in Katwijk: een eeuw lang gedoogbeleid
I
Mythe en misverstanden rond de slavernij
Leiden Regio
ONDERZOEK
N30ZHS30N0
ïOENSDAG 1 MAART 2000
leidi ^aatste jaren stegen
)ten? toeristische
Pjjstedingen met 20
•eplfocent. Een spectaculaire
bijofii» maar de branche
l0niÖat alarm. De verouderde
astpderlandse badplaatsen
moeten aan het werk,
anders missen zij de boot.
In de serie 'Groeten uit...'
een inventarisatie van de
kansen, belangen en
obstakels in Katwijk en
Noordwijk.
door WIM KOEVOET en MARIJN KRAMP
n nj
zijn
gemiddelde Katwijker zal
'k oprijventerrein 't Heen noe-
:rde^n als motor van de lokale
Wa)riomie. Deskundigen menen
It de gemeenschap er goed
nieh zou doen de zee, het strand
boulevard ook eens zo te
e^n. Toch laat Katwijk deze
al ruim een eeuw
hehtendeels onaangeroerd. Be-
gseud van de eigen identiteit is
belangrijker dan het bin-
van grote stromen
0 l^isumerende toeristen. 'Boo-
gei^ng business' of niet, in Kat-
ei]k blijft toerisme neerkomen
pak'gedoogbeleid' want het
karaat op gespannen voet met de
75 Jjtwijkse identiteit die streng
1 nfrdt bewaakt vanuit het ge-
erle>entehuis én vanaf de kansel,
volj
der Linden van café In
bij ti Blauwen Bock en hotel At-
aan de Badstraat: „Van de
volkvijkse bevolking is zo'n 15
leed 25 procent kerkelijk. Die re-
heljef kleine groep drukt toch
2waar stempel op de rest
de inwoners. Ik respecteer
ig 'kerkgangers. Ik was op zon-
eteig m'n auto niet voor de deur
jeniik ga op zondag pas open als
orikerkdiensten zijn afgelopen.
Oijaat ze in hun waarde, maar
mg I is zo jammer dat dat an-
et bom niet zo is. Ik heb mee-
igeitnaakt dat iemand van een
uitkgenootschap m'n bedrijf
gatief in de publiciteit bracht
Henidat terrasbezoekers kerk-
meigers zouden krenken. Vroeg
dat dan was ge-
Kreeg ik als antwoord,
u een keertje vorig jaar en
kuii keer negen jaar geleden.
Jt wordt je dus tot in de eeu-
^ergrheid nagedragen. Terwijl ze
Ie Ttnakshalve wel even voorbij
t Vkn aan de andere kant van
I zej verhaal. Want neem maar
ir vai mij aan dat als blikken van
zit kgangers konden doden,
e ti terras bezaaid zou liggen
p gtt dode heidenen."
afz
hou
„Voor een toerismebeleid",
zegt H. van Mierlo, „heeft altijd
een draagvlak in de gemeente
raad ontbroken." De D66'er
kan het weten want in het na
bije verleden was hij wethouder
en wat langer geleden voorzit
ter van de VW. „Simpele zaken
als verruiming van openingstij
den van strandpaviljoens, sub
sidie voor de VW en de toeristi
sche stichting Young at Heart,
uitbreiding van campings zijn
niet of met de grootste moeite
bewerkstelligd", zegt Van Mier
lo.
In Katwijk, zegt hij, gaat de dis
cussie over toerisme steevast
tussen de voorstanders van een
behoudend gedoogbeleid, te
weten SGP/GPV en RPF en een
groep die voor een voorzichtige
ontwikkeling is: zijn eigen partij
D66, WD, PvdA en Groen
Links. Het CDA heeft hierbij al
tijd een 'scharnierfunctie' ver
vuld, die er meestal op neer
komt dat ook die partij uitein
delijk kiest voor een conserva
tief gedoogbeleid. „In zo'n
krachtenveld kan van groot
schalige evenementen en ande
re publiekstrekkers natuurlijk
geen sprake zijn. Vóór alles
wordt gewaakt voor aantasting
van de zondagsrust."
Identiteit
Over de vraag wat toerisme kan
betekenen voor de plaatselijke
economie is nimmer 'funda
menteel' gediscussieerd. „Toe
risme hier is op z'n best ge
doogbeleid. Katwijk heeft ge
noeg aan zichzelf en ziet dan
ook absoluut niet in waarom
het aantrekkelijk voor de bui
tenwereld moet zijn. Invloeden
van buiten kunnen wel eens
nadelig zijn, dus... Een onder
werp dat veel belangrijker
wordt gevonden, is hoe Katwijk
het best zijn herkomst en stijl
kan bewaren. Het toerismebe
leid wordt niet in de raadszaal
maar in de kerken bepaald."
Of dat verandert met de eerste
toeristische nota, die dit jaar
verschijnt, is de vraag. Wethou
der J. van der Plas (SGP/GPV)
boort al te hooggespannen ver
wachtingen bij voorbaat al de
grond in. „Verwacht van mijn
nota geen revolutie, we zetten
gewoon wat zaken en uitgangs
punten op een rijtje." Een van
de belangrijkste uitgangspun
ten is dat 'de identiteit van de
autochtone bevolking' niet on
der het toerisme mag lijden. En
zeker in de beleving van het or
thodox-christelijke deel van de
Katwijkers is dat al snel het ge
val is, stelt D66-raadslid J.
Slings. Ze was tot voor kort se
cretaris van Young at Heart
(YAH), een relatief jonge vrijwil
ligersorganisatie die poogt het
toerisme te bevorderen met on
der meer strandevenementen.
Een heikel punt daarbij is de
zondagsrust, die zelfs opgaat
voor de geldautomaten van de
plaatselijke Rabobank.
Vergunningen voor evenemen
ten op zondag worden niet ver
leend. Volgens Slings, die voor
op stelt dat ook YAH de zon
dagsrust wil respecteren, heet
iets al snel een evenement in
Katwijk. „Voor een volleybal-
toernooitje op het strand krijg
je geen toestemming. Zelfs zo
iets onschuldigs als een lucht
kasteel voor kinderen wordt
aangemerkt als een verstoring."
Van der Plas ziet het probleem
niet zo. „Naast de zondag heb
je nog zes andere dagen. Ruim
te zat dus, zou ik zeggen, om
activiteiten te organiseren."
Slings ziet de zondag echter als
de helft van het weekeinde, een
voor het toerisme niet onbe
langrijke periode.
Imago
De wethouder verdedigt het ri
gide evenementenbeleid met
de vaststelling dat hij er een
groot deel van de bevolking een
groot plezier mee doet. Van de
27 gemeenteraadszetels in Kat
wijk zijn er niet voor niets 17
bezet door 'confessionelen'
„Waarmee ik niet wil zeggen
dat de resterende 10 niet religi
eus zijn."
Slings brengt daar tegenin dat
de politieke verhoudingen in de
Katwijkse gemeenteraad niet
dezelfde zijn als die van de be
volking. „Op zondag gaat nog
niet eens de helft van de Katwij
kers naar de kerk. Toch is het
imago van Katwijk dat iedereen
er zwarte kousen draagt, god
vrezend is en van vreemdelin
gen niets moet hebben. Hoewel
dat schadelijk is voor het toeris
me, laat de gemeente dat imago
intact."
Van der Plas is niet onder de in
druk. Dat zijn achterban wél
massaal naar de kerk én de
stembus trekt, kan hem of zijn
partij toch niet worden aange
rekend? Daar komt nog bij dat
de kerkgangers vopral in Kat
wijk aan Zee en dus uitgere
kend in het toeristische gebied
een meerderheid vormen.
„De stromen strandbezoekers
en kerkgangers lopen 's zon
dags letterlijk parallel aan el
kaar. Ze hebben niets met el
kaar gemeen maar ze bijten el
kaar ook niet. De gemeente be
Behoud van de eigen identiteit is voor Katwijk belangrijker dan grote stromen consumerende toeristen binnenhalen. foto dick hocewoning
moeit zich daar dan ook niet
mee. Een evenement op die dag
organiseren is echter iets an
ders. Dat trekt extra mensen en
heeft een grotere uitstraling.
Dat is strijdig met het karakter
van Katwijk en dus geeft de ge
meente geen vergunning af."
De wethouder toerisme weet
zelf maar al te goed dat het
woordje 'dus' overtuigender
klinkt dan het in het hypotheti
sche geval van een gerechtelijke
procedure zal zijn. De kans is
namelijk groot dat een organi
sator die zich verzet tegen de
afwijzing van een vergunning
aanvraag van de rechter alsnog
zijn zin krijgt. Want zondags
rust en behoud van de Katwijk-
se identiteit zijn onvoldoende
rechtsgronden om een evene
ment tegen te houden, zeker als
de organisator zich wél houdt
aan andere, wél rechtsgeldige
spelregels. Van der Plas: „De
Katwijkse verordening is sterk
plaatselijk ingekleurd maar de
landelijke wetgever, de rijks
overheid, geeft gemeenten als
het om zondagsrust gaat nog
maar weinig ruimte. De rechter
zou de gemeente wel eens kun
nen terechtwijzen."
Waarom pakt Slings deze hand
schoen niet op? „Voor mijn ju
ridische gelijk koop ik niet zo
veel, sterker nog, ik hoef dan op
geen enkele medewerking meer
te rekenen. Ik zou het zwaarbe
vochten draagvlak van YAH in
de waagschaal stellen. Elk suc
ces dat ik bij de rechter binnen
haal, betekent een stap terug op
de lange weg die we in Katwijk
nog hebben te gaan. YAH moet
het hebben van kleine succesjes
in Katwijk, niet van triomfen bij
de een of andere Haagse recht
bank."
Zomeracademie
„Ik vind de zomeracademie
(schildercursussen voor toeris
ten op het strand, red.) hiervan
een goed voorbeeld. We heb
ben moeten praten als Brug
man voor de vergunning. Wat
voor overlast de gemeente
vreesde? Dat vroegen wij ons
ook af. Bleek dat de toenmalige
wethouder (J. ten Hove van de
RPF) als de dood was voor blote
dames op het doek. Had YAH
de zomeracademie voor de
rechter laten komen, dan had
de gemeente door haar knieën
gemoeten. Maar we hebben er
voor gekozen met de gemeente
in gesprek te blijven. Het resul
taat van die aanpak is even ei
genaardig als gunstig: nu dui
delijk is waar het op neerkomt
en al die onrust niet nodig
blijkt, omarmt de gemeenschap
de zomeracademie. Er kan dus
wel wat, maar je moet geduld
hebben en heel zuinig zijn op je
goodwill."
Slings kiest voor de weg van de
geleidelijkheid en ze is niet de
enige. Het is hierom dat Van
der Plas opgelucht kan adem
halen. „Rechtszaken met be
trekking tot de zondagsrust ko
men nauwelijks voor. Dat is
maar goed ook want als je voor
de zoveelste keer voor de recht
bank verschijnt, gaat de rechter
zich afvragen of de Katwijkse
politiek de plaatselijke samen
leving wel vertegenwoordigt."
E. van Dijk van de Stichting
Toerisme Recreatie AVN,
waarin ANWB, VW's en het
Nederlands Bureau voor Toe
risme samenwerken, zegt dat
de sterke kanten van Katwijk te
gelijk ook de zwakke zijn. „Kat
wijk is van oudsher die gemoe
delijke familiebadplaats waar
op zondag alles stil valt. De VW
heeft het er hartstikke gemak
kelijk want ze kan bij wijze van
spreken met één advertentie in
de EO-gids en het Reformato
risch Dagblad haar doelgroep
aanboren."
„In andere plaatsen hebben
campings activiteitenmedewer
kers, op Katwijkse campings lo
pen evangelisatieteams rond.
Dat heeft allemaal met de iden
titeit van Katwijk te maken,
waaraan ik niets zou willen ver
anderen. Toch moet er wel wat
gebeuren. Qua sfeer en uitstra
ling mag Katwijk best tot uit
drukking laten komen dat het
staat voor conservatisme maar
beleidsmatig moet er progressie
zijn."
Van Dijk zit op dezelfde golf
lengte als de huidige directeur
van de Katwijkse VW, R. van
der Burg. Doordat het beleid ui
terst terughoudend is, zijn de
twee 'R's van rust en ruimte in
het Katwijkse toeristen-abc
hoofdletters gebleven en dat
heeft ook zijn voordelen. „De
combinatie van die twee facto
ren is over twintig jaar nog
steeds veel waard. Onthaasten
is geen modeverschijnsel. Er zal
een grote groep mensen blijven
die in een badplaats als Katwijk
pas echt het gevoel heeft even
niet onder het juk van de 24-
uurs economie te hoeven. Het
zijn niet alleen gelovigen die de
zondagsrust op prijs stellen."
Achteruitgang
„Maar de keerzijde van een be
houdend beleid is dat achter
uitgang op de loer ligt. De Kat
wijkse beddencapaciteit staat al
enige tijd onder druk, mede
doordat de particuliere verhuur
van kamers (Zimmer mit
Frühstuck, red.) is ingestort.
Het gaat de meeste Katwijkers
zo voor de wind dat ze die
huursom niet meer nodig heb
ben. Als het aantal toeristen
verder terugloopt, verdwijnen
de ondernemers van de boule
vard en als de hotels sluiten,
volgen de winkels. Zo'n neer
waartse spiraal eindigt in een
spookdorp waarvan Zeeland er
al een aantal heeft."
Er zijn maar weinig Katwijkers
die zich zorgen maken om die
neerwaartse spriraal, zegt Van
der Burg. Hij krijgt bijval van
Slings en oud-VW-voorzitter
en -wethouder Van Mierlo. De
drie denken dat dit komt door
het hardnekkige misverstand
dat opbrengsten uit toerisme
niet de Katwijkse gemeenschap
ten goede komen maar slechts
een klein groepje ondernemers
dat toch al niet zo veel op heeft
met de plaatselijke gebruiken
en gewoonten.
Volgens Van der Burg speelt
ook mee dat ondernemers die
hun boterham verdienen in het
toerisme nog altijd niet voor vol
worden aangezien in Katwijk.
„Nog niet zo lang geleden
dacht men nog dat strandpavil
joenhouders en campingbazen
aan vrijwilligerswerk deden.
Dat is nu die typische calvinisti
sche inslag. 'Wwaerken' staat
gelijk aan het leveren van een
fysieke inspanning. Je moet iets
bouwen, kneden of schoonma
ken. Dat gedoe met zo'n muis,
want zo kijkt men hier aan te
gen informatietechnologie, is
geen werken, daar kun je toch
geen handel mee drijven."
Slings: „De economische 'spin
off van toerisme wordt simpel
weg ontkend. Je hebt verblijfs-
gasten, dagjespubliek en koop-
publiek, want ook funshoppers
worden tot toeristen gerekend.
Kortom, iedereen kan aan toe
risme verdienen. Ja, ook de ker
ken. Want een deel van de toe
ristische bestedingen komt uit
eindelijk toch in de collectezak-
ken terecht!"
DOOR PETER GROENENDIJK
Piet Emmer onderzocht Nederlandse slavenhandel
17l^ Naar het front der wetenschap, dat is het streven
van de Universiteit Leiden. En met succes. Niet
17 gelden brengen Leidse onderzoekers opmerkelijke
resultaten onder de aandacht. Maar ook
onderzoeken die minder opvallen dragen bij aan
/en inzichtelijker samenleving. In Onderzoek houdt
een dwarsdoorsnede van de Leidse wetenschap
Ju te8en liet licht. Elke week vertelt een andere
re onderzoeker over zijn of haar werk. Vandaag Piet
:ortil Emmer.
)en de Leidse historicus Piet
inmer vorig jaar tijdens een
1 ;ing in Marokko de rol van
ikanen in de Europese sla-
Irnij ter sprake bracht, zag hij
eidscfechts ontstelde gezichten.
kb? Jen was verontwaardigd",
GraJrtelt Emmer. „Zij zijn ge-
end de Europeanen de schuld
deri®{geven van de slavernij. Over
medewerking aan slaven-
Indel door Afrikanen en Ara-
jeren praat je gewoon niet. Ik
I^Js wel."
buigende maand verschijnt
'enhandel, 1500-1850. Em-
jer, verbonden aan de oplei-
pg Geschiedenis en aan het
ids Instituut voor de geschie-
nis van Europese expansie,
«preekt in het werk de han-
1 in slaven over de Atlanti
sche oceaan. Tussen 1630 en
1645, toen Brazilië een Neder
landse kolonie was, vervoerden
Nederlanders veel slaven van
uit Afrika naar dat land. Het
merendeel van de slaven was
afkomstig uit de zogenaamde
goudkust: Ghana, Nigeria en
omringende landen. Na het
verlies van Brazilië als kolonie
stond de Nederlandse slaven
handel voornamelijk in dienst
van de Engelsen en Portuge
zen, die enorme aantallen sla
ven nodig hadden. Vanaf de
kolonisatie van Suriname in
1657 konden de Nederlanders
de slaven zelf weer goed ge
bruiken.
Emmer hoopt met de uitgave
van zijn boek de discussie over
de rol van zwart en blank in de
slavernij nieuw leven in te bla
zen. Want, zo stelt hij, de huidi
ge communis opinio bevat
nogal wat misverstanden.
„Slavernij was niet een puur
blanke aangelegenheid", zegt
Emmer, die zich met name ba
seert op geschreven bronnen
uit de betreffende periode.
„Ook Afrikanen zelf handelden
in de zeventiende en achttien
de eeuw volop in slaven. Veel
mensen houden vast aan het
beeld van een vredig, harmoni
eus Afrika, waar de rust werd
verstoord door de komst van
die lelijke Europeanen. Maar zo
simpel was de werkelijkheid
niet. Waarschijnlijk zijn er voor
die tijd in Afrika al hongersno
den geweest, waardoor interes
se in deze handel bestond.
Daarom werden ook binnen
Afrika miljoenen mensen ge
transporteerd om in welvaren
de streken van het continent
als slaaf te werken."
Een veelgehoord verwijt aan de
expansief ingestelde Nederlan
ders van de zeventiende en
achttiende eepw betreft het
handelen in vrouwen en kinde
ren als slaven. Maar volgens
Emmer is dat nooit de bedoe
ling geweest van de Nederlan
ders. „Zij wilden helemaal geen
vrouwen en kinderen als sla
ven! Dat paste totaal niet in de
toenmalige Europese cultuur,
waarin vrouwen niet voor vol
werden aangezien en kinderen
nog minder. De plaatselijke
zwarte handelaren vonden het
echter wél een goed idee. Het
inzetten van vrouwen en kin
deren voor de slavenhandel is
een Afrikaanse keuze geweest
en geen Europese."
Ook het beeld van de onmen
selijke omstandigheden tijdens
de slaventransporten is volgens
Emmer achterhaald. „Het is
waar dat tijdens ieder transport
over de Atlantische oceaan
tientallen slaven stierven aan
boord van deze schepen. Maar
wat onderzoekers al lange tijd
bezig houdt, is het feit dat de
aantallen sterfgevallen tijdens
de verschillende transporten
sterk uiteenliepen. Nu blijkt,
dat dat slechts lag aan de plaats
waar de slaven werden inge
scheept. In bepaalde aanleg
plaatsen was de conditie van
de slaven voor aanvang van de
transporten al heel slecht,
waardoor sterfgevallen tijdens
de tocht over de oceaan onver
mijdelijk waren. We weten nu
ook dat de Nederlandse hemde-
laren probeerden om het lot
van de slaven draaglijk te ma
ken; men nam bijvoorbeeld ge
noeg medicijnen mee. Maar op
de conditie van de aangelever
de slaven hadden zij geen in
vloed." In zijn boek blijft Em
mer het antwoord op één be
langrijke vraag schuldig: waar
om kozen de Nederlanders - en
ook alle andere Europese
grootmachten - voor slaven uit
het verre Afrika? „Dat blijft voor
mij een raadsel", geeft Emmer
toe.
„Het was economisch zoveel
handiger geweest wanneer zij
arme Europeanen tot slaaf
hadden gemaakt. Alle andere
beschavingen die ooit slaven
handel bedreven, kozen voor
mensen uit hun eigen omge
ving - denk aan de Grieken en
de Romeinen. Ook in Europa
waren daarvoor genoeg armen
en krijgsgevangenen. Maar Ne
derlanders en andere Europese
slavenhandelaren kozen er
voor, mensen van hun eigen
soort niet tot slaaf te maken.
Dat is een heel bewuste keus
geweest, want alle Europese
mogendheden kozen voor Afri
kanen. Ik heb er geen verkla
ring voor."
Volgens Emmer wordt de ge
schiedenis van de slavernij nog
altijd niet eerlijk beschreven.
„De hele discussie is verziekt
door politiek gewilde opvattin
gen", stelt de historicus. „Voor
al in de Verenigde Staten wordt
voortdurend getracht om de
achterstandspositie van zwarte
Piet Emmer: „Slavernij was niet een puur blanke aangelegenheid. Ook Afrikanen zelf handelden in de ze
ventiende en achttiende eeuw volop in slaven." foto mark lamers
Amerikanen te verklaren uit de
slavernij. Men wil de blanke
graag de schuld geven. Ik wou
dat dat kon, maar zo zijn de fei
ten niet. Slavernij was niet een
puur blank plan, veel Afrikanen
namen er deel aan. En de anti-
slavernijbeweging ontstond in
de negentiende eeuw nota be
ne in Europa, terwijl dat tegen
de economische belangen in
ging."
Emmer vergelijkt de 'mythe
van de slavernij' in zijn boek
met de Nederlandse 'mythe
van het verzet'. „Tussen 1940
en 1945 heeft bijna iedere Ne
derlander aan het verzet tegen
de Duitsers meegewerkt - dat
wil men althans graag horen.
Maar nergens in Europa waren
procentueel meer collabora
teurs dan in ons land en ner
gens overleefden verhoudings
gewijs zo weinig joden als in
Nederland." Emmer spreekt in
beide gevallen dan ook van
'ongemakkelijke stukjes ge
schiedenis'. „Die verdienen
aandacht, maar wel op een eer
lijke manier. Misverstanden
over slavernij dienen te worden
weggenomen, wanneer die wel
zijn gepleegd mogen niet ont
kend worden. Alleen door er zo
over te praten kunnen we de
geschiedenis eerlijk beschrij
ven."
Felle reacties als in de VS of in
Marokko verwacht Emmer in
Nederland niet. „Ik hoop en
verwacht dat de discussie in
Nederland minder emotioneel
zal verlopen, hoewel het voor
de Antilliaanse en Surinaamse
bevolking in Nederland een ge
voelig onderwerp is. Hun voor
ouders waren de slaven waar
we het nu over hebben. Hope
lijk willen ook zij eerlijk naar de
geschiedenis kijken."