Aangename weg wij z naar Hellas en Roml Ambitieuze roman van Alfred Birney Boeken Mislukte reanimatie van een beroemd spook Rosita Steenbeek schrijft wervelende gids over Rome Het mededogen van schrijver Rick Mood 'Het verloren lied' sfeervol, ingetogen en bij vlagen aangrijpend WIM VOGEL 'Het verloren lied' door Alfred Birney. Uitgeven) li Knipscheer. Prijs: 39,50 de Zes romans, een verhalenbundel en een uitgebreide bloemlezing uit de Indische belletrie hebben van Alfred Birney geen bekend auteur gemaakt. Aan zijn kwaliteit ligt dat niet. Sinds zijn debuut, Tamara's Lunapark (1987), roemen recensenten zijn 'ingetogen stijl' die de 'breekbare wereld' oproept van Indische jongens in de jaren zestig en zeventig. Proza vol heimwee en verlangen naar een jeugd die dat eigenlijk nauwelijks verdient. Veel jeugdinternaten komen erin voor. Nogal wat ouders ook, die uit slordigheid hun kinderen lijken te vergeten. Hoe eigenzinnig en authentiek Bimey's oeuvre ook is, het is vooral ongevaarlijk. Zijn Indo's houden zich gedeisd en voegen zich bescheiden naar het Hollandse ver wachtingspatroon: je niet laten horen, dankbaar zijn voor wat je krijgt, en aanpas sen, aanpassen. In de ambitieuze roman Het verloren lied komen al die thema's en motieven op nieuw terug. Weer neemt de oudere vertel ler je mee naar Huize Voordorp in Voor schoten waar zijn alter ego Michael Lan- genacht samen met andere jongens de ja ren van zijn puberteit doorbrengt. Ook de gebroeders Noland kende ik al, net als Ri co, de Manke en meneer Helleman. En. na tuurlijk zijn er de eerste erotische avon tuurtjes, soms verdroomd, soms echt, met leidsters en met meisjes uit bijvoorbeeld het nabijgelegen Sophiahuis. Achtergelaten door ouders die in de Duitse variétéwereld een toekomst zoeken, genegeerd door een Hollandse burgerlijke oma, komt Michael er al vroeg achter dat niets hem met iets of iemand verbindt. Er is alleen een Indische opa die plotseling verdween en er is een liedje van verlangen, ooit gehoord en nooit meer teruggevon den. Dat verloren lied dat als een muzikaal leidmotief rondzingt in deze zoektocht naar een identiteit, symboliseert alles waarnaar hij verlangt. Een zinvol verband, aandacht, respect en liefde. Ondanks zijn honderden fragmenten zit Het verloren lied compositorisch prima in elkaar. Zijn klassieke structuur (vijf hoofd stukken, één hoofdpersoon en eigenlijk ook maar één dramatische lijn), voert on afwendbaar naar de climax: oudejaars avond 1969. Precies tien jaar daarvoor hoort Michael voor het eerst zijn liedje van verlangen in IJmuiden. Nu, een decenni um later, is hij nog even ver. Zijn ouders die, na jaren afwezigheid, plotseling op ou dejaarsavond voor de huisdeur van zijn pension in Den Haag staan, observeert hij op afstand door het oog van een geweer, zoals hij zijn hele jeugd al de werkelijkheid t door sleutelgaten, radiolampjes, kijkgaatjes en verrekijkers. Echt contact is onmogelijk en levert wei nig op. Liefjes verdwijnen, vriendjes gaan dood, ouders smeren hem en zijn jaren lange zoektocht langs de radiozenders brengt niét eens een flard van het verloren lied. Naast de waardering die ik heb voor dit sfeervolle, ingetogen en bij vlagen aangrij pende stemmingsbeeld van de jaren zestig, is er ook het gevoel van de gemiste kans. Nooit uit de indolente, sensuele en af wachtende puber zijn gevoelens direct, laat staan dat we, buiten de popmuziek, ook verder maar iets merken van die zo befaamde rebellie uit de jaren zestig. De grote verdwijntruc die het leven uithaalt met Michael Langenacht, past hij ook zelf toe. Dat is jammer want die andere, zoveel bozere kant is als een veenbrand wel dege lijk aanwezig. Op bladzijde tweehonderdachtentachtig analyseert Michael zichzelf. 'Zagen ze iets aan me? Er huisde een knagende rat in mijn buik, die zich een weg omhoog wilde vreten door een hard verdriet naar het spook van een duif, dat rondwaarde boven mijn hoofd.' Die knagende rat, was die maar eens ontsnapt! Had die zich maar eens omhoog gevroten door dit mooie maar ongevaarlij ke proza. Lang genoeg slachtoffer geweest, Michael. Ten strijde! Frederick Forsyth stort zich op musicalscript AD VAN KAAM 'Het Spook van Manhattan' door Frede rick Forsyth. Uitgeverij A.W. Bruna. Prijs: ƒ21,50. Frederic Forsyth is wereldwijd een gerespecteerd schrijver van spionage- en avonturenro mans. Met De Dag van de Jak hals, een reconstructie van een aanslag op de vroegere Franse president De Gaulle, vestigde hij destijds zijn naam. Wat volg de was een reeks van bestsellers als Geheim dossier Odessa, Het Vierde Protocol, De Honden van de Oorlog, De Onderhandelaar en De Vuist van God. Zoals de titels doen vermoeden, gaat het om bikkelharde confrontaties tussen spijkerharde mannen en rotsvaste mogendheden. Waar bij het recht meestentijds zege viert. Wie van het genre houdt, komt bij Forsyth altijd aan zijn trekken. Tot zover niets aan de hand. Tenminste, totdat onze man het afgelopen jaar Andrew Lloyd Webber weer eens tegen het lijf liep. De beroemde schrijver en de nog beroemdere componist/arrangeur zijn goe de vrienden. En het is sir An drew zelf geweest die zijn maat je Frederick aan de borreltafel overhaalde om iets te doen wat hij nooit had moeten doen. Na melijk een vervolg te maken op een bestaand boek. In dit geval op Le Fantöme de l'Opera uit 1910 van de Franse schrijver Gaston Leroux. Zelf vierde Lloyd Webber met de musical-uitvoering van het origineel (The Phantom of the Opera) mega-successen op de grote podia van New York, To kio, Londen en Scheveningen. Dus, zo hield hij Forsyth voor, met het genre zat het wel goed. Romantiek is wat de mensen anno 2000 willen. Plus, zo hing hij hem als mogelijke bonus nog een worst voor, als de ver plaatsing van het spook van Pa rijs naar Manhattan en die we deropstanding ook maar een beetje zou luldcen, zat er op zijn zijn beurt voor hem weer een opvolger voor zijn musical in. De bekende twee vliegen in één klap. Dus niet. Want Forsyth sloeg met zijn poging om het destijds in rook opgegane spook van Le roux aan de andere kant van de oceaan weer te reanimeren de plank flink mis. Hij had beter moeten weten. Ook eerdere po gingen om 'kasnummers' als Frankenstein en Dracula weg te halen uit hun 'natuurlijke' om geving en te transformeren naar elders waren gedoemd te mislukken. Hoe Forsyth ook zijn best heeft gedaan om een beeld te schetsen van bruisen de New York aan het begin van de vorige eeuw; het is en blijft een gekunstelde poging om een oud verhaal nieuw leven in te blazen. Dergelijke verhuistrucs werken doodeenvoudig niet. Daarnaast mag Forsyth de meester zijn van het verrassen de plot; die reputatie maakt hij geenszins waar in dit romanti sche drama. Waaraan hij des ondanks en vermoedelijk zon der dat zelf te beseffen toch een passend eind heeft gebreid. Hij voert namelijk een voormalig journalist - nu professor - ten tonele die naar eigen zeggen al les heeft meegemaakt en die overal een verhaal in zag. Maar die overmand door de diep tra gische verwikkelingen rond het spook en de diva ditmaal zijn pen droog hield, ook al was hij er bij betrokken geraakt. 'Het is het enige verhaal in mijn carri ère dat ik nooit heb geschre ven', zo houdt hij later bij een lezing zijn gehoor van aanko mend journalisten voor. Kijk, en aan die man had For syth nu een voorbeeld moeten nemen. 'De oude tempels lachen je dagelijkse zorgjes uit' De klassieke canon van Hein L. van Dolen Onder het motto 'Lectori Salutem' worden tiental len boeken en boekjes uit gebracht die anders nooit verschenen zouden zijn. De meeste daarvan zullen meteen na de boekenweek weer vergeten raken. Een paar verdienen het echter nog jarenlang geraad pleegd te worden. Dat geldt zeker voor 'De klas sieke canon', een prachti ge gids over de grootste schrijvers van Hellas en Rome door Hein L. van Dolen. NASLAGWERK RECENSIE HANS WARREN 'De klassieke canon' door Hein L. van Dolen. Met een nawoord door Kees Fens. Uitgeverij Ambo. Pnjs: 25,00. Hij was het natuurlijk aan zijn stand verplicht met iets bijzon ders te komen: hij geldt als de vindingrijkste vertaler van Ne derland. Vooral in zijn vertalin gen van Aristofanes' komedies heeft hij zich op even i als briljante wijze uitgeleefd. Hij heeft een praktisch na slagwerk gemaakt, maar toch vooral een boek om in één adem uit te lezen. Van Dolen houdt duidelijk meer van sma kelijke anekdotes dan van dorre theorie. Wat natuurlijk aan de leesbaarheid van zijn werk bij draagt. Geen voetnotenproza maar heldere karakteristieken. Hij koos een ongebruikelijke in valshoek. De auteurs worden niet in chronologische volgorde behandeld, maar naar genre. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat in het hoofdstuk over epiek naast de Grieken Homerus en Apollonius van Rhodos ook de Romeinen Vergilius en Ovidius worden besproken. En dat wanneer het over de lyriek gaat niet alleen Sapfo en Pindarus maar eveneens Catullus en Ho- ratius aan de orde komen. Dini Eurel "oui W< tapj enn speci nel nis vleuimai: wooi eslo Heel gdri boek jjst. Da jde2 renh jjnr schn Maai hij v itii p die Zeker voor lezers die het stra tenplan van de antieke litera tuur nog niet helemaal duide lijk is, werkt dat goed. Van Dolen is hen trouwens in nog veel meer opzichten tegemoet gekomen. Onder meer door hen via uitgebreide fragmenten met de besproken schrijvers kennis te laten maken. Hij gaat - afgezien van de al genoemde genres - ook in op het leerdicht, het toneel, de geschiedschrij ving, de welsprekendheid, de wijsbegeerte en de roman. Daarnaast krijgen teksten aan dacht waaraan in de conventio nele literatuurboeken voorbij wordt gegaan. Zo schrijft hij over het werk van Hippokrates, de vader van de geneeskunde, en zorgt hij voor een vertaling van diens beroemde eed. Ver der vertelt hij het een en ander over de wiskundige Euclides en de natuurkundige Archimedes, de man van de uitroep 'Eureka! kenners zullen verrast door zijn vondsten bied. Aan Vergilius dl Dec onder andere 'met oren', Ovidius is de van 'een leugen om >derl van Aeschylus is 'kw lustr kwaad vergelden' 'glad als een aal' is d tofanes bedacht, leus 'geen woorden i den' is de geschiei ner Thucydides verantv le ee Zo heeft hij honderde van oude schrijvers in lis Sa ontdekt. Je wordt door die voor hun uitspraken 1 rwer zelf nieuwsgierig naa dve r teurs. De klassieke can nder ook zo'n boek waarda vele andere boeken pen. Van Dolen maak teraire wegwijzer w i zijn ook als niemand mei ipioe klassieke boekenweé over kunt vertrouwen. legen Het o plaa He GRAN ■we 'Mensen zijn af en toe goed' REISGIDS RECENSIE HANS WARREN/GPD 'Thuis in Rome' door Rosita Steenbeek. Uitgeverij Prometheus. Prijs: 28,50 Iemand merkt in het nieuwe boek van Rosita Steenbeek op: 'Rome is als de zee. Hoe verder je erin gaat, hoe dieper ze wordt'. De in 1959 geboren schrijfster, die bekend werd door de romans De laatste vrouw (1994) en Schimmenrijk (1999), vertelt in Thuis in Rome over de stad van haar hart. De stad ook waar ze al vijftien jaar lang meestal verblijft. Ze woont - het is om jaloers op te worden - in een appartement dat bij de Belgische Kerk hoort, vlakbij de Piazza Navona en het Panthe on. Rome is een plaats waar het verleden direct onder het pla veisel ligt. Hier en daar kun je naar de stad onder de stad af dalen. Onder de kerk van San Clemente bijvoorbeeld gaat een basiliek uit de vierde eeuw schuil. Vervolgens daal je af naar een verrassend intacte Mi- thras-tempel. Daaronder is er nog een laag, met resten van in de eerste eeuw van onze jaartel ling verbrande huizen. Zoveel verleden werkt voor Rosita Steenbeek niet verstikkend maar bevrijdend. Ze omschrijft het gevoel mooi in haar boek: 'De oude tempels lachen je da gelijkse zorgjes uit, paleizen van keizers en pausen vergruizen het krantennieuws tot stof van de dag'. Ze spreekt met Romeinen van vandaag en bezoekt eethuizen. Ze komt in kerken en ontmoet vrijmoedige prelaten. Maar ze vertelt toch vooral over het his torische Rome. Vlak voor haar deur werd Julius Caesar ver moord. Haar buurt is bovenop een theatercomplex gebouwd dat vermeld wordt in de Ars Amatoria van Ovidius. Toch kost het haar heel wat moeite om enige indruk van het antie ke complex te krijgen. Ze moet vele panden af en zo sprokkelt ze langzaam, zoals ze het noemt, 'het theater van Pompeius bij elkaar'. Rosita Steenbeek heeft behal ve een talent voor een zwierig soort literatuur ook een gave om deuren open te krijgen die iiSl in li .De item Hin^ nMc gens niet meer bevalt, nisten verlegden de steeds verder naar hel Maar ja, topografisch terste grens nu bereil jaren '60 zocht men grenzen. Door de seks j' volutie, LSD. Nu heb E net. Dat was aanvanki spannend en an are maar inmiddels is he vercommercialiseerd. genlijk een groot billbfcv* f worden." 1 In Amerikaans ban geschiedenis van de industrie, beginnend ongeluk in een laborati de jaren '50, de doni lijn. Een lekkende kei zorgt voor een constat ging. Net als in Nedff?r U; het rumoer rond energie in de Verenigt nagenoeg verstomd probleem is volgens niet verdwenen, slui leen maar: „Al een vi en de centrales in de VS eigen afval niet meer het spul blijft wel 26.000 jaar bestaan, het probleem gaat i TeeP omdat het niet meer ii^relb; de is." Toch verbleekt in kaans barok de gruwel mogelijke kernramp bi wel van het gemanke n zinsleven met een moBn- C dood wil, een zoon niet durft te helpen stiefvader die het meer weet. En al die Lou, Hex en Billie ni J tot een beetje zinnige nicatie in staat. Legt te „Pardon? Helemaal nln heeft een rijk innerlijkl kan zich alleen nauwt pe, uitdrukken. Goed, ze 'e bal geen geweldige banen, geen Amerikaans bun en vo' vrije tijd, maar daaroi eer leven nog niet leeg. Dl sPeler wel zeggen dat honde miljoen Amerikanen vens hebben. Verbeek eJJ ^oi gaat het om. Dat maal de ven de moeite waard verlossing. In dit boek verteller, dankzij de vermogen tot verbeel personages niet. Mi een heeft het vem verbeelding. Ie kunti ten r hoek een cursus fotoj Dji pakken. Verbijsterend iedereen dat wil." eljic cht v lastig tinst ichest latisti op achte had wee hoeks ce de trefl zeker reel kopb; hield dc lendii voor anderen gesloten blijven. Ze hoeft kennelijk maar even lief te lachen en ze krijgt bijzon dere dingen te zien. Natuurlijk bezoekt ze enkele van de be zienswaardigheden waar gewo ne stervelingen ook naar bin nen mogen: haar favoriete mo nument het Pantheon, het pa leis van Nero, het huis van Maecenas waar ooit Horatius en Vergilius uit hun gedichten voorlazen. Maar vaak wacht haar een warm welkom waar anderen koel worden geweerd. Ze mocht een jaar lang naar het Geheim Archief van het Vati- caan. Vanuit het Vaticaans Mu seum wordt ze meegetroond naar een mozaïek dat de paus ter gelegenheid van het heilig jaar 2000 door een Russische artiest laat maken: 'Dit is de boodschap die Wojtyla wil na laten aan de mensheid'. Meestal geldt haar aandacht echter niet het nieuwste maar het oudste dat Rome te bieden heeft. Waar je trouwens nooit lang naar hoeft te zoeken: on der een parkeergarage kan een gaaf stuk antieke stad liggen. Je gaat in dit boek met Rosita Steenbeek naar het onbekende Rome. Ze is meer een gids van het wervelende dan van het rechtlijnige soort. Haar aanpak is eerder impressionistisch dan systematisch. Ze laat zich bij het schrijven duidelijk eerder door de zinnen dan door de re de leiden. Maar dat past goed bij dit boek dat eigenlijk een onverholen liefdesverklaring is aan Rome. En het past ook wel bij een stad die vergeleken wordt met de zee. BRAM HULZEBOS/GPD 'Amerikaans barok' door Rick Moody. Uitg. Contact. Prijs: ƒ49,90. De invloed van de nucleaire re volutie die zich de afgelopen eeuw in de Verenigde Staten heeft voltrokken, is zo groot dat zelfs de manier waarop een gezin is samengesteld in een industriële term wordt gefor muleerd. Een nucleair family is de term waarmee een stan daardgezin (vader, moeder en 2,5 kids) wordt aangeduid. Bij een extended nucleair family zijn ook de grootouders nog in leven. In het onlangs versche nen Amerikaans barok ver weeft Rick Moody (1961) de ge schiedenis van de atoombom en de nucleaire industrie met de geschiedenis van een fami lie. De familie in Amerikaans ba rok, na De IJsstorm de tweede in het Nederlands vertaalde ro man van Moody, zou je mis schien een geëxplodeerde nu cleaire familie kunnen noe men. Hex Raithliffe, een al leenstaande, drankzuchtige stotteraar met een vage betrek king in de publiciteitsbranche wordt naar het huis van zijn verlamde moeder Billie geroe pen. De bejaarde dame, die haar spraakvermogen is verlo ren en alleen nog via een spraakcomputer communi ceert, is zojuist in de steek ge laten door Hex' stiefvader Louis Sloane, werkzaam in de plaatselijke kerncentrale. Waar vooral de treurige mannen in deze al even treuri ge constellatie zich lenen voor een ironische toon, legt Moody mededogen aan de dag. De eerste zin strekt zich uit over zes pagina's en beschrijft het heldendom van de man van middelbare leeftijd die zijn moeder wast, aankleedt voor de televisie zet en voert; een beschrijving die culmineert in de vaststelling dat: 'Als hij een held (is), dan gaan er van hel den dertien in een dozijn en stikt het er in de wereld van als van de weggelopen honden en katten, versleten autobanden en zoekgeraakte sleutels'. Een andere held is - het duurt wel even voordat het duidelijk wordt - de weggelo pen stiefvader, Lou Sloane. Dat heeft Moody zelf ook nogal Rick Moody schrijft over de gruwelen van een Amerikaans gezin. FOTO GPD CHRIS VAN HOUTS verbaasd: „Ik begon en dacht: die stiefvader is een monster. Hij schrijft een lullig briefje en laat een doodzieke, hulpbe hoevende vrouw in de steek. Maar Sloane is niet alleen maar slecht. .Mensen zijn af en toe ook goed - het zijn gelijkwaar dige krachten." Lijnrecht tegenover de beslo tenheid en de beklemming van de huiskamer staat in Ameri kaans barok de openheid en de eveneens beklemmende anonimiteit van de highways en motels waarlangs Sloane een halfslachtige poging tot vluchten doet met in zijn kiel zog een woedende Hex. „De Amerikaanse maatschappij is gebaseerd op het idee dat je weg kunt wanneer het je er- Een moeder poseert met haar twee kinderen bij een Romeinse pilaar voor het Colosseum FOTOAP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 22