Iet oude liedje: weinig respect voor beeldhouwen' De Haarlemse kunsthistoricus Paul Hefting kreeg twee jaar geleden een droomopdracht. De 'Stichting Nederlandse Wereldtentoonstellingen' (SNW) vroeg hem een grote expositie op te zetten rond het Nederlands paviljoen op de Expo 2000, deze zomer in Hannover. Er kwam een tentoonstellingsconcept, er kwamen plattegronden en er kwamen 26 beelden (oud en nieuw werk) van 21 gerenommeerde Nederlandse beeldhouwers. De inrichting kon beginnen. Toen ging het spectaculair mis. De SNW trok onverwacht de opdracht in. Argument: de sculpturen zouden te veel de aandacht afleiden van de architectonische betekenis van het paviljoen. Gevolgen van de !oJ beslissing: de stichting een half miljoen armer aan investeringskosten, de beeldhouwers zo boos dat ze een rechtszaak zijn begonnen en Paul Hefting diep teleurgesteld. 'Dit is nog nooit vertoond'. Ontwerptekening voor het beeld van Auke de Vries, gesi tueerd naast het paviljoen. illustratie auke de vries Tentoonstelling op Expo 2000 in eindfase afgeblazen Paul Hefting is net terug van een korte vakantie in China. Even 'uitwaaien en afstand nemen van alles'. Het besluit van de Stichting Neder landse Wereldtentoonstellingen (SNW) om in de eindfase van de voorbereidingen de ex positie op de Expo 2000 af te blazen, heeft er emotioneel flink ingehakt bij hem. Juli vorig jaar was zijn project vrijwel klaar. De trans porten voor de bruiklenen waren geregeld, de elf speciaal voor dit overzicht gemaakte beelden waren klaar. En plotsklaps was alles voorbij. Het bestuur van de SNW had zich door een beoordelingscommissie latefi in fluisteren dat de beeldententoonstelling ten koste zou gaan van de aandacht voor het hightech paviljoensgebouw. Inmiddels was eenderde van de beschikbare anderhalf mil joen uitgegeven. Hefting: „Een dergelijke belangwekkende tentoonstelling in zo'n laat stadium afbla zen? Nee, dat is volgens mij nog niet eerder vertoond in de Nederlandse kunstgeschiede nis." Hij laat in zijn werkkamer de maquette, de plattegronden en een voorlopige catalo gus zien van wat zijn expositie had moeten worden. En hij heeft ook nog anderhalve meter aan ordners met correspondentie en aanverwante papérassen. „De expositie was zo goed als klaar. Er zijn om kosten te sparen beelden in China en India gemaakt. We wa ren bezig met het regelen van het transport en de verzekeringen. Een half jaartje geleden ben ik nog op het terrein in Hannover ge weest. Moet je voorstellen: één grote bouw put en midden in dat oerwoud van kranen, beton en staal, een schitterende Nederlandse proeftuin. Eén grote bloemenzee, zó prach tig. En in die tuin rond het paviljoen zouden onze beelden komen...." Opdracht De opdracht om op Expo 2000 namens Ne derland de cultuur uit te dragen, krijgt Hef ting in juli '98 na hiervoor benaderd te zijn door bestuurslid Wim Crouwel (oud-direc teur van het Boijmans Van Beuningen) van de SNW, een stichting die ressorteert onder het ministerie van Algemene Zaken. Hij krijgt die eervolle taak op basis van zijn uitgebrei de ervaring en expertise. Hefting (1933) heeft een flinke staat van dienst. Hij was onder meer conservator van het Rijksmuseum KröUer-Müller in Otterlo en stafmedewerker van Kunst Vormgeving van de PTT. Verder fungeerde hij als hoofdredacteur van het be kende kunsttijdschrift .Museumjournaal en schreef hij verschillende boeken en artikelen over kunst en grafische vormgeving. Op het gebied van de beeldhouwkunst geldt hij als een autoriteit. Wim Crouwel geeft Hefting mee dat de ex positie in Hannover er een moet worden die qua grootte vergelijkbaar is met de succes tentoonstelling (1998) op het Lange Voor hout in Den Haag, een internationaal over zicht van beeldhouwkunst. Die wens heeft mede bijgedragen tot de keuze voor Paul Hefting omdat de Haarlemse kunsthistoricus onder meer betrokken was bij een ander succesvol overzicht: Het grote gedicht in de Grote Kerk te Den Haag (1994) - inmiddels een legendarische tentoonstelling over na oorlogse Nederlandse beeldhouwkunst. In Hannover wacht Hefting een terrein van 80 hectare waarop het zeer geavanceer de Nederlands paviljoen is gepland. Begro ting van het totale Nederlandse plan: 60 mil joen gulden. Hiervan is 30 miljoen bestemd voor het paviljoen en van de resterende der tig miljoen gulden 1,5 miljoen-voor de beel dententoonstelling. Het paviljoen, een ontwerp van het beken de architectenbureau MVRDV, is gebaseerd op het motto 'Holland schept ruimte'. Dit prestige-object met een grondvlak van ne genhonderd vierkante meter, verrijst op een lap grond van 60 bij 150 meter. Hefting: „Het gebouw is een absoluut technisch hoog standje. Het heeft een open karakter, is in to taal 42 meter hoog en bestaat uit vier verdie pingen van verschillende hoogte. Echt heel indrukwekkend." De bovenste verdieping van dit gebouw dat geen gebouw wil .zijn, bevat een enorm bassin met water. Hierop worden moderne windmolens geplaatst. Eronder komt een zaal waarin het water langs de wanden af stroomt, gevolgd door een volgende verdie ping waarin bomen zijn geplaatst in monu mentale potten. In totaal een "bos' vormend met bomen van 12 meter hoog. De volgende verdieping is geschikt om audiovisuele pro jecten te realiseren. Dan volgen kassen met bloemen en daaronder 'de duinen'. Een ge stapeld Nederlands landschap kortom. Het gebouw wordt rondom diagonaalsgewijs omgeven door trappen. Plannen Voor de parkachtige ruimte rond het pavil joen maakte Paul Hefting een expositie-ont werp dat het niet haalde bij de SNW. „Ik stel de in mijn eerste plan voor een tentoonstel ling te maken met één, of twee a drie beeld houwers. Dat werd van de hand gewezen omdat men beslist een overzicht wilde. Een retrospectief van twintig jaar Nederlandse beeldhouwkunst van 1980 tot 2000. Iets waar ik me overigens goed in kon vinden, aange zien er vanaf 1980 een omslag heeft plaatsge vonden die een enorme impuls betekende voor de beeldhouwkunst. En-die ontwikke ling - waarin je ziet dat de figuratie, het her kenbare beeld weer terugkomt - kon ik in het overzicht tonen." Hij werkt zijn plannen in vier fasen uit. In het eerste stadium, de ideeënfase, bepaalt Hefting de definitie van de expositie en pre senteert hij zijn plan aan het bestuur. In de tweede fase werkt hij deze ideeën uit. Bij tus sentijdse presentaties toont het bestuur zich telkens laaiend enthousiast. Het vakman schap van Hefting manifesteert zich. De derde fase bestaat uit atelierbezoeken en het uitzoeken van beelden. De vierde en laatste fase - het is dan al 1999 - begint weer met een presentatie. Hefting heeft intussen Arnout Odding binnengehaald, 'een groot organisator' die hij nog kent van Het Grote gedicht. Odding maakt de begroting en regelt de transporten en verzekeringen. Moeilijkheid Een overzichtsexpositie zoals Hefting die voorstaat, valt op papier nog wel snel bij el kaar te sprokkelen, maar van alle deelnemers een representatief kunstwerk vinden, is be paald geen sinecure. Hefting: „Beeldhou wers hebben haast nooit grote beelden in hun atelier staan. Veel te kostbaar. Het soort beelden van het monumentale formaat dat wij nodig hadden voor de expositie, maken de meesten eigenlijk alleen in opdracht. En eenmaal af, krijgen die een vaste plek in de openbare ruimte of bij een gebouw. Maar goed, tien hadden wel geschikte sculpturen of we konden aan goede bruiklenen van hen komen. De overige elf kregen een opdracht om een beeld te maken. In totaal hadden we na lang wikken en wegen 26 beelden, be staande en nieuwe sculpturen. Met de elf De Haarlemse kunsthistoricus Paul Hefting in zijn werkkamer. foto united photos de boer robin van lonk- huijsen Guido Geelen, 'Cultuur', 1997. foto paul hefting Henk Visch, 'Morgen is alles anders', 1993- 1996; een van de drie 'druppels' waaruit dit beeld bestaat. foto paul hefting beeldhouwers die nieuw werk zouden leve ren, werd eind 1998 een contract afgeslo ten." De keuze van de tentoonstelllingsma- ker valt uiteindelijk op uiteenlopende beeld houwers. Een indrukwekkende lijst Marinus Boezem, Wouter de Baat, Irene Fortuyn O'Brien, Sjoerd Buisman, Tom Claassen, Adam Colton, Guido Geelen, Sigurdur Gud- mundsson, Frank Mandersloot, Pjotr Müller, Jan van Munster, Cornelius Rogge, Steef Roothaan, Mare Ruijgrok, Joost van den Toom, Roos Theuws, David VandeKop (t), Peer Veneman, Henk Visch, Carel Visser en Auke de Vries. Hefting: „Ik had er nog veel meer op mijn lijstje. Mensen als Peter Struycken en Marijke van Warmerdam. Maar je kunt natuurlijk niet alleen afgaan op je ei gen voorkeur. De kunstenaars die je kiest, moeten beantwoorden aan het tentoonstel lingsconcept. En daar pasten voornamelijk figuratief werkende beeldhouwers in." Het einde Eind juli 1999 geeft directeur Hans Cornelis- se van de SNW - een functionaris die Hefting en de zijnen in al die tijd nog nauwelijks hebben gesproken - aan dat er een terugslag is gekomen in het aanvankelijk grote en thousiasme. Hij vraagt zich hardop af of 'het wel door kan gaan', 'of elf beelden in plaats van de geplande 26 misschien niet beter zou zijn'. De op- en aanmerkingen van Comelis- se zijn een weerslag van het standpunt van het bestuur, dat - zoals Hefting het uitdrukt - 'in aarzelingen is geraakt'. Wim Crouwel, de gene die Hefting indertijd namens de SNW de opdracht gaf, is dan inmiddels uit het be stuur. Volgens eigen zeggen 'nergens om'. Hij wilde bij het bereiken van zijn zeventig ste verjaardag uit alle besturen waarin hij zit ting had. Opvallend: de oud-museumdirec teur zit nog wel in de vierkoppige beoorde lingscommissie die het bestuur adviseert en die onder voorzitterschap staat van rijks bouwmeester Wytze Patijn. Hiervan maken voorts oud-rijksbouwmeester Dijkstra en Wim van Krimpen, directeur van de Rotter damse Kunsthal en het Fries Museum deel uit. De selectiecommissie vindt dat er voor twee publiekstrekkers op het Nederlandse deel van de Expo geen plaats is. De beelden- tentoonstelling van Hefting zou de aandacht te veel afleiden v^n het paviljoen. En zo wor den eind 1999 de contracten eenzijdig beëin digd. Volgens Comelisse heeft 'voortschrij dend inzicht' van het bestuur van de SNW er toe geleid dat de expositie moet worden af geblazen. Als Paul Hefting dat nieuws hoort, wordt-ie vreselijk boos. Om het met zijn eigen woor den te zeggen: 'Er maakte zich een enorme woede meester van me'. Dat komt niet alleen voort uit het gevoel 'dat het bestuur de beeldhouwers en mij blijkbaar beschouwde als slaven'. Ook niet alleen uit de manier waarop hij kennis moest nemen van het be sluit: „Via een briefje. Niemand die de moei te nam het mij persoonlijk te vertellen." Wat hem vooral heeft geraakt vat hij samen met: „De uiteindelijke afwijzing blijkt niet voort gekomen uit het bedrijfsleven dat ook in het bestuur vertegenwoordigd is, maar uit mijn eigen kring. Die heeft onze tentoonstelling beentje gelicht. De kring van de cultuur dus, de selectiecommissie - rijksbouwmeester Wytze Patijn, Van Krimpen, Crouwel en oud bouwmeester Dijkstra. En dat doet enorm pijn. Dat ik inmiddels volledig schadeloos ben gesteld maakt mijn gevoel van diepe te leurstelling er niet minder op. Het gaat mij om de tentoonstelling, om de beeldhou wers." Met het besluit van de SNW gaat niet al leen de expositie verloren, maar ook aardig wat geld: rond een half miljoen gulden, welk bedrag gemoeid was met salarissen, diverse opdrachten en algemene kosten. Reactie van SNW-directeur Cornelisse: „Een wel erg laat stadium om te stoppen? Ik ben van mening dat het nooit te laat is om op een eenmaal genomen besluit terug te komen. Ook al is er al vijf ton of meer uitge geven. Gaandeweg bleek dat er twee in het oog springende projecten aan het ontstaan waren die elkaar te veel in de weg zouden gaan zitten. Het paviljoen moet het optimum qua presentatie uitstralen. Nederland wil na de matige prestatie op de vorige wereldten toonstelling in Sevilla zo goed mogelijk voor de dag komen in Duitsland, toch een belang rijke groeimarkt. En vanuit Duitsland in de. rest van Europa en de wereld. We hebben overigens besloten de cultuur niet helemaal over te slaan. Er komt in het paviljoen een expositie, zij het van een andere orde; het wordt een presentatie van de allerlaatste stand van het Dutch Design. Nederlandse vormgeving scoort momenteel zeer goed, in ternationaal gezien." Conflict Na de eenzijdige opzegging van de contrac ten nemen de beeldhouwers die met een beeld een bijdrage mochten leveren aan de expositie in Hannover, begin van dit jaar een advocaat in de arm en dreigen de SNW met een kort geding. Hun eis: de tentoonstelling moet doorgaan. Eind vorige maand komt er een compromisvoorstel van de stichting die zich inmiddels ook verzekerd heeft van juri dische bijstand. Behalve een schadevergoe ding wordt de 21 beeldhouwers aangeboden om hun tentoonstelling te verplaatsen naar het stadsmeer van Hannover. Daar kunnen ze hun beelden exposeren op drijvende pon tons in de Maschsee, acht kilometer van het paviljoensterrein. Twaalf Nederlandse re gio's maken hier een presentatie in contai ners volgens het thema 'Mens, natuur en wetenschap'. De beeldhouwers weigeren op het alternatief in te gaan. Evenals het Neder landse bedrijfsleven willen zij zich optimaal presenteren en niet op een 'achterafje'. Hef ting: „Ook voor de kunstenaars zijn er op zo'n Expo grote kansen. Met' een dergelijke tentoonstelling komen ze internationaal in de picture en kan hun presentatie opdrach ten genereren. Die mogelijkheden liggen bij een expositie in het stadspark een stuk lager, zo'n locatie trekt veel minder mensen. Bo vendien vind ik dat je, als Van der Ploeg roept dat kunstenaars zich meer als zelfstan dig ondernemer moeten profileren, je hen daar ook de kans toe moet geven." Een zware verzuchting bij het overzien van alle narigheid: „Het is weer het oude liedje. Hier geldt het primaat van de architectuur en daarvoor is een heel programma rond beeldhouwen om zeep geholpen. Dat getuigt van weinig respect. Er komen busladingen mensen naar de Expo. Ze verwachten er veertig miljoen. Die kurufen nu alleen maar tussen de bloemen door sjouwen. Er is geen enkele rekening ge houden met wachten of met tussentijds ver maak. Ze kunnen straks echt niet allemaal tegelijk het paviljoen in. Weet je, de mense lijke maat is nu volkomen zoek. Er is alleen nog maar imagebuilding." AART VAN DER KUIJL ZATERDAG 11 MAART 2000 Een artists impression van het Nederlands paviljoen op Expo 2000, een ontwerp van architectenbureau Irene Fortuyn O'Brien, 'Marble Public', 1990. foto paul hefting MVRDV. In de tuin rond het paviljoen zou de door Paul Hefting opgezette expositie komen. pubiciteitsfoto mvrdv Sjoerd Buisman, 'Phyllotaxis', 1989. foto paul hefting

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51