'We weten niet wat zich in
Club Esther heeft afgespeeld'
ZATERDAG 18 MAART 2000
Haarlems Hells Angels-president Paulus wil van geruchtencircus af
„Het zal ons meestal een schijtzorg zijn wat ze van ons zeggen, maar nu voelen we ons op de pik getrapt omdat de families van die jongens respectloos worden behandeld."
Moordcommando's zouden, volgens geruchten, namens de Hells Angels zoeken
naar de daders van de viervoudige moord in het Haarlemse sekshuis Club Esther.
De motorclub zou een enorme prijs op de hoofden van de moordenaars hebben
gezet. „Allemaal bullshit", zegt Paulus, president van het Haarlemse chapter van
de Hells Angels, in een exclusief interview met deze krant. Het is voor het eerst dat
de Angels na de dramatische gebeurtenissen in de Generaal Bothastraat in
Haarlem-Noord naar buiten treden.
Paulus overweegt serieus juridische stappen te ondernemen tegen de media die in
zijn ogen over de schreef zijn gegaan: „Het is verschrikkelijk hoe de doden en hun
families zijn behandeld. Er wordt over hun graf gepist.
De Haarlemse Angels klagen bij monde van hun president over het gebrek aan
informatie van de kant van het onderzoeksteam. Hij moet wel regelmatig
opdraven op het hoofdbureau van de Haarlemse politie. Paulus: „Daar krijg ik te
horen dat ze hard aan het werk zijn, maar verder komen we niets te weten over de
stand van het onderzoek.Inmiddels heeft de politie een man aangehouden die
wordt verdacht van betrokkenheid bij de viervoudige moord. De politie wil niet
ingaan op de identiteit van de man.
Paulus is een reus van een vent.
De president van de Haarlemse
Angels straalt alleen al door zijn
fysiek autoriteit uit. Tijdens het gesprek over
de omstandigheden waaronder zijn brother
Facco, de hangaround Robbie en hun twee
vrienden aan hun einde kwamen, oogt de
president gespannen en emotioneel. Voort
durend wordt duidelijk hoe diep de moor
den in Club Esther zijn aangekomen in de
inner circle van de Haarlemse Hells Angels.
- Is de band in jullie kring zo close dat het
aan jou kenbaar wordt gemaakt dat iemand
een dag er tussenuit is?
Paulus: „Ja. We zijn brothers. We hebben el
ke dag contact met elkaar. Zien elkaar, bellen
elkaar. Zo is ons leven, we zijn een broeder
schap. Inmiddels zitten er elf leden met full
colours in de Haarlemse chapter. Die weten
een hoop van elkaar, alles is een groot
woord.
Op de bewuste zondagmiddag werd er
door iemand contact met me opgenomen.
Die meldde dat hij over de telefoon geen
contact met Facco, Robbie of de anderen
kon krijgen. In eerste instantie zei ik: nou ja,
misschien zijn ze flink aan het stappen ge
weest. Als we morgen nog niks van ze ge
hoord hebben, gaan we kijken of we ze kun
nen vinden, 's Maandagochtend hoorden we
dat ze niet op hun werk waren verschenen of
naar huis hadden gebeld. Dus toen wisten
we dat er ergens iets niet goed zat. Toen zijn
we gaan zoeken. Hebben we de auto's ge
vonden. Een auto konden we niet vinden.
We hielden rekening met de mogelijkheid
dat ze met zijn vieren in een auto waren ge
stapt en het water waren ingereden. Zijn we
weer aan het zoeken geweest tot we 's mid
dags de laatste auto, ergens in het centrum,
hebben teruggevonden. Dat verhaal hield
dus ook op. Een van de auto's stond bij Club
Esther voor de deur. Zo viel het oog op de
seksclub. De jongens zijn toen door hun fa
milies bij de politie als vermist opgegeven.
Maandagavond laat is de politie naar die tent
toegegaan. Ze hebben geconstateerd dat die
dicht was en dat dat niet normaal was. Toen
wisten we dat er stront aan de knikker was.
- Hadden jullie al eerder signalen gekregen
dat Club Esther in een fout milieu terecht was
geraakt? De laatste vier maanden was het in
toenemende mate een ontmoetingsplaats
voor criminelen.
Paulus: „Mmm, nee. Die jongens van ons die
er wel eens kwamen, deden dat om een wip
te maken, anderen om een biertje te drinken.
Zelf ben ik in oktober voor het laatst geweest.
Toen zat die ouwe beheerder er nog, ik ken
de de vrouw die achter de bar stond, niks
aan de hand."
- Hebben jullie dat weekeinde ook zelf contact
gezocht met de politie?
Paulus: „Ja, we hebben ook zelf melding ge
maakt van vermissing. Hebben de politie la
ter die maandagnacht in het clubhuis op be
zoek gehad om te vertellen dat het goed fout
zat. We waren zelf nog niet van het slechtste
uitgegaan, maar dit was het ergste wat had
kunnen gebeuren."
- Je vertelde dat Facco niet op zijn werk was
verschenen. Het is niet algemeen bekend wat
jullie voor de kost doen.
Paulus: „De meesten van ons werken, heb
ben een eigen bedrijf, of zijn in loondienst.
Er gaan allerlei verhalen over onze duistere
activiteiten in het circuit, onzin. Zelf ben ik
zes dagen in de week portier van een nacht
club. Alle papieren daarvoor gehaald, ze
hebben me goedgekeurd. De politie heeft me
gescreend. Het is opgegeven bij de belasting,
alles is te checken. Als het allemaal zo erg
was geweest wat we uit hebben gevreten,
waarom zouden we er dan zo herkenbaar
bijlopen? Criminelen hebben hun naam niet
op de deur staan. We zijn volstrekt herken
baar."
- Heb je er een verklaring voor dat jullie wel
dat stempel van louche gedrag opgedrukt
krijgen?
Paulus: „Het is als met de mode. Jaren gele
den waren de neo-nazi's interessant voor de
media. Toen werden we voor fascisten of na
zi's uitgemaakt. Nu is de misdaad volop in
het nieuws en nu krijgen we van alles in de
schoenen geschoven. Het komt omdat ze
ons ergens niet kunnen vatten - en wij zijn
ook niet van plan te vertellen hoe we onder
ling met elkaar omgaan. Het zal ons meestal
een schijtzorg zijn wat ze van ons zeggen,
maar nu voelen we ons op de pik getrapt
omdat de families van die jongens respect
loos worden behandeld. Ook zo'n jongen als
Facco. Die ging elke ochtend om zes uur zijn
bed uit, werken in de bouw. Nou wordt hij
nog eens afgeslacht door de kranten dat hij
een misdadiger zou zijn..."
- Wat doen jullie voor die families?
Paulus: „Ze opvangen, er voor ze zijn. En
eerst die jongens natuurlijk netjes begraven.
Hebben we zelf betaald. We willen ze het
respect gunnen dat ze verdienen. Er zijn dui
zenden mensen op afgekomen, brothers uit
de hele wereld hebben hun respect betuigd.
Het is ook niet normaal dat zoiets gebeurt,
zo'n slachtpartij. En dan krijgen die families
naderhand nog eens te horen dat hun zonen
de grootste misdadigers waren! Al die verha
len, ze zijn niet te verteren."
- Na twee dagen sectie zijn de lichamen vrij
gegeven. Toe if bleek voor de nabestaanden en
voor jullie dat de vier jongens beestachtig be
handeld zijn. Dat moet nog harder aanko
men dan de mededeling dat ze vermoord zijn.
Paulus: „Ja, wat dacht je? Je gaat jaren met
elkaar om en dan dat..."
- Maar het is toch waanzinnig dat je zo wordt
afgeslacht? Dat zet toch de tongen in bewe
ging
Paulus: „We weten niet precies wat er zich in
Club Esther heeft afgespeeld. We doen niet
aan het geruchtencircus mee, daar willen we
juist vanaf. Dat die eigenaar dat wel doet.
Die geniet omdat hij volop in de publiciteit
staat. Die lult maar wat."
- Facco en zijn vrienden kwamen regelmatig
bij Club Esther over de vloer.
Paulus: „Ook dat weet ik niet precies. Het
was voor Facco de eerste keer. Wij kwamen
er allemaal wel. Iedere losse jongen kwam
daar wel op bezoek. Een wippie m^ken; daar
is niets bijzonders aan. We weten niet wat
zich precies op die fatale avond heeft afge
speeld in Esther. We lezen alle verhalen in de
kranten en de weekbladen. We weten maar
een ding: de informatie daarvan komt niet
bij de politie of bij ons vandaan. Het is veel
interessantdoenerij. Ik zeg dat we wat Club
Esther betreft brandschoon zijn. Er wordt bij
ons zat over nagedacht wat zich kan hebben
afgespeeld, maar we weten het niet."
- Robbie, de hangaround, was geen onbeken
de in het drugsmilieu?
Paulus: „Hij had een coffeeshop, dus... zo
vreemd is het niet.dat er dan allerlei verhalen
de ronde doen. Maar het was alleen een cof
feeshop."
- Kun je schetsen hoe de affaire er bij jullie
heeft ingehakt? Hoe voelen jullie je?
Paulus: „Natuurlijk zijn we boos. Er is een
brother van ons afgeslacht. Maar dat hele
verhaal er omheen, de seksclub, de vijftig
man politie die boven op de zaak zit, het gaat
buiten ons om. We wachten het allemaal
even af."
- De politie heeft inmiddels een man aange
houden die wordt verdacht van betrokken
heid bij de viervoudige moord. Heb je vrede
met een proces en een veroordeling. Is dat
voor de Angels bevredigend?
Paulus: „Voor justitie zijn wij geen familie
van Facco, voor ons ligt dat wel zo. Als de
daders gepakt worden, is dat een zaak voor
justitie. Of we dat accepteren? Ehh... we zijn
geen vrienden met de politie, maar ja... ik
kan er niet meer van zeggen. We willen wel
weten hoe het zit, net zoals ieder ander van
de betrokkenen."
Paulus kreunt, slikt regelmatig woorden in,
zucht zwaar. Hij vertelt dat de steun die het
Haarlemse chapter vanuit de hele wereld
krijgt de motorclub overeind houdt. „Tot het
drama in Club Esther ging alles er rustig aan
toe met de Angels in Haarlem. Vanaf dat
weekend is alles op zijn kop gezet, is het ie
dere dag wachten en proberen je zelf te blij
ven. Het is te hopen dat er snel duidelijkheid
komt in deze moord, want we moeten ver
der."
Paulus maakt duidelijk dat de foto van
Facco een ereplaats krijgt in het Haarlemse
clubhuis. „Naast portretten van brothers van
over de gehele wereld die dood zijn. Voor
ons heeft hij het ultieme bereikt in het leven
van een Hells Angel: hij is als Angel gestor
ven ea nu dus voor altijd Angel. Als je het
hem of zijn familie of ons op de man af zou
vragen, hadden we hem natuurlijk liever nog
in levenden lijve hier. Maar nu hij er niet
meer is, geldt hij voor eeuwig als Angel."