ZATERDAG 19 FEBRUARI 2000 istma keerde ook het fenomeen van de burgemeestersvrouw terug in de stad. Jan en Roelie vormen een onafscheidelijk duo. Zijn aanstelling was na inden van speculaties groot lieuws. Zijn installatie was een happening met veel fwaardigheidsbekleders en veiligheidsmensen die zich grote zorgen maakten over mogelijke taartwerpacties. rnrna werd het stil en bleef tstil. In het eerste jaar van burgemeesterschap zijn de udiensten van Jan Postma voor een belangrijk deel onzichtbaar. Toch valt de nvermijdelijke vergelijking met zijn voorganger Cees 'koop voor menigeen in het voordeel van Postma uit. Het is in het begin vooral wennen. Dat geldt voor iedereen. Zo is het voor de leden van de gemeente raad iets nieuws dat de vergaderingen voortaan op tijd beginnen. De nieuwe burgervader kent geen Leids kwartiertje. Terwijl iedereen nog zo'n beetje de raadszaal binnen druppelt, be gint hij aanvankelijk tot ieders verbazing om klokslag acht uur. Want zo staat het op de agen da. De burgemeester slaat zich dapper door de klussen die het burgemeesterschap nou een maal met zich meebrengt. Hij feliciteert hon derdjarigen en maakt kennis met zo veel moge lijk Leidenaars. Hij speldt op Koninginnedag de gebruikelijke lintjes op, maar niet nadat hij daags tevoren met trillende handen heeft geoe fend op een rijtje ambtenaren. Hij verbiedt een vechtsportgala en verhuist uiteindelijk van Den Haag naar de Witte Singel. Achter de schermen een harde werker die altijd goed beslagen ten ijs komt. In het openbaar een wat verlegen man. Geen snelle babbel, geen vlotte toespraak, eer der een langdradig college. Vriendelijk, degelijk en een beetje saai. Slechts vijf maanden na zijn aantreden wordt Postma tijdens zijn vakantie getroffen door een hartinfarct. Dp gebeurtenis, die hij overigens pas meldt nadat hij eerst tien dagen in een Frans ziekenhuis heeft gelegen, wakkert de ge ruchten aan dat hij het niet naar zijn zin zou hebben in zijn nieuwe baan. Kan hij die zware taak wel aan? De burgemeester wil er niets van horen. Vijftigers krijgen wel vaker een hartaan val. En eenmaal hersteld zou hij zijn werk weer voor de volle honderd procent kunnen oppak ken. Het herstel duurt vijf maanden. Half decem ber pakt Postma de draad weer op. Politiek is er in de tussenliggende maanden nogal wat ge beurd. Er is één wethouder vertrokken, er zijn twee nieuwe wethouders aangetreden en de ge meentesecretaris heeft zijn vertrek aangekon digd. Bovendien is op een geheel ander front in een vergadering met de regiogemeenten inmid dels de eerste aanzet gegeven voor wat korte tijd later het Rijnstad-plan zou worden. Bij zijn installatie als burgemeester geeft Jan Postma zichzelf een jaar de tijd om Leiden tot in alle hoeken en gaten te leren kennen. „Na een jaar hoop ik de totaliteit van de gemeenschap te kunnen overzien", zegt hij bij zijn officiële ambtsaanvaarding. Hoewel hij wegens ziekte vijf maanden afwèzig is geweest, zit het kennis makingsjaar er inmiddels op. Tijd dus voor een tussenstand. Kromme tenen Tijdens zijn eerste optredens als voorzitter van de gemeenteraad, zitten de raadsleden geregeld met kromme tenen. Dan laat de burgemeester een discussie volledig ontsporen of weet hij niet hoe hij om moet gaan met een motie of een in terruptie. En moeten gemeentesecretaris Klaas de Vries en loco-burgemeester Tjeerd van Rij te hulp springen. 'Afhameren', fluisterden ze in het oor van de hulpeloos om zich heen kijkende burgervader. Van Rij kan er achteraf om lachen. Hij is niet anders gewend dan dat hij zijn burge meester geregeld terzijde moet staan. „Goekoop moest ik in zijn laatste jaren soms nog de naam influisteren van de man of vrouw die aan het woord was." Het ergste geklungel is inmiddels achter de rug, oordelen de raadsleden. Alhoewel zijn op treden op de nieuwjaarsreceptie ook geen hoge ogen gooit. Het valt de aanwezigen op dat hij voor zijn speech zenuwachtig op zijn briefje staat te kijken met een gezicht van 'mag ik al?' Maar ach, burgemeester zijn is een vak datje al leen maar in de praktijk kunt leren. Wat aan loopproblemen zijn daarbij onvermijdelijk. En iedereen haast zich te melden dat Cees Goe koop in de eerste jaren na zijn aantreden ook beslist niet zo'n getapte jongen was. In het eerste jaar van zijn burgemeesterschap is Jan Postma niet veel naar buiten getreden. Oké, hij is verantwoordelijk voor het gerucht makende politie-optreden op het Trekvaart plein en voor de politie-inzet bij een aantal ont ruimingen. En natuurlijk heeft hij ook de leiding van het crisisteam dat erop toeziet dat de jaar wisseling rustig verloopt. Maar of het uitblijven van grote problemen in de millenniumnacht aan de burgemeester kan worden toegeschre- Stille diplomatie Wie gaat zoeken, kan toch nog wel wat verbor gen wapenfeiten van Postma ontdekken. Steven Engelsman, de directeur van het Museum voor Volkenkunde, is ervan overtuigd dat het vooral aan de inspanningen van de burgemeester te danken is dat Leiden probleemloos 2,7 miljoen gulden subsidie kreeg voor het Sieboldhuis. De museumdirecteur en cultuurwethouder Alexan der Pechtold hoefden bij wijze van spreken het geld alleen nog maar op te halen in Den Haag, zo goed had Postma de zaak in stille diplomatie Voorbereid. Engelsman: „Postma is naar mijn mening zijn gewicht in goud waard." De Haagse contacten van de burgemeester komen wel vaker goed van pas, al zijn de resul taten niet altijd in klinkende munt uit te druk ken. Belangrijke informatie nodig van het één of andere ministerie? Postma heeft aan één belle tje genoeg. Behoefte aan een second opinion De burgemeester weet de juiste persoon feilloos te vinden. Brandweercommandant Foort van Oosten: „Je zegt: Jan, dit en dat moet gebeuren. En voor je het door hebt, heeft hij het geregeld en is alles in kannen en kruiken." En niemand die achteraf hoeft te weten dat de burgemeester de hand heeft gehad in de binnengehaalde sub sidie of het rake advies. De bescheidenheid van de burgemeester heeft natuurlijk ook een keerzijde. Jan Postma is een jaar na zijn aantreden nog wat onzichtbaar. Heeft in de stad nog nauwelijks smoel en heeft in het college nog geen stevige positie verwor ven van waaruit hij Tjeerd van Rij en Jan Laurier enig tegenwicht kan bieden. De twee spraakma kende wethouders drukken volgens velen een te zwaar stempel op het stadsbestuur. „Het lijkt dikwijls of Van Rij de burgemeester is. En dat idee had ik niet alleen toen Postma ziek was", moppert Kees Klerks, voorzitter van Leiden Pro- motie/VW. In het hanteren van de voorzittershamer en het dragen van de ambtsketen mag Postma dan nog niet zo bedreven zijn, wel vertrouwd is een ander stuk gereedschap dat hij heeft meegeno men uit zijn tijd als hoogste ambtenaar op Fi nanciën: het aantekenboekje. Heel gedegen maakt hij tijdens gesprekken met Jan en alle man aantekeningen van klachten en verzoeken. Die worden vervolgens doorgespeeld naar wet houders en ambtenaren die ermee aan de slag moeten. Niet iedereen is gecharmeerd van deze nogal ambtelijke werkwijze. Kan de burgemees ter niet eens een keer met zijn vuist op tafel slaan en zelf het initiatief nemen? Kleurloosheid Staat het aantekenboekje voor de één symbool voor de kleurloosheid van de burgemeester, an deren zien hierin een bewijs dat Postma werke lijk geïnteresseerd is in de mensen met wie hij spreekt. Het is een opmerking die steeds terug komt: Jan Postma heeft echt belangstelling voor mensen. Hij luistert aandachtig, en staat op re cepties niet tegelijkertijd driftig om zich heen te kijken wie hij verder nog de hand moet schud den. En ook dat is wennen, na achttien jaar Goekoop. De vergelijking met de vopge burgemeester is natuurlijk onvermijdelijk. De flamboyante Goe koop versus de grijze Postma. De cabaretier die de kroegbaas erop wijst dat hij best wat langer open mag blijven nu de baas van de politie aan de bar zit, versus de rustige heer die vriendelijk groetend samen met zijn vrouw op zaterdag op de markt zijn boodschappen doet. De burge meester die niet de moeite neemt om zijn stuk ken te lezen en vervolgens wel een vergadering gaat voorzitten, versus de burgemeester die zich heel goed in de materie verdiept voordat hij er een woord over wil zeggen. Het valt op dat de vergelijking tussen Goe koop en Postma bij mensen die geregeld op het stadhuis te vinden zijn over het algemeen uit valt in het voordeel van de huidige burgemees ter. Goekoop had dan wel een onovertroffen presentatie, op de wat inhoudelijker punten is Postma hem met gemak de baas. Of zoals een raadslid het uitdrukt: „Je huurt een burgemees ter ook niet in als lolmaker op feesten en partij en." Een gouden troef van Postma, is dat met hem het fenomeen burgemeestersvrouw is terugge keerd in Leiden. Waar Goekoops vrouw altijd in Amsterdam bleef wonen, nam Roelie Postma tijdens de 3-oktoberoptocht de honneurs waar voor haar man die ziek op bed lag. Nu haar man weer op de been is en de verhuizing naar Lei den achter de rug, vormt het echtpaar bij offici ële gelegenheden maar ook gêwoon op straat een onafscheidelijk duo. Zo verrassen de Post- ma's de plaatselijke WD door op de nieuw jaarsreceptie van de liberalen spontaan binnen te komen waaien. Ze hebben toevallig op de re ceptie van de 'eigen' PvdA gehoord dat er elders in de stad nog een ontvangst is. Roelie heeft intussen veel harten gestolen. „Ik vind haar ook zo'n aardig mens", biecht onaf hankelijk raadslid Daan Sloos op. „Altijd zo aar dig als je haar samen met Jan op straat tegen komt. Goekoop was toch meer een feestfiguur. Maar als ik hun tegen kom, herinneren ze me meer aan mijn vader en moeder: Kijk uit, daar komen ze, blijf netjes." Bruggenbouwer Een jaar na zijn aantreden heeft Postma veel verwachtingen gewekt. De burgemeester moet zowel in het college als in de regio 'bruggen bouwen'. Kondigde hij een jaar geleden niet zelf aan dat hij zichzelf vooral ziet als een bruggen bouwer? Waarschijnlijk besefte hij op dat mo ment nog niet half hoe groot de behoefte is aan iemand die zowel in de gemeente als daarbui ten kloven kan overbruggen. Het is geen geheim dat er twee wethouders zijn die zowel inhoudelijk als in presentatie een buitengewoon zwaar stempel op het college drukken. Kan Postma zich naast Tjeerd van Rij en Jan Laurier een plaats veroveren van waaruit hij het college meer tot een team kan maken? Oud-gemeentesecretaris De Vries: „Postma moet niet de competitie aangaan met hen. Hij moet zich niet spiegelen aan Van Rij en Laurier maar zijn eigen kwaliteiten benutten. Want daar is in Leiden grote behoefte aan." Ook buiten de stad kan de bemiddelende rol van de burgemeester goed van pas komen. Als voorzitter van het samenwerkingsorgaan Leidse regio is het aan Postma om de komende tijd de discussie over een nauwere samenwerking - al dan niet in de vorm van een Rijnstad - te leiden. Om die discussie niet bij voorbaat dood te slaan, is het belangrijk dat de burgemeester een ander geluid laat horen dan de huidige woord voerders. Opnieuw De Vries: „De regiogemeen ten hebben geen behoefte aan nog een Van Rij en een Laurier. Die hebben in de discussie over Rijnstad het beeld bepaald dat Leidén heeft van de regiogemeenten. Voor de bruggenbouwer Postma ligt daar een schone taak. Van Rij en Laurier hebben niet het krediet om die samen werking van de grond te krijgen." Het wachten is op de dag dat Postma zijn wethouders in het gareel heeft en hij niet ge stoord door oorlogstaal en tromgeroffel met de regiogemeenten kan gaan praten. Een onmoge lijke opgave? Van Rij wekt de indruk dat dat wel meevalt. „Sorry, maar ik moet nu stoppen met dit interview. Postma roept me. Hij zegt dat ik nu móet komen." Voor dit verhaal is gesproken met: F. van As, A. Berkhout, S. Engelsman, S. ter Harmsel, R. Hillebrand, M. de Jonge, K. Klerks, P. La- bruyère, A. van der Luit, J. Maat, F. van Oos ten, A. Pechtold, A, Rörsch, T. van Rij, R. van der Sande, D. Sloos, M. Smitsloo, M. Vlasveld, C. Vergeer, K. de Vries, I. van der Wel, M. Zon- nevylle. WIM KOEVOET MARIJN KRAMP RUUD SEP FOTO MARK LAMERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 49