Leven met minuscuul wormpje
In Natura
Fraaie, fijne franje
Greenwich staat bijnajaar stil bij tijd
WOENSDAG 1 MAART 2000 is> }oE
REDACTIE MARCOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINCA 023-51501
Elk jaar wanneer de winter op z'n einde loopt zet ik een
hazelaartak op de vaas. Het lijkt niets meer dan een kale
tak met wat sliertjes, deze eenvoudige voorbode van het
naderende voorjaar, maar in werkelijkheid heb ik er een
flink aantal bossen bloemen mee in huis gehaald! Elk ha
zelaarkatje is immers een boeketje op zich. Ofschoon het
slechts een centimeter of zes lang is en een dikke halve
centimeter breed, bestaat het uit een paar honderd zwa
velgele bloempjes. We noemden die katjes vroeger 'snot
tebellen', omdat we ze uit onze neusgaten lieten bunge
len, maar tegenwoordig zie ik ze liever aan de boom han
gen. En ik hoef maar naar rechts te kijken of daar zijn ze:
achter het raam van mijn atelier, boven de rododendrons.
Goudgeel gekleurd wiegen ze in de wind. Al in december
hingen ze aan de takken, maar toen als harde buisjes.
Wanneer de sneeuwklokjes hun tere, bleke koppetjes ver
tonen, openen zich ook de hazelaarkatjes. Als kleine feest-
slingers zakken ze uit tot wat Jac. P. Thijsse zo fraai 'fijne
franje' noemde.
Ik heb niets te veel gezegd, toen ik het katje een boeketje
noemde. Inderdaad is het een verzameling van bloempjes,
die zich vastklampen aan een draaddun steeltje, dat pre
cies door het midden van het katje gaat, zoals het touw
door een slinger. Door een vergrootglas bekeken blijkt elk
bloempje te bestaan uit een schubachtig kelkje, waaruit
een stuk of vijf meeldraden steken. Net een piepklein
handschoentje. De vingertjes zijn bepoederd met helder
geel stuifmeel. De bloempjes zijn minuscule poederbusjes
op steeltjes.
Zo'n katje bevat alles bij elkaar wel twee tot drie miljoen
stuifmeelkorrels, die heel los op de meeldraden liggen. Zo
los. dat de tafel waarop ik de tak heb gezet, binnen de
kortst mogelijke tijd geel ziet van het stuifmeel. Het lijkt
alsof je met droog kleurkrijt in de weer bent geweest.
Blaas je tegen een katje, dan stuift een wolkje poeder er
vlug vandoor om neer te dalen op de omgeving en alles in
een warm kleurtje te zetten.
Zoiets moet je dus niet binnen doen. Het moet buiten ge
beuren en daar is het niet een mond die blaast, maar de
altijd en overal aanwezige wind. Het geringste briesje is al
voldoende om het stuifmeel te verspreiden. Allicht komen
een paar van de miljoenen korreltjes terecht waar ze be
horen: op een vrouwelijk bloempje. De gele snottebellen
zijn namelijk allemaal mannelijk. In tegenstelling tot die
zitten de vrouwelijke bloempjes dicht op de donkere tak
ken gedrukt. Ze zien eruit als bladknoppen, even klein en
even groen. Maar uit hun binnenste steekt een parmantig
pluimpje van een prachtig purperrode kleur.
Dat fraaie kwastje wordt gevormd door een paar stamper
tjes: kleverige draadjes, waaraan het rondstuivende stuif
meel blijft vastplakken. Vormt zo'n stuifmeelkorreltje een
halve toekomstige hazelaar, de andere helft zit in de don
kerrode bloempjes. Samen zorgen ze voor compleet nage
slacht, aanvankelijk veilig weggeborgen in een harde ver
pakking: de hazelnoot. Deze ontstaat in de loop van de
lente en de zomer uit het vrouwelijke bloempje. Eerst is
hij groen en zacht, maar allengs wordt hij harder, terwijl
hij verkleurt tot warmbruin.
Hij is bedoeld als kiem van een nieuwe hazelaar, maar
vormt tevens een eersteklas lekkernij voor eekhoorns,
muizen spechten en mensen. Om aan deze grote behoefte
te voldoen en nog wat over te houden voor de voortplan
ting van de hazelaar, is er in goede jaren een overvloed
aan hazelnoten. De meeste worden verteerd in menselijke
of dierlijke magen of vergaan simpelweg tot humus, fnaar
sommige komen op een geschikte plaats terecht en schie
ten wortel. Meestal gaat er wel een jaartje overheen voor
dat het zover is. De noten vallen in de herfst, broeien heel
het volgende groeiseizoen in de bodem en ontkiemen pas
in de lente daarna.
U zou zo'n hazelnoot eens. net als het katje, goed moeten
bekijken. In de nazomer vertoont hij nog een vleug sma
ragdgroen en is hij gehuld in de resten van het vruchtom
hulsel, hetgeen alweer Thijsse onnavolgbaar wist te be
schrijven als 'een krulkraag van wazig groen'. Wanneer
het herfst is geworden en de zomer zonnig is geweest, zijn
de noten bruin. Niet zomaar bruin, zoals een bruin kleur
potlood, maar warmbruin onder een transparant waasje
zilverig vilt, delicaat als de gouden haartjes op een zonge
bruinde huid. Men wordt even gemakkelijk lyrisch wan
neer het gaat om de miniatuur-schoonheid van de haze
laarkatjes. Ze zien er zo frêle uit. Toch zijn ze in wezen
bikkelhard. Dat moet ook wel in ons kille klimaat. In feite
is de waterkoude wind hun vriend. Van hem moeten ze
het hebben. Het is nog lang niet warm genoeg voor vlie
gende insecten. Die hebben de zon nodig en in elk geval
hogere temperaturen. De wind vervult vooralsnog hun
taak.
Breekt het voorjaar werkelijk aan, dan zullen de bijen zich
massaal naar de katjes spoeden. Niet om het bestuivings-
werk over te nemen van de wind, maar om zich vol te
proppen met het voedzame stuifmeel.
THEO SCHILDKAMP
Ronald Plasterk en zijn favoriete proefdier C. elegans
Hij is wel omschreven als een
van de meest briljante, onder
nemende en aansprekende on
derzoekers op het gebied van
de moleculaire biologie in Ne
derland, met 'een speelse
geest'. Onlangs kreeg prof. Ro
nald Plasterk de NWO Spinoza-
premie ter waarde van drie mil
joen gulden overhandigd. En
deze maand verruilt hij zijn on
derzoeksafdeling op het Neder
lands Kankerinstituut (NKI) in
Amsterdam voor de directeurs-
stoel op het Hubrecht Labora
torium voor ontwikkelingsbio
logie in Utrecht.
Internationaal heeft Plasterk
grote naam gemaakt met zijn
moleculair-genetische onder
zoek bij een minuscuul worm
pje, dat met miljoenen soortge
noten in de bodem wroet:
Caenorhabditis elegans of kort
weg C. elegans. Al tijdens zijn
biologiestudie in Leiden wist
hij, dat het in het open veld op
zoek gaan naar eidereend of zo-
mertaling niet zijn toekomst
was.
,,Ik werd veel sterker geboeid
door het erfelijkheidsmolecuul
DNA. Wie we zijn, hoe we ons
ontwikkelen, wat we doen: het
ligt voor een zeer belangrijk
deel vast in dat meterslange
molecuul, dat opgevouwen in
de kern van al onze lichaams
cellen zit." Na omzwervingen
in de Verenigde Staten kwam
hij in 1987 op het NK3 terecht.
Hij nam zijn eigen 'reizend cir
cus' mee, zoals hij het zelf om
schrijft: moleculair-genetisch
onderzoek aan zijn favoriete
proefdier C. elegans.
,,Tot dan was onderzoek daar
aan in Nederland nog nooit
vertoond. Kankeronderzoek
deed men aan muizen en rat
ten. Er werd wel even raar op
gekeken dat ik onderzoek aan
dit onooglijke diertje wilde
doen. 'Niemand werkt daar
aan', werd wel tegen me ge
zegd. Maar dat leek me juist
een voordeel. Het is de kunst
om belangrijk onderzoek te
doen dat ook niet al elders
wordt gedaan. Daar komt iets
van een intuïtief gevoel voor de
juiste keuze bij kijken. Vergelijk
het met beleggen. Een goede
belegger stapt op het juiste mo
ment, wanneer de beurskoers
laag is, in een zijns inziens veel
belovend fonds."
En het wormpje had duidelijke
voordelen om mee te werken.
„Het is meercellig dierlijk leven
in zijn simpelste vorm. Eet,
poept, doet aan seks, wordt
aangetrokken door suiker, maar
houdt niet van knoflook. Het
telt welgeteld 959 cellen, waar
van 302 zenuwcellen. En het
vrouwtje legt in twee weken 200
eieren, waaruit nakomelingen
komen die binnen drie dagen
geslachtsrijp zijn."
Vorig jaar is door Engelse en
Amerikaanse onderzoekers het
volledige genoom van C. ele
gans ontrafeld, het telt 19.099
genen. De mens heeft er naar
schatting vijfmaal zoveel. „Veel
menselijke genen worden ook
bij C. elegans gevonden. Dat
maakt onderzoek aan dit
wormpje ook zo aantrekkelijk."
Op het NKI heeft Plasterk fun
damenteel onderzoek verricht.
„Mijn belangstelling gaat uit
naar de manier waarop het
DNA functioneert. Dat is van
wezenlijk belang voor het be
grijpen van kanker, waarbij het
normale functioneren van het
DNA immers ontspoort. Cellen
krijgen soms het sein om zich
te delen - om schade te herstel
len of om natuurlijk verval van
bijvoorbeeld huid- of darmcel
len te vervangen. Maar ze moe
ten goed weten, wanneer met
die celdelingen op te houden.
Meestal gaat dat goed, maar bij
kanker gaat dat mis. Er klopt
Moleculair bioloog Ronald Plasterk, een van de toonaangevende Ne
derlandse wetenschappers van dit moment.
foto cpd jeroen poortvliet
iets niet in de overdracht van
sig.nalen in een cel, delende cel
len weten geen maat meer te
hoiuden. Vergelijk het met een
deurbel die vastgeplakt met
kauwgum almaar blijft rinke
len."
Plasterk is expert in 'transpo
sons', in genen die van de ene
plek in het DNA naar een ande
re plaats op het molecuul over
springen. „Dat gebeurt met
speciale knip- en plakenzymen,
op een manier die te vergelijken
is met de functies 'cut' en 'pas
te' in een teksverwerkingspro-
gramma op de computer."
Vanaf deze maand zal Plasterk
zijn onderzoek voortzetten in
U trecht. Per 1 februari is hij be
noemd tot directeur van het
Hubrecht Laboratorium, een
instituut van de Koninklijke Ne
derlandse Akademie van We
tenschappen (KNAW), dat in
het teken staat van de ontwik
kelingsbiologie. Deze tak van de
biologie houdt zich bezig met
de vraag hoe uit een bevruchte
eicel een nieuw organisme ont
staat.
De nieuwe directeur neemt zijn
hele onderzoeksgroep van 15
man mee en komt aan het
hoofd van in totaal 130 mede
werkers te staan. De verhuisdo
zen moeten nog even in Am
sterdam blijven, want de
nieuwbouw van het laboratori
um heeft enige vertraging opge
lopen.
Eind 1998 meldden Amerikaan
se onderzoekers, dat ze erin ge
slaagd waren om in het labora
torium menselijke, embryonale
stamcellen te kweken. Het Hu
brecht Laboratorium had dat
onderzoek ook graag gedaan,
was er klaar voor, het Acade
misch Ziekenhuis in Utrecht
zou voor 'overtollige' embryo's
kunnen zorgen, maar men
achtte de tijd voor dergelijk on
derzoek nog niet rijp. Plasterk
hoopt dat onderzoek in Utrecht
de komende jaren wel van de
grond te krijgen.
„We willen graag weten hoe de
ze stamcellen uit het vier- tot
achtcellige stadium van het
menselijke embryo zich specia
liseren in specifieke lichaams
cellen als huid- of hersencellen.
Het begrijpen van die proces--
sen acht ik belangrijk en nuttig.
In principe zouden uit embryo
nale stamcellen weefsels, en
wellicht ooit ook organen, voor
transplantatie kunnen worden
gekweekt."
Dergelijk onderzoek heeft niets
te maken heeft met het kweken
van embryo's in een reageer
buis, zegt hij met nadruk. „Daar
is absoluut geen sprake van."
Het wachten is op de behande
ling van het wetsvoorstel 'inza
ke handelingen met geslachts
cellen en embryo's', dat mo
menteel in voorbereiding is.
Het onderzoek naar het ge
noom, naar de volledige erfelij
ke code verankerd in het DNA,
acht Plasterk een eigen instituut
waard. Met anderen maakt hij
zich sterk om in de komende
jaren een Centrum voor Ge-
noomonderzoek op te richten.
„Genoom-onderzoek vereist
speciale technieken, maar voor
al ook een andere manier van
denken. Een dergelijke instituut
zou ook een duidelijk aan
spreekpunt voor de biotechno-
logische industrie kunnen
zijn."
De C. elegans, het favoriete proefdiertje van Ronald Plasterk, met jongen en eieren.
foto cpd HENK HELLEMA
Minder gentiaanblauwtjes
Het gentiaanblauwtje dreigt in Nederland uit te sterven. De af
gelopen tien jaar is de vlinder uit 57 van de 136 bekende leef
gebieden verdwenen. Als deze ontwikkeling doorgaat, is de
soort in 2013 hier verdwenen. Dit melden Natuurmonumen
ten en de Vlinderstichting na een landelijk onderzoek. Verzu
ring, vermesting en ook plotselinge vernatting van de grond
zijn oorzaken van de achteruitgang. De voortplanting van de
vlinder blijkt bovendien kwetsbaar. Voor een levensvatbaar
groepje heidegentiaanblauwtjes zijn ongeveer vijfhonderd
plantjes van de soort klokjesgentiaan nodig. Daarnaast zijn
twee soorten knoopmieren van belang: de rupsen van de vlin
dersoort leven ruim tien maanden in de nesten van deze mie
ren. De vlinder komt, naast populaties bij Enschede en Win
terswijk, nog het meeste voor in Drenthe. „De grond is hier
minder verdroogd", aldus een woordvoerster van Natuurmo
numenten. „Bovendien voorkomen beheerders hier dat de
grond te snel weer nat wordt. Vernatting gaat gefaseerd." Bij
een te snelle stijging van de waterstand komen de klokjesgen
tianen onder water te staan. De rupsen en mieren verdrinken
dan. Algemeen gaat het juist goed met de vlinders in Neder
land. De warme zomer en nazomer waren voor het tweede op
volgende jaar gunstig voor deze dieren. Vooral veelvoorko
mende soorten gaat het goed, zeldzame soorten nemen nog
niet in aantal toe.
Leven op aarde eerder ten einde
De aarde is begonnen aan de laatste tien procent van haar le
vensduur, zo voorspelt de geoloog James Kasting van de Penn
sylvania State University in Amerika. Hij berekende dat over
een miljard jaar de oceanen zijn opgedroogd en dat de planeet
een dorre woestenij is geworden. De oceanen komen droog te
staan omdat de temperatuur van de zon stijgt zoals dat ook bij
andere sterren het geval is, zo verklaarde professor James Kas
ting op de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse Associa
tie voor de Bevordering van Wetenschap. De temperatuur zal
stijgen tot 60 graden Celcius waardoor het water op aarde ver
dampt en verdwijnt in de atmosfeer. We hoeven echter niet
bang te zijn dat we meemaken dat de aarde verandert in een
verschraalde woestijn. Lang daarvoor zal de hoeveelheid kool
dioxide in de atmosfeer zo laag worden dat het leven van plan
ten en dus ook mensen onmogelijk is. Astronomen beweerden
altijd al dat de oceanen zouden uitdrogen, maar dachten dat
dat pas over vijf miljard jaar zou gebeuren. „Mijn berekenin
gen laten zien dat de oceanen aanzienlijk eerder uitdrogen",
aldus professor Kasting volgens de BBC. „De berekeningen
zijn wat pessimistisch en presenteren een worst-case scenario,
maar we hebben het altijd nog over een miljard jaar."
Dierengedrag en aardbeving
Internationale aardbevingsexperts en dierenartsen onderzoe
ken gezamenlijk of door het gedrag van bepaalde dieren aard
bevingen zijn te voorspellen. Tijdens een studiebijeenkomst
met tweehonderd deskundigen in het Japanse Kobe bleek dat
onder mper voorafgaand aan de grote beving in die stad (1995)
dieren opvallend en afwijkend verdrag vertoonden, zoals on
rustig heen en weer lopen. Een Chinese seismoloog meldde
dat voor een beving in 1976 bepaalde vogels en vissen zich op
vallend anders gingen gedragen, omdat ze elektromagnetische
golven kunnen voelen. Die eigenschap zou volgens sommige
aanwezigen via genenmanipulatie kunnen worden verbeterd,
waardoor dieren betrouwbare voorspellers van aardbevingen
kunnen worden, aldus het Japanse persbureau Kyodo. Japan
wordt geregeld getroffen door aardbevingen. De jongste deed
zich onlangs voor op het oostelijk deel van het eiland Hokkai
do. De beving h,ad een kfacljt yep.$,,9 (jp,de schaalvan Richter.j
'Schade passief roken overschat' p
Maf
Het verhoogde risico op longkanker door passief roken is klei- org<
ner dan tot nd wordt gedacht. Dat beweren Engelse statistici ge
in het gezaghebbende blad British Medical Journal. Uit analy- n
se van 37 studies naar het effect van meeroken op de gezond- iVe
heid blijkt een verhoogde kans op longkanker van een kwart gt t(
van de niet-rokers. Maar John Copas en Jian Qing Shi van de n p
universiteit in Warwick bestrijden deze conclusie. De uitkomstn a
wordt vertekend door het feit dat het louter gaat om onder- wil
zoeken die al gepubliceerd zijn. Kleinere onderzoeken die or
geen relatie konden vinden of zelfs een negatief verband, zijn jnp
nooit gepubliceerd. Daardoor ontstaat een verkeerd beeld van gzaj
de werkelijkheid. Bij een heranalyse van dezelfde 37 studies enarn
rekening houdend met deze kritische aantekening komt het tus
verhoogde risico op longkanker uit op 15 procent. hnt
j alt
Een tentoonstelling in Enge
land bezoeken over de tijd,
daarvoor moet je natuurlijk in
het overbekende 'hart' van de
tijdmeting over de gehele we
reld zijn: in Greenwich dus. Om
precies te zijn in het 17e eeuw-
se Queen's House in Green
wich Royal Park.
Greenwich is een grote wijk,
meer een forse stad (met een
kwart miljoen inwoners), bin
nen de Londenconglomeratie.
Behalve het Queen's House
omvat het het Royal Naval Col
lege en het Royal Greenwich
Observatory (RGO). De enorme
Londense Millennium Dome
zal er ook worden aangelegd.
Dwars door het RGO loopt de
beroemde nul-meridiaan die de
aardbol in een oostelijk en een
westelijk deel scheidt. De bijna
even beroemde meridiaantele
scoop, waarmee de doorgan
gen van bepaalde sterren wer
den 'getimed' als basis voor al le
tijdmetingen, is er ook nog.
'The Story of Time' is de titel
van deze tentoonstelling, speci
aal ingericht ter gelegenheid
van het nieuwe millennium. De
officiële opening was op 1 de
cember 1999 en de expositie
blijft nog tot 24 september. Bui
ten Engeland is er tot dusverre
nauwelijks aandacht aan be
steed en dat is raar, want het is
zowel kwalitatief als kwantita
tief een unieke gebeurtenis.
Alle aspecten van het begrip
tijd, dat elke seconde van ons
leven bepaalt, komen aan bodl.
Het allereerste uurwerk, Beet-
hovens metronoom, een zand
tekening van de Navajo-india
nen, tijdmanuscripten uit de
tiende eeuw, Albert Einsteins
handgeschreven notities over
zijn relativiteitstheorie: het zijn
enkele van de bijna 600 voor
werpen en documenten die de
organisatoren hebben uitge
stald.
Daarnaast tal van schilderijen,
waarin de tijd een rol speelt,
van grootmeesters als Titiaan,
Dali, Canaletto en Turner. En
natuurlijk een keur van grote,
kleine, adembenemend mooie,
oerlelijke, oude en moderne
uurwerken. „Met deze unieke
tentoonstelling hopen we onze
bezoekers nog eens extra aan
het denken te zetten welke rol
het begrip tijd in hun leven
speelt", zegt dr. Kristen Lippin-
cott, RGO-directeur en conser
vator van de tentoonstelling.
„Ook willen we de rol bena
drukken die Greenwich, in het
bijzonder het RGO, in het nieu
we millennium speelt als uit
vloeisel van een eeuwenlange
tijdtraditie."
Ruim 150 musea, bibliotheken
en kunstgalerieën over de gehe
le wereld stonden voor 'The
Story of Time' kunstvoorwer
pen af die met tijd te maken
hebben. De tentoonstelling is
elke dag geopend van 10.00 tot
17.00 uur, Engelse tijd natuur
lijk.
BEN APELDOORN
Een 'hand-astrolabium' voor verkenning van de ster
renhemel. Het is een van de bezienswaardigheden op
de expositie in Greenwich. foto cpd
|30
I P m
Cryptogram
Horizontaal: 1. Zijn kleding heeft niets om het lijf
(6); 4. Het schoeisel van een haarverzorger (8);
6. Mening van een basketballer (4); 8. Van
weerszijden een handeling (4); 9. Vreemd prikken
om te spotten (9).
Verticaal: 1Uitstekend lichaamsdeel (3);
2. Stimulerende middelen geven in de kerk (5);
3. Zet ze strak voor de wagen! (4); 5. Namen
modellen weg (6); 6. Was goed in de war in Venetië
(4); 7. De baat volgt (4); 8. Beschilderd gordijn (4).
Oplossing van dinsdag:
mare-ramen-Manier
noga-mango-Omgang
rang-argon-Sarong
paar-apart-Tarpan
neer-genre-Engerd
gaar-vraag-Ravage
amen-medan-Dammen
pias-slaap-Paljas
lama-halma-Omhaal
raat-taart-Tartan
Gevraagd woord: MOSTERDPOT
HEINZ