'Rond mijn veerstigste wordt het lastig' I ZATERDAG 26 FEBRUARI 2000 Bart de Graaffkomt na vele ziektes en tegenslagen toch weer terug ,,Het was effe niet best.Bart de Graaff (33) kijkt terug op de maanden dat hij kanker in zijn mond liad, zijn donornier verloor, een herseninfarct kreeg en zijn vriendin er vandoor ging. Nu is hij weer voorzichtig aan het werk voor zijn geesteskind BNN, waarvan hij een volwaardige omroep wil maken. ,,Als ik geen positief mens was, kon ik net zo goed meteen van de toren springen. Over ziekte, tegenslagen en de toekomst. ,,Ik zou geen seconde twijfelen als ik een varkensnier kon krijgen. 9 Ik kreeg ifieens ontzettende pijn in mijn mond. vooral onder mijn neus en in mijn rechterwang. Binnen de kortste keren was het enorm opgezwollen. Ik ging er mee naar de tandarts. Die begreep er niets van, want aan mijn tanden en kiezen man keerde niets. Hij vertrouwde het natuurlijk niet, maar het heeft nog wel twee maanden geduurd voordat duidelijk was dat ik kanker in mijn mond had en ik kon worden behan deld. Het is een vorm die nooit voorkomt, al thans niet in je mond. Ik was de eerste. Die kanker was het gevolg van een ver waarloosde ziekte van Pfeiffer. Omdat ik een donornier had. moest mijn afweersysteem na de transplantatie met medicijnen worden onderdrukt, anders zou die nier worden af gestoten. Maar daardoor werkte mijn afweer niet en kon de ziekte van Pfeiffer doorwoeke ren. Daarom is het ook zo'n zeldzame vorm, want bij anderen is het afweersysteem goed genoeg om dat tegen te gaan. Als je geen af weersysteem hebt, krijg je makkelijker kan ker. Ik had het anders ook kunnen krijgen, maar nu had ik een verhoogd risico. Om de kanker te bestrijden, moest mijn donornier er weer worden uitgehaald. Het is dus niet zo dat die nier niet functioneerde en ik daarna ziek ben geworden. Na het verwij deren van de nier heb ik nog een hersenin farct gehad en een epileptische aanval. Op de foto kon je zien dat het een grote bloeding was. maar als een geluk bij een ongeluk is een deel van de hersenen beschadigd dat je niet gebruikt, waar geen vitale functies zit ten. Toch is mijn korte geheugen sterk ver minderd. Als jij zegt dat je Henk heet, heb ik over vijf minuten geen idéé wat je naam is. Alles én iedereen van vóór dat infarct zit nog perfect in mijn geheugen. Mensen die ik vijf of tien jaar ken, geen enkel probleem. Maar mensen die ik na die hersenbloeding heb ontmoet, ben ik bijna allemaal weer verge- Gezichtsvermogen Door het infarct is mijn gezichtsvermogen minder geworden. Mijn ogen zijn niet be schadigd, maar 'de ogen in mijn hersenen' werken alsof ik nog maar één oog heb, ze re gistreren een deel van het plaatje niet. Dat is lastig met lezen. Bij ondertitels op tv moet ik constant mijn hoofd heen en weer bewegen. Maar die regels gaan zo snel, dat kan ik niet bijhouden. Het lezen van kranten en tijd schriften kost veel tijd, maar die tijd kun je tenminste nemen. Je went er aan, je past je aan, maar dat gaat niet van de ene dag op de andere. De dokter zegt dat het weer goed kan komeh, maar dat het zeker anderhalf tot twee jaar zal duren voor het beter wordt. Ik moét geduld hebben. Ik train mezelf in de auto met nummerborden van auto's die voor me rijden. Ik lees die, probeer er een paar minuten niet aan te denken en het me dan te herinneren. Dat lukt nog niet echt. Soms onthoud ik nog wel een telefoonnum mer, maar pas had ik in een restaurant iets besteld. Na een kwartiertje zei ik tegen de ober: wat heb ik in godsnaam besteld? Het is altijd weer een verrassing wat ik te eten krijg. Het gaat redelijk goed met me. ja echt. Het was effe niet best, die acht, negen maanden, maar de kanker is weg. de boel is schoon. Of ficieel ben je pas genezen als het drie jaar niet terugkomt, of vijf jaar, dat weet ik niet precies, maar het ziet er in elk geval gezond uit. Dat infarct had veel erger kunnen zijn. Ik had ook gedeeltelijk verlamd kunnen raken. Dan had ik helemaal opnieuw moeten leren lopen en praten. Dat is niet gebeurd. En mijn persoonlijkheid is ook niet veranderd. Het is alleen ontzettend jammer dat ik die getrans planteerde nier weer kwijt ben. Het leven dat ik dankzij die nier kon leiden, was zeer de moeite waard. Bij mij paste dat redelijk. Ik moest me wel in acht nemen, maar kon veel doen. Werken, vakantie, uitgaan. Ik had niet Bart de Graaff: „Ik weet dat ik niet oud zal worden, maar daar verander ik toch niks a mijn hele leven met die nier kunnen doen, maar elk jaar dat de kwaliteit van je leven verbetert, is de moeite waard. Ik heb nu een vaste uitgang in mijn li chaam, waarop ik een draagbare spoelunit kan aansluiten, 's Ochtends, begin van de middag, eind van de middag en 's avonds, zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. moet ik me een kwartiertje afzonderen om mijn bloed schoon te spoelen. Want daar hoopt het gif zich op als je nieren niet wer ken. Dat spoelen doet geen pijn en ik hoef er niet van bij te komen. Ik verkies deze manier boven die van drie dagen per week in het ziekenhuis. Dan hoef je wel niet elke dag ge spoeld te worden, maar je bent wel drie hele dagen uitgeschakeld en je moet een dieet volgen. Ik kan nu alles eten en drinken wat ik wil en ik kan redelijk functioneren. Ik werk ook weer een a twee dagen per week. Meer niet, want ik ben nog erg snel moe. Mijn eer ste reportage voor BNN na mijn verblijf in het ziekenhuis was voor de thema-avond over gevangenissen. Daarvoor zijn we naar Zutphen geweest. Aan het eind van de dag was ik bekaf en heb ik de hele weg terug naar Hilversum in de auto geslapen. Je hoort wel eens: ach, dat is toch niet zo erg, dat je niet meer kunt sporten, niet meer op vakantie, niet meer een avond doorzak ken, niet meer fulltime werken, dat je veel moet slapen. Natuurlijk, het is niet het ergste dat je kan overkomen. Maar als je gezond bent, haal dat dan maar eens weg. Dan is het leven ineens een stuk minder. Daarom kan ik ook zo kwaad worden op mensen die geen donorcodicil hebben. Mensen die zeggen: ja, als je er een hebt, dan zullen artsen je eerder opgeven omdat ze jouw organen willen. Hou toch op! Droevig, die angst voor een codicil. Alsof ze je met opzet dood laten gaan. Dat is toch klinkklare ónzin! Menswaardig Ik kan zonder donornier nog redelijk leven, maar anderen niet. Een donornier verandert je leven, al is het maar vier, vijf jaar. Het zorgt voor een menswaardig bestaan, voor meer levensvreugde. Het geeft inhoud aan je leven. Ik heb nu twee transplantaties achter de rug, maar als ze me morgen zouden bel len met de mededeling dat ze het nog een keer willen proberen, doe ik het meteen. Al duurt dat betere leven maar één of twee jaar. En xenotransplantatie, een orgaan van een dier, vind ik ook geen enkel probleem. Als ik morgen een varkensnier kan krijgen, dan twijfel ik geen seconde. Geen seconde. Of een gekloonde nier. Maakt me niet uit. Over tien jaar kan dat misschien. Het is toch heer lijk als je een nieuw hart, een nieuwe lever of wat dan ook kunt krijgen waardoor je weer een fatsoenlijk leven kunt leiden. Tot op zekere hoogte ben ik een vechter, een doorzetter. Zolang er een kans is, al is die maar heel klein, wil ik een leven leiden als ieder ander. Dat kan. Het meeste gaat vanzelf. Het wordt vanzelf weer avond en na drie maanden denk je: hé, het gaat weer iets beter. De teleurstelling, het verdriet over zo veel tegenslagen, slijt langzaam. Maar het slijt. Maar alleen met de hulp van de juiste mensen. Mijn moeder, bij wie ik nu woon, mijn vader, mijn zus, de nieuwe vriend van FOTO GPD ROLAND I I khvjlii mijn moeder en een aantal vrienden; alle maal geweldige mensen op wie ik al mijn he le leven kan rekenen. Zonder hen zou ik het niet redden, had ik het er beslist ook veel moeilijker mee gehad dat mijn vriendin een eind aan onze relatie heeft gemaakt, juist toen ik in het ziekenhuis lag. Dat was niet leuk. Dat geldt voor iedereen in zo'n situatie, maar als je zoals ik nogal in de schijnwerpers staat, valt het meer op. Maar onze relatie was gewoon voorbij, er was niets meer. En als er niets meer is, heb je meer aan de mensen die er al je hele leven voor je zijn. Teleurstellingen Ik weet niet of ik me tegen teleurstellingen heb gewapend. Een rot moment is en blijft een rot moment, net als bij ieder ander. Maar ik ga bijvoorbeeld niet 'effe' langs het ziekenhuis. Ik sta er niet van te kijken als ik voor controle naar het ziekenhuis moet en ze zeggen dat ik een paar dagen moet blijven. Dat kun je een vorm van jezelf wapenen noemen. Maar ik waag me nooit af of die kanker terug kan komen Het is dat we het er nu over hebben, maar verder denk ik daar gewoon niet aan. Anders zou ik gierend gek worden. Ik denk aan dingen die ik leuk vind en die belangrijk voor me zijn. Ik weet dat de artsen af en toe een foutje hebben gemaakt, dat het een beetje lang heeft geduurd voor ze in de gaten hadden wat er met me aan de hand was. Maar het blijven ook mensen. Ik ben misschien een domme lui, maar ik voel er niets voor om artsen of een ziekenhuis een proces aan te doen. Die artsen hebben me overwegend geholpen, zijn een grote steun geweest. Dat vind ik veel belangrijker. Ik ge niet van elke dag die goed gaat, al leef ik niet louter bij de dag. Ik denk redelijk vooruit. We gaan vóór september met BNN naar een an der pand en we krijgen straks meer zendtijd. Vijf uur tv per week. Net als de andere pu blieke omroepen moeten we wettelijk voor geschreven percentages brengen aan infor matie, kunst, cultuur en dergelijke, 's Avonds in bed kijk ik naar het plafond en denk over programma's, over wat ik zelf weer kan gaan doen. Niet elke avond, ik ben nog niet heel erg bezig met BNN, maar ik weet wel dat we straks meer zullen doen dan de Teringtub- bies of mensen uit hun bed schoppen. Je moet alles aandurven, we zijn tenslotte een jongerenomroep. Dan gebeurt het wel eens dat je denkt: was dat nou verstandig? Ik heb een keer ruzie gehad met de buurvrouw van Jaap Jongbloed, omdat die hem had ge waarschuwd dat ik hem 's nachts wakker zou komen maken. Jaap was er dus niet en dat nam ik die mevrouw kwalijk. Het deel dat ik met haar ruzie maakte vind ik nog steeds in orde; zolang mensen er zelf bij zijn kan het mij niet brutaal genoeg. Maar ik vind het niet goed dat ik daarna alleen tegen de camera nog een rotopmerking over haar heb ge maakt. Dat zal ik niet meer doen. Dat geldt ook voor Eddy Zoëy, die als on ervaren tv-maker ineens heel veel moest doen, omdat ik onverwachts voor lange tijd was uitgeschakeld. F.ddy had geen acht, ne gen jaar tv-ervaring, hij was nog maar net begonnen. Ik vind dat hij het geweldig heeft gedaan, maar er waren ook wel momenten waarvan je kunt zeggen: moet dat nou? Dal neem ik hem helemaal niet kwalijk, omdat die enkele misser heel begrijpelijk is. Zijn se rie 'De Liegende Hollander' had ik graag ge daan. Dat was nou typisch iets van: er is geen middenweg, je vindt het leuk of niet. Dat is eigenlijk wat ik wil met BNN. Soms is het heel specifiek en soms gaan we te ver. Als je dat niks vindt, kijk je naar de thema avond. We denken nooit bewust: we gaan eens lekker over die grens heen, maar het kan gebeuren. Dat hoort bij BNN. Beeldbepalend Verder zijn we straks een gewone omroep en ben ik ook niet constant in beeld. Het zal niet meer de grote Bart de Graaff-show zijn. Ik zal wel een programma maken, maar ik ben niet meer het beeldbepalende gezicht, zoals in het begin. Met vijf uur per week op televisie zal mijn aan- en afwezigheid ook minder opvallen dan nu. Juist omdat alles nu nog in dat ene uurtje zit, is het zo beeldbepa lend wat één presentator doet. Dat is hetzelf de als één uur RTL met èn André van Duin èn Henny Huisman èn Ron Brandsteder. De een is populairder dan de ander, maar dat wil niet zeggen dat de een beter is dan de an der. Ik heb helemaal niet het idee dat BNN al leen bestaat bij de gratie van mijn aanwezig heid op het scherm. In het begin van mijn ziekte zag je een kleine inzinking, maar dat is allang voorbij. Dat is zeker de verdienste van Eddy en Ruud de Wild. Ik vind het wel op merkelijk dat iedereen die zondagavond ont houdt en veel minder die serieuze thema avonden op maandag. Straks zullen we nog meer een mix brengen en zal mijn rol alleen maar minder belangrijk worden. Ik ga in elk geval een serie maken, maar ik weet nog niet goed wat dat zal worden. Geloof me, wat had ik Big Brother graag willen bedenken. Ik denk dat John de Mol 's avonds in zijn bed, als-ie naar het plafond ligt te kijken, zich helemaal suf lacht. Big Brother is het beste dat ooit is verzonnen. Briljant bedacht en verkocht over de hele wereld. Ik wist dat het een succes zou wor den, maar zó? Nee, absoluut niet. Het is nu een rage, elke omroep doet er iets mee, komt met een variant. De Bus, de Ambulance, de Politie, noem maar op. Van de publieke AVRO met 'De Mol' tot de grootste commer ciële bagger bij NET 5. Ik denk er ook over na, natuurlijk. Je moet het zien als een winkel waar de zuurballen- lolly's ineens als een trein lopen. Dan móet de winkel aan de overkant ook zuurballenlol- ly's gaan verkopen, anders gaat-ie op de fles. Als wij het ook gaan doen. moet het minder kosten, want Big Brother is erg duur. En ik wil dat het een eigen gezicht, een eigen iden titeit heeft. Doen we met 'Bier, zweet en tra nen' ook. Dat is een variant op de reality tv, die zich ook over alle omroepen heeft ver spreid. Maar darr wel een afgeleide met een heel eigen gezicht en specifiek voor jonge- In het ziekenhuis heb ik wel even het idee gehad dat het over was, omdat ik zo vreselijk moe en ziek was, maar ook daar had ik toch al vrij snel weer het idee dat ik naar BNN wil de. Nu ben ik nog veel positiever, ben weer meer bezig met de toekomst Ik weet dat ik niet oud zal worden, maar daar verander ik toch niks aan. Ik ben nu 33 en rond mijn veertigste zal het wel lastig worden. Als ik daar lang over na zou denken, kan ik beter meteen van de toren springen. Ik pleeg roof bouw op mijn lichaam, maar het alternatief is thuis zitten en niks doen. Niet lopen, niet werken, helemaal niks. Dan zou ik misschien nog tien jaar langer leven, maar in zo'n leven heb ik geen zin." DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 43