Een modderig gezelschap UIT Sport >E CLUB VAN DE WEEK jt SLOOS sport AANDAG 28 FEBRUARI 2000 het jaar onzes Heeren 1920 richtten de studenten van het Delftse corps een rugby- Lib op. En natuurlijk moest de rivaliteit, die in alle andere vormen en sporten tussen Delftsche en Leidsche Studentenvereenigingen bestond, ook met de ovalen bal ge- alte krijgen. Een vijftiental Leidse studenten stelde zich op tegenover de 'Delfteriken' i in feite was het Leidse Studenten Rugby Gezelschap geboren. Maar daar weet nie- z^and meer iets van. Tot 1960 is niets bekend van de lotgevallen, de hoogte- en diepte- binten, opkomst en ondergang van die eerste aanzet tot het spelen van de Engelse moddersport door de heren van Minerva. CLUBvan deWEEK Leidse Studenten Rugby Gezelschap inds de (nu officiële) oprich ting, veertig jaar na die eerste idstrijd, is de geschiedenis LSRG beter bekend. In de rste jaren speelden de stu- 'M nten mee in de top van het v derlandse rugby. Studenten- nu ims gaven de toon aan en het bu idse studententeam deed n ar volop aan mee. „Dat geldt j g steeds, in zekere zin", ver- Stephan Ong, de president LSRG. „Wij leveren nog :eds spelers aan de topclubs, in het huidige Nederlands tal spelen jongens die bij LS- voor het eerst een rugbybal iraakten." Hij doelt daarmee Mark Schoon, die naar het agse HRC is verkast en nu bij nationale selectie zit. toppers bij LSRG worden geleid hangt samen met de mier waarop het Gezelschap leden werft. Tijdens de inismakingstijd (KMT) van nerva wordt ieder jaar endschappelijk gespeeld te- de Delftse Studenten. Door eerste elftallen, maar ook or bijeen getrokken nieuwe- gen aan beide zijden. „Tij de KMT vragen we grote, vige, snelle of gewoon gezel jongens of ze er zin in heb- n", legt Ong uit. „En als zij die eerste keer hebben SR «gespeeld, blijven ze vaak ngen." Wie eenmaal aan rug- heeft geproefd, heeft de taak te pakken, k bij de vijftien mannen, die h voor de training op deze ude vrijdagavond opwarmen, 'nieuwelingen', mensen die pas sinds een jaar de sport be oefenen. Toch draaien de beide teams van LSRG niet slecht: met relatief weinig ervaring staat het eerste elftal veilig in de middenmoot van de tweede klasse. Het tweede, met nog veel minder ervaring, doet mee in de nationale Coltscompetitie. Dat is een aparte klasse, naast de normale competitie, voor spelers van onder de 18. Dat zijn de studenten natuurlijk niet. „Maar om nou meteen te gen bomen van kerels in de la gere klasse te beginnen, dat is geen goed idee", weet Frank Persijn, tweede-rijspeler van LSRG. „Dan speel je tegen mensen met weinig techniek, maar die wel flink uit de kluiten zijn gewassen. Die tackle je niet zo makkelijk En voor een be ginner is dat echt niet leuk, daar leer je ook niets van." Van spelen tegen jongens met een vergelijkbaar gewicht en vergelijkbare ervaring wél. En natuurlijk van de trainer. De af gelopen drie jaar werd LSRG twee keer per week op de trai ningen bijgestaan door Michiel Sneijders, speler van HRC. Hij moest ermee stoppen vanwege tijdgebrek. Zijn taak als trainer wordt vanaf vanavond overge nomen door een ploeggenoot. Wie is die nieuwe trainer dan? „Krijn", meldt Ong. Krijn wie? „Eh... dat weet ik eigenlijk niet. Jongens, weet iemand de ach ternaam van Krijn?" Veertien hoofden schudden nee. Het maakt ook nog niet veel uit, Krijn is er nog niet. De war- krijgt een wedstrijdbal aangeboden door: Vijf Meiplein 17 - Leiden - Tel. 071 - 576 01 44 OPVALLEND AANWEZIG am: Alfons Groenendijk, ïb: FC Utrecht. d ftijd: 35 jaar. °t{ roep: profvoetballer. ons Groenendijk was giste- in het duel tegen AZ (3-3) t twee treffers de grote man >r zijn werkgever, FC echt. Het leek er na afloop dat Groenendijk twijfelt ;r zijn besluit om er na 18 r profvoetbal aan het eind dit seizoen mee te stop- lP- ^pat zo? Utrecht heeft me gevraagd er nog een jaartje aan wil \kken. Ik moet zeggen, dat nbod deed me wel wat. rt 6 \k t ming-up doen de spelers zelf, via een partijtje touch-rugby. Sneijders is heel belangrijk ge weest voor de Leidse rugbyers, vertelt Persijn. LSRG heeft niet zo n grote ploeg, er zijn geen spelers bij die moeten bukken om een deur door te kunnen. En erg veel snelheid zit er ook niet in. „Dan", zegt Persijn, „moet je je wenden tot de tac tiek. Veel en snel bewegen, in vaste patronen. Slimheid in plaats van brute kracht." Daar schijnt ook een spreekwoord over te zijn, en dat heeft Sneij ders zichzelf en zijn pupillen in de oren geknoopt. Mede daardoor zijn de Leidse studenten twee keer studenten kampioen van Nederland ge worden en twee keer verliezend finalist in de laatste vier jaar. En mede daardoor wonnen zij in 1997 en 1998 de officieuze Eu ropese studententitel. „Dat is een toernooi van rugbyclub HEC, vlak bij Parijs", vertelt Ong. „Wij worden daar ieder jaar voor uitgenodigd en spelen er altijd goed. Ook al zijn we ei genlijk niet de beste 'studen- tenploeg' van Nederland. As- crum, uit Amsterdam, speelt bijvoorbeeld in de ereklasse." Hoe kan een tweedeklasser dan nationaal studentenkampioen worden? „Zij hebben moeite om op een doordeweekse dag, als dat toernooi wordt gespeeld, een volledig team op de been te brengen. En bij Ascrum spelen ook nog veel oud-studenten. Dat kan bij ons niet; als je afstu deert, ga je weg." Een ploeg van louter studenten dus. Maar sinds vier jaar niet al leen maar Minervanen. LSRG stond voor de keuze: óf een stapje omlaag doen, óf ook niet-leden toelaten. Voor dat laatste is gekozen - en bij de vijftien op het veld lopen er vanavond zeven die geen lid zijn van Minerva. Een omslag, maar een die gunstig,heeft uit gepakt. Ong: „Een aantal goede spelers Jarenlang speelde het eerste team van LS RG in de ereklasse, zelfs bovenin. Aan het einde van de jaren '80 kwam daarin ab rupt verandering. Twee keer op rij degra deerden de Leidse studenten, de vrije val stopte in de tweede klasse. Daar speelt de ploeg nog steeds. Die tiveede klasse is wel zwaarder gewor den: ere- en eerste klasse zijn ingekrompen, waardoor sterkere ploegen degradeerden naar het niveau waarop de Leidenaars speelden. Des te knapper is het, dat LSRG vorig jaar de promotie-play-offs haalde. TEAMvan de WEEK LSRG 1 Het Gezelschap liep maar net de finale mis. Daarin zou het zijn uitgekomen tegen de Delftse Studenten, de aartsrivaal, die tegen degradatie uit de eerste klasse vocht. LSRG handhaaft zich dit jaar met gemak in de middenmoot - zij het dat dat voorna melijk te danken is aan een sterke competi tiestart. De laatste paar duels gingen met klein verschil verloren. De ploeg staat vier de op de ranglijst en is daar best tevreden mee, gezien de onervarenheid van veel spe lers. Slechts een enkeling speelde al rugby voordat hij lid werd van de studentencliib, de meesten kwamen pas bij aanvang van hun studie in aanraking met de sport. Net als in de topjaren staat er weer een goed team, met een goede inzet. Maar de ereklasse blijft voorlopig buiten bereik. Om een 'middenmoterig seizoenmet een gou den glans te bekronen, richten de studen ten/rugbyers zich nu op de nationale stu dentenkampioenschappen en de officieuze Europese kampioenschappen voor studen tenteams. En natuurlijk op de trip naar Canada, in mei. vertrok, sommigen naar andere clubs, anderen stopten. Maar op deze manier is dat goed op gevangen, de doorstroming van tweede naar eerste team ver loopt nu vloeiend en ieder jaar krijgen we weer nieuwe men sen erbij. En, niet onbelangrijk, de sfeer is goed." Dat blijkt ook op het veld. Krijn is er nog steeds niet, maar onderling overleg leidt tot geijkte rug- byoefeningen, waarbij iedereen elkaar coacht. „Als er een goede sfeer is, ga je ook beter spelen", meent Persijn. Die goede sfeer vertaalt zich ook in een uitgebreide 'derde helft'. En daar steekt het voor oordeel van de feestende, zui pende studenten de kop op. „Natuurlijk lusten we wel een biertje", lacht Ong. „En mis schien is het inderdaad zo, dat wij wat minder aanleiding no dig hebben om samen wat te gaan drinken. Maar dat heeft iedereen als-ie jong is, en het werkt op ons rugby absoluut niet nadelig." LSRG organiseert ieder jaar ge noeg mogelijkheden tot het 'verbeteren van de teamgeest': een dassendiner, een kilten- feest, zaalrugbywedstrijden, de pan-ovale spelen... „Dat is een fietstocht op de laatste dag dat de sociëteit open is", vertelt Ong. „We vertrekken in Leiden en gaan langs de dorpen in de omgeving. Onderweg doen we zo'n zdveri kroegen aan. Het 'spelen' zit hem in het fietsen en drinken." Maar, zo bena drukken de studenten, dat geestverruimende en team- geestverhogende hoort bij rug by. Achtercï, als de modder uit de haren is gespoeld, met de te genstander op een goede, har de wedstrijd drinken, dat is tra ditie. Ook op sportief gebied kent de club zijn evenementen. Behalve het toernooi in Frankrijk is er elk jaar een trip naar het bui tenland. Dit jaar wordt er ge rugbyd in Canada. Een Canade se uitwisselingsstudent, die vo rig jaar bij de Leidenaars speel de, zei 'kom eens langs'. En dat lieten zijn ploeggenoten zich geen twee keer zeggen. Zo'n trip heeft natuurlijk ook zijn re- geis-annex-tradities: klompen, het LSRG-hoofddeksel en na tuurlijk de clubdas zijn ver plichte kledingstukken. De vijftien man op de training duwen een scrumbok met ver eende krachten over het drassi ge veld. Gaan in een vierkant staan, passen de bal en rennen om naar de overkant. Trappen en vangen, vloeken en zweten. Zij kennen gelukkig de oefenin gen. Krijn komt niet meer vanavond. TEKST ANTON DIEDRICH Naam:LSRG (LeidsStu denten Rugby Gezel schap). Oprichtingsdatum: 14 okto ber 1960. Ledenaantal: rond de 40. Contributie per jaar: 100 gulden. Ledenaanmelding: Alleen studenten, bij Stephan Ong (071-5122751). Hoogtepunt: De finale van het landskampioenschap 1972, waarin nipt van HRC werd verloren. Dieptepunt: De harde val eind jaren '80, toen LSRG in twee jaar tijd twee keer de- FOTO MARK LAMERS je gaat door? ee, dat zeg ik niet. Het is be- igrijk voor mij dat ik zelf het ment bepaal waarop ik stop. t kan over een jaar helemaal ders zijn. Ik wil ten koste van es voorkomen dat een club wegstuurt en ik wil de eer mijzelf houden. Wie zegt hoe ik me over een jaar voel. Jieb de komende tijd dus wat fi ikwerk te doen. In ieder geval iet zeker dat Utrecht mijn tste club is. Het is 100 pro- t zeker dat ik niet bij een b \ateurclub ga spelen. n wedstrijd als gisteren iet je goed hebben gedaan? zonder meer. Hier doe je het voon voor. Na al die jaren in voetballeven merk je dat ren nog steeds een enorme geeft. Heerlijk om dat stadi- dan in vuur en vlam te zet- Ook het applaus dat ik g toen ik eruit moest bezorg- me kippenvel. rs iad bijna nog rood te pak- ie scheidsrechter was gewoon li slecht. Dat zorgde voor veel tatie, ook omdat hij mij igde eruit te sturen als ik zou •r ven praten. Toen ik te laat s met die tackle had hij me lerdaad rood kunnen geven. Pierebadje De VlieL Leiden. Februari 2000. FOTO STEFANIE UIT DEN BOOGAARD GESPROKEN Marianne Timmer In ZSM over het le- ven na haar schaatsloopbaan: „Ik wil boodschapjes zenden. Het klinkt misschien stom, maar dat is wat ik wil. Boodschapjes zenden. Over mensen die prestaties leveren die niet worden gezien, bijvoor beeld. Wat maakt mij beter dan anderen? Ik heb toevallig tivee gouden medailles, maar ieder een doet dingen waarop hij of zij trots kan zijn. Erik Dekker in Sportweek over het feit dat hij niet aan het WK Wielrennen mocht deelnemen omdat zijn hematocrietwaarde te hoog was: „Mijn volle overtuiging was en is dat ik nooit boven de vijftig heb gezeten, ook niet in Verona. Ik ga er nooit boven zitten. Frank de Boer in Nieuwe Re vu over zijn vormcrisis: „Je beseft dat je op een punt ge komen bent: tot hier en niet ver der. Dat je moet vechten om weer op dat hoge niveau te ko men. Óp een gegeven moment verloor ik gewoon de onderlinge partijtjes op scherp! Ik had nog nooit verloren. Die partijtjes waren voor Ronald en mij ge creëerd. Idem over zijn imitator Edwin Evers, die met die creatie veel geld verdient: „Het kwetst me niet of zo, ik hoor het toch nooit. Het gaat al leen altijd over geld. Dat irri teert me soms wel, want zo zijn we helemaal niet. We komen moeilijk van dat stempel af. Jari Litmanen in Voetbal In ternational: „Ik ben een beetje te vergelijken met Rik Smits. Die heeft laten zien dat een Nederlander in de NBA kan slagen. Iets waarin niemand geloofde. Smits is een goede speler voor het team, maar niet de superbasketballer van het kaliber Michael Jordan, Scotty Pippen of Shaquille O'N eal. Dat geldt voor mij ook; ik ben een goede voetballier, maar ik hoor niet tot de grootsten. Idem: „Als ik wakker word, begint mijn wedstrijd. Dan ga ik naar een park, een trainingsveld of bij slecht weer naar een kracht honk. Ik zoek wel een plek. Ik wil het gevoel hebben dat ik iets gedaan heb. Het gevoel krijgen: vandaag is de wedstrijd. Idem: „Ik had al veel Europa Cup-fi nales gezien, toen ik hoorde dat die spelers daar geld voor kre gen. Ik dacht dat die spelers ook de hele dag moesten werken en 's avonds trainen. Net als mijn vader. Karei Aalbers in Voetbal Inter national: We hebben voor de omgeving iets gedaan van: hoezo alleen het westen, ook wij tellen mee. Dat is niet te kwantificeren in geld. Wie over tien jaar terug kijkt, ziet om in verwondering. Idem over zijn gedwongen vertrek bij Vitesse: „Zo voelt het: een rouwproces. Alleen ben ik niet de man die zijn vrouw verloren heeft. Ik voel me als de vader wiens gezin in een klap is weggevaagd. Ik heb niets meer. Rosenborg-spits john Carew in Voetbal International: Maar wat moet ik met PSV? Is die club misschien beter dan Rosenborg? Rosenborg is voor mij het ideale stapje naar de ab solute top. Ik hoef hierna niet nog een tussenstap te maken. Lazio Romaspeler en vrije- trappenspecialist Sinisa Mi- hajlovic over het wetenschap pelijk onderzoek naar zijn specialisme: „Ze kwamen tot de conclusie dat mijn vrije trappen niet we tenschappelijk te verklaren zijn. De manier waarop de bal na mijn trap omhoog gaat en dan plotseling weer zakt om doel te treffen. Dat kunnen ze niet be vatten of verklaren. Mijn vrije trappen zijn niet van deze we reld. Idem: Het mooiste compliment heb ik gekregen van Francesco Toldo, de keeper van Fiorentina. Hij zei dat hij bij een vrije trap van mij het gevoel had met een video spelletje bezig te zijn. Dennis Wise, Chelsea-speler, in Voetbal International over een knokpartij vlak na zijn overgang van Wimbledon: „Na dat incident besefte ik pas dat ik bij een grote club was te rechtgekomen. Dit soort op stootjes vonden bij Wimbledon zo'n beetje iedere week plaats, en nie- mand die er een pro- bleem van maakte. Dit was Chelsea.'W

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 25