ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Ieder voor zich, maar
niemand voor ons allen
w
ZATERDAG 4 MAART 2000
sch Dagblad
De gemiste kansen voor het toerisme in Katwijk, Noordwijk en Leiden
In het toerisme werken tegenwoordig meer mensen dan in het bank- en verzekeringswezen. Nederlanders geven meergeld uit aan recreatie dan aan
boodschappen in de supermarkt. Toerisme is booming business. Werk aan de winkel dus voor een regio die bijna alles heeft wat een toerist zich kan
wensen: bollen, bad, duinen, plassen, cultuur en steden. Alleen, wie weet dat? Een debat over toerisme met Duinrelloprichter en -directeur Hugo
van Zuylen van Nijevelt, ANWB-directeur Guido van Woerkom en Stichting Leiden Promotie/VW-voorzitter Kees Klerks. Als sluitstuik van de serie
over kusttoerisme besprak adjunct-hoofdredacteur Ton van Brussel in het Noordwijkse Huis ter Duin met dit drietal de vraag waarom deze regio
van toerisme niet het succesnummer maakt dat het volgens vele deskundigen kan zijn.
at is uw analyse van de hui
dige staat van het toerisme
deze regio?
Van Zuylen: „Toeristische gemeenten
moeten de ruimte krijgen om hun eigen
identiteit te behouden. Dat Katwijk, Scheve-
ningen en Noordwijk hierdoor verschillen is
prima. Toch is het een gemiste kans voor
Katwijk dat de gemeenteraad onlangs de
plannen voor een zeejachthaven heeft afge
last. Dat is trouwens voor heel toeristisch
Nederland jammer. Waar kun je nu nog wel
met je zeilschip binnenvaren? De kosten wa
ren hoog geweest maar met die haven kan
een soort toerisme worden aangetrokken
waarmee Katwijk toch weinig problemen
zou hebben. We hebben het hier over spor
tieve mensen die op zee varen. Zo'n haven
past goed in de familiebadplaats die Katwijk
wil zijn."
Van Woerkom: „De diversiteit in het toe
ristisch product moet behouden blijven, ook
op korte afstand zoals Katwijk en Noordwijk.
Het probleem is wel dat de 'BV Nederland' in
toeristisch opzicht te fragmentarisch op de
kaart wordt gezet. Het lukt niet goed om één
concept te bedenken. Her en der worden
dingen bedacht en uitgewerkt. Daarom hoop
ik dat de samenbundeling van de VWs lukt.
De Floriade 2002 is een mooi moment om te
kijken hoe ver we zijn. Die gaat gepaard met
allerlei toeristische uitingen: bloemen, plan
ten, groei, musea, bloemencorso, badplaat
sen, Kagerplassen. Als ik in 2002 uit Japan
kom voor de Floriade, moet ik zo kunnen
zien wat er nog meer is te doen."
Klerks: „Ik vind het jammer dat juist de
laatste jaren zo weinig is gebeurd. Ook ik heb
geen problemen met de verschillen tussen
de familiebadplaats Katwijk en het mondai
ne Noordwijk. Maar de plassen, de badplaat
sen, de duinen en de vele cultuur in Leiden
zouden toch als één product moeten worden
verkocht. Neem Toscane. Iedereen weet wat
daarmee wordt bedoeld en gaat daar naar
toe, zonder dat ze alle plaatsen kennen die in
die streek liggen. Hier zijn allemaal afzon
derlijke partijtjes die zelf de krenten uit de
pap willen halen. Van alleen het strand en de
zee moeten we het niet hebben. Een kuil gra
ven, veertien dagen op het strand vertoeven,
dat kan elders veel beter."
Heeft deze regio wel voldoende in huis om
te verkopen?
Van Woerkom: „We missen samenhang.
Dat is een organisatorisch probleem. Dat zie
je terug in bijvoorbeeld de gebrekkige ont
sluiting van de Kagerplassen. Alleen als je er
een boot hebt liggen, vind je de weg er naar
toe, anders niet. Geef aan hoe je bij de Ka
gerplassen kunt komen, waar je het water op
kan, hoe het moet met parkeren en waar de
aanlegsteigers zijn. Maak arrangementen
met een boot erin, ontwikkel de Kagerplas
sen tot een volwaardig toeristisch product."
Klerks: „Er is al verschrikkelijk veel in de
omgeving. We moeten er geen Disneyland
bij willen hebben, maar het aanbod wordt
slecht verkocht. De Kagerplassen zijn een
goed voorbeeld. Zo ook Leiden. Wat je daar
kunt doen is evenmin bekend."
Maar wat valt er te verkopen als toerisme
in Katwijk in grote lijnen neerkomt op ge
doogbeleid, als vanaf de kansel stelling wordt
genomen tegen de komst van een zeejachtha
ven?
Van Zuylen: „In Katwijk had beter moeten
worden verteld wat een zeejachthaven is.
Dat project is te vroeg in de gemeenteraad
gekomen. Er is te weinig voor gelobbied. De
Hiswa had zich ermee moeten bemoeien.
Goede gesprekken met de geestelijkheid
hadden ook geen kwaad gekund. De haven
had een geweldige economische spin off
voor Katwijk en omgeving betekend."
Van Woerkom: „De service die bij zo'n ha
ven is vereist, vind je van zijn levensdagen
niet in Katwijk. Katwijkers zitten niet om
werk verlegen. Ze willen de haven gewoon
niet. Dus wie gaat daar dan werken?"
Klerks: „Toch is Katwijk nog wel te verko
pen, al betreur ik het van die zeejachtha
ven."
Van Woerkom: „Ik betwijfel of Katwijk
nog is te verkopen. Het fenomeen 'Zimmer
Frei' is grotendeels verdwenen, de zeejacht
haven is van de baan. Alleen het dagtoerisme
blijft over."
Klerks: „Katwijk doet het prima als fami
liebadplaats maar je moet er niet willen ver
blijven. Daarvoor ga je naar Noordwijk. Daar
staan de hotels."
Van Woerkom: „Een mooi voorbeeld van
waar Katwijk sterk in kan zijn, is de Zomer-
Stichting Leiden Promotie/VW-voorzitter Kees Klerks, ANWB-directeur Guido van Woerkom en Duinrell-directeur Hugo van Zuylen van Nijevelt
pleiten voor meer samenwerking in het toerisme. „De plassen, de badplaatsen, de bollen, de stad Leiden, moeten als één product worden ver
kocht."
FOTO DICK HOCEWONINC
academie, die schildercursussen. Dat past bij
die badplaats. Maar alles wat je er wilt ont
wikkelen moet stap voor stap. Veel praten,
lobbyen. En alles wat je er tot stand wil bren
gen, moet vanuit de gemeenschap zelf ko
men. Niet van buiten."
Hoe somber of optimistisch bent u over
Noordwijk, symboliseert dat grote Gat van
Palace dat daar niets van de grond komt?
Klerks: „Huis ter Duin en de Hotels van
Oranje zijn wél van de grond gekomen. En
hoe! Toch denk ik dat de ontwikkeling van
Noordwijk als badplaats bij de gemeenteraad
niet in goede handen is."
Van Woerkom: „In een badplaats die
mondain wil zijn, zoals Noordwijk, moet de
boulevard het visitekaartje zijn. Maar als ik in
Noordwijk in zee ga staan en ik kijk de kant
van de boulevard op dan zie ik dat die een
heel oude is. Die moet veel aantrekkelijker,
veel eigentijdser. Wat je nu ziet, was 25 jaar
geleden mooi. Nu niet meer."
Moet de bulldozer erover?
Van Woerkom: „Dat zal op veel plekken
niet lukken. Maar je kunt wel de onderste
verdiepingen van de hoogbouw herinrich-
ten, een andere sfeer, een andere facade
meegeven. Dat is een taak voor de onderne
mers, maar het is met hen net als met buren:
ze wachten op elkaar. De gemeente kan de
boel op gang helpen door de openbare ruim
te op te knappen."
Klerks: „Ik ben het niet eens met Van
Woerkom. Die boulevard is zo slecht nog
niet. Er zijn veel locaties om te eten en te
drinken."
Van Woerkom: „Het gaat mij om de archi
tectuur. het straatmeubilair, de betegeling,
Als ik naar Cannes kijk, hoe de openbare
ruimte er daar uitziet, de sfeer, de gebouwen
die net achter de boulevard staan, dat heeft
veel meer allure dan Noordwijk."
Klerks: „Nou, nou Cannes evenaren... Ver
geet niet dat Cannes een groot voordeel
heeft: het mooie weer."
Van Zuylen: „Nu moeten we niet op z'n
Hollands over dat weer gaan zeuren. Kijk
eens naar Blackpool. Als er één plaats een
naargeestig klimaat heeft is het die badplaats
wel. Maar wanneer is het daar het drukst? In
de herfst, het meest vreselijke seizoen. En
waarom? Omdat ze daar een alleraardigst
lichtfestival hebben. Een fantastisch gebeur
tenis. Met muziekparades, gewoon in de re
gen. En het is er tjokvol. En wat doen ze in
Noordwijk? Helemaal niets. De gemeente
zou hier moeten investeren in evenementen
en in de openbare ruimte: leukere verlich
ting, leukere steentjes, leuker meubilair. Dat
moet lukken. Hebben ze eindelijk een goede
bestemming voor die verrekte toeristenbe
lasting."
Klerks: „Meer investeringen in Noordwijk,
dat zou een goede zaak zijn. Hiervoor is
noodzakelijk dat de gemeente zich veel posi
tiever opstelt richting ondernemers. Want
het is eeh ramp om hier iets gedaan te krij
gen."
Kan de ontivikkeling van het kusttoerisme
aan de gemeenteraden van Katiuijk en
Noordwijk worden overgelaten? Of hebben ze
daarvoor onvoldoende kennis in huis en hulp
nodig van bijvoorbeeld het Nederlands Bu
reau voor Toerisme?
Van Woerkom: „Als het goed is, neemt de
raad alle belangen dus ook die van omlig
gende gemeenten mee in de besluitvorming.
Je kunt je afvragen of dat bij de zeejachtha
ven adequaat is gebeurd. Is dat plan vol
doende doorgesproken, in de week gelegd?
Maar hoe je het ook wendt of keert, uiteinde
lijk moet er iemand beslissen en ik denk dat
de gemeenteraden daar de aangewezen or
ganen voor zijn."
Klerks: „Het grote probleem is dat er geen
overkoepelend orgaan is. Het zijn allemaal
autonome gemeenten die alleen hun angst
voor Leiden, vanwege de annexatiedrift, ge
meen hebben. Stap daar nou eens overheen.
Inventariseer wat je hebt aan mogelijkheden
en voorzieningen en ga daar mee aan de
De regio die u voor ogen heeft, hoe groot
moet die zijn? Heeft Rijnstad het juiste for
maat?
Klerks: „Rijnstad is mooi. Groter is mis
schien nog mooier."
Van Zuylen: „Groter. En dan wijs ik we
derom naar het buitenland. Londen is groter
dan de hele Randstad. En die stad verkoop je
ook niet in blokjes."
Van Woerkom: „Groter dan Rijnstad kan
niet. Ondernemers moeten onderling enige
samenhang hebben, wil een samenwerking
lukken."
Van Zuylen: „Maar het gaat niet om de
ondernemers. Het gaat om de toeristen."
Van Woerkom: „Dan nog. Als je de
Rijnstad-formule kiest, zoals die door Leiden
is gepresenteerd, ben je 15 jaar verder voor
dat het toerisme op de politieke agenda
staat."
Klerks: „Hoe dan ook. Een samenwerking
tussen de badplaatsen en het achterland is
een absolute voorwaarde."
Van Zuylen: „Inderdaad. Neem Leiden.
Fantastisch leuk plaatsje. Alleen niemand
weet het. Dat historische centrum, al die aar
dige grachtjes, de musea. Geweldig maar
niemand kent het."
Klerks: „We moeten eindelijk eens in de
schoenen van de toeristen gaan staan. Wat
weten zij, willen zij en wat vinden ze ervan?
Alle ingrediënten hebben we in deze regio.
De zee, de duinen, de plassen, de bollen, de
steden. Maar iedereen heeft zijn eigen ko
ninkrijkje geschapen en durft niet tegen de
toeristen te zeggen wat er verderop is te
doen. Uit angst dat ze de gasten niet meer
terug zien."
Van Zuylen: „Bij ons in Duinrell kunnen
7000 mensen slapen. Centerparcs probeert
zijn gasten binnen te houden. Wij niet. We
kunnen ze niet allemaal bezig houden en dat
willen we ook niet. Buiten het park is het ook
heel leuk. We werken samen met tal van in
stellingen. En wijzen onze gasten op alle aar
dige dingen die er in de regio zijn te doen."
Van Woerkom: „De kans dat de toerist te
rug komt, is groter als hij het leuk heeft ge
had. Hij moet niet naar huis gaan met het
idee dat hij het allemaal wel heeft gezien.
Dat kun je alleen bewerkstelligen als je sa
menwerkt."
Klerks: „Als je de reacties in dit gebied
hoort op samenwerking dan lijkt het Noord-
Ierland wel!"
Van Woerkom: „Je kan ook vanuit een
somber perspectief redeneren: wie heeft er
belang bij dat het toerisme verder wordt op
gevijzeld? De werkgelegenheid is praktisch al
honderd procent. De politici van nu zien de
komende vier jaar geen problemen.
Klerks: „Dat is een momentopname. Dat
blijft niet zo."
Van Woerkom: „Ja, maar wie denkt er nu
op lange termijn. Een politicus niet. Die
denkt tot de volgende verkiezingen en hij
heeft dat probleem nu niet. Het moet dus
van de ondernemer komen."
Van Zuylen: Nu ga ik iets vreselijks zeggen.
Excuseert u mij meneer Klerks. De VW's zijn
in elk geval niet de aangewezen clubs om de
voortrekkersrol te vervullen. Dat komt door
de manier waarop ze worden gefinancierd.
Ze krijgen geld van hun eigen gemeente en
van de plaatselijke ondernemers. Zo mag
Leiden Duinrell niet promoten omdat Was
senaar bij de VW van Den Haag is aangeslo
ten en niets bijdraagt aan de kas van de Leid-
se VW."
Klerks: „In die opmerking zit waarheid.
Maar als je samen dezelfde richting op wilt,
maak dan één pot."
Van Zuylen: „Ach, de VW's hebben niet
zoveel geld en als dat dan ook nog zo is ver
snipperd... Dat heeft geen zin. De VW's zit
ten tussen de muren van hun eigen gemeen
te geklemd."
IGerks: „Maar hoe moet er dan wél wor
den samengewerkt? Ik weet dat Leiden in dit
gebied een slechte naam heeft als voortrek
ker van projecten. Buurgemeenten zijn bang
om met Leiden te praten. Van oudsher is het
gevoel gegroeid dat alles wat uit de Leidse
boezem komt ten koste gaat van de randge
meenten. Toch moet in het burgemeesters-
overleg iets kunnen worden bereikt. Daar
voor is een visionair nodig."
Van Woerkom: „Tussen Leiden en de
randgemeenten bestaat geen vertrouwensre
latie. Natuurlijk is die er wel tussen bepaalde
mensen en op bepaalde onderdelen. Maar in
zijn geheel niet. Daarom moet je afscheid
nemen van de huidige bestuurscultuur
waarin maar weinig aandacht voor onderne
mers is. De leegloop op het Leidse stadhuis
en het debacle rond het grotestedenbeleid
zijn indicaties dat er iets niet goed zit. De op
lossing is dat iedereen die langer dan tien
jaar in de Leidse politiek zit afscheid neemt.
Dat werkt vaak heel goed. De regiogemeen
ten moeten dit voorbeeld natuurlijk volgen.
Anders bereik je nog niets."
Het gaat kortom op zijn minst moeizaam
in deze sector. Wat maakt het aardig om er
toch te blijven werken?
Van Zuylen: „Het is gewoon erg leuk om
bezig te zijn met de vakantie, het plezier van
anderen. Daar word je zelf ook vrolijk van."
Van Woerkom: „Wij hebben in dit gebied
duizenden leden zitten van wie wij de belan
gen behartigen."
Klerks; „Ik zit hier als enige pro deo. En ik
doe dit werk omdat ik niet kan uitstaan dat
Leiden zo verschrikkelijk slecht wordt ver
kocht en daardoor te boek staat als een suffig
universiteitsstadje. Niemand weet, ook in
deze regio niet, wat er allemaal kan. Leiden
heeft mij veel gebracht en ik wil de toerist
bewijzen dat die stad en de regio mooi is, dat
het fantastisch is om hier te verblijven."
WIM KOEVOET
MARIJN KRAMP