ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Gewoon werken tot je pensioen
ZATERDAG 12 FEBRUARI 2000
Dagblad
Wie werkt er nog tot
zijn 65ste? Iedereen,
als het aan de
overheid ligt. 'Maar
ik niet', denkt het
overgrote deel van de
beroepsbevolking.
Bijna iedereen wil
voortijdig via
prepensioen of VUT
van zijn vrijheid
genieten. Toch zal
dat voor velen niet
meer zijn weggelegd.
„Werknemers moeten
eraan wennen dat
het er niet meer inzit
dat ze op hun 57ste
stoppen met werken.
Ouderen moeten langer aan het werk blijven. Liefst tot hun 65ste of zelfs daarna nog. In Rotterdam bestaat al een uitzendbureau voor 65-plussers.
Nederland vergrijst. Als vanaf 2010 de
babyboomers de AOW-gerechtigde
leeftijd bereiken, is binnen enkele ja
ren een kwart van de Nederlanders 65 jaar of ou
der. Om de AOW betaalbaar te houden, moeten
mensen zo lang mogelijk tot hun pensionering blij
ven werken. Het kabinet is al enkele jaren bezig de
samenleving hiervoor rijp te maken.
De arbeidsparticipatie van ouderen is de laatste
decennia enorm teruggelopen. Op dit moment
heeft slechts één op de vier mensen tussen de 55
en 65 jaar een baan. Wie niet met de VUT gaat,
heeft voor zichzelf een prepensioen geregeld. Op
feesten en partijen is het 'hoe lang moet jij nog?'
een regelmatig terugkerend gespreksonderwerp.
Daar komt bij dat ouderen in de jaren tachtig
massaal in de WAO zijn gedumpt. En bij reorgani
saties en ontslagen zijn de 57,5-plussers de eersten
die, vaak met een gouden handdruk en niet altijd
tegen hun zin, met een WW-uitkering thuis mogen
gaan zitten. Zij hebben immers geen sollicitatie
plicht meer en mogen hun uitkering vaak behou
den 'tot ze 65 worden.
„Er is een mentaliteitsverandering nodig", zegt
Roel Jansweijer, AOW-deskundige van de Weten
schappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
Vorige week bepleitte de raad in een rapport dat
draagkrachtige 65-plussers een AOW-bijdrage
moeten betalen en dat de staatsschuld versneld
moet worden afgelost. Daarnaast moeten meer
mensen blijven werken om de AOW en de gezond
heidszorg in de toekomst betaalbaar te houden.
„Sinds de jaren zeventig is in Nederland een si
tuatie gegroeid waarin mensen steeds vroeger
ophielden met werken", vertelt Jansweijer. „Om de
hoge werkloosheid onder jongeren op te lossen
moesten ouderen plaats maken op de arbeids
markt. Dat was allemaal wat makkelijk gerede
neerd. Ook toen al wist iedereen dat de grijze golf
eraan zat te komen."
Begrotingsruimte
Jansweijer is niet pessimistisch over de houdbaar
heid van de AOW, mits er voldoende mensen aan
het werk blijven. Hoewel de WRR een flink aantal
aanbevelingen doet, is het volgens hem niet nodig
dat de politiek het roer drastisch omgooit. „Het
AOW-fonds zal tegen de tijd dat het nodig is waar
schijnlijk 100 miljard gulden bedragen. Maar dat is
niet voldoende. Van groot belang is dat de over
heidsfinanciën op orde blijven. We moeten het fi
nancieringsoverschot dadelijk niet allemaal gaan
uitgeven aan nieuwe dingen en net doen of we rijk
zijn. Aflossing van de staatsschuld betekent dat we
in 2020 minder rente hoeven te betalen en dat we
dus wat meer begrotingsruimte hebben voor de
stijgende AOW-uitgaven."
Volgens Jansweijer moet alle aandacht nu uit
gaan naar het zo lang mogelijk aan het werk hou
den van de beroepsbevolking. Doordat mensen
langer blijven werken, wordt er meer AOW-premie
en belasting opgebracht, geld dat hard nodig is om
Mentaliteitsverandering nodig om WAO en
gezondheidszorg betaalbaar te houden
de.oudedagsvoorziening overeind te houden. „De
grote winst is te halen bij 55-plussers en vrouwen.
In die groepen werken grote aantallen nu niet."
Hij wijst erop dat dit een zaak is van lange adem.
„We hoeven ons geen illusies te maken over de
huidige groep 55-plussers. Die is moeilijk aan het
werk te helpen. Waar het vooral om gaat, is het
probleem te laten 'uitsterven': dat de veertigers en
vijftigers van nu aan het werk blijven. We moeten
voorkomen dat er over vijftien jaar ook zo weinig
ouderen aan het werk zijn."
Als Jansweijer nauwkeurig naar de laatste cijfers
kijkt over de leeftijd waarop werknemers uittreden,
ziet hij een lichte kentering. „De gemiddelde leef
tijd is weer iets aan het stijgen. Het is een heel klei
ne verandering, maar die duidt er toch op dat
mensen zich bewust worden van het probleem dat
op ons afkomt. Vervroegd uittreden zou op zich
niet erg hoeven zijn als de werknemers het zelf be
talen via het prepensioen. Maar zij brengen in dat
geval wel minder AOW-premie op dan wanneer zij
waren blijven werken."
Ontgroening
„Het probleem van de vergrijzing is groot", bena
drukt Nico van Nimwegen van het Nederlands In
terdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Hij
reageert op geluiden van optimisten die denken
dat het allemaal wel zal meevallen. Het probleem
is namelijk niet alleen de vergrijzing, maar tegelij
kertijd de zogenoemde ontgroening: er worden
steeds minder kinderen geboren. „Zo af en toe lees
je dat Nederland weer een geboortegolf kent, maar
die verhalen kloppen niet", zegt Van Nimwegen.
„Er zitten wel kleine schommelingen in het aantal
geboortes tussen de verschillende jaren, maar over
de lange termijn staat het gemiddeld aantal kinde
ren dat een vrouw baart al twintig jaar stabiel op
1,6. Dat is te weinig om een generatie te vervan
gen."
Ook het hardnekkige verhaal dat de vergrijzing
kan worden opgevangen door het aantal immi
granten en asielzoekers te verhogen, is volgens de
demograaf een misvatting. „Als je het evenwicht
tussen kinderen en ouderen op het huidige niveau
wilt houden, zijn er volgens de berekeningen de
komende 25 jaar 6 tot 7 miljoen migranten nodig.
Hoewel dergelijke cijfers met een korreltje zout
moeten worden genomen, is wel duidelijk dat het
om enorme aantallen gaat. Daar is geen maat
schappelijk draagvlak voor. Dus ook daar zal de
oplossing niet vandaan komen. De grijze golf komt
er onherroepelijk aan."
De vergrijzing wordt versterkt door het feit dat
iedereen ook nog eens ouder wordt door de verbe
terde gezondheidszorg. Uit cijfers van het CBS
blijkt dat nu 13 procent van de bevolking 65 jaar of
ouder is. Vanaf 2010 groeit dit percentage explo
sief, totdat het in 2035 een hoogtepunt bereikt van
24 procent. Daarna neemt het aantal ouderen wel
iets af, maar door het lage geboortecijfer zal onze
maatschappij er dan definitief grijzer uitzien: 20
procent van de bevolking is op dat moment gepen
sioneerd.
Verworven recht
„Toen de VUT-regelingen destijds werden inge
voerd, voelden oudere werknemers zich afgedankt.
Inmiddels wordt de VUT gezien als een verworven
recht. Er is een cultuuromslag nodig om mensen
ervan te doordringen dat het er niet meer inzit dat
ze er op hun 57ste mee ophouden", legt PvdA-Ka-
merlid Jan van Zijl uit. Hij houdt zich al geruime
tijd bezig met de vergrijzing en was enkele jaren te
rug de initiatiefnemer voor invoering van het
AOW-fonds om de oudedagsvoorziening betaal
baar te houden. Komende week presenteert hij een
discussienota waarmee zijn partij de vergrijzing
weer bovenaan op de politieke agenda wil zetten.
„We zijn al ver op weg om de AOW betaalbaar te
houden. Zo wordt die nu al niet meer alleen uit de
premies betaald, maar ook gedeeltelijk uit de be
lastinginkomsten van het rijk. Op die manier beta
len ouderen zelf gedeeltelijk mee aan de AOW. Wat
mij betreft zou er nog wel wat meer uit de algeme
ne middelen mogen komen, maar dat heeft geen
haast. De belangrijkste vraag is: hoe houden we
oudere werknemers zo lang mogelijk op de werk
vloer? Daar is beleid voor nodig dat we nu in gang
moeten zetten. We moeten de vluchtroute van ou
deren naar de WAO en de WW dichtknijpen. Daar
naast is iedereen ervan overtuigd dat de VUT niet
langer houdbaar is", zegt Van Zijl.
Om werkgevers ervan te weerhouden ouderen te
lozen in de WW, wil het kabinet bedrijven die veel
ouderen ontslaan, straffen door hen hogere WW-
premies te laten betalen, iets wat nu al gebeurt met
de WAO. Maar er is meer nodig, vindt Van Zijl. Zo
valt te denken aan fiscale voordeeltjes voor werk
gevers die ouderen in dienst nemen. Nu betalen
ondernemers die een 57,5-plusser aannemen on
der bepaalde voorwaarden al bijna 5.000 gulden
minder belasting per jaar. Die regeling zou kunnen
worden uitgebreid.
Ook wil Van Zijl kijken naar de mogelijkheid van
subsidies om oudere werknemers om te scholen,
zodat ze bij kunnen blijven op hun werkplek.
„Maar we moeten uitkijken dat we werkgevers niet
gaan belonen als ze mensen in dienst houden.
Overheidsgeld kunnen we beter inzetten om men
sen echt aan het werk te krijgen. Het is in elk geval
duidelijk dat overheid, werkgevers en werknemers
alledrie hun steentje moeten bijdragen om ieder
een zo lang mogelijk aan het werk te houden."
De PvdA'er is niet bang dat werkend Nederland
massaal een lange neus trekt en via een goed pre
pensioen alsnog op jonge leeftijd stopt met wer
ken. „Iedereen die nu aan zijn prepensioen betaalt,
moet enorme bedragen opzij zetten om net als een
VUT'er al voor zijn 60ste te stoppen. Wie gewoon
spaart, kan hooguit drie jaar van de 65-grens af
knabbelen. Dat is al winst van enkele jaren waarin
mensen premie blijven betalen. Mijn generatie
moet beseffen dat zij een bijdrage moet leveren om
de voorzieningen betaalbaar te houden voor ons
zelf als we oud zijn", vindt Van Zijl.
Ouderenbeleid
„De meeste werknemers willen best langer blijven
werkenzegt Harrie Lindelauff van de vakcentrale
FNV. „Maar dan moeten bedrijven er wel voor zor
gen dat het werk leuk blijft voor ouderen. Onze er
varing is dat werkgevers niet meer in je investeren
zodra je de 40 gepasseerd bent. Dan krijg je geen
cursussen meer aangeboden en krijg je vaak geen
loopbaangesprekken meer. Werkgevers moeten
begrijpen dat ze ook in hun oudere personeel
moeten investeren."
Deze week bleek uit een onderzoek van de oude
renbond ANBO dat het overgrote deel van de be
drijven geen speciaal ouderenbeleid voert. Veel
ondernemingen hanteren bij de werving van per
soneel nog steeds leeftijdsgrenzen. Daarnaast heb
ben vijftigers volgens de bond minder kans op
scholing of promotie dan jongere collega's. „Het is
een geluid dat wij veel horen", zegt Lindelauff.
„Oudere werknemers worden vaak als lastig ge
zien. Niet flexibel, weinig productief, vaak ziek en
met weinig interesse in bijscholing."
Volgens de vakbondsman is het wel zo dat een
grote groep werknemers zijn dagen telt en het liefst
nog vandaag stopt met werken. „Neem mensen
die werken in een abattoir. Dat is zwaar lichamelijk
werk, onder extreme temperaturen. Die mensen,
die vaak al op hun vijftiende zijn begonnen met
werken, zeggen op hun 55ste: 'ik werk nu veertig
jaar, ik moet eruit kunnen'. Zeker voor die groep
moeten creatieve oplossingen worden bedacht.
Waarom zeggen we niet tegen mensen die al 25
jaar een zwaar beroep uitoefenen: jou gaan we
omscholen voor een minder zwaar beroep zodat je
niet op je 55ste bent opgebrand?"
Roel Jansweijer van de WRR is nog niet overtuigd
van hét slagen van dergelijke operaties: „Als het
niet lukt, zitten we met een groot probleem. Dan
wordt de groep die de premies voor de sociale ze
kerheid moet opbrengen te klein en moeten ook
allerlei andere regelingen als de WAO op de schop.
En dat is geen prettige boodschap."
HANS VAN SOEST