Richard Krajicek en de balans in zijn bestaan De gesloten deurtjes van de intuitie Sport et oord is al genoemd. Een plekje dat met zorg is uitgezocht. Muiderberg g dan tot het hart van Nederland beho ren, maar toch zeker niet tot het kloppen de deel van de haastige Randstad. De rust is er weldadig en bijna onwerkelijk. Niet ergens aan het zicht onttrokken, maar middenin het dorp praalt de voormalige pastorie, die Krajicek drie jaar terug na een flinke verbouwing met echtgenote Daphne betrok. Een huis met paradijselijke trekjes. Dochter Emma, bijna twee jaar, is de der de bewoner. De vierde is onderweg. Voor een tennisser die 'veroordeeld' is tot tallo ze nachten in hotelkamers, moet thuisko men in Muiderberg welhaast een hemelse ervaring zijn. Op de dag van het interview baadt Mui derberg ook nog eens in een winters zon netje. Te voet heeft Krajicek de afstand tussen huis en plaats van afspraak over- Elf dagen na de ingreep kan de knie het aan. Muiderberg, beaamt Krajicek, is geen verkeerd dorp om te wonen. „Het is hier iedere dag zondag, behalve op zon- j. Dan zie je hier veel mensen op de fiets. Die komen van buiten. Het is de drukste dag van de week." Krajicek is inge burgerd in Muiderberg, ook al heeft hij een groot deel van de voorbije drie jaar el- ders doorgebracht. De plaatselijke slager ■kent behalve de tennisser Krajicek ook de lmens Krajicek. „We noemen elkaar bij de ■voornaam. Dus..." «Intenser nog wordt het contact als Krajicek Jin de toekomst meer tijd in Muiderberg ■doorbrengt. Dat vooruitzicht is er nog niet. ^Krajicek wil zijn loopbaan als tennisser )g minstens twee jaar rekken. De knie operatie, die hem naar verwachting elf we ken uit het circuit weghoudt, is een direct gevolg van dat besluit. „Van blessures te rugkomen is nooit leuk, soms frustrerend, maar wél op te brengen. Je weet dat je re valideert om iets beter te maken. Dat maakt het makkelijker te accepteren. Bles sures zullen voor mij niet zo snel een re den zijn om te stoppen. Eerder nog dat ik het reizen niet meer kan opbrengen." Ongemakken Hoe anders redeneerde Krajicek een dik jaar terug. In november 1998 lag hij ook op de snijtafel om zijn licht gehavende linker* lie te laten repareren en spookte het ein- van zijn carrière wel door zijn hoold. ,Had ik toen dit gehad, dan was het goed iogelijk geweest dat ik nog tot Wimble- ion had gespeeld, om daarna te stoppen." vlaar bij het bepalen van dat moment loeg Krajicek ai eerder de plank mis. „Vier lar terug dacht ik dat 2000 een mooi mo- lent zou zijn om te stoppen, maar toen s eind 1999 was, ben ik daar nog ms serieus over gaan nadenken. Ik wil log geen afscheid nemen van deze sport, kben er niet klaar voor. Ik wil nog dingen iresteren. Tot eind volgend jaar ga ik zeker loor. Daarom heb ik nu ook besloten om ne te laten opereren. Dan kan ik nog twee aar fit en met plezier spelen." 'oor elke andere reden had hij het menis- me< usprobleem gelaten voor wat het is. „Ik gewoon recreatief mee kunnen iporten. De knie zou dan na een inspan- ïing alleen wat stijf worden. Je moet met •l en meniscus ook uitkijken. Vroeger werd- 11 e er achteloos uitgehaald als je er last van ïad. Die mensen hebben na twintig jaar dlemaal last van slijtage. Je moet niet te ïl nthousiast gaan snijden en zo min moge- ijk weg laten halen. Ik wil wel over twintig aar nog gewoon uit mijn bed kunnen ko- n." overtuiging dat zijn beste jaren mis- rhien wel voor hem liggen, doet hem bij Richard Krajicek. foto cpd/roland de bruin Richard Krajicek maakt weer een tennisloze periode door. Niet alleen benut hij die tijd om zijn knie te laten herstellen, ook is de pauze bedoeld om zich mentaal op te laden voor een serie toernooien. De knieoperatie, die hij eind januari onderging, is een direct gevolg van zijn besluit zijn carrière met minstens twee jaar te verlengen. Opgebrand is hij dus allerminst. Zelfs de komst van een tweede kind in mei, een zoon, bedreigt de loopbaan van de 28-jarige ingezetene van Muiderberg niet. door EDWIN ALBLAS na alle ongemakken voor lief nemen.Als ik nu zou weten dat ik nooit meer een Grand Slam zou winnen, is stoppen abso luut het overwegen waard. Maar ik speel er nog zeker zeven en op die in Londen, New York en Melbourne kan ik het heel goed doen. Na het winnen van Wimbledon weet ik dat het niet iets onaantastbaar is." Kritiek De triomf op Wimbledon heeft hem van het heilige moeten afgeholpen. Het maak te hem af als tennisser. Eerder al werd hij als mens volwassen. De gedwongen pauze van vijf maanden in 1994 -ook al door knieproblemen - benutte Krajicek om eens zijn 'ik' tegen het licht te houden. Die in kijk confronteerde hem met een schuchter persoon, die alleen maar over tennis praatte en zijn verhouding met de pers als 'een strijd' zag. Revalideren paarde hij aan bezinnen. „Het is moeilijk om ergens uit te komen, als je er middenin zit. Toen kreeg ik de tijd om het van een afstandje te be kijken." Het leidde tot een meer open bestaan. De koele Krajicek veranderde in een toegan kelijk jongmens. Eentje die ook een me ning heeft over andere dingen dan tennis. In die periode wendde Krajicek zich bo vendien tot het zenboeddhisme en kreeg hij een meer relativerende kijk op het le ven. Hoewel hij zich niet langer in die filo sofie verdiept, heeft de oosterse geloofs overtuiging wel bijgedragen aan de mens die hij nu is. Weinig kan hem meer van zijn stuk brengen. Kritiek laat hem niet Si berisch koud, maar hij wordt er evenmin door ontregeld. „Net zo min als door iets positiefs. Dat streelt je ego als je 21 jaar bent, maar dan komen negatieve kritieken juist harder aan. Daarom heb ik daar snel afstand van genomen." Vader Niet alles in het leven van Krajicek ver loopt op rolletjes. Het is een publiek ge heim dat het nog altijd niet botert tussen hem en zijn vader Petr, die zijn zoon dwin gend richting een loopbaan als tennisser duwde. De oorzaak van het conflict ligt volgens Krajicek in de verschillende per soonlijkheden, die hij en zijn vader zijn. 'Ik kap niet omgaan met mensen met wie ik geen affiniteit heb, zelfs niet als het mijn vader is', citeerde onlangs NRC Handels blad. Na de scheiding van zijn ouders - Krajicek was toen vijftien jaar - verloor hij zijn va der uit het oog. Hun laatste ontmoeting dateert van jaren terug. Dat leidde allesbe halve tot een verzoening. Toch zegt hij: „Ik ga er vanuit dat mijn vader alles uit liefde heeft gedaan." Over het tijdstip van het volgende treffen kan Krajicek geen zinnig woord zeggen. Hij mijdt de kwestie niet. Wel regisseert Krajicek het onderwerp. „Het is niet iets waar ik me voor schaam. Ik heb niets te verbergen, maar ik wil er ook niet te veel over praten. Het probleem is dat een ieder weet dat ik geen contact met hem heb. Maar soms hebben dingen tijd nodig. En als je er in de pers te veel over praat, kan het die tijd verlengen. Dat geldt ook voor dingen die je wel eens in een emotioneel moment zegt of niet goed worden weerge geven. Dat kan een extra druk op de relatie leggen of de problemen vergroten. Ik heb het idee dat hij het ook heeft laten rusten. Ik lees ook niets meer van hem. Feit is dat het geen ideale situatie is. Vrij triest zelfs. Ik weet niet wat er in de toekomst ge beurt." Helemaal loskomen van zijn vader kan hij nooit. Meer dan ooit wordt Krajicek zelfs in het dagelijks leven met hem geconfron teerd. Moeder Ludmilla voegt haar zoon geregeld toe. dat hij in bepaalde opzichten veel van hém weg heeft. „Of dat weer een bepaalde band schept? Ja en nee. Het is lo gisch dat ik op hem lijk. De vader van Daphne is biogeneticus. Van hem heb ik begrepen dat je genen voor de helft uit die van je vader en voor de helft uit die van je moeder bestaan. Ie bent ongezond als dat niet zo zou zijn. Ik heb daar wel een grap pig voorbeeld van. Als kind at ik vroeger niet veel. Wat ik liet liggen, at mijn vader op. Onze dochter Emma laat ook wel eens een paar hapjes van een boterham liggen. Die kun je dan weggooien of zelf opeten. Dat laatste doe ik dus. En op die momen ten herinner ik me dat ik dat zelf ook heb meegemaakt." Ouderschap Tussen het vaderschap en zijn tennisloop- baan heeft Krajicek snel een balans gevon den. „Toen Emma geboren werd, vroeg ik me wel af of ik haar zou gaan missen als ik weg zou zijn. Maar ik kan er goed mee om gaan. Dat komt ook, denk ik, omdat ze mij ook niet mist. Daar is ze nog te jong voor. Hoewel, voor de trip naar Australië be greep ze wel een beetje wat er stond te ge beuren. Het zou voor mij moeilijker zijn als ze iedere keer zou huilen. Dat is nog niet het geval. Maar dan zou ik er eerder voor kiezen om haar wat vaker mee te ne men, dan om voor haar thuis te blijven." Onvermijdbaar is de vergelijking tussen zijn manier van opvoeden en die van zijn vader. Krajiceks denkbeelden over het ou derschap zijn deels door zijn ervaringen bepaald. „Natuurlijk zijn er een paar din gen die ik anders zou doen als mijn ou ders. Maar ik denk wel dat je opvoeden niet van te voren kunt leren. Je gaat op je gevoel en inzicht af. En je bent met zijn tweeën, dus je kunt overleggen. Ik heb mijn moeder, Daphne heeft haar ouders. We hebben vrienden met kinderen. Er zijn veel mensen die we om advies kunnen wagen als het nodig is. Maar Daphne en ik zijn intelligent genoeg, hoop ik, om te we ten wat wijsheid is. We zullen ook fouten maken. Dat moet je accepteren. Ik heb met wat de opvoeding betreft nog nooit ergens druk over hoeven maken. Mis schien als Emma straks zes, zeven is en ze niet wil luisteren, dat ik dan misschien in situaties niet meer weet wat te doen. Of de puberteit. Dat is helemaal moeilijk. Ook voor kinderen zelf trouwens. Maar dat is nog zo ver weg. Ik leef niet te veel in de toekomst en zie wel hoe ik daar straks mee omga. Ik heb bepaalde crises in mijn leven altijd vrij rustig kunnen benaderen. Dat zal ik ook met de opvoeding doen." „Over de jongens aan de deur als ze groot is, maak ik me nog het minste druk. Ie moet je tegenwoordig meer zorgen maken dat ze bij het uitgaan niet worden neerge knald. Zelfs als je er dicht bij blijft. Dat meisje in Gorinchem werd in de gang van de disco neergeknald, terwijl haar vader buiten stond te wachten. Zo zie je maar weer. Je zult haar zo veel mogelijk probe ren te beschermen, haar zo goed mogelijk proberen op te voeden, maar tegen een verdwaalde kogel of een gek kun je niets Phillip Cocu, van een frêle avonturier tot een robuuste middenvelder Hij kan nog rustig boodschappen doen in het winkelcentrum Diagonal in Barcelona, of een dagje uitwaaien met hond en kind op het strand. Phillip Cocu is één van de onderkoelde sterren van het huidige Barcelona. „Als ik zou willen kon ik iedere dag met mijn kop in de krant, maar liever niet." Die relatieve anonimiteit past bij zijn karakter, in en buiten het veld. Phillip Cocu speelt bij één van 's wereld duurste ploegen een dienende rol. De frêle links buiten van weleer is nu al jaren een robuuste middenvelder. Die rol is op zijn lijf geschreven, zo blijkt. Want hij speelt altijd. Vorig seizoen en dit seizoen opnieuw. Zestig wedstrijden per jaar, bijna allemaal onder druk. Want in Spanje is winnen of verliezen een bijna religieuze zaak. nd door ANDRÉ HOOGEBOOM ten in een wedstrijd waarop je verkeerde keuzes maakt, een bal iets minder goed behandelt. Het werk van een voetballer is nooit af. Natuurlijk: je vraagt je wel eens af; wat is er nog na Barcelona? Het is een van de grootste clubs ter wereld, om je hier te handhaven, daar heb je de handen al meer dan vol aan." Het lukt hem ogenschijnlijk moeiteloos. „Het zal een teken zijn dat de trainer te vreden is over mijn spel. Ik heb alleen de bekerwedstrijden niet meegedaan. Dan krijg ik ryst en draait de groep door, dan komen de andere jongens aan de beurt. Als je ziet wat er toch allemaal rondloopt: dat zou echt niet misstaan in Ajax 1. Dus moet je blij zijn dat je iedere week in de basis staat. Voor de club is het leuk om zo'n selectie te hebben, voor de speler minder. De concurrentie is moordend. Je moet hier iedere week presteren. Ik zeg niet dat je er na één slechte wedstrijd wordt uitgehaald, maar wel na twee als je het weer niet goed doet." Het selectieproces is genadeloos, zoals Frank en Ronald de Boer aan den lijve hebben ondervonden. „Ja maar ook ande ren. Bogarde, Guardiola, Sergi. Allemaal topspelers die al jaren overal en altijd spe len. De aanvoerder van het Spaanse natio nale team. Deze trainer kijkt niet naar na men, maar alleen naar prestaties. Ik heb veel respect voor de jongens die ernaast staan. Ik kan moeilijk zeggen hoe ze zich voelen, omdat ik het nog niet heb meege maakt. Maar ik heb grote bewondering voor de manier waarop ze ermee om gaan." Tijd voor ontspanning is er nauwelijks, t Het leven van een voetbalprof bij een top club verglijdt van de ene wedstrijd in de andere, van het ene trainingskamp in het andere. „De laatste drie weken hadden we twee thuiswedstrijden en een uitwedstrijd. Had ik eindelijk eens wat tijd om dingen te doen waar ik anders niet aan toekom. In mei komt er weer een kleintje, dus kon ik mooi even de kinderkamer in orde te ma ken. Ik ken geen ander leven dan dit leven, daarom sta ik er niet meer bij stil. Zwaar? Nou, dat valt wel mee. Ik heb vorig seizoen alle wedstrijden gespeeld en nu weer. Je zit in een ritme en het wordt pas zwaar als je er uitvalt. We zitten nu nog in de race voor vier prijzen: het kampioenschap, de beker, de Champions League en straks krijgen we nog het Europees kampioenschap. We na deren nu de periode waarop het allemaal beslist wordt. Pas als alles achter de rug is, ga ik het waarschijnlijk voelen." Ook al omdat de mentale druk op de spe lers enorm is. De laconieke Cocu kan er wel mee omgaan, maar ook hij voelt de Catalaanse trots als een last op zijn schou ders liggen. Elke dag staat de persruimte vol met journalisten, hunkerend naar een citaatje. Hij leest zelf geen kranten, staat nauwelijks verslaggevers te woord als het niet hoeft. „Dagelijks moeten drie spelers zich melden in de persruimte. En als je iets kwijt wilt, ga je ook even kijken. Ik doe dat nooit. Als ze me iets willen vragen, dan kan dat." „Het voetbal is allemaal meedogenloos. Daar heb ik wel aan moeten wennen. In Nederland liepen ze je vrolijk op twee me ter te dekken, nou dat is hier niet zo. Elke club, zelfs de kleinste debutant, is tot op de tanden gewapend en als je even niet oppast ben je zo je achillespezen kwijt. Het gebeurt zelden dat je hier, zoals in Neder land, zeven of acht open kansen in een wedstrijd krijgt. Alles wordt in het werk ge steld, vooral als wij ergens komen, om ons het voetballen onmogelijk te maken. Het veld is vaak slecht, wordt niet gesproeid, ze spelen in een opstelling met acht verde digers en een aanvaller. Maar die aanvaller is dan wel vaak ergens een international, dus die heeft aan één kans genoeg. We hebben een heel sterk elftal, maar we kun nen toch zo maar een paar keer verliezen. Dat gebeurt Deportivo de la Coruna ook en kijk eens naar Real Madrid. Je zou zeg gen, aan de spelers te zien. Barcelona moet altijd winnen, maar dat is gewoon te makkelijk. Deze competitie is heel erg sterk en de druk is groot. Dat was bij PSV ook wel zo, maar hier is het lichamelijk al lemaal een stuk zwaarder. Natuurlijk is er bij PSV ook druk. Maar hier voel je het veel sterker." Na Van Gaal is Rijkaard de volgende die op Cocu wacht. Voorzichtig als altijd weegt de international zijn antwoord. Rijkaard of Van Gaal? „Geen enkele trainer is hetzelf de. De een is socialer en heeft een goed contact met zijn spelers, de ander haalt op andere manier het beste in je boven. Ik heb me heel snel ontwikkeld onder Dick Advocaat. Ik moest me bij hem snel aan passen, omdat hij veel eist van een speler, Phillip Cocu: „Van de voetbal- school van AZ naar Barcelona. Ja, mooi is het wel. Ik zou het ook helemaal niet erg vinden om hier mijn carrière af te sluiten." foto cpd/ cesar rangel altijd scherp is. Ik heb daar veel aan gehad in een bepaalde periode. Als je achttien bent, komt er altijd verschrikkelijk veel op je af en een trainer kan dan ook nog een duit in het zakje doen." Op zijn 29ste heeft hij bijna alles gezien. Vorig jaar kampioen met Barcelona. „Dan merk je pas echt hoe belangrijk een titel is voor deze club, voor deze mensen. Het gaat er allemaal heel officieel aan toe, we gaan naar de kerk, de burgemeester, de minister. Bij PSV was het gewoon feest, veel bier en uit je dak gaan. Ik heb het alle bei meegemaakt en dat was mooi. Nu zijn er andere prijzen te halen. Het EK lijkt me fantastisch, de Champions League win nen. Prijzen die ik graag nog eens zou pak ken. Welke het liefst? Eigenlijk allebei."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 25