1 I
Mond- en klauwzeer ligt
nog elke dag op de loer
t
Pyromanen
ZATERDAG 26 FEBRUARI 2000
Draaiboek moet de ramp bij een uitbraak van mond- en klauwzeer zo veel mogelijk beheersen. foto s hans van weel
Draaiboek voor noodscenario binnenkort naar Tweede Kamer
loud- en klauwzeer is een van
de meest besmettelijke
veeziekten voor koeien,
varkens, schapen en andere
ivenhoevigenDe ziekte sloeg
liet laatste toe in 1984 in het
Noord-Hollandse
Lambertschaag. Het inenten
egen de gevreesde veeziekte is
n het belang van de export in
1991 gestaakt. Een aantal
boeren zet het liefste wél de
puit in de koeien om ze tegen
de virusziekte te beschermen,
maar daar wil 'Brussel' niet
aan. De veehouderijsector
begint dit jaar met een
'iergezondheidsfonds van 500
niljoen gulden dat boeren bij
een ramp schadeloos moet
stellen. Een draaiboek met
maatregelen moet een
even tuele uitbraak snel
"indammen. Volgende maand
gaat dit draaiboek naar de
Tweede Kamer. Een kijkje in
het noodscenario.
Annie 27 van boer Kooimans heeft
toch wel rare blaren op de bek.
Ze is koortsig en loopt kreupel.
Kooimans belt jnet angst in zijn hart de vee
arts. Die komt direct en bevestigt zijn don
kerste vermoeden: Mond- en klauwzeer.
Even later rinkelt de telefoon bij de Rijks
dienst voor keuring van Vee en Vlees. Een
specialistenteam raast naar het dorp waar
Kooimans woont. Het bedrijf gaat direct op
slot. Als de kinderen van school thuiskomen,
zien ze mannen in witte pakken rondsjou
wen op het erf. Vader zit met tranen in de
ogen op de stoep. Moeder heeft een paar
borden laten vallen in de keuken. Een agrari
sche nachtmerrie vol individueel boerenver
driet. Maar daar is nu weinig tijd voor, want
het doemscenario dendert door.
De 'Chief Veterinary Officer' zoals de baas
van de veterinaire dienst opeens heet, neemt
de regie in handen. Het crisisteam van het
ministerie van landbouw, natuur en visserij
komt bij elkaar. Een koerier scheurt met
monsters van de veestapel naar het Instituut
voor Diergezondheid in Lelystad. Het ant
woord is positief. En dat is voor boer Kooi
mans negatief: Het bedrijf is besmet. De
spuit moet in alle koeienruggen om erger te
voorkomen.
Het crisisteam kondigt voor heel Neder
land een vervoerverbod voor alle dieren af
gedurende 72 uur, want niet alleen koeien,
ook schapen, varkens en andere 'evenhoevi-
gen' lopen gevaar. Totale stilstand, als wa
pen tegen verspreiding van het virus. Trans
porten van veevoer en melk worden verbo
den. Het liefst zou het ministerie de wind
een waaiverbod opleggen, want zelfs ver
spreiding door de lucht is mogelijk.
Alle contacten van het bedrijf worden na
gelopen. Zakelijke contacten, maar ook
vriendjes en vriendinnetjes van de kinderen
en de leden van de biljartclub krijgen be
zoek. En wat te denken van de rijdende win
kel van Piet, die sinds mensenheugenis ook
bij de familie Kooimans de boodschappen
bezorgt? Overal worden monsters genomen.
De koeriersdienst doet goede zaken. Alle
koeien, varkens, schapen en andere eventu
eel te besmetten beesten in een straal van
één tot drie kilometer rond de boerderij krij
gen een spuit tegen de ziekte en later nog
eens een spuit voor de dood of een stroom
stoot. Alle verdachte beesten worden afge
maakt en gaan naar de verbrandingsovens
van de AVR in Rijnmond.
Nederland neemt 'nul risico'. Gedurende
72 uur wordt ons land opgedeeld in compar
timenten waartussen een strikte scheiding
van transporten plaatsvindt. Her en der kan
de melk weer naar de fabriek en vee naar de
markt of slachtbank. Andere transporten
vervoeren in weken tijd duizenden koeien
naar de destructor. Het virus moet compleet
worden uitgeroeid. Bij twijfel: afmaken.
Dreiging
Is het gevaar voor een uitbraak van mond
en klauwzeer realistisch? Iedereen is bang
van wel. Het ministerie schrijft dat 'de drei
ging van een uitbraak van mond- en klauw
zeer immer aanwezig is'. De Zeeuw Jo Kodde
is vice-voorzitter van de vakgroep veehoude
rij van de landelijke Land- en Tuinbouw Or
ganisatie LTO. Hij was als diergezondheids-
specialist betrokken bij het totstandkomen
van het draaiboek voor mond- en klauwzeer.
Ook hij heeft een boodschap waar je niet
vrolijk van wordt: „Het kan elke dag gebeu
ren. De ziekte heerst in Turkije, Marokko,
delen van Noord-Afrika, Zuid-Amerika en
Azië. De mens heeft zelf geen last van mond
en klauwzeer, maar kan de ziekte wel over
brengen. Een vakantieganger uit Turkije kan
het virus zelfs meenemen. Maar dier-dier-
besmettingen zijn het gevaarlijkst. Daarna
komt besmetting via transporten en dan
door de mens. Het virus kan bovendien door
de lucht worden overgebracht."
Kodde begrijpt de weerstand vap (collega-)
boeren tegen het Europese non-vaccinatie-
beleid. „Het zijn vaak de oudere boeren.
Vroeger werd alles ingeënt en waren er geen
problemen, zo redeneren ze. Ik heb het in
dertijd aangekaart bij Van Aartsen, toen die
nog minister van landbouw was, maar dat
was onbespreekbaar in Brussel. West-Euro
pa heeft de status vrij te zijn van mond- en
klauwzeer. Als je preventief gaat enten, ver
lies je die status en dan loopt de export naar
landen buiten Europa groot gevaar."
Volgens Wageningse wetenschappers heb
ben we al miljoenen uitgespaard door niet te
enten, dus is het economisch niet verant
woord om dieren tegen mond- en klauwzeer
te vaccineren. Kodde: „Maar daar geloven de
boeren niks van en ik heb er zelf ook moeite
mee. Want als je een uitbraak krijgt, is de
ramp niet te overzien. We zijn te riskant be
zig."
Dat weten ze op het ministerie ook. Zon
der schroom schrijft men in het draaiboek:
„Lukt het niet in de eerste fase het virus te
elimineren, dan zal de epidemie zich als een
veenbrand kunnen verspreiden. Dan zal al
gauw het moment worden bereikt waarop
over grotere gebieden een zogenaamde 'ent
deken' moet worden gelegd. De gevolgen
daarvan zullen vergaand zijn en de Neder
landse veehouderij zal naar verwachting
voor jaren van de internationale markt wor
den uitgesloten."
Draagvlak
Op jaarbasis is de export van de veehouderij
(vee en vlees) goed voor zo'n 10 miljard gul
den. Dat gooi je niet zomaar weg dus zal het
draaiboek streng moeten worden nageleefd.
Voor het ministerie is het zaak om 'in vre
destijd' voldoende draagvlak te krijgen. Dan
gaan de boeren niet, zoals ten tijde van de
varkenspest, slepen met beesten waardoor
die ramp groter en groter werd. Kodde is niet
bang voor te weinig draagvlak onder de-vee
houders. „Heel veel mensen vinden mond
en klauwzeer griezelig en afschuwelijk en ze
weten dat we een risico nemen door niet in
te enten. Ze weten ook dat als het politiek
niet bespreekbaar is om te vaccineren, je een
draaiboek moet maken waarmee je de ramp
zoveel mogelijk kunt beheersen."
Streng gelovige boeren willen overigens
niet enten. Ook niet als de veestapel van de
buurman is besmet en er móet worden ge
vaccineerd. Kodde: „Ik heb daarover een ge
sprek gehad met de Reformatorische Unie.
Hun agrarische leden hebben principiële ge
wetensbezwaren. Die zeiden: 'Wij doen de
staldeuren op slot'. Maar ze zouden zich ook
weer niet verzetten als anderen hun beesten
komen enten. Ze zitten veilig met hun geloof
als iemand anders de verantwoording
neemt."
Van een karbonaadje van een pestvarken
wordt een mens niet ziek. En ook melk van
een koe die bij een noodenting is gevacci
neerd tegen mond- en klauwzeer is - net als
vroeger - gewoon goeie melk. En toch krijgt
zo'n koe uiteindelijk een stroomstoot door
het lijf en wordt de melk weggegooid. De koe
wordt zelfs verbrand als risicomateriaal.
Daar hebben Kodde en veel andere veehou
ders nog wel grote moeite mee. „Het argu
ment is voedselveiligheid. Daarover mag
geen enkel discussiepunt zijn, dus wordt «ti
les geruimd. Maar een noodvaccinatie zegt
niets over de kwaliteit van melk en vlees van
zo'n koe. De overheid moet maar eens kei
hard maken of zo'n koe niet meer geschikt is
voor de slacht. Zo'n besluit om alles te rui
men wordt genomen op basis van emotie.
De emotie van de massa die bang is voor de
voedselveiligheid. Niet de emotie van de
boer die goeie koeien ziet verbranden. Aan
de andere kant hebben we ook geleerd van
de missers van de varkenspest. Als je wat
doet, moet je het ook helemaal goed doen."
De varkenspest. Die kranen vol varkens
boven kadaverwagens staan menigeen nog
op het netvlies. Maar een koe, een kalf, een
schaap en een lammetje zijn stuk voor stuk
nog aaibaarder dan de roze dikhuiden. De
minister van landbouw die een mond- en
klauwzeerepidemie over zich heenkrijgt,
wacht als verantwoordelijke voor zo'n mas
saslachting waarschijnlijk de politieke
destructor.
Ter afsluiting nog één keer het draaiboek:
„Ook het - in voorkomende gevallen moge
lijk massaal - moeten doden van dieren op
besmette en preventief te ruimen bedrijven,
heeft brede zorg. Deze bestaat er met name
uit dat deze maatregel, hoewel uit veterinair
oogpunt noodzakelijk, mogelijk door de
maatschappij op een bepaald moment niet
langer zaJ worden geaccepteerd. De ver
wachting is gerechtvaardigd dat de grenzen
in maatschappelijke acceptatie bij het doden
en in grote hoeveelheden afvoeren van run
deren. varkens, geiten en schapen eerder
zullen worden bereikt."
RIEN FLORIS
Onze Taal
Niets is helemaal goed of helemaal
slecht. De schoonste zaken hebben
wel hun schaduwkant, en heel ver
keerde organisaties doen ook wel
eens iets verstandigs. Zelfs de Ne
derlandse Taalunie. Onlangs bleek
namelijk dat de Taalunie de Vlaam
se regering heeft geadviseerd het
dialect van Belgisch Limburg niet te
erkennen als te beschermen min
derheidstaal. Bravo! Heel verstan
dig. Nu nog hopen dat er ook wordt
geluisterd naar dat advies.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Het
komt doordat enkele jaren geleden in
Europees verband is afgesproken dat de
verschillende landen van de EU een beetje
zuinig zouden zijn op hun minderheidsta
len. Dat is mooi. En ook nodig, want er zijn
landen in Europa die in feite niets liever
doen dan hun minderheidstalen met wor
tel en tak uitroeien. Dankzij deze Europese
afspraak zal dat niet gaan, en zo verdienen
talen als het Baskisch en het Fries nu be
paalde rechten.
Geen mens heeft bij die afspraak gedacht
aan het dialect van Veurne, aan het
Zeeuws, aan het Katwijks, aan het Twents,
aan het Hagelands, het Kennemerlands of
het Algemeen Beschaafd Venloos. Toch za
gen allerlei liefhebbers van regionale dia
lecten en varianten van het Nederlands
hun kans schoon en eisten, met een beroep
op dat handvest van de Europese Unie, de
erkenning van hun type Nederlands als te
beschermen minderheidstaal.
De pleitbezorgers van het Nedersaksisch,
in het oosten van het land. is het als eer
sten waarachtig gelukt. Het Nedersaksisch
heeft officiële erkenning als minderheids
taal verworven. Toen dat gebeurde schreef
ik: „Dat we een paar gekken hun gang laten
gaan die kleine verschillen willen opblazen,
met overheidsgeld stimuleren, en opfokken
tot aparte talen. Pyromanen zijn het."
Dat was goed gezien, al zeg ik het zelf.
Want het was voorspelbaar dat binnen
de kortste keren de voorstanders van het
volgende dialect bij de regering op de stoep
zouden staan. Dat waren dan de lui van het
Nederlands-Limburgs. En gelukt. Logisch,
want na het Nedersaksisch waren er weinig
argumenten meer over om het Limburgs te
weigeren. Enkele weken geleden meldden
de Zeeuwen zich. En aan Belgische kant
staat nu dus het dialect van Belgisch Lim
burg om erkenning te vragen. Wat begon
als een binnenbrandje, dat bij wijs beleid
gemakkelijk te blussen viel, is intussen dus
al een fikse brand geworden.
De Nederlandse regering heeft verzuimd
advies te vragen aan de Taalunie. Niet
best, want men heeft zichzelf daartoe wet
telijk verplicht. De Vlaamse regering be
wandelt wel de voorgeschreven procedure,
vraagt advies aan de Taalunie omtrent het
Limburgs, en krijgt de raad er niet aan te
beginnen. Zo staan de zaken op dit mo
ment. Je houdt je adem in.
Heeft de Nederlandse regering dan hele
maal geen advies gevraagd? Ja, volgens
het krantenbericht dat ik hier voor mij heb,
is advies gevraagd aan het Meertens-Insti
tuut en aan professor A. Weijnen. Mooie
adviseurs zijn dat. Het Meertens-Instituut
is het Amsterdamse instituut dat zich be
zighoudt met dialectstudie, en Weijnen is
algemeen erkend de nestor van de Neder
landse dialectologie. Da's dus bij de duivel
te biecht gaan. En weet-je wat deze 'advi
seurs' nu zeggen? Dat het Limburgs heus
heel anders is dan het Nederlands (dat zal
zo wezen; ze worden een leven lang van
overheidswege betaald om de verschillen te
vinden) en dat de Taalunie alleen maar een
politieke mening heeft, geen wetenschap
pelijke.
Uiteraard is de mening van de Taalunie
een politieke mening. Een verstandige
taalpolitieke mening. Zoals ook de voor
standers van zo veel mogelijk kleine min
derheidstaaltjes een politieke mening heb
ben, maar een heilloze. Welnee, zeiden de
pleitbezorgers van het Nedersaksisch, toen
ik destijds somber voorspelde dat weldra
tal van andere dialecten erkend moesten
worden: het gaat heus alleen maar om het
Nedersaksisch. Enfin, dat is intussen wel
gebleken onjuist te zijn. Het Nederlandse
Limburgs is al erkend, en het Zeeuws en
het Belgische Limburgs staan te wachten.
Als erkenning onvermijdelijk is, stel ik
voor om meteen alles vrij te geven en
ook het Katwijks, het Veurnes, het Apel-
doorns en het Herents te erkenning, waar
door de facto de erkenning van geen enkele
waarde meer is.
Waar wordt straks nog Algemeen Be
schaafd Nederlands gesproken? Enkel bij
mij-in huis. En 's zomers ook wel in de tuin.
Tegen die tijd zal ik een verzoek indienen
om het ABN te erkennen als te beschermen
minderheidstaal.
JOOP VAN DER HORST
universitair docent Nederlands