Zakendoen als hobby
üh
'Zuid-Afrika heeft economische cowboys nodig'
534
ZATERDAG 11 MAART 2000
ird e
Cor van Duyn verkoopt als het moet korrel zand aan Arabier
Duyn kijkt in de etuitjes
B l(. J van de leerlingen van de Mablo-
i
mong Combined School, een la-
en school in Transvaal, niet ver van Johan-
urg. Hij roept zijn dochter en mede-di-
'ee ur Evelien Roggeveen. „Dit kan echt
1 sn Moeten we effe wat aan doen als we te-
ijn in Rijnsburg, net als een paar jaar te-
fes Een nieuw zakkie, een potloodje, een
vo ie en dan mooi Cor van Duyn er op."
school is een beetje zijn school, vindt
jn fHij komt er al jaren over de vloer. Want
ïbo Pat i11 zÜn leven niet alleen om succes-
un akendoen. „Wie goed doet, goed ont-
jjn t", is één van zijn lijfspreuken. „Ik doe
zaken meer voor geld. Ik doe het omdat
t nog steeds hartstikke leuk vind. Ik heb
a^e hobby's. Mijn werk geeft me genoeg
ec™ gingen. Maar ik wil wel mijn kennis
:°n geven, onder anderen aan mijn twee
geh iters. Ik ben eigenlijk een groot door-
i je luik. Ik geef ook niet veel om vakantie,
ver ik heb elke dag al vakantie", verklaart
ge )uyn het feit dat hij op 59-jarige leeftijd
t. V verkt, terwijl hij allang 'binnen' is.
iaai trekt wat papiergeld uit z'n welgevulde
w monnee. Directrice Enkele Nkele vraagt
,q er omwegen welk deel voor haar per-
Jijk is en welk bedrag voor de school,
na kan het ritueel beginnen, want de di-
wer5ce weet van vorige bezoeken dat het
IS*tainen van blanke bezoekers altijd goed
en or extra geld voor haar school. „Na de
t. Je heid zijn muziek en dans de manieren
Wjde barrières in communicatie tussen
:en en zwarten te slechten", legt ze uit.
kinderen van de Afrikaanse platteland-
"w il zijn goed geïnstrueerd. Ze blijven
de school hangen, terwijl de lessen al
fgelopen. In het laatste lokaal staan drie
>n klaar voor het bezoek. „Kom maar bij
Cor op schoot", zegt hij tegen twee
artjes die het dichtst bij staan. Het tweetal
KM It zich op z'n knie. Ondertussen rinkelt
ilefoon. De zaken gaan door. „Die bad-
rs worden te duur. Niet meer dan vijf
per stuk", is de boodschap aan de ma-
van Hotel Mercure in Noordwijk. Mer-
is één van de drie hotels die Cor van
in Nederland bezit.
lat de kinderen klaar zijn met het dan-
n zingen toont de directrice een map.
kt verwachtingsvol naar Van Duyn. Het
n ontwerp voor uitbreiding van de
il met een bibliotheek en een media-
um. Van Duyn kijkt nauwelijks naar de
Qpjing, wel naar de prijs. Twee miljoen
staat er, toch een slordige zeven ton.
reeft de directrice enige zoenen en
|t naar de kinderen die in hun zwarte
Jrmen en op blote voeten de hitte in-
en uitzwermen over het droge land.
Zakenimperium
auto zorgt de airco voor een aangena-
peratuur. Van Duyn bereidt zich on
sen voor op z'n volgende activiteit van
ig: een directievergadering met onder
de architect, zijn zaakwaarnemers,
:r Evelien en notaris Div. De Villiers.
iste punt van de agenda is uitbrei-
Summerset Office Park, een kanto-
iplex nabij zijn eigen Waarzicht Offi-
centrum van zijn Zuid-Afrikaanse za-
iperium.
Uliers werkt al zo'n 20 jaar samen met
lyn. Hij verzorgt behalve de juridische
van de transacties ook de financiële
ten van de zaken van de Rijnsburger in
Afrika. De notaris weet nog goed hoe
)uyn destijds is begonnen. „Hij kwam
oen de apartheid er nog was, het dus
ikke beroerd ging met de economie en
r "j nd, ook wij - de Afrikaners - het met
Jd niet meer zo zagen zitten. Maar Van
duwde alle deuren open en was voor
;n niemand bang. Van de private in-
rders is hij nu een van de grootsten.
zijn activiteiten verleent hij werk aan
00 mensen."
gezelschap staat even stil bij de palm-
bij het kantorencomplex, de plek waar
luyn 29 jaar geleden zijn eerste kweke-
rtte. Cor van Duyn staat er met grote
n letters onder de palmboom. Ook bij
ir ïveiligde villa in Johannesburg en bij al
)lee roerend goed is zijn naam of die van
ïdrijf in goud, zilver of brons duidelijk
dan aar. Ook 's avonds en 's nachts. Terug-
idig van een etentje in Johannesburg
j lij in de pikdonkere nacht bij het kan-
ina omplex en geniet van al die lichtende
nen „Dit is schitterend, dit is succes, hier
,r|e, het voor."
Met drukke programma is een bezoek
cno omen aan een in aanbouw zijnd win-
>olli011111 in Noordheuwel in Johannes-
Je Rijnsburgse zakenman praat er met
mer Huub Simons, diens vrouw en de
t in opzichter over de tot standkoming
c( :t project. De bouw moet binnenkort
lijn en Van Duyn neemt wellicht een
ïcn el in het complex. De sporen van
;nd( e'd zijn nog steeds niet geheel uitge-
'lijkt als een ijscoman langskomt. Er
n zes ijsjes voor de blanken besteld,
ie m de blanken pakt in een 'gekke' bui
onr *e 'isies 1111 de bak en gooit die in de
g van de zwarte werknemers, die vol-
)nie i verrast de ijsjes proberen te grijpen,
nnen goed vangen hè", merkt één van
iken op.
u volgt een bezoek aan LVG Potplant
Jal tion Van Geest Het bedrijf staat aan
(Qj iravond van een enorme uitbreiding
esitueerd in het Krugerdorp nabij Jo-
Alpesburg. Dit gebied is goed voor 60
jke
'aan
procent van de bloemen en palmproducten
van Zuid-Afrika. Ook hier wordt de bezoeker
onmiddellijk geconfronteerd met de nawee-
en van apartheid. Nog voor het uitstappen
lopen er vijf Duitse herders rond de auto.
„Niet bang zijn, ze pakken alleen zwarten",
is het advies voor de blanken. Het maakt
duidelijk dat dit deel van Afrika nog een lan
ge weg heeft te gaan voordat er sprake kan
zijn van integratie van blank en zwart.
Van Geest senior beheert sinds vijftien jaar
het bedrijf. Van Duyn is aandeelhouder en
adviseur, want van planten kweken heeft hij
nog steeds veel verstand. Na een bezichti
ging van het bedrijf halen ze 'als Hollanders
onder elkaar' aan de keukentafel herinnerin
gen op. Ze praten over de tijd dat Van
Duyn's handelsactiviteiten nog voornamelijk
in de agrarische sector lagen.
Minder regels
„Ik vond Rijnsburg te klein. En al dat gedoe
of een schutting 'nu wel twee of drie centi
meter hoger mocht zijn, was ik op een gege
ven moment zat. Ik ben naar Schiphol ge
gaan en heb gevraagd welk vliegtuig er naar
de zon ging. Dat was een vlucht naar Teneri-
fe. Ik heb daar een tijdje handel gedreven,
zoals ook met Israël, Kenya en Amerika,
Cor van Duyn uit Rijnsburg, ooit begonnen als
bloemenkweker, is nu een succesvol internationaal
zakenman. Zowel in Nederland als in Zuid-Afrika
beheert hij woonhuizen, kantoorgebouwen, agrarische
en industriële gronden. Hij vliegt vele malen per jaar
naar Zuid-Afrika om z'n zaken daar te regelen en uit te
bouwen. Irene Nieuwenhuijse vergezelde hem op één
van zijn reizen. Portret van een eigenzinnig ondernemer
voor wie werken zijn hobby is.
Zakenman Cor van Duyn komt al jaren over de vloer van de Mablomong Combined
School in Transvaal. Het gaat in het leven niet alleen om succesvol zakendoen. „Wie
goed doet, goed ontmoet", is een van zijn lijfspreuken. foto's irene nieuwenhuijse
_Duyn zijn zo z'n eigen taalgebruik, hij vere^tjljng van planten, de gebieden waar
strooit kwistig met spreuken. En omdat hij Van Duyn zich gaandeweg in specialiseerde
maar uiteindelijk is het toch Zuid-Afrika ge
worden. Je vliegt hier naar toe zonder een
jeüag en er zijn minder regels. Maar wel is
dit land een killer, niet geschikt voor doetjes.
Als zakenman ben je vaak eenzaam en lig je
's nachts in de hotels nogal eens met één
hoofd op zes kussens."
Hij praat graag over het sociale klimaat,
dat volgens hem in Nederland te veel is
doorgeslagen. Zuid-Afrika moet oppassen
niet dezelfde kant op te gaan, waarschuwt
Van Duyn. „Ze moeten niet te sociaal wor
den, want dat schrikt buitenlandse inves
teerders af. Toen er nog apartheid was, gin
gen de Nederlanders hier de zaak ook een
beetje boycotten. Nou, ik niet. Ik ben ge
woon doorgegaan met zaken doen, want ik
had en heb vertrouwen in dit land. Dan
moet je lef hebben, je nek uitsteken, moed
tonen."
Hij heeft meer goede tips. Je moet alleen
doen wat je goed kan en je nooit bemoeien
met zaken waar je geen verstand van hebt.
„Kijk maar naar Johan Cruyff, toen die zich
met varkens ging inlaten, ging het fout. En
geld beheren is ook weer heel wat anders
dan geld verdienen." De overeenkomst met
Neerlands beste voetballer gaat verder. Van
inmiddels een behoorlijke status heeft,
spreekt hij regelmatig over zichzelf in de der
de persoon enkelvoud: „Hij woont in Rijns
burg, hij houdt van de koningin en hij vliegt
KLM." Dat laatste gebeurt overigens niet al
tijd. Want toen hij in 1992 in een luchtbus
een hartinfarct kreeg en het vliegtuig een
noodstop maakte -„de tijd stond even stil"—
vloog hij met een toestel van Martinair.
„Maar hij had KLM willen vliegen", herin
nert hij zich haarscherp.
Van Duyn reist businessclass. Op het vlieg
veld, bij de aanvang van een reis naar Geor
ge, dreigt er even commotie te ontstaan als
blijkt dat hij de daarvoor benodigde goldcard
niet bij zich heeft. Van Duyn lost dit pro
bleem moeiteloos op door een van z'n visite
kaartjes met daarop 'Golden Green Hotels,
Cor van Duyn, President' te laten zien en aan
de grondstewardess te vragen of ze een goe
de dag heeft gehad en of ze in is voor een bo
nus. Een gewoonte die hij te pas en soms wel
eens te onpas tentoonspreidt.
Biotechnologie
In het vliegtuig vertelt hij over de opkomst
van de biotechnologie, de weefselkweek en
Leidenaar Rob Vermaas, gevolmachtigd minister bij ambassade
Hij kan het niet duidelijk en vaak genoeg
zeggen. Zuid-Afrika heeft dringend be
hoefte aan investeerders, aan mensen met
durf en visie. Een nieuwe generatie pio
niers die meehelpen de economie van het
land verder op te bouwen. Hun komst is
van levensbelang, wil het land de komende
eeuw de aansluiting met de rest van de we
reld niet missen. „Zuid-Afrika heeft econo
mische cowboys nodig, mensen als Cor van
Duyn."
Rob Vermaas, oud-Leidenaar, ontvangt
in de ambassade in Pretoria. Het portret
van koningin Beatrix, het Je maintiendrai
en Nederlands-talige folders doen ver
trouwd aan. Sinds twee jaar is Vermaas als
tweede man op de ambassade in
Zuid-Afrika gestationeerd. Hij is er gevol
machtigd minister.
Juist Nederlandse investeerders laten het
in Zuid-Afrika afweten, is zijn mening. „Ze
komen massaal met regeringsmissies hier
heen, maar we staan op de investeerders-
lijst achtste,' terwijl Engeland bovenaan
prijkt." In cijfers betekent het dat Neder
land vorig jaar voor 180 miljoen gulden in
Zuid-Afrika heeft geïnvesteerd.
Nadat in 1994 de apartheid werd afge
schaft, waren de voorspellingen divers.
Enerzijds was men bang in een totale bur
geroorlog te geraken, terwijl anderzijds de
econpmische vooruitzichten aanvankelijk
hoopvol waren. Er was immers een redelij
ke infrastructuur. De economische groei
Rob Vermaas voor de ambassade in Pretoria. Juist Nederlandse investeerders laten het ii
Zuid-Afrika afweten."
zou in 1997 zelfs zes procent zijn, hadden
de economen van de regering berekend. De
werkelijkheid werd anders. Er was slechts
twee procent voortuitgang. „De Azië-crisis
en andere factoren waren in 1998 zelfs de
bet aan een negatieve groei", is het diplo
matieke taalgebruik van Vermaas voor ach
teruitgang.
Dat de hoge misdaadcijfers veel inves
teerders doen besluiten naar elders te ver
trekken, ontkent hij niet. „Maar het stoort
mij enorm dat de beeldvorming van Zuid-
-Afrika bepaald wordt door de criminali
teit. Bedrijven moeten inderdaad extra kos
ten voor beveiliging incalculeren, maar dat
is niet het hele verhaal. Er is hier prima te
leven en te werken, in Amsterdam kun je
ook niet overal op elk tijdstip veilig over
straat. Het is hier politiek wel rustig gewor
den."
De criminaliteit is volgens hem een lo
gisch gevolg van de enonne verandering
die het land ondergaat. „Deze samenle
ving kent, vooral in de townships, al veel
geweld. Daarom beweer ik dat wat hier nu
gebeurt rustig een wonder genoemd mag
worden. Na tientallen jaren apartheid is er
dankzij het wijze beleid van Mandela en
De Klerk toch een samenleving ontstaan
die bewoonbaar is. Het doemscenario van
totale oorlog en geweld is achterwege ge
bleven."
Vermaas constateert daarnaast dat de
beloften van destijds, de wereld zou na het
afschaffen van de apartheid op grote
schaal in Zuid-Afrika investeren, niet waar
zijn gemaakt. „Wij zijn daar behoorlijk te
leurgesteld over, want die suggestie is wel
gewekt en er is hier nu sprake van een soli
de financieel beheer op de verschillende
ministeries."
Dat de massale uittocht van geschoold
personeel en de opkomst van de
Zuid-Afrikaanse vakbeweging zaken zijn,
die de investeerders met lede ogen aan
zien, constateert hij. „Er is hier een nogal
ingewikkelde arbeidswetgeving die voor
investeerders afschrikwekkend lijkt. Maar
de Zuid-Afrikaanse werknemer heeft nu
eindelijk wel eens recht op behoorlijke
ontplooiing. Er is geen andere weg te
Hij tilde in het begin van de jaren tachtig i
een paar jaar tijd in Rijnsburg een hoogwaar
dig researchinstituut van de grond. In 1987
nam Shell, volgens Van Duyn 'waanzinnig'
geïnteresseerd in biotechnologie, het bedrijf
over. Die overdracht gaf hem meer dan ge
noeg financiële ruimte om zijn werkterrein
steeds meer te verleggen van de agrarische
handel naar onroerend goed. Want Van
Duyn had niet de rust om thuis te zitten, zo
stelde hij na twee dagen vast.
Bij een bezoek aan Oak Valley nabij Kaap
stad, weer enige uren'vliegen van Johannes
burg, praat Van Duyn met Arend Doorduin,
oorspronkelijk afkomstig uit het Westland.
Doorduin is verantwoordelijk voor de bloe
menkwekerij. „Zo Cor, weer op bedevaart",
is de ontvangst. En tegen zijn reisgenoot:
„Hij verkoopt nog een korrel zand aan een
Arabier."
Aan de muur in Doorduins kantoor han
gen bloemenposters uit Holland en op tafel
een vaasje bloemen met alstroemeria's. In
1972 kon je volgens de toen heersende wet
ten van Afrika aan de Kaap geen bloemen te
len. „Maar Cor haalde me in 1982 over het
wel te doen. We begonnen met de teelt van
de eerste alstroemeria's." Van Duyn leverde
stekjes en zaden vanuit Rijnsburg en werkte
volgens Doorduin zo innoverend op het as
sortiment van de Zuid-Afrikaanse bloemen
teelt.
Eenmaal in Kaapstad is er ook tijd voor
een toeristisch uitstapje. De top van de Ta
felberg wordt bezocht. Een adembenemen
der uitzicht is nauwelijks denkbaar, maar de
telefoon van Van Duyn rinkelt er weer vrolijk
op los. Geldzaken met de bank in Rijnsburg
('Snel afronden die kwestie en doe nog efic
honderd Olie's'J, grondwerk dat in Johan-
nesberg verkeerd is gegaan, ('Krijgt z'n geld
niet voordat het goed is') en een gesprekje
met zijn vrouw in Rijnsburg ('Hoe is het met
moeder?')
Zittend op een steen en uitkijkend over de
Atlantische Oceaan en het Robbeneiland fi
losofeert hij over zijn manier van onderne
men. „Ik ben voor korte lijnen, ik houd de
touwtjes in Rijnsburg en hier in Afrika strak
in handen en neem zelf alle belangrijke be
slissingen. Dat betekent dat ik altijd en over
al bereikbaar moet zijn. Geen gezeur dat ik
effe aan het eten ben en ook geen gezeur
met allerlei tussenpersonen. Ik heb dus nooit
rust en waarom zou ik ook?"
Als het tijd is voor een kop koffie, blijkt er
een lange rij voor de balie van het zelfbedie
ningsrestaurant te staan. „Wil je een bonus,
je weet vast wel een mogelijkheid om ons
een comsumptie te brengen", zegt hij tegen
een bediende. De pupillen van de jongen
verwijden zich. maar hij komt even later te
rug met de mededeling dat zijn baas geen
toestemming geeft voor deze exclusieve ser
vice. Er zit niets anders op dan in de rij aan
te schuiven. Als de bediende even later wat
schuchter langs komt, stopt Van Duyn hem,
net als al die anderen die hem een dienst be
wijzen, een biljet in de hand. „Je bent ten
slotte mens onder de mensen. Je leeft op de
ze wereld niet voor je eigen..."
IRENE NIEUWENHUIJSE