Zoon van bijna heilige moordenaar Milosevic haalt teuge van media strakker aa KFOR-troepen dreigen verdeeld te raken in Kosovo Buitenland ^eri 'Burger moet over™ VS in gareel hou(| DINSDAG 14 MAART 2000 347 AFP Agence France Presse ANP Algemeen Nederlands Persbureau AP DPA Deutsche Presse Agentur GPD Geassocieerde Pers Dienster Als kind weggegeven Gérard vindt zijn vader onder de guillotine JAC Gérard Droniou werd als baby door zijn ouders afge staan. Meer dan twintig jaar zocht hij vergeefs naar zijn vader, tot hij door een toeval achter diens identiteit kwam. Zijn vader was een moordenaar; hij werd in 1957 onthoofd. Maar als het mee zit, gaat Gérard Droniou toch de geschiedenis in als de zoon van een heilige. Bin nenkort spreekt het Vaticaan zich uit over het verzoek van de Franse kardinaal Lustiger om de moordenaar hei lig te verklaren. van de rechtszaak, waarin Thé- rèse Troniou als getuige voor komt. Zijn speurtocht kwam nu in een stroomversnelling. Hij vond het adres van Thérèse, zijn natuur lijke moeder. Maar toen hij haar buiten haar flat in Parijs aansprak, weigerde ze hem te antwoorden. Ze had Gérard na de geboorte afgestaan, maar de formele acte tot verwerping van het kind pas tien jaar later gete kend. Bij die gelegenheid had ze ook zijn achternaam veran derd, om het voor hem moeilij ker te maken haar te vinden. Jacques Fesch had blijkens de documenten ook nog een dochter, verwekt bij zijn wettige vrouw. Gérard Droniou vond ook haar; ze bewoonde een landhuis in het sjieke Le Vési- net bij Parijs. Waar deze Véro- nique haar geld vandaan had, werd Droniou snel duidelijk. Ze was de wettige erfgename van de moordenaar, die als zoon van een bankier niet helemaal onbemiddeld was. Maar boven al: ze had de brieven en dag boeken geërfd die haar vader in de gevangenis had geschreven. Ruim twintig jaar nadat zijn hoofd was gevallen, had doch ter Véronique het lumineuze idee gehad de epistels van haar vader uit te geven. Het resultaat was een serie boeken die het oude continent veroverden. Van het eerste boek, 'Lumière sur l'Echafaud' (licht op het schavot) werden miljoenen exemplaren verkocht. Het twee de, 'Dans 5 heures je verrai Jé- sus' (over 5 uur zie ik Jezus), was ook een bestseller. „Toen ik aanbelde bij Véroni que, sloot ze me in de armen", vertelt Gérard Droniou. „We lunchten, en ik vertelde haar het verhaal van mijn ellendige jeugd bij tal van gastgezinnen. Toen ik wegging, zei ze: Maar je hebt nog geluk gehad, dat je een adoptief gezin hebt gevon den. Ik antwoordde: Maar ik ben nooit formeel g teerd." Dat was het laatste wat Droniou PARUS CEES VAN ZWEEDEN CORRESPONDENT In zijn flat aan de rand van Pa rijs graait Gérard Droniou (45) tussen de documenten die zich rond zijn stoel hebben opgesta peld. Hij schuift een aantal boe ken opzij, en haalt een bedui meld artikel uit het weekblad Express te voorschijn. „Dit-is het artikel dat mij op het spoor van mijn vader heeft gebracht." Het was april 1994. Droniou had al meer dan 20 jaar gezocht naar zijn vader. Maar zijn tocht door de Franse archieven was zonder resultaat gebleven. „Een vriendin had hét artikel gelezen in het vliegtuig naar Afrika. Het ging over Jacques Fesch, een moordenaar, maar ook een man van wie de kerk vond dat hij heilig kon worden verklaard. Mijn vriendin vond dat ik leek op de moordenaar die erin af gebeeld stond." Droniou begon het artikel te le zen en stuitte op een alinea waarin sprake was van de zoon van Fesch. Die zoon, aldus het verhaal, heette Gérard. Hij was geboren uit een eenmalig sek sueel contact met ene Thérèse, een maïtresse van Fesch. Zijn speurtocht door de stoffige ar chieven had Droniou nooit op het spoor gebracht van zijn va der, maar hij was wel op de naam van zijn moeder gestuit. Die heette Thérèse. Droniou belde de journalist die het artikel had geschreven, en die tevens werlrie aan een boek over moordenaar Jacques Fesch. Hij vertelde hem dat hij het vermoeden had de zoon te zijn van Fesch. „De journalist vroeg of ik altijd Droniou had geheten. Ik zei nee, want tot mijn tiende was ik Gérard Tro niou. Waarop hij antwoordde: Dan bent u de zoon van Jac ques Fesch." Nadat hij de zoon had opge spoord van wijlen de advocaat die zijn vader had verdedigd, werd het Droniou duidelijk dat de journalist gelijk had. De zoon toonde hem de stukken Jacques Fesch, de vader van Gérard Droniou, was een moordenaar van wie de kerk vond dat hij heilig kon worden verklaard. foto opd van Véronique zag. De volgen de keer dat hij belde, wilde ze hem niet meer zien. Gerard Droniou begreep waarom: het feit dat hij nooit formeel was geadopteerd, betekende dat hij recht zou kunnen doen gelden op de erfenis van zijn vader. Vé ronique wilde met haar half broer niet delen. De boeken brachten Véronique niet alleen rijkdom, ze waren ook een postuum eerherstel voor haar vader. Jacques Fesch had op 25 februari 1954 een overval gepland op een joodse geldloper, nadat zijn vermogen de vader hem het kapitaal had geweigerd waarmee hij een boot wilde kopen. Die overval liep slecht af. Fesch duwde de geldloper een pistool onder de neus, maar de man gaf geen krimp. Daarop sloeg hij hem neer, greep het geld, en ver dween. Omstanders, gealar meerd door de schreeuw van het slachtoffer, zetten de ach tervolging in. Fesch slaagde er in een gebouw in Montmartre binnen te glippen, maar toen hij weer naar buiten wilde, blokkeerde een politieman de uitgang. Fesch schoot het eerst, met een fataal gevolg. Frankrijk was verbijsterd. Nie mand begreep waarom de goed opgeleide zoon van een rijke bankier uit Saint-Germain-en- Laye voor een handvol dukaten een politieman had doodge schoten. Jacques Fesch werd veroordeeld tot de guillotine, maar president René Coty over woog gratie. Dat zijn hoofd als nog rolde, kwam door een staatsbezoek van de Britse ko ningin Elizabeth. De politie wilde een executie, opdat een voorbeeld werd ge steld aan de natie. En om haar eis kracht bij te zetten, dreigde zij het nakende staatsbezoek met acties te ontregelen. Dat was wel het laatste dat Coty wil de, en op 1 oktober 1957 legde Fesch als een der laatste Fran sen zijn hoofd op het blok. Toen de boeken met zijn aante keningen verschenen, bleek echter dat Jacques Fesch in zijn dodencel bezoek had gehad van het hogere wezen. Zijn re laas over zijn ontmoeting met god en zijn bekering tot het ka tholicisme ontroerden kardi naal Lustiger zodanig dat hij het Vaticaan voorstelde Fesch heilig te verklaren. Dat was èen bijzondere daad, want die eer was een moordenaar nooit eer der te beurt gevallen. „Kardinaal Lustiger wilde een moderne heilige, iemand in wie de jonge criminelen van van daag zich kunnen herkennen", zegt Droniou. .Alleen zo ie mand kan als voorbeeld die nen. Jacques Fesch is de ideale heilige in het nieuwe millenni um." Zijn halfzus Véronique was zo helderziend om de meeste ver wijzingen naar 'mijn zoon Gé rard' weg te laten uit de boeken over haar vader. Maar van de zoon van zijn vaders advocaat kreeg hij een brief die Fesch aan de vooravond van zijn exe cutie schreef. Gérard Droniou leest voor: „Middels deze enke le woorden bevestig ik mijn in tentie om mijn zoon Gérard te erkennen. Hij moet weten dat, hoewel hij volgens de wet niet mijn zoon kan zijn, hij wel mijn bloed heeft. Zijn naam staat in mijn hart gegrift." Hij legt het document terug op de stapel, en verzucht: „Weet u, mijn moeder verwerpt me, en mijn halfzus wil niets met me te maken hebben. Maar mijn va der heeft me nooit verworpen." (Gérard Droniou werkt aan een autobiografie die dit voorjaar zal verschijnen onder de titel 'Geef mij m'n naam terug!') BOEDAPEST HANS GERTSEN CORRESPONDENT In Belgrado doet een grap de ronde waarin Adolf Hitler en Slobodan Milosevic elkaar in de hel ontmoeten.Als ik jouw leger had gehad, dan zou het oude, grote Joegoslavië nog steeds be staan en het machtigste en rijkste land van de Balkan zijn", zo houdt Milosevic Hitler voor. ,Als ik jouw propaganda-apparaat zou hebben gehad, dan zouden de Duitsers waarschijnlijk nu nog steeds geloven dat ze de Tweede Wereldoorlog gewonnen hebben", luidt Hitiers repliek. De Joegoslavische president beschikt inderdaad over een indrukwekkend propaganda-apparaat. Dat Milosevic ondanks vier verloren oorlogen in amper tien jaar nog steeds aan de macht is, dankt hij in niet geringe mate aan het feit dat de door hem strak gecontroleerde staatsmedia elke nieuwe nederlaag in een heldhaftige overwinning weten om te toveren. Ze bedrijven schaamteloos propaganda voor het regime en besteden alleen aandacht aan de oppositie om deze als landver raders en NAVO-huurlingen af te schilderen. De enige kritische geluiden die in Servië te horen zijn, komen van een aantal relatief kleine, onaf hankelijke radio- en televisiezenders en een paar kleine, noodlijdende kranten. Het ziet er steeds meer naar uit dat ook die bescheiden tegen spraak binnenkort niet meer geduld zal worden. Kranten die informatie publiceren die het regime niet welgevallig is, riskeren draconische boetes op grond van de nieuwe wet op de openbare in formatie. Een wet die het eenieder die zich door een publicatie gegriefd voelt mogelijk maakt naar de rechter te stappen. Die kan vervolgens via snelrecht enorme boetes opleggen. Boetes die binnen 24 uur betaald moeten worden. Diverse onafhankelijke kranten zijn de afgelopen maanden al het slachtoffer geworden van dit nieuwe machtsinstrument van het regime. Sinds enkele weken liggen ook de enkele tientallen on afhankelijke lokale radio- en televisiezenders na drukkelijk onder vuur. Alleen al de afgelopen week haalde het regime vier zenders uit de lucht omdat ze niet voor het gebruik van de zendfre quentie zouden hebben betaald, of omdat ze zonder zendmachtiging zouden opereren. Acties die in meerdere gevallen tot felle plaatselijke pro testen leidden. De Servische oppositie, maar ook onafhankelijke waarnemers in Belgrado, geloven dat het offen sief van het regime tegen de lokale zenders de komende weken alleen nog maar toe zal nemen. „Milosevic wil de oppositie geheel monddood maken. Later dit jaar moeten er plaatselijke ver kiezingen worden gehouden en het regime wil er zeker van zijn dat die verkiezingen dit keer ge wonnen worden", zo meent bijvoorbeeld Ljubica Markovic, de hoofdredactrice van het onafhan kelijke persbureau Beta. De grote vraag is nu wanneer Studio B, de groot ste radio- en televisiezender die niet door het re gime wordt gecontroleerd, aan de beurt is. Stu dio B, de lokale zender van de hoofdstad Belgra do, heeft een bereik van vier miljoen mensen, of wel bijna de helft van de totale bevolking van Servië. De zender wordt gecontroleerd door de Servische Vernieuwingsbeweging (SPO) van op positieleider Vuk Draskovic. Bovendien maakt de De dreigende sluiting van Studio B is in voorpaginanieuws, ook voor regeringsg den. foto ap» da> Jjai kAGj populaire radiozender B2-92 gebruikjvestt zendfrequentie van Studio B. De aanval op Studio B lijkt al ingezet week eisten de Servische autoriteiten B uiterlijk vandaag ruim een half milj in he op tafel legt. Het zou gaan om achter ereld talingen voor het gebruik van de zem iter 5 ties. Als die betaling achterwege blijft =reld uitgesloten dat ook de belangrijkste s van de oppositie uit de lucht wordt g anders vinden ze wel een andere aai regime zal niets aan het toeval overla jt» I Markovic. De Servische oppositie, sinds begin >nrijl meel verenigd, lijkt ondertussen nog eeft naar een gepast antwoord op het offf »rsch de onafhankelijke media. Diverse opj n de ders hebben de afgelopen dagen luit ig testeerd tegen het uit de lucht halen ek maar over een grote, gezamenlijke dt oor en over de vraag wanneer en waar di k en moet worden, wordt binnenskamers bakkeleid. „De oppositie is sinds januari officief e 'Tc niet geringe druk van het westen, vei van de afspraken die toen zijn gema; .1 voortaan alleen tot demonstraties wi gaan als iedereen er mee instemt. Da naar consensus werkt in de praktijk i in ge Het resultaat is dat de oppositie nu v neni apathie", aldus een cynische waame nt v< en-d McVeigh veroordeeld voor borna daa iterv Brtise KFOR-militairen proberen te verhinderen dat duizenden Albanezen de brug oversteken naar het Servische deel van de verdeelde stad Mitrovica. SARAJEVO HARALD DOORNBOS CORRESPONDENT Kosovo is al opgedeeld tussen Alba nezen en Serviërs. Nu dreigen ook de KFOR-vredestroepen onderling ver deeld te raken. Toen Amerikaanse KFOR-troepen twee weken geleden in de Servische wijken van de Koso- vaarse stad Mitrovica huizen op wa pens wilden doorzoeken, werden ze onthaald op een regen van stenen en dreigden gelyncht te worden door de lokale Servische bevolking. De Fran se KFOR-troepen die ook aanwezig waren en niet werden gestenigd, ke ken grijnzend toe. Eigen schuld, reageerden de meeste Franse soldaten en leden van de 'Gen darmerie'. Als 'Les Americains' had den gedacht dat zij zo maar even orde op zaken konden stellen in deze 'Fran se sector' (waar Mitrovica en regio on der valt), dan hadden ze het flink mis. Met de Servische bevolking in Mitrovi ca hebben de Fransen juist een zeer goede relatie. Wapens afpakken, doe je niet zomaar. Zeker niet onaange kondigd. Dat is vragen om moeilijkhe den. Trouwens, de Fransen voelen zich in het Servische gedeelte van Mitrovica al bijna thuis. De rest van de wereld mag dan problemen hebben met de aan hangers van Milosevic, de Fransen kunnen in Mitrovica sinds hun komst met Franse franken betalen of brief kaarten kopen voor de familie thuis met daarop teksten als: 'Leve de Frans-Servische vriendschap' of'1914- 1918 - Servië en Frankrijk waren toen al bondgenoten'! Twee weken daarvoor, in de nacht van drie op vier februari, organiseerde een groep Serviërs in Mitrovica een po grom waarbij jacht werd gemaakt op Albanezen. Huizen werden in brand gestoken, handgranaten naar Albane se families gegooid. De Franse troepen namen posities in op verschillende kruispunten in de wijk maar grepen niet in. Alleen enkele Amerikaanse po litiemannen die alleen de beschik king hebben over een pistool kwa men in actie en probeerden sommige Albanezen te redden. Volgens de Fransen was er niets wat ze konden doen. Niemand werd gearresteerd, geen waarschuwingsschot afgevuurd en geen wapen in beslag genomen. En dat terwijl er onder de ogen van de Fransen negen Albanezen werden ver moord die nacht. Binnen KFOR geldt het principe van gelijke monniken, gelijke kappen. Of tewel: er is een mandaat en dat luidt: handhaven van de vrede. En er is een commandant, de Duitse generaal Klaus Reinhardt, die bevelen geeft en waar iedereen in alle vijf verschillende sectoren naar moet luisteren. De vraag die in Kosovo steeds, vaker klinkt, is deze: hoe kan het dat wan neer het mandaat voor alle troepen gelijk is, de uitvoering daarvan door KFOR verschilt per nationaliteit? Waarom willen de Fransen de Serviërs niet ontwapenen terwijl de Amerika nen dat wel doen? Waarom grijpen de Franse militairen niet in wanneer Al banezen gelyncht worden, als Ameri kaanse politiemannen hun eigen leven riskeren en het wel doen? De Serviërs in Mitrovica hebben vier sluipschuttersposities (met uitzicht op de Albanese wijken) en beschikken over 120 mm granaten. Onlangs kre gen de Servische burgerwachten vijf tien walkie-talkies van het Franse le ger. Deze groepen, die 'De Brandweer' worden genoemd, moeten Albanezen tegenhouden in het geval ze de Servi sche wijken in willen. Ze lopen rond in sweaters met het opschrift 'Aide Hu manitaire', gekregen van een Franse humanitaire organisatie. Amerikanen binnen KFOR klagen steen en been over het gedrag van de Fransen, die volgens hen niet luisteren naar generaal Reinhardt, maar 'eerst Parijs bellen voor het groene licht'. Franse officieren zeggen juist dat de Amerikanen veel te anti-Servisch zijn terwijl 'het toch de Albanezen zijn die de meeste problemen maken'. Maar niet alleen in Mitrovica wordt de eenheid van KFOR op de proef ge steld. Zo passeren Russische KFOR- soldaten regelmatig de grens met Ser vië om daar inkopen te doen of benzi ne aan te schaffen. Het is westerse KFOR-troepen ten strengste verboden om naar Servië te gaan. Zo hebben Russische troepen nabij Pristina op een van hun bases een Servische vlag in top hangen. Andere landen kijken er wel voor uit om zich zo te identifi ceren met een van de partijen. Tot overmaat van ramp lijkt er binnen de KFOR-leiding een soort berusting te zijn ontstaan over de verdeeldheid binnen de vredestroepen. In het Servi sche gedeelte van Mitrovica zal in het vervolg alleen nog maar gepatrouil leerd worden door Fransen (populair bij de Servische bevolking), Griekse troepen (net als Serviërs orthodox christelijk en bondgenoot van Servië) en Italianen (niet al te happig op luchtaanvallen tijdens de Kosovo-oor- log). In de Albanese wijken wordt de orde nog slechts gehandhaafd door KFOR-troepen die uit zogenaamde 'pro Albanese landen' komen: Britten (Tony Blair was zeer pro-luchtaanval len), Amerikanen (bijna iedere Alba nees heeft een Amerikaanse vlag in z'n tuin wapperen) en Duitsers (de oude vijand van Servië). Zo is Kosovo keurig opgedeeld: Alba nezen en 'hun maatjes' aan de ene kant, Serviërs en 'hun vrienden' aan de andere kant. Klassiek Kosovo wel licht, maar weinig gezond, zo lijkt het. Timothy McVeigh, ter dood veroordeeld voor de bomaan slag in Oklahoma City die aan 168 mensen het leven kostte, heeft in een vraaggesprek voor de televisie gezegd dat hij ver bitterd en gedesillusioneerd uit de Golfoorlog is teruggekeerd. Gewapende confrontaties tus sen de Amerikaanse overheid en groepen burgers hadden volgens hem nog eens onder streept dat de federale regering „altijd bereid is geweld te ge bruiken". McVeigh heeft vorige week be roep aangetekend tegen zijn doodvonnis. In verband daar mee mocht interviewer Ed Bradley van CBS hem niet rechtstreeks vragen naar zijn betrokkenheid bij de aanslag van 1995 op het Alfred P. Mur- rahgebouw in Oklahoma, liet hij weten. Zelf onthield McVeigh zich ook van uitlatin gen over zijn schuld of on schuld aan de aanslag, die was gericht tegen de overheid die het getroffen gebouw in gebruik had. In het interview, dat op 22 fe bruari werd afgenomen in een zwaarbewaakte gevangenis in Terre Haute in Indiana, zei McVeigh dat hij in de Golfoor log, waar hij gelauwerd uit te rugkeerde, tot de conclusie was gekomen dat de Irakezen ook maar gewone mensen waren en niet de kwaadaardige vijanden klei en die hij voor ogen h nacj. van huis vertrok. W ,tr] was zijn ontgooche jer sterkt door 'Ruby E e y 'Waco' - uit de han n confrontaties tusse ercj groepen burgers, ft on gl ten FBI-agenten in in Idaho de vrouw dood van de recht; Randy Weaver. Acl later kwamen tient van de sekte Branc partj om toen de FBI de te op hun versterkt jentL in Waco, Texas. pen McVeigh zei dat de se burgers de overl jstj< gareel moeten hou je vraag van Bradleyi daarvoor de aange thode is antwoordi se overheid het voort mas „Wat hebben we gi j. Sudan? Tegen Afgl grado? Wat doen v doodstraf? Het lijkt voortdurend gewe! gebruiken." Een van de ar gumt McVeighs advocatf bij hun verzoek on proces is dat de jui deeld kan zijn gew herhaaldelijk tonei van hun cliënt in li voetboeien. Jurylei hetzelfde program geïnterviewd ontki „Hij is de bommel Oklahoma City, da geen enkele twijfel een van hen. teg de 7

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 6