De schrijver, de mest en zijn roos
231 ZATERDAG 4 MAART 2000
Harry Mulisch: 'Eigenlijk ben ik een schrijvende Ethiopiër'
Harry Mulisch: „De affaire Croiset is de mest geweest waaruit ik mijn roos heb laten groeien. Je kunt mijn verhaal niet verklaren met de gebeurtenissen rondom Jules Croiset, maar andersom ook niet."
FOTO CPD ANNE MARIE KAMP
Het begin van de Boekenweek is pas over twee weken, maar over het Boekenweekgeschenk 'Het theater, de briefen de waarheid' van
Harry Mulisch is nu al veel te doen. Mulisch baseerde zijn boek op de 'affaire Croiset', waarin de acteur Jules Croiset in 1987 zichzelf
een dreigbrief schreef en zijn eigen ontvoering in scène zette, uit angst voor het opkomende antisemitisme. „De affaire Croiset is de
mest geweest waaruit ik mijn roos heb laten groeien", is het commentaar van Mulisch. Maar ook zegt hij: „Er zal nog wel meer heisa
over mijn Boekenweekgeschenk komen, hoor.
waarheid heeft Harry Mu
lisch vooral een complex
boek geschreven, waarin hij verschillende
vertellers aan het woord laat en een spel
speelt met fictie en-werkelijkheid. In tegen
stelling tot veel andere Boekenweekgeschen
ken lijkt zijn nieuwe werk niet voor een
breed publiek te zijn gemaakt.
Volgens Mulisch heeft de stichting Collec
tieve Propaganda van het Nederlandse Boek
(CPNB), die de Boekenweek organiseert, nog
geen spijt gehad van de keuze om hem het
geschenk (oplage: 760.000 exemplaren) te la
ten schrijven. Mulisch geeft onmiddellijk te
kennen: „Natuurlijk, veel mensen zullen
even opkijken van mijn cadeautje tijdens de
Boekenweek. Maar ik heb me niets aange-'
trokken van die hoge oplage. Dat heb ik
trouwens vooraf tegen de CPNB gezegd. Zo
van: luister, weet aan wie je het vraagt. Ik ga
niet voor een groot publiek schrijven. Anders
hadden ze maar iemand anders moeten ne
men. Populaire schrijvers zijn er genoeg in
Nederland. Maar de mensen van de CPNB
waren gelukkig zeer enthousiast nadat ze
mijn manuscript hadden gelezen.
Je hebt mensen die zich graag in een boek
willen herkennen. Maar die houding heb ik
nu juist helemaal niet. Een boek over huwe
lijksproblemen vind ik niet interessant, want
die kan ik thuis ook krijgen. Nee, een verhaal
moet voor mij nu juist onherkenbaar zijn. Ik
wil iets lezen dat helemaal niet mogelijk is, of
waarvan ik nog niet eerder heb gehoord. De
echte grote jongens, zoals Cervantes, Dante
en Homerus, schrijven over dingen die hele
maal niets met het dagelijkse leven te maken
hebben. En die vind ik om die reden interes
sant."
Vers
Mulisch gaf al enige maanden geleden zijn
'onderwerp' prijs. Het moet niet eenvoudig
zijn geweest een literair werk te schrijven
over een gebeurtenis die nog vers in het ge
heugen ligt - velen zullen zich de beelden
kunnen herinneren van een zeer verwarde
Croiset-die zijn 'schuld' bekent. In zijn 'ver
antwoording' heeft Mulisch evenwel aange
geven dat de gebeurtenis uit 1987 voor hem
alleen maar een aanleiding is geweest voor
het schrijven van Het Theater, de brief en de
waarheid. Maar hoe kan het dat een gebeur
tenis van dertien jaar geleden nu in een boek
van hem terecht is gekomen? Is de 'zaak Cro
iset' Mulisch al die tijd bezig blijven houden?
„Ik heb altijd zo'n 25 onderwerpen achter de
hand waarmee ik misschien ooit nog eens
iets wil doen. En die gebeurtenis van Croiset
was één daarvan."
Het verhaal in Het theater, de brief en de
waarheid begint met een toespraak van de
acteur Herbert Althans. Hij vertelt tijdens de
crematieplechtigheid van zijn vrouw Magda
aan een groep genodigden de waarheid om
trent de ontvoering die hij ooit in scène zet
te. „In de periode dat ik begon te werken aan
mijn boek, was een goede vriend van mij ge
storven. Zijn vrouw is een actrice en die
hield in het crematorium een heel meesle
pend en ontroerend verhaal. Toen kwam ik
op het idee om een toespraak in een crema
torium als toneelbeeld te gebruiken. Het gor
dijn gaat open en er staat een kist, met daar
bovenop een foto van de gestorvene en bloe
men. Dat is toch een prachtig beeld! Daama
kwam ik op de gedachte voor een tweeakter,
waarin zowel een man als een vrouw een
toespraak houden. In het eerste deel is de
man overleden, in het tweede de vrouw.
Daarom heeft het boek als ondertitel 'een te
genspraak' gekregen."
Mannen en vrouwen
Kitty, de vriendin van Mulisch, betreedt tij
dens het gesprek de werkkamer. Mulisch
praat verder: „In mijn boek is daarnaast
sprake van twee verschillende vertellers, ook
een man en een vrouw. Maar uiteindelijk
ben ik natuurlijk aan het woord." Waarom
keert het onderwerp over de verschillen tus
sen mannen en vrouwen steeds in de boeken
van Mulisch terug? De verwijzingen naar an
dere romans van zijn hand, zoals Twee vrou
wen, De ontdekking van de hemel en De pro
cedure liggen voor het oprapen. „Maar met
die verschillen worden we toch allemaal
voortdurend geconfronteerd! Er kwam zo
juist een vrouw binnen en toen vroeg ik of jij
misschien een kop thee van haar wilt heb
ben. Zó zit de wereld in elkaar. Het is dag en
nacht, er zijn mannen en vrouwen, ga zo
maar door.
Die tegengestelden vormen natuurlijk het
aardige van het leven. En dan zeggen de fe
ministen dat de vrouwen gevoelig en intuï
tief zijn, en de mannen koud en logisch.
Naar mijn gevoel is het eerder omgekeerd.
Vrouwen zijn veel logischer dan mannen.
Die zijn bovendien minder kleinzielig. En dat
is te begrijpen, want zij krijgen kinderen.
Mannen zijn veel gekker, die jagen roem en
rijkdom na, of storten zich op de technologi
sche ontwikkelingen. Met die tegenstellingen
mag ik graag spelen. Want je moet natuurlijk
niet vergeten dat het schrijven voor mij in de
eerste plaats een spel betekent."
Zijn die tegenstellingen misschien terug te
voeren op zijn ouders? Een foute vader en en
joodse moeder - het moet Mulisch destijds
niet onverschillig hebben gelaten. „Mis
schien, maar dat gegeven zegt uiteindelijk
helemaal niets. Een mooie roos kun je pro
beren terug te voeren op de mest waaruit die
is voortgekomen. Maar die roos is iets totaal
anders dan die mest geworden. Ik heb geen
broers of zusters, maar ik had natuurlijk heel
goed een broer kunnen hebben die géén ver
halen schrijft en toch dezelfde ouders heeft
als ik. Mijn persoon is dus niet te verklaren
uit mijn ouders. Je zou zoiets ook kunnen
zeggen over de affaire Croiset: het is de mest
geweest waaruit ik mijn roos heb laten groei
en. Je kunt mijn verhaal niet verklaren met
de gebeurtenissen rondom Jules Croiset,
maar andersom ook niet."
Griezelig
Wat vindt Mulisch het meest fascinerende
aan die geschiedenis van Croiset? „Die man
heeft natuurlijk een fantastisch verhaal ver
zonnen. Hij heeft het vervolgens niet opge
schreven en tot een verhaal of een toneelstuk
verwerkt, maar zelf uitgevoerd. Het was een
artistieke daad, maar juist ook weer niet om
dat hij die daad heeft uitgevoerd. Kunst be
hoort een spel te zijn, maar hij ging veel ver
der. En dat was het griezelige."
Voordat hij zijn manuscript inleverde, liet
Mulisch het aan Croiset lezen. „Uit beleefd
heid. Hij had er geen problemen mee dat ik
naar aanleiding van hem een boek wilde
schrijven. Bovendien heeft hij mij geholpen,
ik mocht de politiedossiers inzien. Hij en zijn
broer vonden mijn boek prachtig. Maar er
zal nog wel heisa over komen, hoor."
Freek de Jonge gaat tijdens de opening van
de Boekenweek een conference houden die
er niet om zal liegen, en de geruchtenmachi
ne draait nu al op volle toeren. De Jonge
kreeg dertien jaar geleden eveneens een
dreigbrief en moest daarna een maand lang
leven met de angst voor ontvoering, tot het
moment dat Croiset bekende die dreigbrief
te hebben geschreven.
Mulisch: „Ik heb een beetje het gevoel dat
hij mijn boek ziet als een soort rehabilitatie
van Jules Croiset, maar met die bedoeling
heb ik het niet geschreven. Ik weet niet wat
De Jonge gaat doen, maar ik ben bang dat hij
niet goed los kan komen van de werkelijk
heid. En dat hij mijn boek met andere ogen
leest. Maar goed, dat begrijp ik dan ook wel."
Tomaat
De ontvoering en dreigbrieven van Croiset
zijn overigens niet de enige verwijzingen
naar de werkelijkheid in het Boekenweekge
schenk van Mulisch. Felix, de alwetende ver
teller uit het eerste deel, haalt herinneringen
op aan de tijd dat hij als toneelschrijver ter
zijde werd geschoven door de acteurs die lie
ver voor hun eigen teksten wilden zorgen.
Hiermee doelt Mulisch duidelijk op Actie To
maat uit het begin van de jaren zeventig,
waarmee grote veranderingen binnen de
theaterwereld in gang werden gezet. „Die ac
tie had inderdaad tot gevolg dat de rol van
de schrijver werd aangetast. Aan het begin
van de jaren zeventig was in de Stads
schouwburg een bijeenkomst, waarin de
mensen uit de theaterwereld zich afvroegen
wat en hoe ze zouden moeten spelen. In
mijn boek zegt Felix dat eigenlijk de belang
rijkste vraag over het hoofd wordt gezien:
voor wie wordt er gespeeld. Ik heb destijds
precies hetzelfde in de Stadsschouwburg ge
zegd. Dat deel van mijn Boekenweekge
schenk is dus puur autobiografisch. Mijn op
merking werd me destijds door die acteurs
niet in dank afgenomen. En sommigen wil
den me daarna op straat niet meer groeten.
Dat was dus allemaal een beetje pijnlijk.
Mensen gingen zélf stukken in elkaar plak
ken uit allerlei onmogelijke fragmenten. En
daar hadden ze geen schrijver meer bij no
dig. Men was is die tijd anti-autoritair. Maar
ik was ook in die tijd al een schrijver, dus ik
was wél autoritair. Daarom heb ik sinds die
gebeurtenissen nauwelijks meer voor toneel
gewerkt."
Riskant
Het tweede deel van Het theater, de brief en
de waarheid is geschreven vanuit een vrouw,
maar zij vindt het schrijven eigenlijk maar
een riskante onderneming. Geldt dat ook
voor Mulisch? „Waarom gaan mensen ber
gen beklimmen? Omdat het riskant is. Maar
dat riskante is juist wat ze willen. Het avon
tuurlijke trekt de mens nu eenmaal aan. En
als schrijver ben je ook een avonturier, een
ontdekkingsreiziger.
Het risico is dan natuurlijk dat een schrij
ver vast kan lopen. Is dat bij Mulisch wel
eens gebeurd? „Zeker. Ik ben een paar keer
aan een roman begonnen, waarbij ik op een
bepaald moment ontdekte dat het niet lukte.
Maar meestal heb ik genoeg stof voorhan
den. In mijn Boekenweekgeschenk haalt
Felix een herinnering op aan een Ameri
kaanse journalist. Die kwam bij hem over de
vloer en dacht al snel dat Felix een bolsje
wiek was omdat hij een portret van Lenin in
zijn kamer had hangen. Dat is mij precies zo
overkomen. Ik had destijds natuurlijk een
column kunnen schrijven over dat misver
stand, maar dan had ik het onderwerp als
het ware weggegeven. Nu kon ik het mooi in
passen in dit verhaal. Zo bewaar ik altijd
meer ideeën en herinneringen die ik ooit kan
gebruiken. Een columnist zal zo'n gebeurte
nis meteen gebruiken voor het maken van
een stukje, omdat hij helemaal geen roman
kan schrijven. Die schrijft twee velletjes vol
en daarna is hij klaar. Maar als ik twee velle
tjes vol heb geschreven, heb ik heel mis
schien alleen nog maar de eerste aanzet voor
een roman gemaakt. Je zou kunnen zeggen
dat ik de marathon loop en een columnist de
honderd meter. Dat is het verschil." En Mu
lisch voegt meteen aan deze vaststelling toe:
„Eigenlijk ben ik een schrijvende Ethiopiër."
JACOB MOERMAN
Harry Mulisch: 'Het theater, de brief en
de waarheid'. Uitgeverij CPNB, Amster
dam. Gratis verkrijgbaar in de periode
15-25 maart, bij aankoop van tenmin
ste 24,50 aan boeken.