Handelaar in dromen Randje BUITENSPEL )AG 4 MAART 2000 991 Omdat hij geniaal noch gevat is, bleef Bert Paauw zowel in de journalistiek als in de politiek onopgemerkt Nog niet zo lang geleden wees elke voetbalclub hem de deur. Tegenwoordig kan er in de meeste bestuurskamers nog wel een bakkie koffie af, als hij zich voor aanvang van een wedstrijd meldt. Koudekerker Cees Goudkuil (46) is niet langer de paria van het regionale amateurvoetbal. Steeds meer clubs en spelers maken gebruik van zijn diensten als bemiddelaar, tot ver buiten de regio. Trots toont hij brieven van Emmen en IJsselmeervogels die ook eens in zijn bestand willen snuffelen. Goudkuil ontdekte een gat in de markt van de voetbalmakelaardij en de beroepsmilitair heeft de aanvankelijke weerzin tegen zijn persoon weten om te zetten in een reeks zakelijke overeenkomsten. Hij wordt gedoogd, want echt geliefd is hij vooralsnog alleen bij spelers voor wie hij wat heeft kunnen betekenen. En alleen daar is het hem naar eigen zeggen om te doen. door LOMAN LEEFMANS Valt er nog steeds een pijnlijke stilte als jij ergens een bestuurskamer bin nenkomt? „Die tijd is voorbij. Bij sommige hoofdklassers uit de regio zijn ze, als ik mijn gezicht laat zien, nog altijd een beetje bang dat ik een speler kom weghalen. De meeste verenigingen hebben inmiddels wel ingezien dat ik in ieder geval niet zonder hun mede weten werk. Dat ik niet degene ben die ze dachten voor zich te hebben. Als ik een goed functionerende speler van bijvoorbeeld Quick Boys stiekem zou benaderen namens Rijnsburgse Boys, dan gooi ik mijn eigen glazen in. Dan heb ik binnen de kortste keren geen leven meer. Ik geef toe: helemaal wa terdicht is het niet, maar een luizen streek zal ik niemand leveren." Dus de vrees is helemaal ongegrond? „De enige uitzondering die ik maak, is voor voetballers die toch al een ver stoorde relatie met hun club hebben. Meestal zijn dat de nummers 15, 16 en 17 in een selectie. Jongens die toch al weg willen. Of als het gaat om spelers die denken via mij een opstap naar de profs te kunnen maken. Neejn Kee Hoei Tan van FC Lisse. Hij wil naar het betaalde voetbal en ik heb gevraagd of ik namens hem mag uitkijken naar een profclub. Dan ga ik hem natuurlijk niet aanbieden bij een andere hoofd klasser. Door sneaky te doen, kom ik er nooit en zeg nou zelf: wie klaagt er tegenwoordig nog over Goudkuil?" Vroeger zagen ze je niet staan en nu kunnen ze niet meer om je heen? „Ik heb doorgezet en bleef kennis ver zamelen en opslaan. Rijnsburgse Boys zorgde voor een doorbraak toen ze vroegen of ik jeugdspelers voor ze kon scouten omdat ze met hun Al hoger op wilden. Met die vereniging is de re latie nog altijd het innjgst. Ongeveer de helft van de spelers in het eerste komt bij mij vandaan. Met zeven hoofdklassers in zo'n klein gebied is de vijver om in te vissen gewoon te klein. Er moeten van buiten de regio voetballers worden aangetrokken en dan hebben ze de keuze tussen zelf scouten of van mijn bestand gebruik maken. Steeds meer clubs kiezen voor dat laatste. De enige die pertinent niets met me te maken wil hebben, is trainer Arie Lagendijk van Ter Leede. Hij vindt dat hij lang genoeg in het we reldje rondloopt om zelf nieuwe spe lers te vinden. Dat kan ik alleen maar respecteren en daar heb ik geen enkel probleem mee. Niet om hem te jennen of zo, maar daardoor liep hij Wouter Verheij mis, die na Sparta voor UVS koos." Heb jij wel de vereiste papieren? „Ik heb een arbeidsbemiddelingsver gunning van de Stichting van de Ar beid die door de KNVB is erkend. Ik sta met mijn stichting Voetbal 2000 in geschreven bij de Kamer van Koop handel en draag belasting af. Alles gaat officieel, anders zou ik nooit zaken kunnen doen. Het enige wat ik niet mag, is spelers aan een contract in het buitenland helpen. In zo'n geval moet ik aankloppen bij een beëdigd voetbal makelaar. Geeft verder geen probeem. Steeds meer van die 'grote jongens' zijn mij als een collega gaan beschou wen." Ben je de enige bemiddelaar in het amateurvoetbal? „Er loopt in de buurt van Amersfoort nog iemand rond die ongeveer hetzelf de doet, maar die schijnt wisselende tarieven te hanteren. Daar worden clubs dus gek van. Bij mij is het stan daardbedrag 500 gulden. Als ik een speler op amateurbasis naar een prof MOOIER dan GOUD Ik denk dat het belangrijk is om in dit leven te streven naar geluk. Ik heb voor het thema 'feest' gekozen omdat ik iemand ben die vrij serieus is, die veel over dingen na denkt en filosofeert. De dingen die ik doe zijn ook seri- deer psychologie, werk op de afdeling eetstoornissen van nakliniek en ben buddy van een psychiatrische patiënt. Ik k een uitlaatklep nodig heb. it ook door mijn sport. Sporten is ook wel een uitlaad- korfballen in de hoofdklasse roept ook bepaalde span- zowel positieve als negatieve. De ontlading komt na de als we gewonnen hebben dan gaan we feesten, en dan ie spanningen weer vergeten. is het belangrijkste om met mensen te zijn. Het heerlijk- het om samen te zijn met mensen die ik ken en om wie ik li dan lekker te drinken, te dansen, te praten, lekker me lk heel erg van dansen, op allerlei soorten muziek. Ik kan 'ond in mijn eentje dansen. Als ik dans ben ik heel ergge- i heb ik het gevoel dat ik echt leef. Ik heb in Amsterdam en in die tijd ging ik veel uit. Tegenwoordig gebeurt dat inder. In Leiden zijn niet veel gelegenheden waar je kunt ga nu vaker naar de kroeg, of we blijven hangen bij de dan maken we het daar gezellig. De busreis na een ge- tivedstrijd is echt ook een hoogtepunt. De bus is dan een zuipen en we feesten. Iedereen hangt over elkaar, we \ten, het is ontzettend gezellig. En soms gaan we daarna ering rde ik elk jaar carnaval. Een paar dagen, van kroeg tot ,eringftkleed. Nu kan dat niet vanwege de sport. Soms vind ik 501 eilijk om daar dingen voor te moeten laten, loeilijk keuzes maken. Het liefst wil ik alles doen, alles Ik ben bang om iets te missen, en ik denk dat ik daar- ins voorbij ga aan mooie dingen, dat ik ver- 'an te genieten. Ik vind ook niet dat het leven est is. Ik kan niet al heb gevonden. Duijn korfbalt bij Sporting Trigon. Vorig jaar werd •epen tot debutante van het jaar in de hoofdklasse. De oren Leidse is 25 jaar oud en woont samen met haar teamgenoot Arnoud Lambooy. Voetbalmakelaar Cees Goudkuil is geen paria meer club breng, reken ik 750 gulden. Hans van Breukelen zei: 'eindelijk iemand die normaal doet en waar we van op aan kunnen'. Dat beschouw ik als een groot compliment." De eerste keer dat je bij een profcon tract bemiddelde, kwam er gelijk een kink in de kabel. „De overgang van Noordwijker Mike Zonneveld van Ajax naar Go Ahead en vervolgens naar NF.C is in ieder geval een mooi uithangbord voor me. Go Ahead maakt problemen. Ze zeggen dat ze al een mondelinge overeen komst hadden. Mike, zijn vader en ik bestrijden dat, maar ik moet plotseling toch juridische expertise inhuren via de WCS. Dat is nieuw voor mij. Daar leer ik van, hoewel ik geen moment bang ben dat er iets fout kan gaan. Het is van Go Ahead een actie die uit frus tratie is geboren, doordat ze met Mike niet doortastend genoeg hebben op getreden." Smaakt het profmetier naar meer? „Ik wil uiteindelijk het hoogste berei ken en dat betekent inderdaad naar de profs. Een Rob Jansen zal ik nooit wor den. Ik ben momenteel beroepsmili tair, sergeant-majoor, maar die baan zeg ik op als ik van mijn hobby kan le ven. Een paar van die Zonneveldjes per jaar is voldoende. Haast heb ik daarmee niet. Ik vind het nog altijd fantastisch langs de lijn van de ama- teurvelden. Juist omdat ik er nu nog een vaste baan naast heb, hoeven spe lers in mijn bestand niet bang te zijn dat ik ze een snel en slecht gemoti veerd advies geef omdat ik het geld nodig heb. Als Telstar 2 voor Florencio Cornelia de enige optie mocht blijken te zijn, dan adviseer ik hem nog een jaartje bij UVS te blijven." In jouw bestand zitten opvallend veel allochtonen. „In mijn computer staan tussen de ze ventig tot tachtig namen, waarbij al lochtonen inderdaad zijn oververte genwoordigd. Met name in de Marok kaanse gemeenschap heb ik een goede naam opgebouwd. Op het moment dat ik er één heb geholpen, melden zich er gelijk nog een paar aan, tot uit Almelo aan toe. Toch is het niet mak kelijk om voor die jongens op te ko men. Mentaliteitskwestie. Het zijn vaak enorme talenten die moeite heb ben het laatste stapje te maken. Ik re gelde een tijdje terug voor Hicham Rbii van Ter Leede een proeftraining bij NAC, maar toen kwam hij niet op dagen. Tot twee keer toe. Zat ik daar mooi voor aap." Jouw invloed wordt dus ook buiten de regio steeds groter? „Er is nu een handvol profclubs waar ik op mijn voorspraak spelers op stage mag sturen. Afgelopen week waren negen junioren - onder wie twee van ARC, een van Noordwijk en een van FC Lisse - twee dagen bij Emmen op proef. Die club wil met de jeugd ho gerop maar vindt in de eigen omge ving niet genoeg talent. Dus zoeken ze het helemaal hier. Ik kan me voorstel len dat ze bij de betreffende clubs in de regio niet blij met me zijn. Maar denken ze bij ARC nou werkelijk dat ze Moussa Kalissa kunnen houden? Een tweedejaars B-junior die er in de Al al een stuk of dertig in heeft liggen? Ajax volgt hem, Vitesse ook, dus aan mijn aanwezigheid hoeven ze zich in Al phen niet te storen. Daar staat tegen over dat de zes zaterdaghoofdklassers uit deze regio nog niet half door heb ben wat voor uitstraling de hoofdklas se A heeft. Spelers uit het hele land bellen met de vraag of ik ze hier in de regio kan onderbrengen." Volg je spelers nog nadat je ze aan een nieuwe club hebt geholpen? „Nou en of. Ik vind het prachtig om te zien dat het zo goed gaat met Rijns burg maar ik baal ook als ik zie dat Mohamed Boulayoune daar op de bank zit of dat Roscoe Viereck niet speelt bij Quick Boys. Ik heb natuurlijk het liefst dat spelers happy zijn en ik probeer ze nadrukkelijk te bescher men als er iets fout gaat. Neem de overgang van Pieter Slootweg van Quick Boys naar Katwijk. De trainers krijgen het met elkaar aan de stok, de clubs krijgen ruzie en die jongen kan zich een tijd lang niet vertonen. Wat een heisa. Dat was met een tussenper soon - niet noodzakelijkerwijs ikzelf - beter opgelost." „Ik kan uiteraard geen succes garan deren. Als een jongen hét talent van zijn club is maar hij komt na een proefjaar bij een club als RKC niet voor een contract in aanmerking, dan is er paniek. Terug naar de oude ver eniging wordt als een afgang be schouwd. Of ik elders nog wat kan re gelen. Toch blijven veel jongens het betaalde voetbal in hun achterhoofd houden. En iemands droom helpen verwezenlijken, daar is toch niets mis mee?" „Ik wil uitein delijk het hoogste berei ken en dat be tekent inder daad naar de profs", zegt Koudekerker Cees Goud kuil. FOTO MARK LAMERS Op één middag leerde Bert Paauw mij wat kneepjes van het verspringen, speerwerpen en discussmijten. Ik had er genoeg aan om vierde te worden op de- open Nederlandse atletiekicam- pioenschappen voor journalis ten. Dat was een jaar of vijftien geleden. Mijn conditie was toen nog heel behoorlijk en het li chaam nog enigszins buigzaam. Natuurlijk was het niveau waarop wij journalisten atletiek bedreven niet om over naar huis te schrijven, maar mijn debuut in de kleine vijfkamp (100 me ter, kogelstoten, verspringen, speerwerpen en de 1500 meter) was desalniettemin opvallend. Dankzij Bert Paauw, van wie ik in een paar uur heel veel had opgestoken. Van trainer bij de Leidse atle tiekvereniging Holland werd Bert Paauw technisch directeur van de KNAU, de nationale bond. Sindsdien holt de Neder landse atletiek achteruit. Wie kneuzen in beweging krijgt, maakt blijkbaar niet automa tisch ook échte atleten beter. Sa men met zijn uitverkorenen faalt Bert Paauw bij nagenoeg elke EK, WK of Olympische Spe len. Maar er is niemand die te gen de technisch directeur zegt dat hij maar weer kneuzen moet gaan trainen. Of de be stuurders van de atletiekunie denken: 'Als we niks doen dan zijn onze topatleten straks stuk voor stuk kneuzen en komt onze td vanzelf weer waar hij wezen moet'. Bert Paauw voetbalde in zijn jongste jaren bij Rijnsburgse Boys. Hij was een groot talent en speelde op zijn vijftiende al een paar keer mee in het eerste elf tal. Dat had beter niet kunnen gebeuren. Omdat Bert ontiege lijk hard kon lopen, werden hem door wakkere rouwdou- wers van verdedigers de poten onder het ranke jongenslijf van daan geschopt. Zo kwam het dat Bertje Paauw nog voordat hij fysiek volledig was ontbol sterd zijn bekomst van het za terdagvoetbal had. De grote be lofte van Rijnsburgse Boys ging op atletiek. Kon hij tenminste zo hard rennen als hij wilde zon der horden te moeten lopen over gestrekte benen van lompe backs en voorstoppers. Zo heel af en toe waagde Paauw zich nog wel eens op een voet balveld. Ik heb één keer met hem samengespeeld en dat was een waar genoegen. Bert en ik waren collega's bij het Leidsch Dagblad. Hij zat op de redactie binnen-lbuitenland en ik was (leerling) stadsverslaggever. We deden mee aan het jaarlijkse toernooi voor kranten die waren aangesloten bij de Gemeen schappelijke Pers Dienst, een sa menwerkingsverband van regio nale dagbladen. Zodra ik ah doelman de bal in handen had, gaf ik hem een lel naar voren en zette Bert het op een lopen. Keer op keer raasde hij voorbij de laatste linie van de tegenstander en behalve over geweldig veel snelheid bleek Bert ook over een hard en droog schot te beschik ken. De GPD-wisselbokaal was dat jaar, 1978, voor ons. Bert Paauw was een aardige collega en toen zijn politieke be wustzijn opspeelde, ging hij, in Leiden, in de politiek. Van het LD verkaste Bert naar het ANP en bij dat persbureau kon hij anoniem journalist zijn. Wel zo prettig voor iemand die ook po liticus (van de PvdA) was. Omdat hij geniaal noch gevat is, bleef Bert Paauw zowel in de journalistiek als in de politiek onopgemerkt. Dat veranderde pas toen de atletiekunie hem tot chef top- en breedtesport maak te. Sindsdien wordt Paauw gere geld gedwongen uit de anoni miteit te treden. Om uit te leg gen waarom het nü weer mis is gegaan melde Nederlandse af vaardiging naar de EK, WK of de Spelen. Dat gaat hem niet zo best af. Laatst werd td Paauw geïnter viewd door de Volkskrant. Het leverde een futloos stukje op. Aan de vooravond van de natio nale indoorkampioenschappen die, bij gebrek aan een overdekte atletiekbaan in Nederland, in Gent werden gehouden, blikte Paauw alvast vooruit naar de EK-binnen. Hij tipte horden sprinter Korving, hoogspringer Pennings en de 800 meter-lo pers Koers en Jongmans als me daillekandidaten. Het liep even anders. Op de EK viel alleen polsstokhoogspringer Rens Blom in de prijzen. En dan nog met een hoogte (5 meter 60) die ver beneden zijn nationale record lag. Weer een afgang dus. Tussen de mislukkingen door maakt Bert Paauw op het bondsbureau in Nieuwegein be leidsrapporten die tot doel heb ben de Nederlandse atletiek om hoog te stuwen. Vergeefse moei te. Slechts eens in de tivintig, dertig jaar brengt een kleine sport in een klein land een kam pioen voort. En of er nu wel of niet een Bert Paauw aan het be- leidmaketi is, maakt niets uit. Atleten van het kaliber Tinus Osendarp. Fanny Blankers- Koen of Ellen van Langen ko men er vanzelf. Ik denk dat de td van de KNAU ook zelf wel weet dat hij overbodig is. Maar dat zal hij nooit hardop zeggen, want bij de bond verdient hij een mooi salaris en als Rijns burger heeft Bert geleerd om goed voor zichzelf te zorgen. JAAP VISSER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 37