'In Israël en Kenia sneeuwt en vriest het wel'
r
Meningen
Het Leidsch Dagblad
viert zijn verjaardag
_yVOENSDAG 1 MAART 2000 945 21
De pagina 'Meningen' staat open voor alle lezers. Bij uw brief gaarne vermelding van onderwerp en publicatiedatum van het artikel waarop u reageert. De redactie kan brieven bewerken, bekorten of weigeren. Alleen brieven
met een volledige adressering komen voor plaatsing in aanmerking. Bijdragen sturen naar: Leidsch Dagblad, postbus 54,2300 AB Leiden, of faxen naar: 071 - 5321921, of e-mailen naar: redactie.ld@damiate.hdc.nl
UITGELICHT
Vandaag bestaat de krant op
de kop af 140 jaar. Dat is wel
iswaar geen officieel jubileum,
maar ik heb vanmorgen vroeg
op mijn kamer iets langer dan
gebruikelijk gekeken naar het
portret van onze oprichter en
we hebben er vanmiddag in
kleine kring ook het glas op
geheven. Ons bestaan hebben
we te danken aan de Leidse
zakenman Albertus Willem
Sijthoff, die in 1852 aan de
Douzastraat een uitgevers
maatschappij begon;een
steen in de gevel herinnert
daar nog aan.
In die jaren had je in Leiden
geen dagblad, enkel de Leydse
Courant, die drie keer per
week verscheen. Sijthoff ging
ervan uit dat de Leidenaar el
ke avond een krant wilde le
zen met het belangrijkste
nieuws uit binnen- en buiten
land en uit de regio. Hij begon
ermee op 1 maart I860, hon
derdtachtig abonnees zagen
er brood in en betaalden 1,95
per kwartaal, voor die tijd een
enorm bedrag. Dat kwam
vooral omdat de overheid de
krant als een soort melkkoe
zag en de abonnementsprijs
g met 40 procent belastte. In
fjjk 1874 werd die belasting afge-
schaft, kostte de krant een
gulden per kwartaal en steeg
het aantal abonnees naar vijf
duizend.
In de loop van de afgelopen
eeuw heeft het Leidsch Dag
blad natuurlijk vele verande
ringen en stormen meege
maakt, maar één ding is ei
genlijk altijd hetzelfde geble
ven: de eigenaren, toen en nu,
hebben de krant nooit gezien
als een product waar je grote
winst mee kunt boeken. Dat
lukt in Nederland met regio
nale dagbladen nauwelijks.
Als je de krant en de prijs van
140 jaar geleden met die van
nu vergelijkt, dan zie je dat de
verhouding prijs/kwaliteit
enorm is verbeterd, maar dat
kan alleen maar door de (be
scheiden) winst te steken in
i i
nieuwe investeringen in men
sen en in techniek. Albertus
Willem Sijthoff was daartoe
bereid en zijn opvolgers zijn
dat gelukkig nog steeds.
Regionale dagbladen zijn
overal, maar met name in de
Randstad in heftige concur
rentie gewikkeld met landelij
ke dagbladen en met gratis
huis-aan-huisbladen. Natio
naal is er ook een tendens om
voor een ochtendkrant te kie
zen. Ons laatste onderzoek
naar de voorkeuren van zowel
lezers als niet-lezers van het
Leidsch Dagblad wees uit dat
de meerderheid hecht aan de
middag-editie en zo lang dat
zo is, blijven wij de krant na
tuurlijk in de middag uitbren
gen.
Toen ik nu tweeënhalf jaar ge
leden afscheid nam van de
NOS-televisie en terugkeerde
naar de plek waar ik 25 jaar
geleden als leerling-journalist
het vak leerde, keek menig
Hilversumse collega verbaasd
op. Een regionale krant, dat is
toch een relict uit het verle
den. Inmiddels voel ik me
meer dan gesterkt in mijn
overtuiging dat regionale
kranten niet alleen een mooie
geschiedenis achter zich heb
ben, maar ook een prachtige
toekomst voor zich.
Een van de aardigste kanten
van deze baan is het directe
contact met lezers. In Hilver
sum had ik hooguit tien keer
per jaar een kijker aan de lijn;
hier is er dagelijks per tele
foon, per brief, via internet of
gewoon op straat contact met
lezers die op ons werk reage
ren. Zolang de schaalvergro
ting toeneemt - en alles wijst
erop dat die tendens zich
voortzet - is de kleine schaal
van het regionale dagblad
voor veel mensen een onmis
bare schakel met de wereld
om hen heen.
TON VAN BRUSSEL
HOOFDREDACTIE
Foliumzuur in gekookte aardappel
De Franse medische literatuur
is in ons land na '40-'45 groten
deels verdwenen en heeft
plaatsgemaakt voor geschriften
van anglo-saksische signatuur.
Dat blijkt uit het krantenartikel
'Foliumzuur tijdens de hele
zwangerschap' in het Leidsch
Dagblad van 14 februari, over
de promotie van de Nijmeegse
E. van der Molen.
Jaren tevoren, bij mij sinds
1970, vestigde de inmiddels
overleden embryoloog prof. dr.
Jérome Lejeune, van het Insti-
tut de Progenése aan de Sor-
bonne, op het belang van fo
liumzuur voor de ongestoorde
ontwikkeling van het menselijk
embryo, 'Van diens begin tot
aan de geboorte'. Voorkwam
óók het schrikbeeld van mon-
goloïde afwijkingen. Daarbij
toonde Lejeune ook aan dat
over de kosten niemand be
hoeft in te zitten. Het folium
zuur is namelijk in voldoende
mate aanwezig in een maaltje
aardappelen per dag, mits niet
gebakken of gefrituurd.
Leiden een bestuurlijke dinosauriër
De gemeente Leiden heeft de
grootst mogelijke moeite om
zichzelf echt serieus te nemen,
lijkt het wel. In een onderzoek
van Research voor Beleid wordt
het functioneren van de ge
meente Leiden volledig afge
brand. Binnen een week na pu
blicatie staat diezelfde gemeen
te Leiden lachend te vertellen
dat ze Rijnstad willen vormen.
Denkt de gemeente werkelijk
serieuze reacties uit de omrin
gende gemeenten te ontvan
gen? Het verhaal van het ont
breken van een afdeling statis
tiek - op welke informatie heeft
de gemeente Leiden de laatste
twaalf jaar dan bestuurd? - en
het daarmee samenhangende
300 miljoen subsidieverhaal
doet er alleen maar een schepje
bovenop.
Ook als wernemer maak ik
vanuit de binnenkant deze be
stuurlijke dinosauriër mee. Ze
zijn echt niet van deze tijd.
Triest en potsierlijk!
Grote onzin in bijvoegsel-verhaal
In het Leidsch Dagblad van 19
februari stond in het Zater
dagsbijvoegsel een artikel on
der de kop 'Het sprookje van
de broeikas', geschreven door
Jan Haverkate. Aanvankelijk
las ik het met toenemende in
teresse en instemming. Tot
aan het punt waar gesteld
werd dat door het smelten van
het drijvend poolijs de zee
spiegel zou dalen, omdat het
volume zou afnemen.
Dit is grote onzin, de zee
spiegel zou gelijk blijven. Nu
moet ik me afvragen: weet die
geofysicus Adriaan Broere niet
waarover hij praat? Dat kan ik
me haast niet voorstellen. Of
geldt dat misschien voor Jan
Haverkate?
Jan van der Weerd,
Valkenburg.
Sluiting buurthuizen een schande
Over de plannen om drie
buurthuizen te sluiten, waar
over ik in het Leidsch Dagblad
las, ben ik diep verontwaardigd.
En ik spreek namens veel be
woners.
Neem de sluiting van de bi
bliotheek in de Beiningstraat.
Wat er voor in de plaats is geko
men, is zo groot als een wc. Er
komt geen mens, want als je
met zijn drieën bent, sta al op
eikaars lip. In de voormalige bi
bliotheek konden de mensen
tenminste aan tafel lezen, of
een praatje maken. De oude
mensen zitten nu weer noodge
dwongen achter de geraniums.
Hoe is het mogelijk in een
land dat overloopt van de wel
vaart? Het is een diepe schande!
LWO-bestuur, wegwezen!
Wat is het beste voor de inwoners van
het gebied dat wordt gevormd door
het grondgebied van de gemeenten
Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegst-
geest, Rijnsburg, Valkenburg, Voor
schoten, Warmond en Zoeterwoude?
Vanuit deze invals
hoek wil ik de pro-
blematiek van de re
gio benaderen.
Centraal daarbij
staat wat de doelen zijn voor de regio.
Dit zijn onder andere welvaart en
werkgelegenheid voor de inwoners,
economische ontplooiing van de re
gio, een goed woonklimaat, veelzijdi
ge water- en groenontwikkeling, be
houd en restauratie van de historische
kernen, goede ontsluitingsmogelijk
heden, ontwikkeling van winkelvoor
zieningen en culturele voorzieningen.
Bij elk van deze doelen hoort ook
een te bereiken waarde, bijvoorbeeld
het aantal nieuwe woningen, het aan
tal hectaren bedrijventerreinen en het
Rinus van Riel uit Oegstgeest is
interim-manager. Van 1984 tot
1989 was hij, namens de WD,
lid van provinciale staten van
Zuid-Holland Hij schreef een
opinie over de vorming van
'Rijnregio', een kleinere variant
van Rijnstad.
aantal hectaren groen en water en de
kwaliteit ervan. Gemeenten en ge
meentegrenzen zijn middelen om een
doel te bereiken en zijn niet een doel
op zichzelf.
Ik kies voor een bepaald grondge
bied: de 'Rijnregio'.
De Bollenstreek be-
tlPINIF trek ik hier in eerste
instantie niet bij,
omdat ik meer on
derlinge samenhang zie in het grond
gebied van de gemeenten die ik in het
begin noemde. Bijvoorbeeld op het
terrein van ruimtelijke en economi
sche ontwikkeling. Bovendien is het
binnen de 'Rijnregio' al redelijk com
plex. Ik vind het essentieel dat elke ge
meente zijn sterke punten ontwikkelt
en dit doet in onderlinge samenhang.
Daarom ga ik ook uit van een model
van samenwerking en niet van onder
linge concurrentie.
Waar zoveel mensen op een min of
meer aaneengesloten beperkt grond
gebied bij elkaar wonen, biedt een be
nadering voor het gehele gebied de
beste kansen. In die benadering wor
den alle aspecten meegewogen, zoals
economie, milieu en leefbaarheid, be
reikbaarheid en een hoogwaardig
voorzieningenniveau.
Een goed doordachte ruimtelijke
ontwikkelingsvisie voor het gehele ge
bied is de basis voor de ontwikkeling.
Infrastructuur, nieuwe woongebie
den, groen- en waterstructuur, recrea
tiegebieden, nieuwe bedrijventerrei
nen en de hoofdlijnen van de heront
wikkeling van bestaande gebieden
zijn de onderwerpen van een ontwik
kelingsvisie. Dit is in feite het ant
woord op de vraag wat er moet ge
beuren en waar dit gebeurt. Omdat
ruimte beperkt is en financierings
vraagstukken ook een rol spelen, bete
kent dit ook het stellen van prioritei
ten en het maken van keuzen.
Het is eigenlijk minder van belang
wie wat vervolgens uitvoert, maar het
is wel essentieel dat het gebeurt. Het
ligt voor de hand dat gemeenten deze
uitvoering ter hand nemen. Elke ge
meente voor zijn eigen grondgebied,
al dan niet in samenwerking met de
buurgemeente als het een grensover
schrijdend project betreft.
In de regio waar het hier over gaat
-Rijnregio - zou de beste start zijn het
maken van een ontwikkelingsvisie en
een regionaal uitvoeringsplan en het
verwerven van draagvlak hiervoor bij
de gemeenteraden en bij hogere over
heden. Aan dit proces nemen deel: de
provincie, de gemeenten in de regio,
Het wintert maar rtiet.
N_jBloemetjes steken de kop
■I al op, trekvogels vinden
|pet nauwelijks de moeite
waard te verkassen en de
schaatsen liggen te
roesten in de schuur. En
niet schaatsen, betekent
n Nederland geen winter.
Wordt het ooit nog
winter? En willen we wel
elk jaar een Elfsteden
tocht, of kwakkelen we
liever zonder muts en
wanten richting de lente?
rlaarten Noort, Oegstgeeste-
laar en weerman bij Meteo-
:onsult: „De schaatsen kunnen
liet meer onder dit jaar. Daar-
'oor krijgt de zon nu te veel
tracht. Het wordt nog wel iets
ouder en het kan in april of
nei natuurlijk wel eens sneeu-
ven. Maar de Nederlander
(indt het pas winter, als hij kan
chaatsen en dat zit er echt niet
neer in. Uitzonderlijk is dat
liet. Trouwens, vier jaar terug
vas er nog een Elfstedentocht,
ir zijn periodes geweest dat er
anger geen tocht kon worden
erreden. Bovendien is het niet
,o dat Europa geen winter heeft
[ehad. Er is een noordwestelij -
:e stroming die koude lucht
•rengt. Kijk maar naar de pak-
:en sneeuw die in de Alpen val-
?n. In Hongarije, Roemenië en
'urkije kampten ze met ex-
reem lage temperaturen. Het
neeuwde zelfs in de woestijn
n Israël en in Kenia vroor het 7
;raden. De kou ligt dit jaar wat
lostelijker. Misschien komen
rij volgende keer weer aan de
leurt."
tick van der Hoorn, schaats-
pecialist uit Ter Aar: „Ik blijf
itten met de goedkope schaat-
en. Die moeten het echt van
latuurijs hebben en dat is in de
erste verten niet te bekennen.
)ok naar warme onderkleding
minder vraag. De echte
chaatsers kopen hier nog wel
fat, maar winkeliers die niet.
;especialiseerd zijn zoals ik, ra-
:en hun schaatsspullen niet
■wijt. En dit is al het derde ach-
ereenvolgende jaar. De Neder
landse schaatsers zoeken hun
Voor een echte winter in Nederland moeten we jaren terug in de tijd.
heil nu in het buitenland. Op de
Weissensee in Oostenrijk reden
zevenduizend mensen, van wie
een groot deel uit onze regio.
Bij gebrek aan natuurijs in Ne
derland, neemt de belangstel
ling voor dat soort tochten toe.
Daar moet ik het nu van heb
ben."
Marathonschaatser Hotze
Zandstra, zondag na afloop
van de Alternatieve Elfsteden
tocht in Kuopio, Finland. Daar
vroor het wél 20 graden. Zand
stra finishte achter Leiderdor
per Ruud Borst met bevroren
tenen, handen, wangen en
buik: ..Ik voel me nu een kleine
n. Ik wil mijn tenen nog niet
ter beschikking stellen van het
schaatsmuseum in Hindeloop-
en. Daar staan er al een paar op
sterk water. Vreselijk lijkt me
dat."
Aad Vollebregt, directeur van
de Koninklijke Algemeene
Vereeniging voor Bloembol
lencultuur: „De kleurige velden
in de Bollenstreek zijn dit jaar
iets eerder te zien. Je ziet het
ook in je eigen tuin: de bloe
men komen eerder op door het
warme weer. Het wordt een
vroeg seizoen, maar heel veel
maakt dat ook weer niet uit. We
hebben eind februari wel eens
een Elfstedentocht gehad en
toen haalden de bollen in
maart de schade snel in. Ze
bloeien pas in april, wat je ook
doet. Nee, wij zijn niet in pa
niek."
Wilhelmina Winter uit Leiden:
„Bij ons is het altijd winter."
Henk Vergeer, voorzitter van
de stichting Ijshal Leiden:
„Het is hier nu lekker druk op
de kunstijsbaan. Het weer
speelt daarin zeker een rol. Als
het buiten regent, zoeken ze
hier vertier. Aan de andere kant
kan een beetje winter geen
kwaad. Veel mensen zijn hier
toch bezig zich klaar te stomen
voor een molentochtje op na
tuurijs. En als dat eind februari,
begin maart nog niet kan, loopt
de animo terug. Als de mensen
van natuurijs hebben geproefd,
willen ze hier verder schaatsen.
Als ik moet kiezen tussen vries
kou of kwakkelwinter, dan heb
ik een voorkeur voor vrieskou.
Maar dan wel tussen 5 en 15
december. Dan is de kerstva
kantie een opsteker voor ons.
Als er met kerst buitenijs ligt,
houdt het voor ons op. Begin
januari mag het ook wel een
dag of tien winteren. Ja, het zou
mooi zijn als we dat konden be
stellen."
FOTO ARCHIEF
Willem Jan van de Velde,
hoofd afdeling technisch on
derhoud en reiniging van de
gemeente Katwijk: „De voorra
den pekel zijn nog niet op.
Maar dat is niet erg, want de
gemeente bespaart er een hoop
op. Bovendien worden de ma
chines niet zo veel gebruikt, dus
slijten ze minder. Het is trou
wens ook goed voor de groen
voorzieningen, want er komt
minder zout in de bodem. En
het onderhoud en de herbestra
ting van wegen kan gewoon
doorgaan. Ik geniet zelf altijd
van de winter, ik heb jaren in
tensief aan ijssport gedaan.
Maar dat is me noodlottig ge
worden toen ik twintig jaar ge
leden mijn heup brak bij het
schaatsen. Laatst, tijdens een
verhuizing, heb ik eindelijk
mijn schaatsen van de hand ge
daan. Maar een koude winter
vind ik nog steeds heerlijk.
Wandelen bij helder weer met
een vriesluchtje, lekker."
Kees Driehuys van Intratuin
Voorschoten: „Je merkt meteen
dat het niet vriest. De mensen
willen van alles voor in de tuin.
Zaterdag vroegen ze al naar vlij
tige liesjes en ander perkgoed.
Terwijl dat er nog helemaal niet
is. Iedereen is sneller met zijn
tuin bezig, omdat het zo warm
is. Normaal gesproken kun je
nu nog niets planten, omdat er
vorst in de grond zit. Van ons
hoeft het nooit winter te wor
den, dan kunnen we het hele
jaar in de tuin werken."
Het Nederlands Spreekwoor
denboek (Lisse, 1998): „Maart
roert zijn staart", „Maart heeft
een krul in zijn staart", „April-
letje zoet, geeft toch nog wel
eens een witte hoed" en „April
doet wat het wil."
Piet Kralt van bloemenveiling
Flora Rijnsburg, krijgt veel te
vreden glastuinbouwers met
lage gasrekeningen over de
vloer: „Wij zijn blij met gema
tigd en gelijkmatig weer. Als
particulier wil ik 's zomers wel
in de zon zitten en 's winters
schaatsen, maar zakelijk gezien,
zeg ik: houden zo. De kwekers
kunnen dit jaar een lagere gas-
rekening tegemoet zien. Die
winst is binnen. Een zachte
winter betekent overigens niet
altijd een lage rekening. Als het
erg waait, kost dat ook veel
energie. Maar zonder sneeuw
en ijs kan de groothandel overal
komen en heeft de detailhandel
meer klanten. Als het kouder
dan vijf graden is, mag je eigen
lijk niet met je bloemen over
straat. Daar kunnen ze niet te
gen."
Cor Webber, filiaalmanager
van de Hema Alphen aan den
Rijn: „De verkoop van dassen,
mutsen en handschoenen blijft
achter. Dat kostte aardig wat
omzet. Vooral met de hand
schoenen blijven we zitten. We
kunnen met de overgebleven
voorraad nog wel een winter
voort. Maar het maakt ons niet
zoveel uit of het vriest of niet.
Als het wintert verkopen we
handschoenen, als het zomert
doen we in tuinstoelen."
ERIC DE JAGER
FOTO FRANS ROOMER
samenwerken om de doelen te berei
ken voor de inwoners van het gehele
gebied. Als een gemeente niet effectief
samenwerkt, moet de provincie ingrij
pen. Van ministeries en provincie
wordt verwacht dat zij projecten uit
het uitvoeringsplan prioriteit geven.
De samenwerking mag niet vrijblij
vend zijn, omdat anders het gevaar
van pikken van krenten uit de pap te
groot is.
Ik zie naast het bereiken van de
doelen voor de inwoners nog twee an
dere voordelen:
de provincie kan zijn toegevoegde
waarde bewijzen door het proces te
ondersteunen en door op de juiste
momenten een beslissing te nemen of
een zetje in de goede richting te ge-
gemeentebesturen worden vanuit
hun eigen belang gestimuleerd daad
werkelijk samen te werken, omdat het
loont.Het proces is voor vele partners
een lakmoesproef!
RINUS VAN RIEL»
het waterschap en het bedrijfsleven
(Kamer van Koophandel). Onder het
motto 'De Nieuwe Rijnregio' wordt
een bestuurlijke groep gevormd waar
in alle partners zijn vertegenwoor-
digd.
Deze groep heeft de verantwoorde
lijkheid een ontwikkelingsvisie en ver
volgens een regionaal uitvoeringsplan
te maken. De groep moet een onaf
hankelijke voorzitter krijgen van bui
ten de regio.
Het regionaal uitvoeringsplan is
concreet en op uitvoering gericht. Een
investeringsprogramma en de finan
ciering daarvan maakt er onderdeel
vanuit. De werkwijze moet zo zijn dat
uiteindelijk een door alle partners ge
dragen plan uit de bus komt. Dit plan
is ook naadloos te vertalen in bestem
mingsplannen en gemeentelijke
structuurplannen. Uiteraard zal er op
strategische punten regionaal een
knoop moeten worden doorgehakt.
Essentieel in dit proces is dat de be
langen helder blijven, worden inge
bracht in een regionale bestuurlijke
groep en daar worden uitgeruild te
gen de belangen van anderen. Een re
sultaat van ruilen van belangen dat
een veel beter resultaat geeft dan het
gekissebis van het moment. Hiertoe
moeten de spelregels onderling dui
delijk van tevoren worden afgespro
ken en vastgelegd. Hier moet ook naar
alle partners een lijn worden getrok
ken, anders wreekt zich dit gedurende
het gehele proces. Alle partners in het
proces ondertekenen hiertoe een con
venant. Dit convenant is het bestuur
lijk gedragen reglement voor het pro
ces.
Langs deze weg kunnen de door mij
in het begin vermelde doelen worden
bereikt zonder dat veel tijd en energie
verloren gaat met discussies over
grenzen. Als blijkt dat door dit proces
gemeenteraden tot de conclusie ko
men dat samenwerking met de buur
gemeente goed bevalt, is dat winst en
als vervolgens de omslag wordt ge
maakt naar samengaan, is dat ook pri
ma. Maar niet als doel. Er is een mits:
de gemeenten moeten wel effectief
Het door Rijn en A44 doorsneden gebied rond de Haagsche Schouw.