De strijd om het defensiematerieel ,rT ZATERDAG 4 MAAR Lobbyisten belangrijk bij aanschaf van 'speelgoed voor jongens' Defensie koopt jaarlijks voor vele miljarden guldens nieuw materieel. Van paperclips tot tanks, van geweren tot fregatten. Een catalogus met predikaten 'beste koop' is er niet, de garantie dat militairen het beste spul krijgen evenmin. Emoties, geheimzinnigheid en nationale belangen spelen ook de moderne krijgsmacht parten. oys for the boys'. Speelgoed voor de jongens. Defensie- JL materieel is stoer en spreekt tot de verbeelding, of het nu om anti-tank- wapens gaat of om gevechtshelikopters. Zo lang er geen oorlog mee wordt gevoerd en geen mensen mee worden gedood, zijn tanks en bommenwerpers vooral mooi en spannend. Zelfs kamerlid Ab Harrewijn, die als de fensiewoordvoerder van Groenlinks toch de meeste pacifisten in zijn achterban heeft, kan verlekkerd Icijken^ naar marineschepen. En als een project met een nieuw verken ningsvoertuig onverhoopt niet doorgaat, wil hij het prototype wél in zijn achtertuin. „Maar je doet mij geen lol met een geweer en van een vliegtuig gaat mijn hart niet snel ler kloppen." Vergeleken met de voorzichtig enthousias te Harrewijn, praten anderen ronduit gepas sioneerd over het defensiematerieel. De ene na de andere technische afkorting, bij voor keur in het Engels, rolt over de lippen. In en om het departement aan het statige Plein in Den Haag houden honderden mensen zich bezig met de aankopen van Defensie. Vele lobbybureautjes hebben zich in de directe omgeving gevestigd. Wapenhandel is big business. De krijgs macht koopt elk jaar voor miljarden guldens nieuwe spullen voor de militairen. Als er nieuw en duur wapentuig op het verlanglijst je staat, barst een compleet circus los. Neem de aankoop van een nieuw jacht vliegtuig. Binnen tien jaar zijn de huidige F- 16's rijp voor de sloop en is een opvolger no dig. De lobby draait op volle toeren. Alle in grediënten voor een klassieke worsteling zijn aanwezig. Kamerleden vragen zich af of ze wel weten wat er speelt. De Nederlandse in dustrie staat te trappelen om een graantje mee te pikken. Lobbyisten verdenken de luchtmacht bij voorbaat van een voorkeur voor Amerikaanse vliegtuigen. En Frankrijk schroomt niet om zelfs de president in te zetten om de eigen industrie te helpen. Luchüuachtvliegers ondertussen hopen op de stoerste kist met de modernste en spectaculairste snufjes. Ze genieten nog na van de Amerikaanse complimenten voor de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-acties. Dankzij gemoderniseerde F-16's deed de luchtmacht tijdens de Kosovo-crisis in de voorste gelederen mee en het krijgsmacht deel koestert die positie. Tekentafel De aanschaf van nieuw materieel gebeurt niet op een achternamiddag. Het kan jaren duren voordat militairen daadwerkelijk met de nieuwe spullen gaan werken. Toch die nen die op moment van ingebruikname aan de modernste eisen te voldoen. Gevechts voertuigen of wapensystemen moeten min stens zoveel kunnen als die van de vijand, liefst meer. Defensie kan niet altijd kopen wat al bestaat, maar bestelt vaak iets wat nog gemaakt of zelfs bedacht moet worden. De Amerikaanse kandidaat voor de opvol ging van de F-16, de Joint Strike Fighter (JSF). bestaat alleen nog maar op de tekenta fel. De luchtmacht kijkt al een paar jaar lik kebaardend naar dit toestel. „De JSF wordt toch het vliegtuig van de eenentwintigste eeuw", vertelt een ingewijde van de lucht macht vol bewondering. „De kisten die als alternatief gelden, zijn ontwikkeld in de vori ge eeuw. De JSF krijgt een stuk aërodynami ca waar de anderen niet aan kunnen tip- Volgens PvdA-wapenspecialist in de Twee de Kamer Frans Timmermans kan de zucht naar het nieuwste van het nieuwste de prijs opdrijven. „Ik rijd in een Volkswagen Golf, maar als ik zelf mag bedenken hoe mijn ide ale auto eruitziet dan wordt dat een DeLore- an-achtige wagen", zegt hij, denkend aan de De Joint Strike Fighter (JSF), de Amerikaanse troef als opvolger van de F-16 bestaat op dit mo ment alleen nog maar op de tekentafel. foto cpd john moore auto uit de Back to the Future-films'. „Die is dan onbetaalbaar." De vervanging van de F-16's kost tien tot twaalf miljard gulden. Duidelijke spelregels moeten voorkomen dat Defensie te dure vliegtuigen kiest. Stapje voor stapje moet het beste toestel voor de beste prijs uit de bus komen. Het kiezen wordt er met de nieuwe flexi bele krijgsmacht, die vooral uitrukt om el ders conflicten te bestrijden of vrede te handhaven, niet eenvoudiger op. „Het mate rieel van tegenwoordig moet geschikt zijn voor vredesmissies", eist bijvoorbeeld Harre wijn van GroenLinks. „Voertuigen hebben gebruikers die vaak worden uitgezonden en langdurig in de cabine verblijven. Als je een technische aanpassing wilt doen, waardoor het kleiner wordt van binnen, dan gaan de arbeidsomstandigheden voor de militairen achteruit." Aan veiligheid en beter comfort hangt een prijskaartje. Een voorbeeld is het nieuwe ver kenningsvoertuig Fennek. Dat moet onder meer bestand zijn tegen chemische en biolo gische wapens. Nu het project steeds duur der dreigt te worden, klinkt de roep om een eenvoudiger uitvoering. Maar staatssecreta ris van defensie Henk van Hoof stelt veilig heid boven alles. Terecht, concludeert PvdA- 'er Timmermans. „Verkenners zijn in oor logsgebieden erg kwetsbaar en moeten een goede uitrusting hebben." Het verkenningsvoertuig had een voor beeld moeten zijn van de Europese samen werking waarnaar de laatste jaren wordt ge streefd. Nederland zou het voertuig samen met Duitsland maken, maar de oosterburen zijn afgehaakt wegens bezuinigingen. Die sa menwerking komt verder onder druk te staan als de voorkeur wordt gegeven aan de Amerikaanse JSF boven de Europese concur renten. Het is een gegeven waar de wapen lobby enthousiast op inspeelt. Compensatieorders Zodra de zoektocht naar materieel zich richt op het buitenland, krijgt Defensie te maken met Economische Zaken. De overheid telt immense bedragen neer en dat is verlies aan kapitaal en werkgelegenheid. Economische Zaken wil het liefst voor elke gulden die de grens overgaat iets terugzien in de vorm van tegenorders voor Nederlandse bedrijven. De bescheiden eigen defensie-industrie, die naar schatting tienduizend mensen werk verschaft, moet zo enigszins beschermd worden. Mogelijke producenten moeten in hun of ferte aangeven welke Nederlandse waar zij willen terugkopen, ze moeten zogeheten compensatieorders plaatsen. Bij voorkeur producten die afkomstig zijn van de defen sie-industrie, waartoe bedrijven als Holland se Signaalapparaten en de restanten van Fokker behoren. Voor miljarden guldens bloembollen exporteren naar één land als te genprestatie is nu eenmaal niet reëel. Vaak is een flinke dosis creativiteit nodig om het juiste Nederlandse bedrijf bij de bui tenlandse aanbieder te vinden. Toen voor een deal met een wapenfabrikant uit Frank rijk geen voor de hand liggende compensatie kon worden verzonnen, bracht beschuitfa brikant Bolletje uitkomst. In ruil voor hoog waardige technologische producten, mocht Bolletje voor miljoenen guldens instantmaal tijden leveren aan het Franse leger. Compensatieorders maken de keuze voor een nieuwe helikopter of tank er niet gemak kelijker op. Het zal ook geen verrassing zijn dat Economische Zaken en Defensie nogal eens met elkaar overhoop liggen. Ingewijden rond de legertop spreken zelfs van 'hartgron dige haat' tussen de directeur-generaal ma terieel Fledderus van Defensie en de com missaris militaire productie Wiedeman van Economische Zaken. Ook rond de opvolger van de F-16 ver schillen de meningen bij voorbaat al. Minis ter Jorritsma (economische zaken) is en thousiast over de JSF; Nederlandse bedrijven kunnen meedoen bij de ontwikkeling van het vliegtuig en zo kennis over nieuwe tech nologie opdoen. Defensie wil nog alle moge lijkheden open houden. Staatssecretaris Van Hoof is niet van plan dit jaar al een kleine miljard gulden neer te tellen voor de verdere ontwikkeling. De industrie betaalt dat bedrag zelf maar, zegt hij. Defensiespecialisten wijzen erop dat de uitruil van kennis bij het gezamenlijk ont wikkelen van militair materieel kan tegenval len. Amerikanen bijvoorbeeld zijn er hele maal niet happig op om hun informatie te delen. „In de fabrieken daar hangen op een gegeven moment bordjes met 'Alleen Ameri kanen'. Daarachter bevinden zich de echt belangrijke gegevens en daar kom je als Ne derlandse militair nooit bij", vertelt een ken ner. Timmermans beaamt dit. „De Amerika nen zijn bang dat hun informatie de volgen de dag bij de Libiërs ligt." Lobbycircuit De vele miljarden, de hoogwaardige techno logieën en het internationale karakter van de wapenhandel brengen als vanzelf een lobby circuit met zich mee. En daarmee een sluier van mist. Elke grote wapenfabrikant huurt in landen waar iets te halen valt lobbyisten in. Zij moeten de krijgsmacht, de media en de politiek op de hoogte brengen van de superi eure kwaliteiten van het defensieproduct. De lobbyisten - zelf noemen ze zich liever afgevaardigde of adviseur - berichten hun opdrachtgever over het politieke klimaat, de kans op succes en de positie van de concur rentie. Ze bereiden onderhandelingen voor en organiseren reisjes naar de fabriek voor de defensietop en de pers. Als service naar Kamerleden toe zijn ze zelfs bereid kant-en- klare moties of Kamervragen op papier te zetten. Het maakt het proces er niet duidelij ker op. Veel lobbyisten zijn afkomstig uit de krijgsmacht zelf. Anderen hebben op een ambtelijke, politieke of journalistieke manier met Defensie te maken gehad. Het oude-jon- gens-krentenbrood-gehalte is hoger dan in andere branches. Toch bezweren alle be trokkenen dat het afgewogen Nederlandse proces van aankopen, dat lang duurt en waar vele personen bij betrokken zijn, niet het kleinste beetje gesjoemel toelaat. De spelregels schrijven voor dat de Twee de Kamer bij belangrijke stappen wordt ge ïnformeerd over de voortgang. Toch hebben Kamerleden niet het gevoel dat ze altijd we ten wat er speelt. Het is onduidelijk of een brief aan de Kamer wel alle informatie geeft. „Het is nog steeds een ons-kent-ons-we- reldje", schetst Timmermans de partijen die zich bezighouden met wapenaankopen. Hij zou graag wat meer openheid zien. „Het gaat om veel belastinggeld." Timmermans be zoekt de internationale wapenbeurzen; hij was het ook die oud-staatssecretaris Gmelich Meijling tegenkwam in diens nieuwe functie als wapenlobbyist. Harre wijn gaat nooit naar een Defensie uitje. Ze moeten me ook geen reisjes aan bieden. Ik ben niet zo gemakkelijk te vinden voor lobbyisten. Ik kom nooit op vliegshows, daar sterft het van de lobbyisten. Daar deelt iedereen kaartjes uit, daar is informeel con tact. Hier is de drempel hoger", stelt het GroenLinks-Kamerlid tevreden vast. Rob Meines, die de Franse industrie verte genwoordigt, vindt dat er geen echte wapen deskundigen in het parlement zitten. „De Kamerleden moeten te goeder trouw op de informatie afgaan die ze van het departe ment en de krijgsmachtdelen krijgen. Je ziet zelden dat het krijgsmachtdeel niet het ge wenste materieel krijgt. De Kamer wijst zel den een voorstel van het ministerie af." En zelfs als alle voorgeschreven stappen keurig zijn gevolgd, kunnen irrationele argu menten of politieke overwegingen roet in het eten gooien. Op het allerlaatst kan een ge sprekje tussen twee premiers een verstandi ge keuze nog beïnvloeden. Niet zelden grij pen regeringsleiders naar de telefoon om een collega alsnog op andere gedachten te brengen. De Franse president Chirac nan af gelopen week bij zijn staatsbezoek aan ons land niet voor niets de baas van Dassault mee, de Franse 'kanshebber' voor de opvol ger van de F-16. Het is tekenend voor de gro te belangen. MARGIT KRANENBURG MARTIJN SCHURING Het belangrijkste materieel van de Nederlandse krijgsmacht Luchtmacht Landmacht Aantal Leopard 2 Tanks 330 Pantservoertuigen 703 Mortieren 120mm. 125 MLRS raketwerpers 22 M 109 Houwitzers 126 Marine Aantal Fregatten 16 Amfibisch transportschip 1 Onderzeeboten 4 Bevoorradingsschepen 2 Mijnbestrijdings- vaartuigen 15 Patrouillevliegtuigen 13 Helikopters 21 BRON MINISTERIE VAN DEFENSIE/1999 Vliegshows zijn bij uitstek plaatsen waar lobbyisten proberen Kamerleden te beïnvloeden bij de keuze van nieuw militair materieel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 54