Oost-Timorezen kijken vooruit en maken er het beste van
Buitenland
Chirac in het hol van de leeuw: Nederland
MERDAG 26 FEBRUARI 2000
zijn gezondheid het toelaat, bezoekt de Indonesische president Abdurrahman Wahid volgende
ek Oost-Timor. Het is dan precies een half jaar geleden dat de bevolking massaal koos voor onaf-
nkelijkheid. In de weken die volgden, brandden ontgoochelde Indonesische militairen en de door
•n gesteunde milities grote delen van het eiland plat. Het geweld kostte honderden mensen het le-
n. Met steun van de internationale gemeenschap probeert het nieuwe landje-in-voorbereiding er
er bovenop te komen.
THEO HAERKENS
«RESPONDENT
ez'b.
?t man en macht wordt ge-
rkt om het voormalige paleis
n de gouverneur in het hart
n Dili, de hoofdstad van
>st-Timor, op te knappen,
t verfrollers op bamboe-sta-
n worden de vele bogen van
t gebouw, dat nog stamt uit
koloniale tijd onder Portu-
hagelwit geschilderd. De
ormalige zetel van het gehate
donesische bestuur is merk-
iardig genoeg een van de wei-
>e gebouwen in Dili, die on-
schonden is gebleven tijdens
explosie van geweld die
Igde op de volksraadpleging
ji 30 augustus vorig jaar.
rest van Dili, de hoofdstad
tl wat straks Timor Loro Sae
hetep, is één grote ravage,
n zeventig procent van de
omving is vernield. In een
htal straten in het centrum is
ene gebouw na het andere
Ikomen uitgebrand. Daken
i er bijna niet meer. Her en
wiegen wat ijzeren platen
ichteloos in de wind. Op de
ind liggen bergen puin en
■wrongen metaal. Waar voor-
en een winkel zat met im-
t-merkkleding, schermt eén
ergelaten rolluik een lege en
tga.Dlakerde ruimte af. Het ge-
jer uw van de bank is onherken-
3 gar, het hotel een ruïne. Veel
,ucHaten zijn nagenoeg verlaten.
lar heeft niemand meer wat
jwilfcoeken.
ch klinkt hier en daar het ge-
>p van hamers. Mannen met
piwagens voeren zand en ce-
pnt aan en metselaars zetten
h muurtje. Meestal is daar
èn geld voor, velen zijn uit ar-
(i moede maar een kraampje
gonnen met wat frisdrank, si-
retten en spijsolie. Op de
n kt brengen boeren kleine
hoeveelheden fruit, aardappe
len en mais aan de man. De
voedselhulp wordt terugge
schroefd om de landbouw weer
op gang te krijgen. De 'Boule
vard van de Mensenrechten',
die langs het strand en de ha
ven loopt, heeft het monopolie
op verse vis, gedroogde vis en
de doordringende stank van
rotte vis.
Ondanks de misère, het verdriet
en de werkloosheid heerst er
een sfeer van optimisme. Paula,
een serveerster die op Java stu
deerde, straalt: „Het land is ka
pot, maar dat komt wel goed.
We zijn vrij, de mensen vechten
niet meer. Fantastisch."
De haven wordt evenals het
vliegveld even buiten de stad
nog steeds streng bewaakt door
militairen van de internationale
vredesmacht Interfet. Met de
vinger aan de trekker trotseren
ze de brandende zon en de tro
pische buien. Op de kade zijn
zware kranen en vorkheftrucks
in de weer met containers en
pallets. Net als het vliegveld,
waar een dozijn VN-helikopters
in het gelid staat, is de haven
van Dili van cruciale betekenis.
Oost-Timor is platgebrand en
vernield, vrijwel alles wordt via
deze twee knooppunten inge
voerd.
De stroomvoorziening is nog
onbetrouwbaar, maar er is weer
water. Het net van bovengrond
se telefoonkabels is in het infer
no gesmolten, alleen het mo
biele netwerk functioneert en is
tijdelijk aangesloten op dat van
Australië. Een telefoonboek is
er uiteraard niet en nummers
zijn alleen via-via te achterha
len. Maar dat zijn luxe-proble
men.
José de Jesus Pereira (28) heeft
wel wat anders aan zijn hoofd.
Hij zit zonder werk, zijn huis is
afgebrand en hij leeft met
twaalf anderen van het pensi
oentje van zijn oom Inasiu da
Silva (62). De vrouwen en kin
deren van de familie schuilen
achter een paar schotten onder
het doorgezakte en zwartgebla
kerde dale van de schuur. Het
huis waar Inasiu tientallen ja
ren heeft gewoond, heeft geen
dak meer en ook geen ramen.
Alleen de tuin heeft weinig ge
leden: de oleanders staan in
volle bloei. Twee knalrode libel
len zitten elkaar na.
De familie is blij weer in Dili te
zijn. Ze behoorde eind oktober
tot de eersten die met het vlieg
tuig terugkeerden na een on
vrijwillig verblijf van anderhalve
maand in Kupang in het uiter
ste westen van West-Timor,
waar Indonesische militairen
hen heen hadden gebracht.
Hoe gedupeerd ook, José deelt
het algemene optimisme: „We
hebben een hoge prijs betaald,
maar we zijn nu onafhanke
lijk."
Het bezoek van de Indonesi
sche president komende week,
stemt ook Inasiu tevreden.
„Dan kan hij met eigen ogen
zien wat de Indonesiërs hier
hebben aangericht", grinnikt
hij met een verwijzing naar de
oogproblemen van de presi
dent, die overigens werd geko
zen ruim nadat de ravage in
Oost-Timor was aangericht. In
asiu vindt het prima dat er ban
den met het nieuwe en demo
cratische Indonesië worden
aangeknoopt. „Maar het hoeft
geen vriendschap te worden.
Goede buren is meer dan ge
noeg."
Johannes Mantoro, die even
verderop op het restant van een
muurtje zit, is wel blij dat de
banden worden aangehaald.
Hij komt uit de Javaanse stad
Solo en is met een Oost-Timo-
rese getrouwd. „Ik wil best
Twee jongetjes schuilen in een afgebrand gebouw in het centrum van Dili voor de regen.
vrienden zijn, maar ik vind het
veel belangrijker om werk te
vinden om eten te kopen."
Mantoro schuilde met zijn
vrouw en drie kinderen - vijf
tien en zeven jaar en een baby -
na de volksraadpleging enkele
weken in de bergen. „Ik ben blij
met de onafhankelijkheid, maar
ziek van de politiek."
Toch moet er nog heel wat poli
tiek bedreven worden, voordat
Oost-Timor met zijn 700.000 in
woners over enkele jaren een
min of meer gewoon land is. De
bevolking moet weer fatsoenlijk
onder dak. Er moet afgerekend
worden met degenen die ver
antwoordelijk zijn voor de
schending van mensenrechten.
Meer dan 100.000 Oost-Timo
rezen moeten uit West-Timor
worden gerepatrieerd. De de
mocratie moet handen en voe
ten krijgen, de economie van de
grond af worden opgebouwd
en het onderwijs aangepast.
Untaet, het tijdelijk bestuur van
de Verenigde Naties, werkt aan
het oplossen van problemen
die eigenlijk allemaal voorrang
hebben. Dat gebeurt in overleg
met internationale hulporgani
saties, de onafhankelijkheids
beweging en groepen uit de sa
menleving. Tegelijkertijd wor
den de grote lijnen uitgezet
voor de toekomst. Nu de eufo
rie van de vrijheid een beetje is
weggeëbd, wordt duidelijk hoe
lastig dat is.
De eerste barstjes in het front
van de onafhankelijkheidsbe
weging CNRT zijn inmiddels
zichtbaar en de samenwerking
tussen het tijdelijk bestuur Un
taet en andere organisaties
blijkt evenmin zonder strubbe
lingen. „Het is heel normaal dat
niet iedereen hetzelfde denkt",
zegt een hoge CNRT-vertegen
woordiger over de interne te
genstellingen. Najaren sluime
ren, kwamen die aan de opper
vlakte zodra de gemeenschap
pelijke vijand Indonesië was
vertrokken.
De Australische pater Frank
Brennan, die tevens jurist is,
geeft aan waar de pijn zit: De
grootgrondbezitters van voor
de Indonesische overheersing
willen hun eigendom terug,
maal niet zo'n rechtvaardige sa
menleving was'.
De CNRT-vertegenwoordiger,
die niet met zijn naam in de
krant wil, windt zich echter
meer op over de fricties in de
samenwerking met de tijdelijk
VN-bestuurders. „Zij hebben
de macht. Ze rijden in hun dure
landrovers rond, zwaaien met
hun draagbare telefoons en be
schikken over alle hulpfond
sen." Hij vindt dat Untaet on
voldoende naar de bevolking
luistert. Die zit nu al een half
jaar in de ellende en ziet geen
vooruitgang, want er zijn nog
veel te weinig banen.
Veel van liet toegezegde geld
moet nog komen. De werkloos
heid bedraagt tachtig procent.
Bovendien is Untaet erg traag
met het overdragen van verant
woordelijkheden, vindt hij.
„Volgens mij hebben ze geen
idee hoe dat moet. Ik denk
trouwens dat ze evenmin weten
hoe ze orde op zaken moeten
stellen", klinkt het bitter. De
pater glimlacht als hij hierover
hoort. „Untaet moet de belan
gen dienen van alle Oost-Timo
rezen en wil zich natuurlijk niet
uitleveren aan de CNRT, en zo
andere politieke factoren uit
sluiten, zoals als studenten,
vrouwengroepen en degenen
die liever bij Indonesië waren
gebleven."
Tot de laatste groep behoren de
tienduizenden die aarzelen om
uit West-Timor terug te keren.
Velen waren ambtenaar en
stonden betrekkelijk neutraal
tegenover dnafhankelijkheid.
Zij konden met meer autono
mie binnen het Indonesische
staatsbestel heel wel leven en
dat werd hun zeker op het
laatst niet in dank afgenomen.
Deze groep vormt echter de in
keren uit Dili, de hoofdstad van Oost-Timor, gaan sinds een paar maanden weer naar school. Omdat het schoolgebouw is afgebrand, heeft de
jres de klas naar buiten verhuisd. foto gpd theo haerkens 'Oost-Timor voor 1974 hele-
maar het is onwaarschijnlijk dat tellectuele ruggegraat van Oost-
de socialistische Fretilin-fractie Timor. Ze is onmisbaar bij de
daarmee instemt. Dat de grond opbouw van het land waar een
onder verschillende traditionele aanzienlijk deel van de bevol-
regels en wetgeving van de een king kan lezen noch schrijven,
naar de ander is overgegaan, De Oost-Timorese leiders zitten
maakt de zaak niet eenvoudi- met smart op hen te wachten,
ger. Fijntjes memoreert hij dat De onafhankelijkheidsbewe
ging CNRT onder leiding van de
charismatische José Alexandre
'Xanana' Gusmao, is zeer ge
richt op de toekomst en wil niet
al te veel terugkijken. Ze wil het
liefst een algemeen pardon
voor geweldplegers. Maar niet
iedereen kijkt er zo tegenaan.
De katholieke bisschop Belo wil
de ergste misdadigers wel aan
pakken, want anders kan er
geen rechtvaardige samenle
ving ontstaan.
Dat vindt ook Isabel Ferreira,
coördinator van de Oost-Timo-
rese commissie voor de Men
senrechten. „Verzoening is niet
mogelijk zonder dat de daders
zijn gestraft en schuld hebben
bekend", vindt zij en schudt
haar donkere krullen. „Pas
daama kunnen ze weer in de
samenleving worden opgeno
men." Daders en slachtoffers
komen veelal uit dezelfde ge
meenschap en moeten samen
verder. Ook wordt wel verwe
zen naar het tribunaal dat hoge
Indonesische officieren wacht.
„Het kan natuurlijk niet dat
Oost-Timorezen die hetzelfde
hebben gedaan vrijuit gaan",
meent een andere waarnemer.
De kustweg naar Liquisa, even
ten westen van Dili, kronkelt
zich om schilderachtige blauwe
baaien met uitzicht op lieflijke
heuvels die sinds de regentijd
met fris groen zijn begroeid.
Kale zanderige plekken langs de
weg herinneren aan simpele
dorpjes waar nooit elektriciteit
was en die nagenoeg volledig
zijn weggévaagd.
Liquisa was de thuisbasis van
de beruchte militie Besi Merah
Puti, Rood Wit Ijzer, verwijzend
naar de kleuren van de Indone
sische vlag. In deze regio heeft
de terreurcampagne rond de
volksraadpleging de meeste
slachtoffers gemaakt. Merk
waardig genoeg lijkt het proces
van verzoening en herstel van
de samenleving juist hier aan te
slaan.
De Britse politieman Stéve Min-
hinnett onderzocht tot nog toe
180 moorden, maar verwacht
nog een forse stijging omdat
degenen die in steeds grotere
foto gpd theo haerkens
aantallen terugkeren uit West-'
Timor, hem van vitale informa
tie voorzien. Aangemoedigd
door de zeer invloedrijke katho
lieke kerk melden zich meer en
meer getuigen van terreur.
Maar ook daders komen vrijwil
lig, leggen verklaringen af over
hun commandanten en wijzen
aan waar slachtoffers zijn be
graven. Ze claimen dat ze ge
dwongen werden mee te doen
met de Jakarta-gezinden. Bij
weigering zou de eigen familie
worden vermoord of het huis in
brand gestoken. „Door spijt te
betuigen en goed mee te wer
ken, willen ze hun reputatie
zuiveren en hun plaats in de sa
menleving terugverdienen", al
dus de politieman.
Bevrijd van de Indonesische
overheersing, ziet Oost-Timor
zich voor een aantal ideologi
sche dilemma's geplaatst. Het.
wil af van het Indonesisch als
officiële taal en van de roepia
als betaalmiddel. Dat is lastig,
want Indonesisch wordt samen
met Tetun wel het meest ge
sproken. De oude elite wil graag
het Portugees terug, de taal varf
de voormalige kolonisator.
Maar de jeugd voelt meer vooi^
Engels. „Dat is een wereldtaal",
vindt Didi, die van de universi*..
teit droomt maar blij is dat ze
met haar baantje in een restaurv
rant haar tien broertjes en zus-,
jes kan helpen. Pragmatici zoe
ken de oplossing in het sterk
aan het Indonesisch verwante.
Maleis.
De Amerikaanse dollar zou de
roepia moeten vervangen, maar
grote bedragen worden afgere
kend in Australische dollars, die
binnenstromen met militairen,
hulpverleners en avontuurlijke
ondernemers. De keuzes reflec
teren erkentelijkheid voor Por
tugal, jarenlang spreekbuis van
de onafhankelijkheidsbeweging
en reserve ten op zichte van
Australië, dat als enige westers
land de inlijving door Indonesië
erkende. Al doet dat weer niets
af aan de waardering voor de
enorme betrokkenheid van de
zuiderburen op dit moment.
;in volgende week arriveert
ranse president Jacques
rac in Nederland voor een
cieel bezoek van twee da-
Doel is de banden tussen
Ie landen aan te halen,
ar dat zal niet meevallen,
rac treft in de Lage Landen
volk aan dat geen hoge
ik heeft van Frankrijk.
IS CEES VAN ZWEEDEN
RESPONDENT
er Ouwerkerk, sportjourna-
bij het Rotterdams Dagblad,
t Frankrijk tot in de versté
loeken. Hij versloeg er 28
r de Tour de France. Drie
van zijn leven sleet hij al-
op het Franse asfalt. Maar
jaren vielen hem niet mee.
e zomer, als hij zijn 29ste
r doet, hoopt hij een co
in te schrijven onder de kop:
irom Ik Frankrijk Haat.
»t' sportjournalist heeft 24 grie-
verzameld tegen Frankrijk,
a een voor elke Tour. In res-
ants zijn de obers 'slordig',
otels de receptionistes 'on-
rouwbaar en omkoopbaar',
ermarkten zijn 'erger dan in
Moskou van voor de perest-
a', wanneer het gaat om
dienstverlening.
„Een Franse politieman is niet
voor rede vatbaar", zegt Ou
werkerk, die de geüniformeerde
medemens vaak tijdens de Tour
op zijn weg treft. „Dat zie je al
zodra hij met zijn vinger als rui
tenwisser op je afkomt." Ou
werkerk staat niet alleen. „Ik
ken journalisten die geen kans
onbenut laten om Frankrijk in
een kwaad daglicht te stellen",
zegt Henri Wynaendts, voorma
lig ambassadeur van Nederland
in Parijs.
Nu lag de munitie de afgelopen
jaren ook voor het oprapen.
Door Frankrijk greep Onno Ru-
ding naast het hoogste ambt bij
de Oost-Europabank te Londen
en mede door Frankrijk ging de
Europese Centrale Bank aan de
neus van Amsterdam voorbij.
Toen Chirac in 1995 met veel
gerucht het Elysée Paleis bin
nenstormde, begon de splijt
zwammen nog weliger te tieren.
De president 'sloot' de grenzen
met de Benelux om te voorko
men dat drugs uit de 'nar-
costaat', zoals een kompaan
van hem Nederland betitelde,
Frankrijk zouden overspoelen.
„Toch was Chirac niet anti-Ne
derlands, hij was alleen anti
drugs zegt Wynaendts. „Fran
sen zijn helemaal niet tegen
Nederland. Het is eerder zo dat
Nederlanders tegen Frankrijk
zijn."
Wynaendts werd tijdens de
koude oorlog over drugs verwe
ten dat hij te weinig deed om in
Frankrijk het Nederlandse
standpunt voor het voetlicht te
brengen. „Ik stond niet vaak ge
noeg op de zeepkist, zei men",
herinnert de voormalige am
bassadeur zich. „Maar de wer
kelijkheid was dat de Fransen
niet erg in Nederland waren ge
ïnteresseerd."
Dan had zijn collega in Den
Haag, Daniel Bernard, het ge-
makkelijkér. „Hij hoefde maar
een ingezonden brief aan een
krant te schrijven en dat was
het nieuws van de dag." In
maart 1995 vulde Bernard we
kenlang de Nederlandse kolom
men, nadat hij in een vraagge
sprek met NRC Handelsblad
zijn minachting voor de polders
had geventileerd. „Laatst was ik
bij de opening van een grote fa
briek", meesmuilde hij. „Voor
die belangrijke gelegenheid kre
gen we boterhammen te eten.
We kregen ook een glas melk,
maar dat heb ik geweigerd. Ik
koos voor water."
De reacties waren woedend.
Was Bernard niet de personifi
catie van de arrogante Frans
man, niet geïnteresseerd in iets
anders dan zijn eigen cultuur?
Of zeiden de reacties wellicht
meer over de Nederlanders? De
historicus Wesseling dacht dat
laatste. „De associatie 'arrogant
en Fransman' wordt bijna auto
matisch gemaakt", zei hij in de
zelfde krant. „Nederlanders
hebben een groot superiori
teitsgevoel en kunnen daarom
slecht tegen kritiek." Maar dat
is vooral als die kritiek uit de
mond van een Fransman vloeit.
Wesseling: „Als het de Britse
ambassadeur was geweest die
het had gezegd, had iedereen
zich rot gelachen."
Nederlanders hebben dus tegen
Frankrijk een aversie die ze niet
tegen andere grote landen heb
ben, zoals Groot-Brittannië of
Amerika. De vraag is waarom.
Volgens Alain Franco, corres
pondent in Amsterdam voor de
Franse krant Le Monde, komt
die aversie deels voort uit jaloe
zie. Frankrijk heeft exquise wij
nen, grote chefs, toonaange
vende modeontwerpers, hoog
gebergten. „Frankrijk", zegt
Franco, die al elf jaar in de Lage
landen woont, „heeft alles wat
Nederland zöu willen hebben."
Franco meent dat Nederland,
en vooral de pers, allengs chau
vinistischer is geworden. Als
voorbeeld noemt hij een werk
bezoek van Helmut Kohl aan
Nederland, dat de Duitse
bondskanselier destijds wilde
benutten om iets op te steken
over het poldermodel. „De
kranten hadden koppen als
'Kohl krijgt les economie'", her
innert Franco zich.
Maar wat voor hem de deur
dichtdeed, was de wijze waarop
de pers de affaire rond Priem
versloeg. Cees Priem werd als
coach van een wielerploeg ver
dacht van smokkel van verbo
den middelen en moest in af
wachting van zijn proces in een
Frans hotel blijven. Weinigen
twijfelden destijds aan zijn
schuld, maar de coach werd
desondanks door de Neder
landse pers als een held in de
armen gesloten. De fout lag bij
de Fransen.
„Wekenlang werden de lezers
van de Nederlandse kranten als
ganzen uit de Périgord volge
stouwd met misleidende artike
len en eenzijdige informatie",
De Franse president Jacques Chirac
zo fulmineerde Alain Franco
destijds.
Nederlanders hebben niet al
leen een verkeerd beeld van het
buitenland, zegt de correspon
dent, ze verkopen ook een ver
keerd beeld van zichzelf aan dat
buitenland. „Het imago dat Ne
derland verkoopt, is dat van
een leuk land waar iedereen
drie of vier talen vloeiend
spreekt, waar mensen tolerant
zijn, de sociale verhoudingen
harmonieus." Franco denkt dat
foto reuters john schult',
de werkelijkheid een ietsje ge
nuanceerder ligt. Nederlander*
die zichzelf als tolerante men
sen verkopen aan de Fransen,
zijn hoogst intolerant tegenover
diezelfde Fransen.