orï| verhaal de tweede keer een beetje vertelt dan de eerste keer, omdat je meer precies de details van de eerst weet, dan word je prompt teruggeO vorige keer was het anders! Iedereei die ervaring en ook tientallen malei het zo verteld in romans, verhalen i lei andere literatuur. Wie heeft dit allereerste keer te boek gesteld? Ik» niet. Maar sinds enkele dagen weel dat in ieder geval al Goethe in 177) dezelfde ervaring had. Is het vóórh al eens genoteerd? Ook dat zou ik eens van de lezers van deze krant' Eerst dacht ik daarvoor een prijst ven, namelijk: de verzamelde we van Goethe, maar bij nader inzien I die boeken toch maar zelf. Daar ga veel in ontdekken. JOOP VAN DER HORST universitair docent Nederlands

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 56