INGEN ""VOORBIJGAAN Roeken, auto fietsen, krantendata en getallen Leiden Regio s TADSGEZICHT ÉRDAG 4 MAART 2000 r\ï Breedeveld werd op 26 juli 1931 É^tren in het Academisch Ziekenhuis in en, als oudste zoon in een gezin van gunljnderen. Zijn vader was van beroep e.n anger en stoffeerder, maar in zijn vrije ter jas hij het liefst. Die passie heeft Joop nM ijn vac*er zoals hij het zelf Gel Joop werkte vanaf 1949 meer dan de tig jaar voor het Leidsch Dagblad, in verschillende functies: aankomend bediende, bediende, chef-bezorging, chef-abonnementenafdeling, chef- mechanische abonnementenadmini stratie en chef-administratie. In deze aflevering van 'De dingen die voorbijgaan' vertelt hij over zijn eerste periode bij de krant en over lezen. En over data en getallen, een tic van hem. Leidenaars blikken terug op hun verleden iwe Rijn. van negen tot zes. Dat werd van negen tot zeven, een uur lan ger. En 's zaterdags niet tot één uur maar tot twee uur. Eind '34 overleed de eigenaar. Uiteinde lijk is de zaak in '36 opgeheven en stond mijn vader op straat. Toen begon de ellende pas goed. Hij ging van 25 gulden naar elf gulden steun. Ja, dat waren de vette dagen van onze vriend Colijn. In het begin had den mijn ouders nog een kleine reserve. Maar ja, de huur be droeg toen vijf gulden vijftig dus bijna de helft van het inko men ging op aan het huis. Ha ven nummer 11. We hadden nog een tante in huis met een zoon. Die tante was van haar man af. Gescheiden. Ze bracht kostgeld binnen. Dat hielp. Toch heb ik ondanks de armoe de een mooie, leuke jeugd ge had. Fantastisch. Maar als kind merk je niet echt iets van de ar moede. Door dat lezen, bijvoor beeld. Mijn vader had ook heel veel boeken. Veel historische wer ken. Hij had ook een geweldige historische kennis. Hij is in 1941, na vijf jaar steun, voor zichzelf begonnen. Kamers be hangen, vloerbedekking leggen. Eén van zijn klanten was oud minister Logeman. Die zei wel eens tegen hem: u kunt zo op de middelbare school voor de klas gaan staan. Wat mijn vader van geschiede nis afwist, vond ik echt uniek. Als je even bij mijn vader zat, begon hij meteen over historie te praten. Algemene geschiede nis, niet per se vaderlandse ge schiedenis. Met accenten tus sen 1200 en nu. Dat is een flin ke periode, ja. Al die vorsten huizen kon hij opdreunen. En hij wist er ook veel over te ver tellen. Beroepshalve heeft hij daar nooit iets meegedaan. Hij kwam uit een arbeidersgezin. Toen hij 14 was moest hij wer ken. Er was geen geld in die tijd, hè. Dat werken gold ook voor mij. Kijk, als ik in 1948 in dezelfde situatie had verkeerd als nu, was ik ook verder gekomen. Als kind was ik al heel erg in histo rie geïnteresseerd, in geschie denis. En journalistiek vond ik Joop Breedeveld (helemaal links op de foto) in 1950, net bij het Leidsch Dagblad. Verder op deze foto (v.l.n.r.): Ans de Meij, Jannie van Fruchten, Elly Eikelenboom, Nico Steehouwer, Alie Peter, Frans Bakker, Bram Peltenburg en Paul Chaudron. foto archief breedeveld een heel mooi vak. Maar als je toentertijd in de journalistiek wilde, moest je een middelbare schoolopleiding hebben. En ik ben niet verder gekomen dan de mulo. Dat kon thuis nog net. Na mijn mulo-examen ging ik bij de giro werken. In Den Haag, op het Scheldeplein. En toen had ik het idee: ik wil toch een beetje de richting van de uitgeverswereld uit. En toen las ik een advertentie onder num mer, dat een uitgeversbedrijf een aankomende bediende vroeg. Het Leidsch Dagblad was dat. Maar dat wist ik nog niet toen ik het las. Ik werd in elk geval aangenomen. De krant was toen een kleine. In 1949 was onze oplage 18.000. Nog niet eens: 17.900. Toen had je in Leiden nog de Nieuwe Leidsche Courant, een ARP- krant, een gereformeerde krant. Die had in die tijd ook ongeveer 18.000 abonnees. Je had de Leidse Courant, een katholieke, met ongeveer 13.000, 14.000 abonnees. En verder de Leidse editie van het Vrije Volk en de Leidse editie van de Waarheid, een communistische krant. Je had ook nog het Het Parool. Die zijn nu allemaal weg. Op de redactie had je in '46 Brouwer, Menkhorst, Hanne- ma, Vos, Platteel en Bok. Zes journalisten dus. En een jong ste bediende op de redactie, een leerling-redacteur. Dat was dag en nacht werken. Sam Plat teel, de stadsredacteur, zei een keer: Ik heb gelukkig gisteren nou eens een keer een rustige zondag gehad. Dat scheen uniek te zijn in die tijd. Want wat er ook speelde in die tijd: als er nieuwe dominee kwam, dan moest Platteel daar naartoe voor een verslag. Want de Nieu we Leidsche deed dat ook. Wij moesten toen opboksen tegen de calvinisten. En tegen de ka tholieken. Of we nog wat abon nees konden weghalen. Het was een hard wereldje hoor. Mijn functie was aankomend bediende, ik was de vierde man op de abonnementenafdeling. Die bestond uit zes mensen. Je had een abonnementenchef en zijn vervanger. De inspecteur buitendienst was nummer drie, de vierde was de eerste bedien de, de vijfde was de tweede be diende en de zesde was de jongste bediende, in feite een soort loopjongen. Die moest vier keer per dag naar het post kantoor en nog een keertje naar het station om treinbrieven te halen en meer van dat soort dingen. In geval van ziekte of in de vakantietijd deed ik dat ook wel eens. Die jongste bediendes waren namelijk erg gauw weg. Die hadden geen zin om voor 35, 40 gulden lang loopjongen te zijn. Ik hield het kaartsysteem bij. Het hele abonnementensys teem stond op kaart, op kleine kaartjes. En wat ik een enkele keer moest doen, was een wijk lopen. Niet vaak hoor, eens per jaar of zo. Als er toevallig geen mensen waren of er kwam om vijf uur nog een ziekmelding binnen, moest je een kranten wijkje lopen. Maar mijn hoofd taak was het bijhouden van het kaartsysteem. En kleine adver tenties opnemen. Sleuteltjes. Dat gebeurde vaak telefonisch, daar hadden ze twee dames voor. Maar het liep vaak op donderdag en vrijdag uit de hand en dan moest ik helpen. In de loop der jaren bouw je zo natuurlijk een enorme kennis op van het bedrijf. In 1990 kreeg ik opdracht de historie van Leidsch Dagblad op papier te zetten. Ik ben 31 maart 1991 begonnen en heb het op 12 juni ingeleverd. Op A4, 204 pagina's. Zo kon ik toch mijn passie voor de historie en mijn interesse in het schrijven bouderen. Nu ook. Nu ben ik voor mezelf be zig met het samenstellen van een ministersencyclopedie. Met informatie over alle ministers, vanaf het begin, vanaf 1948. Kijk, journalistiek is een heel mooi vak, maai" de mooiste baan van Nederland is minister, van verkeer en waterstaat. Ver keer trekt me heel erg, ook al rijd ik zelf geen auto. Ik vind het machtig. Ik kan heel lang kijken naar fietsers, auto's. Het hele verkeer, ook vliegtuigen, boten, treinen. Fascinerend. Waarom kan ik niet goed zeggen. Het is gevoelsmatig. Misschien is het wel de beweging die erin zit. Vond ik als kind al. Vroeger had je op zondag wel eens van die bloemencorso's, voor de oor log. Dan kwam de stoet over de Haven heen. Dan zat ik te tel len, zittend op een stoepje: Eén auto, twee auto's, drie auto's. En later was het: Een groene auto, een paarse auto....dan kwam je thuis en dan had je die dag zestig witte gezien en tach tig blauwe. Ja, data en getallen, da's een tic van mij." HERMAN JOUSTRA t de Leidsch Dagblad ANNO 1900 Zaterdag 3 Maart ADVERTENTIE - WIELRIJSCHOOL VAN DER STOK Stationsweg 19 en Rijnsburgersingel. Grootste en veiligste Inrichting voor het leeren rijden, op- en afstappen, keeren enz. Bij aanschaffing van een Rijwiel uit ons Maga zijn gratis onderricht. 'ORANJE-NASSAU' van af 70 Gulden. 'FORTUNE' van af 120 tot 240 Gulden. Elk gewenscht merk leveren wij tegen scherp concurreerende prijzen. De Zuid-Hollandsche Rijwielfabriek, A.F.H. van der Stok. N.B. Gebruikte Rijwielen worden ingeruild. ZOETERMEER - Als een bijzonderheid kan worden gemeld dat Jacobus Van der Velde Sr. alhier, in het bezit is van een krielhen, die, tel kens als zij een eitje moet leggen, statig de woonkamer komt binnenstappen en tot nestje kiest den schoot van de huisvrouw. iron lfdei irele ilel hi die k ANNO 1975 sint veke ind al was ik gek op lezen, lis. Lage Rijndijk had je een ndei 'an Demmenie, daar wer- Daai oeken uitgeleend. Het was iels ibliotheek en tegelijk een ,or S orboekhandel. Eens per (CC kreeg ik vijf cent en dan of pk daarheen om een boek ;hanBn- De nummers vanaf s zoi varen allemaal boeken schil acoude, boeken van Pietje en i zo. Dan kwam je binnen iacht ;k je naar boven: 'O ja, hees thuis'. En dan pakte je 3ud. erder las ik boeken van van t, Dik Trom en zo. En Hou n van Schuil, de Katjangs prbeeld. looiste jongensboek is en de stroper van Tjot Idi', :huil. Een magistraal T vind ik dat. Dat lees ik al in de kersttijd. Of f, verklaard', dat is een an- itel voor dat boek. Het al gaat over een jongen de middelbare school et br111 is er een leerling die ir te best kan meekomen iaar kans ziet om de over- emp ipgaven van wiskunde in it lijk!n te krijgen. Die geeft dat n de Ie leerlingen door, maar schaje j°n8en maakt daar geen len v'k van. Op een gegeven Sjab >nt wordt alles ontdekt, de e arb as krijgt strafwerk, wordt ('sjab?rst. Ze denken allemaal jongen de boel verlinkt wiei >ij bet schoolhoofd. Dan doet ioddi at', ZC FOTO HIELCO KUIPERS Foto's in deze rubriek kunnen worden nubesleld door binnen veertien daccn na plaatsing een ingevulde cheque (geen overschrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 bij 10 In zwart wit) op te sturen naar het Ix-ldscli Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54, 2300 /VB lelden of door contante betaling aan de balie van liet leldscli Dagblad aan de Rooseveltslraal 82. U ontvangt de foto binnen drie weken. wordt hij dood verklaard door de andere leerlingen. Nee, het is niet dat ik me in dat verhaal herken. Ik ben op school nooit zo stil geweest. Op school had je toentertijd sa- menlezen, samenspraak. Dat vond ik altijd wel leuk. De kin deren lazen dan om beurten stukjes voor uit een boek. De ene was bijvoorbeeld Jan, de andere was Piet een derde was Koos. 'Wat is het vandaag koud, hè Jan'. 'Ja Piet, gisteren was het ook al zo koud'. Op die ma nier. Daar mocht ik altijd aan meedoen. Vaak was ik dan nummer één, mocht ik het meeste zeggen, oplezen. Mijn vader was behanger en stoffeerder. Hij heeft in zijn jon ge jaren bij een baas gewerkt. Van '28 tot '36 werkte hij bij de firma Waals aan de Haarlem merstraat. Woninginrichting en een soort kleine Hema zou je kunnen zeggen. Meubels waren de hoofdzaak, maar ze verkoch ten ook textiel, boeken en an dere kleine dingen. Hij verdien de toentertijd*34 gulden per week. Toen kwam de economi sche malaise. Een vrijgezel moest eruit, de laatst aanko mende. Mijn vader was voor laatst aankomende, die mocht blijven. Maar van 34 gulden ging hij terug naar 25 gulden per week. En zijn werkdagen wprden langer. Eerst werkte hij LEIDEN - De Verver- buurt (Ververstraat, Ververhof, Ververplein, Oude Herengracht, Oosthavenstraat, West havenstraat, Dwarsha- venstraat en Zijlstraat) wil een buurthuis heb ben. Dat is geen nieuws, maar gisteren voerde het buurtcomité actie, om die wens nog eens duidelijk naar bui ten te brengen. Dinsdag 4 maart LEIDERDORP-Er circuleren in Leiderdorp sterke geruchten dat na Marietje van der Molen en Riet Uhlenbeck, nu ook de raadsleden Jaap Bezemer (PvdA) en C. Brainich von Brainich Feith (VVD) de gemeenteraad zullen gaan ver laten. Beide heren zijn beroepsofficier bij de marine. Bezemer maakt kans om te worden overgeplaatst, maar heeft een verzoekschrift ingediend om dat ongedaan te maken. Brai nich, die op dit moment docent is aan de Mari neschool in Den Haag, gaat begin volgend jaar weervaren. Hij blijft wel in Leiderdorp wonen, maar doordat hij veel en vaak van huis is, moet hij zijn raadslidmaatschap opgeven. LEIDEN - Gemeenteraadslid Vink heeft de fir ma Noordman gisteravond in de Leidse raad een compliment gemaakt voor het behoud van de oude houtzaagmolen 'De Heesterboom' aan de Haagweg. Wel vond hij dat de verzekerings premie die van de gemeente wordt gevraagd aan dé eigenaar te gering is voor het risico dat wordt gelopen. Hij pleitte voor een reëlere kos- tenopstelling, waarin geen versluierde subsidie zit. "Overigens zou ik geen bezwaar tegen sub sidie van 'de molen hebben," aldus CDA'er Vink. Volgens het voorstel van B en W moet er rekening mee worden gehouden, dat over twee jaar ingrijpende restauratiewerkzaamheden aan de oude molen nodig zijn. In het verleden heeft de gemeente steeds een groot deel van deze kosten gedragen, terwijl de eigenaar in de restauratie bijdraagt. OEGSTGEEST De winkeliersvereniging 'Oegstgeest Aktief' heeft laten weten dat er in Oegstgeest Duits sprekende lieden zijn, die met Oostduitse marken hun aankopen betalen. Die Oostduitse marken zijn in Nederland niet inwisselbaar, zodat de betrokken winkelier (zwaar) kan worden gedupeerd. De Leidse poli tie liet vanochtend weten al een paar weken niets meer van dit soort handelingen te hebben vernomen. "Meestal nemen ze jonge winkel meisjes, die er weinig verstand van hebben," zo zei men.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 15