is geen jatten
%-
ZATERDAG 19 FEBRUARI
JUTTEN
Maarten Boon: 'Ik benadeel niemandhaal gewoon de rotzooi van het strand'
Oud-bouwvakker en hoefsmid
('paardenpedicure') Maarten Boon is de
bekendste jutter van Texel. In het
vakantieseizoen neemt de 46-jarige vrijbuiter
toeristen mee langs de vloedlijn. Het jutten is
hem met de paplepel ingegoten. Letterlijk. Als
jochie moest hij al drie maanden achter elkaar
ingeblikte pap eten, die door zijn vader op
strand was gevonden.
Maarten Boon houdt van ver
halen vertellen. Sterke ver
halen. Over drank bijvoor
beeld. Sterke drank. „Mijn opa was strand
jutter, net als ik. Voor mij is het een hobby,
maar opa jutte uit armoede. Op een dag
vond hij op het strand een vat van 200 liter.
Hij rolde het de duinen in, draaide de stop
eruit en proefde. Alcohol! Pure alcohol! Het
spul moest wel met de helft water worden
aangelengd, anders was het te sterk om te
zuipen. Had hij dus mooi 400 liter sterke
drank. Hij nodigde iedereen uit om een bor
rel te komen drinken. En nog een. En nog
een. Er was toch zat. Regelmatig ging hij met
een melkbus de duinen in om drank te ha
len. Maar na een tijdje kwam er geen drup
pel meer uit het vat. Toch was het niet leeg.
Opa hakte hel m^t een bijl open. Bleek er
een aap in te zitten. Een aap! Op sterk water!
Waarschijnlijk was dat beest voor onderzoek
onderweg naar een laboratorium."
De lach van Maarten Boon buldert als
windkracht 9. Lachspieren veranderen zijn
sik in een Romeinse triomfboog. „Een dooie
aap!" De jutter wist zich de tranen uit de
ogen met een petje dat zo vet is, datje er een
krachtige bouillon van kunt trekken.
We staan in een oude stuurhut. Het huisje
komt van een Texelse vissersboot en ligt al
jaren bij Boon in de voortuin, omspoeld
door een zee van gejutte rotzooi. Boeien. Vis
tuig. Nettend rijvers. Visboxen. Hout. Vaten.
De tandloze vuurmond van een opgevist
scheepskanon houdt de beestenbende onder
schot. Het roestige geschut is afkomstig van
een Duitse torpedobootjager die in de Eerste
Wereldoorlog voor de rede van Texel op een
Britse mijn liep.
In de stuurhut staat de marifoon afge
stemd op de Kustwacht. Uit de luidspreker
gorgelt onafgebroken een monotone stem.
Voor een leek klinkt het als een snipverkou
den Hottentot die onder de douche in zich
zelf staat te mompelen. Maar Maarten Boon
vist uit de woordenstroom nuttige informatie
op over golfhoogten, scheepsbewegingen en
het weer. Daarnaast vertrouwt hij op zijn ei
gen stormwaarschuwing: de hanglamp in de
schuur. De stang is met een touw verbonden
met de boom voor het huis. Als de wind aan
takken rukt, deint en stampt de lichtcirkel
heen en weer tot in de donkerste oksels van
de schuur.
Eend ekuukentjesweer
Maar vandaag hangt de lamp roerloos. „Het
is eendenkuukentjes weer. Dan valt er niks te
halen op het strand. Ik moet een zootje
slecht weer hebben. Storm. Hoe beroerder,
hoe beter. Want dan is de kans het grootst
dat er wat aanspoelt. Al wordt het allemaal
wel minder de laatste jaren. Er zijn bijna
geen scheepsstrandingen meer. Schepen ko
men niet meer zo dicht onder de kust. En het
containervervoer nekt ons. Vroeger had je
veel meer stukgoed en deklading. Hoe hoger,
hoe mooier. Bij een partij storm wilde de
zaak nog wel eens gaan schuiven en over
boord slaan. Dan lag het strand vol. Prachtig!
Dat klinkt hard, maar een jutter moet het
van andermans ellende hebben. Maar dat
moet een autospuiterij en een uitdeukerij
ook."
Strandjutten is verboden en dus strafbaar.
Alles wat op het strand aanspoelt moet offi
cieel worden aangegeven bij de hoofdstrand
vonder (de burgemeester). „Maar een jutter
geeft meestal niks af. Of je moet een contai
ner vinden met parapluhandvatten. Daar
kun je niks mee. Als je iets aangeeft, heb je
recht op tien procent van de waarde, met
een maximum van tweehonderd gulden.
Maar aangeven is een uitzondering. Toch is
jutten geen jatten. Pas als iemand iets mist,
dan ben je aan het jatten. Maar ik benadeel
niemand. Ik haal gewoon de rommel van het
strand. De eigenaar heeft er toch niks meer
aan. De spullen zijn nat geworden en het zou
te veel geld kosten om ze op te halen. Boven
dien heeft de verzekering toch allang be
taald."
Sinterklaas
Jutten zit de Texelaars in het bloed. „Vroeger
ging iedereen het strand op als het stormde.
Maar tegenwoordig zijn er nog hooguit tien
echte jutters. Het worden er steeds minder.
Het Juttersmuseum is een meer dan spannende rommelzolder.
Iedereen heeft tegenwoordig een klokkie,
maar niemand heeft meer de tijd om uren
lang langs het strand te lopen. En we hebben
het te goed. Wie kan er nog blij zijn met een
aangespoelde fles? Ik wel. Ik. maak er een
scheepje in. Maar zelfs mijn kinderen zeggen
nu al: Pa, je bent gek dat je met een zootje
slecht weer het strand op gaat. Maar ik ben
een vrijbuiter. Het is een verslaving. Het is
avontuur. Jutten is net Sinterklaas - je weet
niet welk cadeautje je krijgt."
Maarten Boon wijst naar de puinhoop
rond zijn huis. Pardon, op de spullen rond
zijn huis „Dit is geen rommel!", briest hij.
„Ik recycle alles. Zo krijgen die spullen weer
waarde" Hij toont voorbeelden van zijn
noeste huisvlijt: Een kachel gemaakt van een
Deens biervat en een radarreflector. Een tafel
van aangespoeld hout. Een onderdeel van
een gedemonteerde bom doet dienst als as
bak. Deksels van visboxen vormen een tuin
schutting. Nettendrijvèrs veranderden in
krukjes en vogelhuisjes. Ook de huifkar,
waarmee Boon in het vakantieseizoen toeris
ten meeneemt langs de vloedlijn, is in elkaar
gespijkerd van afvalhout. De huif is een cata
maranzeil. Een kist voor zwemvesten uit een
reddingssloep doet dienst als bok. De boom
is gemaakt van een lantaarnpaal en houdt
twee reusachtige Shires in het gareel, de
grootste paarden ter wereld.
Soms braakt de zee iets eetbaars op het
strand. „Toen ik een jochie was vond mijn
vader een partij blikken met custard. We
hebben er drie maanden pap van gegeten."
Zelf trof hij eens een vat met zestig liter rode
wijn aan en blikken kippensoep in poeder-
vorm. „Ik heb het eerst aan de honden te
vreten gegeven. Ze raakten er niet van aan de
schijt, dus was het eetbaar."
Spullen die niet recyclebaar zijn, krijgen
een plaatsje in de schuur, waar Maarten
Boon voor toeristen vertelavonden houdt.
Het is een bizarre verzameling jachttrofeeën.
Hij toont een fles met een akelig wit lapje
lijk. „Jaren geleden stortte een F-16 in zee.
Vind ik bij de Slufter een stukkie piloot. Ik
heb het op sterk water gezet. Maar je wil
toch weten welk stuk van de piloot het is. Ik
naar de huisarts. Maar die wist het niet. Later
bleek dat die piloot heelhuids uit zijn vlieg
tuig was gesprongen en dat ik de maag van
een kabeljauw had gevonden."
Hollywood
Tussen de trofeeën ligt ook een pakje sigaret
ten van het merk 'Hollywood'. Maarten
Boon bewaart er mooie herinneringen aan.
„Zeven jaar geleden spoelden er twaalf con
tainers met sigaretten aan. Toen m'n broer
tje een partijtje wilde jutten, werd hij betrapt.
Hij kreeg een bekeuring van 1750 gulden.
Maar ik nam een rol vuilniszakken mee,
waadde 's nachts tot mijn nek door de Wad
en wist drieduizend sloffen 'Hollywood' te
pakken te krijgen. Tax Free. Ik heb ze via een
kennis in Duitsland aan de man gebracht.
Van het geld heb ik een bootje gekocht. Het
heet de 'Hollywood' en ligt in Oudeschild,
tegenover het douanekantoor."
Het kostbaarste dat Maarten Boon ooit
van het strand plukte, was een boei bar
stensvol elektronica om golfhoogten te me
ten. Waarde 42.000 gulden. „Ik heb dat ding
van vijftienhonderd kilo de duinen in weten
te martelen. Maar wat moet je er mee. Ik heb
Jutter als gastheer
Vingerbijters werden ze genoemd, de jutters die er
vroeger niet voor terugdeinsden de vingers van aan
gespoelde lijken te bijten, om zo de gouden ringen te
bemachtigen. Tuig van de richel was het, dat met
misleidende vuurtjes schepen naar de gevaarlijke
kust lokten om de lading te bemachtigen. Verzach
tende omstandigheid edelachtbare: ze deden het uit
bittere, bittere armoede.
Tegenwoordig gaat het er heel wat vreedzamer
aan toe. Maar jutten is nog steeds avontuurlijk.
Maarten Boon vertelt erover tijdens huifkartochten
met zijn 'Juttersplezier', die hij op werkdagen houdt.
Zo'n tocht kan uitstekend worden gecombineerd
met het Juttersarrangement van Landall Green Pares
'Sluftervallei' in Cocksdorp, op het noordelijkste
puntje van Texel. Het bestaat onder meer uit een jut-
tersdiner, bezoek aan het Juttersmuseum een tocht
over de Waddenzee met de garnalenkotter TX 10
'Emmie
Informatie en reserveren: 0222-31.62.25 (huifkar
tochten); 0222-31.62.14 (arrangementen).
Noordzee is vuilnisvat
Het is het rommeligste museum van Nederland, tot
de nok volgestouwd met troep die door de Noordzee
op het strand van Texel is gesmeten. Maar dat maakt
het Maritiem en Juttersmuseum juist tot een ge
heimzinnige en spannende rommelzolder en een
leuke stranding van een paar uur voor het hele ge
zin.
„Je moet hier niet naar de materiële waarde van
de strandvondsten kijken. Het gaat om de emotione
le waarde en de gekke, spannende, rare en soms
ontroerende verhalen er achter." Rondleider Bert
Koning illustreert die inleiding met een paar voor
beelden. Een flesje Falcon-bier bijvoorbeeld, afkom
stig uit het rampschip 'Harold of Free Enterprise' en
een vleugel van de ferry HSS 'Stena Discovery', die
tftssen Hoek van Holland en Harwich in de proble
men raakte.
Tussen poppen, honderden schoenen, kreeften
vallen uit Normandië, brandwerende pakken, red
dingsboeien, zwemvesten, blikjes en bordjes met
onbegrijpelijk opschriften, kratten, manden, rotzooi
van booreilanden, 3500 flessen (sommige met een
briefje er in), hangt ook een roestige vogelkooi met
het pluizige kadaver van een papegaai. De botten
steken er doorheen. „Waarschijnlijk was een zeeman
het beest zo zat, dat hij het met kooi en al overboord
heeft gegooid."
De collectie groeit dagelijks. Kinderen kunnen hun
vondsten in het museum inleveren in ruil voor een
Juttersdiploma. „Ze vinden altijd wel iets", zegt Bert
Koning, „want de Noordzee is één groot vuilnisvat."
Het museum schenkt ook aandacht aan de
scheepvaart in vroeger eeuwen, de visserij, het
loods- en reddingswezen, de veerdienst, archeolo
gisch onderzoek en de Verenigde Oostindische
Compagnie, die Texel gebruikte om vers water in te
nemen. Ook de winning van zeegras krijgt volop
aandacht. Het gedroogde materiaal werd vroeger ge
bruikt als vulling voor stoelzittingen en matrassen.
Bert Koning: „Texel leverde ook aan de Cunard en
de Star Line. Het is dus niet onmogelijk dat er Texels
zeegras zat in de stoelen aan boord van de 'Titanic'.
Elke dag - om 11.30 en 13.30 uur - worden jutters-
verhalen verteld. Bijvoorbeeld over die Texelse boer,
die op het strand een kistje met gouden munten
vond. Toen de politie er lucht van kreeg en aanklop
te voor een huiszoeking, liet de juttende agrariër de
goudschat in de strooppot zakken. De politie keerde
onverrichter zake huiswaarts. Van de buit kocht de
boer een grote hoeve. Die kreeg de naam 'De
Strooppot'.
Het Maritiem en Juttersmuseum, Barentszstraat
21, Oudeschild, is open van dinsdag tot en met za
terdagvan 10 tot 17 uur. Info: 0222-31.49.56.
m
i
In zijn huifkar'Juttersplezier' neemt Maarten Boon toeristen mee langs de vloedlijn, foto gpd edokooiman
aangifte gedaan bij Rijkswaterstaat. Ik had maakt. Stel je voor: een barbecue van twee-
recht op tweeduizend piek. Ik kreeg er maar en-veertig-duizend-gulden."
tweehonderd. Meer wilden ze niet geven.
Een collega vond ook zo'n ding. Die dacht: AAD STRUIJS
laat Rijkswaterstaat maar barsten. Hij heeft
van die golfboeimeter een barbecue ge-