NGEN ^VOORBIJGAAN Schietende SS'ers en krijgsgevangenen in duikerpak Leiden Regio STADSGEZICHT ERDAG 26 FEBRUARI 2000 a s Harenberg kwam op 10 tember 1938 ter wereld op de rsweg. Zes maanden na zijn i oorte verhuisde hij naar de isburgersingel IA, het ikpand met de Stationsweg iapr nu De Bruine Boon is estigd. In deze aflevering van Dingen die Voorbijgaan vertelt renberg hoe hij als zesjarig igetje Duitse krijgsgevangenen ic se bommen zag ruimen in de isburgersingel, exact op de plek waar nu naar één of meerdere blindgangers wordt gezocht. Daarnaast verhaalt hij over zijn journalistieke loopbaan bij de Nieuwe Leidsche Courant en over zijn werk als gemeentevoorlichter in Leiden. In 1972 vertrok Harenberg naar de stad Groningen waar hij nog steeds woont en werkt als waarnemend hoofd van het bureau Voorlichting van die gemeente. Leidenaars blikken terug op hun verleden s Boon is gevestigd, stond t h december 1944 staat in Wheugen gegrift. Mijn lier stond rond kwart voor lochtends op de stoep van Jjnsburgersingel met melk- ISchipper uit de Haverzak- Tt te praten. Het was een mige dag en op een gege- poment keek de melkboer ■bog en zei: allemachtig, kijk nou eens. De zon weer kaatste in de vliegtuigen die er aan kwamen. Ik vergeet het nooit meer: de stofwolken, de schreeuwende mensen en de geur van cordiet van de bom men. Bij de eerste aanval ver dween een uitbouw van wat nu een deel van het Museum voor Volkenkunde is, in puin en stof- r' ^dKlarenberg: „Mijn oudste broer heeft mij in zwembad De Zijl le- wemmen. Ik werd het water in gedonderd en zwemmen maar. Ik ?P5pp bijna..." foto han de graaf wolken. Een ogenblik daarvoor stond er nog een groep angstige mensen tegen de muur te schuilen. Mijn moeder heeft nooit meer over die eerste aan val willen praten. Dat beeld heeft haar nooit meer losgela ten. Na de oorlog is er op die plek een wit kruis geplaatst ter nagedachtenis aan de slachtof fers. Het weghalen van dat kruis heeft mij erg veel pijn gedaan. Tussen de middag ben ik met mijn vader, moeder, twee zus sen en broer naar Wassenaar gegaan. Er zou weieens een tweede aanvalsgolf kunnen ko men. Toen we op de Morsweg liepen, kwamen de vliegtuigen opnieuw. In een café in de Hak- bijlenbuurt vlak voor de spoor wegovergang hebben we onder de tapkast geschuild tot het bombardement over was. Het is de enige keer dat mijn ouders in een kroeg waren... Later die middag zijn we veilig in Wasse naar gearriveerd. Van de hon gerwinter herinner ik me nog dat we bij mijn grootouders suikerbieten aten. Ze werden schoongeborsteld, want bij het schillen ging er te veel verloren. Vervolgens werden ze in repen of plakken gesneden en boven het potkacheltje gestoomd. In mei 1945 keerden we terug in Leiden. In september of oktober 1945 was er in de Rijnsburgersingel voor ons huis een grote op- ruimactie. Ik was zes jaar en kwam teruglopen uit de Pas teurstraat waar ik naar school ging. Rond 12.15 uur werd ik ter hoogte van de huidige Valkbrug tegengehouden door militairen. Er was een afzetting wegens bommenopruiming. Na her haald uitleggen dat ik vrijwel op de plek des onheils woonde en dat mijn moeder heel bezorgd zou zijn als ik niet thuiskwam, mocht ik toch passeren. Van evacuatie van omwonenden was toentertijd geen sprake, dus van achter het huiskamer raam op de eerste verdieping kon ik alles op de voet volgen. Ik zag het tafereel van mijn le ven. Machtig vond ik dat en ik hoefde 's middags niet naar school. Duitse krijgsgevange nen waren onder gewapend toezicht van geallieerde militai ren in rubbervlotten bezig met het zoeken en bergen van niet ontplofte Engelse bommen. En kele gevangenen hadden een duikersuitrusting aan - met van die klokken met een patrijs poort en loden schoenen - en zochten de bodem van de Rijnsburgersingel af. Anderen waren belast met het optakelen en aan land brengen van het wapentuig. Hoeveel bommen er precies boven water zijn ge komen, kan ik mij niet herinne ren, maar het waren er min stens zes. Ik weet zeker dat er ook aan de Morssingelkant van de Rijnsburgerbrug is gezocht en gevonden. Het zijn niet mijn enige herin neringen aan de oorlog. Ik weet nog dat achter in de tuin van Amicitia (nu stadscafé Van der Werff, red.) SS-officieren zaten die met hun pistolen eenden in de singel doodschoten. Ze wil den die beesten op hun bord hebben. Ik stond voor het raam en sloeg het tafereel gade. Mijn moeder riep dan: kom hier, daar kijk je niet naar. Ik heb dierbare herinneringen aan mijn jeugd. Het huis aan de Rijnsburgersingel was fantas tisch. Het had een grote speel- zolder. Het Schuttersveld was een eldorado, met aan de sin gelkant een klein parkeerterrein en daarna tot aan de spoorlijn alleen maar weiland. Er lag al tijd water en ik heb daar ontzet tend veel gegraven en de plas sen met elkaar verbonden. Bij het Zwarte Pad voeren we met een bootje door de sloten en stalen we tomaten uit de kassen die daar stonden. Ik heb ook veel door de stad ge zworven. Vrijdag was er vee markt bij molen De Valk en ik speelde op de oude joodse be graafplaats die daar vlak naast de molen lag. Zwemmen deden we in de Overdekte of De Zijl. Een pokkeneind lopen, herin ner ik me nog. Mijn oudste broer heeft mij in De Zijl leren zwemmen. Ik werd het water in gedonderd en zwemmen maar. Ik verzoop bijna... Ook hadden wij thuis grote biscuitblikken waarvan we de deksels vastsol- deerden. We verbonden die blikken met elkaar zodat we een vlot hadden. Het water was immers bij ons voor de deur. Hele zeeslagen hebben we gele verd tegen de jongens van de Maresingel. Ik heb een ontzet tend leuke jeugd gehad. Daar hou je een goed humeur aan over en dat is bepalend voor de rest van je leven. Na de ULO ging ik een jaar wer ken bij Ijzerhandel Van der Vliet en De long aan de Nieuwe Rijn, daarna wilde ik naar de Zeevaartschool. Mijn moeder stamde uit een Katwijkse zee mansfamilie, waarvan een aan tal leden op zee is gebleven. Zij was dan ook geen voorstander van mijn wens te gaan varen. Toen ik 16 was, heb ik mijn ou ders omgepraat, ben naar de Zeevaartschool in Rotterdam gegaan en werd ik radiotelegra fist bij de koopvaardij. Dat heb ik niet te lang gedaan want ik had in de gaten dat het een ein dig beroep was. In 1962, ik was inmiddels ver loofd, kwam ik bij de Nieuwe Leidsche Courant. Het was de dag van de treinramp bij Har- melen. De krant zat op de hoek van de Narmstraat en de Steen- straat. Het was een protestants- christelijke krant, ik kwam daar als leerling-journalist en deed van alles. Zaterdagvoetbal met Quick Boys, Rijnsburgse Boys en Katwijk, in avond- en nacht diensten kopij van correspon denten bewerken. Maar ik was bijvoorbeeld ook politieverslag gever. Ik was eens op een persconfe rentie in het bureau aan de Zonneveldstraat. Dat was een dagelijks gebeuren waarin het nieuws werd meegedeeld. Op een keer zei de dienstdoende inspecteur tegen het verzamel de journaille: nu moet ik jullie iets vertrouwelijks vertellen. Dat was ongebruikelijk, want altijd werden de initialen, leef tijd en woonplaats van ver dachten genoemd. Dit keer echter niet. Er werd meege deeld dat er drie jongens op verdenking van winkeldiefstal waren opgepakt en verder niks. Ik ging niet akkoord met de handelwijze van de politie, ben daar opgestapt en op de redac tie naar de postcommandanten gaan bellen. Al snel bleek dat de drie opgepakte jongens burge meesterzoontjes waren die door de politie werden be schermd. Het kostte die politie- inspecteur bijna zijn baan. Na een halfjaar bij de NLC was ik derdeklasser terwijl er voor de leerlingentijd eigenlijk twee jaar stond. Het was keihard werken, maar het was een erg leuke tijd, die periode van we deropbouw. In 1965 schreef ik nog een serie reportages over gezinnen die in het centrum woonden, in lekkende en te kleine huisjes. Daar stond de schimmel op de muren en wa ren de kinderen vaak ziek. Er was veel armoede en er waren schrijnende toestanden. Het waren die crepeergevallen die met voorrang naar nieuwe wo ningen in Zuid-West gingen. Maar die gezinnen gingen na twee weken gillend terug naar waar ze vandaan kwamen. Ze misten hun familie en dachten dat ze in Zuid-West in Siberië woonden. In 1966 werd de krant opge kocht en fuseerde met Trouw. Daar wilde ik niet werken, dus ben ik bezweken voor een baan bij de gemeente Leiden als voorlichter. Dat was best wel moeilijk want ik voelde me als journalist God en als ambte naar was je maar niks. In eerste instantie had ik die functie dan ook afgewezen maar goed, er moest brood op de plank ko men. Jan Lelieveldt was toen de eerste voorlichter in Leiden. Een pionier op zijn gebied. Een geniale pionier mag ik wel zeg gen. We hebben Kinschot en Van der Willigen meegemaakt als burgemeester. Samen met Lelieveldt heb ik in Leiden de eerste begrotings krant geschreven. We maakten de saaie gemeentebegroting aanschouwelijk door er ver haaltjes bij te schrijven en er een foto bij te plaatsen. Het was Lelieveldt's idee, ik schreef de tekst. De krant werd huis-aan- huis verspreid en was de eerste in zijn soort in Nederland. Het was een openbaring. Lelieveldt en ik stonden als ambtenaren aan de kant van de burger en niet aan die van het bestuur. Dat was natuurlijk een rare situatie. Ik weet nog dat begin jaren zestig de Mytyl school voor meervoudig licha melijk gehandicapte kinderen wilde verhuizen van het cen trum naar de Vogelwijk. De be woners daar kwamen in op stand want dachten dat hun huizen minder waard werden. Zij wisten niet beter of die kin deren waren geestelijk gehandi capt. Artsen zaten toen nog vaak in een ivoren toren. Ik wil de de omwonenden in begrij pelijke taal uitleggen dat die kinderen helemaal niet gek wa ren. Met heel veel pijn en moei te heb ik de doktoren kunnen overtuigen daar iets over te zeg gen. Uiteindelijk is het boekje er gekomen en de school ook. In 1971 kreeg Leiden burge meester Vis. Een regent van de oude stempel. Vis vond voor lichting maar moderne flauwe kul en zei: daar doen we niet aan. Zo was er onder het stad huis een informatiecentrum voor de burgers geopend. Het was de tijd waarin de buurtver enigingen werden opgericht. Dat infocentrum moest dicht van Vis. Toen wist ik genoeg. Niet lang daarna ben ik naar Groningen vertrokken." ERIC-JAN BERENDSEN FOTO HIELCO KUIPERS t de Leidsch Dagblad LEIDERDORP-De Leiderdorpse ge meenteraad nam gisteren afscheid van twee raadsle den. Marietje van der Molen (links) en Riet Uhlen- beck, samen een strijdvaardig pro gressief duo vor mend, gaan ver huizen naar res pectievelijk Leiden en Hazerswoude. Burgemeester Van der Have kreeg van de dames een geitje voor de kin derboerderij in de Houtkamp. foto archief leidsch dagblad ANNO 1975 Woensdag 26 februari ALKEMADE/LEIDEN - "Wat mij betreft komt er nooit enige samenwerking met de gemeente Leiden", merkte het Alkemadese raadslid Van Duijkeren (Gemeentebelangen) op tijdens de raadsvergadering van deze week toen de stich ting van een streekenergiebedrijf nog even ter sprake kwam. De Leidse raad veegde het voor stel om een streekenergiebedrijf in het leven te roepen van tafel. "Ik ben ontdaan", aldus Van Duijkeren, "over de manier waarop wij door de gemeenteraad van Leiden aan de kant zijn ge zet". De raad van Alkemade besloot om de raadsleden van Leiden de notulen toe te zen den van de januari-vergadering waarin het streekenergiebedrijf ter sprake is geweest. HAZERSWOUDE - De woorden 'rechten' en 'plichten' beheersten het brugge-incident, dat zich manifesteerde aan de Hazerswoudse Loe- teweg. In opdracht van het polderbestuur zou den een paar mannen de brug, die de vaste oe ververbinding vormt tussen de Loeteweg en het Pad van Harkes, gaan verwijderen. En een paar boomkwekers uit het Hazerswoudse sierteelt- gebied hebben dit verhinderd omdat zij de brug niet kwijt willen. De kwekers gebruiken de brug voor hun werk. Als de brug verdwijnt moe ten zij zeker vijf kiliometer omrijden. Volgens wethouder J. de Wit van Openbare Werken moet het onderhoud van de brug rusten op de schouders van de boomkwekers. Die zijn het daar dus niet mee eens. "Als wij daaraan be ginnen, kunnen we blijven betalen voor de brug". Om te voorkomen dat de brug zou wor den gesloopt plaatsten de kwekers twee auto's op de brug, zodat de opdracht van het polder bestuur niet door kon gaan. Wat er nu zal gaan gebeuren is niet bekend. In elk geval zei één van de kwekers: "Als die brug wordt wegge haald, zal ik een schade-claim indienen van tienduizend gulden". ANNO 1900 Maandag 26 Februari RIJNSBURG - Nooit hebben wij het kerkge bouw zoo stampvol, zoo dicht bezet gezien als bij de gelegenheid deze week, toen ds. H. Van Druten zijn 25-jarige Evangeliebediening her dacht. Het zal den geachten jubilaris zeker ver heugd hebben, zoovele ambtsbroeders en afge vaardigden van kerkelijke corporaties aanwezig te hebben gezien. LEIDEN - Naar aanleiding van de klachten over den toestand van het gas te Bussum, be sloot de Raad - gezien ook het desbetreffend verzoekschrift van ruim honderd verbruikers - een commissie van onderzoek voor de gasfabri- catie te benoemen. De directeuren der gasfabrieken te Amster dam, Utrecht en Leiden zijn hiertoe gekozen. Het Leidsche gas moet dan toch wel van ex- tra-qualiteit zijn, dat het tot voorbeeld wordt genomen, want van de drie genoemde deskun digen stonden er twee vroeger en staat er één thans nog met de Leidsche gasfabriek in be trekking. Folo's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing een ingevulde cheque (geen overschrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 Bi) 18 in /wart wit) op te sturen naar het leidsch Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54, 2300 AB Leiden of door contante betaling aan de balie van het leidsch Dagblad aun de Roosevellstraat 82. U ontvangt de foto binnen drie weken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 15