Voor recreanten is hier geen plaats vruchtbare grond voor succes Sport Een 'nette, wilde' competitie De KWESTIE Uc 12 FEBRUARI 2000 982 37 LZ1886 werkt aan een wankele toekomst maandagochtend, heel vroeg. Kwart voor i e wereld heeft zojuist de sluimerstand inge- p de wekkerradio. Op hetzelfde moment het zwembad aan de Boshuizerlaan het over de randen. Een groep van vijfendertig immers trekt zijn baantjes onder het toe- 'lljjog van trainers Ton Beaufort en Gerard pe ouders, die hun warme dekbed hebben „Lerlaten om hun kroost naar de ochtendtrai- Irengen, zitten langs de kant aan een tuinta- r te worden met een kop koffie. Zij praten en wat, kennen elkaar intussen. En het dat kan ze niets schelen - ze zijn eraan ,,Ik kan mijn dochter niet in haar eentje dat hierheen laten fietsen", berust een moe- wil zelf heel graag zwemmen, liefst zo vaak Moet ik dan zeggen: nee, vandaag ga je keer niet?" M fe weipen de mama's en de papa's een blik d. Tussen alle badmutsen pikken zij hun moeiteloos uit. Maar zich ermee bemoeien, pen zij geen behoefte aan. Daar zijn de trai- t. En die hebben de wind er goed onder. keer per week trainen word je niet beter", erard Meurs. „Wie wil trainen en zich wil in, is welkom. Op ieder niveau. De één is een clubkampioenschap of een kringtitel, inder gaat het om de nationale kampioen- Maar op je eigen niveau moet je wel een n aantal trainingen volgen. Anders is het jniet waard. Voor recreanten is op deze trai nen plaats. Het klinkt hard, maar het is zo." Beaufort zijn gedreven trainers, drie jaar geleden begonnen bij de Leidse eniging, troffen zij een weinig gestructu- inigszins doelloze vereniging aan. Althans, -t jainingen betreft. „Het was een kippenhok", in vader. „Nu is het muisstil. Nou ja, voor kan in een zwembad." Door de strengere s een aantal wat oudere zwemmers afge- wat ouder' is voor LZ boven de twintig - er heel wat jonge, enthousiaste waterrat- komen. „Zolang je de training gevarieerd ij ft het leuk. En dan blijven ze zich verbete- Meurs. ïdt een groot aantal talenten ermee op, net loment is gekomen waarop de doorbraak ïationale seniorentop binnen bereik ligt. Zo leeftijd «van zestien jaar wordt waterpolo 10g toch ook heel leuk, of uitgaan. En dan t moeilijk om vier keer per week voor dag je longen uit je lijf te crawlen voor een doel, idelijk misschien toch onbereikbaar blijkt. niet alleen voor de Leidse regio, dat geldt ederland. En voor alle sporten", relativeert "lij zwemmen is het wel zo dat je, als je écht tellen bij de senioren, zeker twintig uur per et trainen. En dat is op vrij jonge leeftijd gevraagd. Als ze op hun vijftiende al tien nmen, de laatste paar jaar fanatiek, dan ommigen het wel gehad. En gaan ze lekker i een team, met vriendjes. Heel begrijpelijk, k helemaal niet erg. Maar het is wel weer ntalent dat verloren gaat. En je verliest ook Is dit de toekomst van het Leidse zwemmen? De jonge ploeg van LZ 1886 kwam met twaalf medailles terug van de Nederlandse kampioenschappen. foto marklamers Het gaat niet goed met het Leidse zwemmen. Sinds Edward Maasdijk, die bijna twee decennia geleden nationaal titel op titel haalde, heeft de regio geen topzwemmer meer voortgebracht. In de jeugd, ja, in de jeugd is er altijd talent genoeg geweest. Maar doorbraken bleven uit. Vorig weekeinde kwam de jeugdploeg van LZ 1886 met twaalf medailles terug van de nationale kampioenschappen, een opvallend goede oogst. Maar hoe gaat het nu verder? Zwemt er in het Vijf Meibad al een Inge de Bruijn, een Pieter van den Hoogenband van de toekomst rond? Of haakt ook deze generatie af voordat zij volgroeid is, voordat we weer een Leidse zwemmer mogen begroeten op de nationale en internationale erepodia? door ANTON DIEDRICH zwemmers aan een studie - zeker als ze daarvoor naar een andere stad verhuizen. Dat gebeurt nu een maal op een bepaalde leeftijd. Het tijdgebrek, het uitgaan: alle normale ontwikkelingen zijn allemaal oorzaken, dat er weinig 'oudere' wedstrijdzwem mers overblijven." Dat geldt bijvoorbeeld voor leroen Sprinkhuizen. Als wedstrijdzwemmer bij De Zijl/LGB deelnemer aan het NK, maar voor zijn studie verhuisd naar Den Haag. En dan wordt het moeilijk om 's morgens voor zessen in een Leids zwembad te liggen. Sprinkhui zen is overgestapt op waterpolo, ook bij De Zijl, om toch in het water te kunnen blijven sporten. De kinderen van de ouders die nu langs de kant zit ten, kunnen iedere dag trainen. Zeven keer per week 's ochtends - in het weekeinde iets later - en op de dinsdagavond.'Op maandagavond loopt een kleine, selecte groep hard. Voor de conditie en de afzet bij het keren. „Als er mensen bij zijn die verder willen, dan krijgen zij nu de mogelijkheid", vertelt Meurs. „Voordat wij kwamen, kon dat niet." LZ organiseert bijvoorbeeld volgende week een trainingskamp in Veenendaal. Drie dagen keihard trainen, voor wie daar zin in heeft. En dat zijn er velen. Die nieuwe trainingsstructuur is misschien een oor zaak, dat het nu heel goed gaat in de competitie. Met het jonge team dat LZ heeft, staat de club derde in de landelijke B-klasse. Als die positie wordt vastge houden, dan is promotie naar de eredivisie een feit. En dan zwemmen de pupillen van Meurs en Beau fort volgend jaar tegen PSV; een club die het topta lent van heel Nederland aantrekt. „Zo is het namelijk ook weer", legt Meurs uit. „Bij PSV kun je trainen met alle moderne faciliteiten, meer dan je 'oude' club kan bieden. Het is heel aan trekkelijk om naar een van die grote verenigingen te gaan. En ook daardoor houden de kleinere clubs de toptalenten moeilijk vast." Intussen hebben de zwemmers vierkante hand schoenen aan hun handen en een soort tol tussen hun benen. Dat is een vorm van krachttraining: de armen moeten het lichaam voorttrekken, de benen mogen niet helpen - anders valt de diabolo er tus senuit. En zometeen zwemmen ze met een T-shirt aan, dat geeft meer weerstand. Meurs en Beaufort lopen langs het bad en geven - vaak non-verbaal - technische aanwijzingen. De hand verder naar ach teren doorhalen, gebaart Beaufort. Zijn rugzwem- mende pupil knikt even en richt zijn ogen weer op het plafond. LZ 1886 is sinds drie jaar op de goede weg. Een bad vol talent is aan het trainen, zeven dagen per week. Twee enthousiaste coaches staan erbij. Gaan deze Leidse talenten dan eindelijk doorbreken? „Het is nu te vroeg om dat al te kunnen zeggen", vindt Meurs. „Pas op hun zestiende moeten ze echt kiezen. Nu gaat het goed, de structuur is er. Daar is veel mede werking voor nodig van de sporters zelf, van de ou ders, van het bestuur. Of ze de keuze maken om door te gaan, hangt ook af van school en van de vraag of ze aan wedstrijden genoeg plezier beleven. Het talent is er zeker; hier zwemmen er nu twee of drie, die het kunnen gaan maken. Maar je weet het nooit. Je mag blij zijn als er van de tweehonderd ééntje de top haalt." Het gaat steeds beter met het Leidse zwemmen. Maar of er al een nieuwe Marcel Wouda zijn baan tjes aan het trekken is, op de vroege maandag-, dins dag-, woens- donder- en vrijdagmorgen? Polo is ook leuk. i Ton van der Beek speelt morgen sleutelduel met liandbalploeg Stompwijk '92 voor dat iedereen in dezelfde pas loopt. Iedereen krijgt van mij gelijke kansen. Kom je trai nen, dan heb je een grote kans te worden opgesteld. Maar ik word erop afgerekend als de poppetjes niet goed staan. Blijkbaar heb ik ze dit seizoen goed neergezet. Maar pm nou te spreken van een grote bijdra- ge?" Het credo van trainer Ton van der Beek is simpel: „Snel heid en conditie komen bij mij op de eerste plaats. Daar werk ik aan, want dat is tegenwoor dig voorwaarde nummer één om bovenin te blijven mee draaien. Tactiek breng je jezelf bij en techniek leer je in de jeugd. Dat kan je misschien een beetje bijschaven of bijspijke ren. Op deze leeftijd kunnen ze nog wel dóórleren, niet meer aanleren." Dan iets somberder: „We spelen natuurlijk veel te weinig wedstrijden in de derde divisie. Bovendien is het niveau de laatste jaren enorm gedaald, een tendens die zichtbaar is in het hele land. Met alle respect voor het Nederlandse dames succes tijdens het WK in Noor wegen, maar het handbal bloedt in Nederland langzaam dood." De wisselvalligheid van zijn team in de laatste weken (moei zame overwinningen op Atomi- um '61 en DWS, en verlies in de laatste wedstrijd tegen Vires et Celeritas) maakt hem er niet ze kerder op. „Nu de eindstreep in zicht is, worden we nerveus, zijn we bang om te verliezen en raken we verkrampt. Het baart mij zorgen dat de speelsters al maar vaker uit het systeem gaan lopen. Juist nu moeten ze beseffen dat er geknokt moet worden. Voor élke wedstrijd. Als we morgen winnenvan Hollandiaan, staan we drie punten los van de concurrentie met nog één lastige tegenstan der voor de boeg. Sommigen denken dus dat dé competitie dan al gespeeld kan zijn, een mentaliteit waar ik geïrriteerd door raak. Als mijn speelsters met zo'n instelling de overige wedstrijden ingaan, word ik op eens weer die lastige gozer uit Laakkwartier. Pas als we met de bloemen staan, weet ik dat we kampioen zijn." Loek Borsboom: ,,Erzal vanzelf een vriendschappelijke competitie ontstaan met verenigingen die wel een leuke pot willen spelen. Ik zal daar niet de organisator van zijn. Sterker nog, ik zou het een slechte zaak vinden, maar ik verwacht dat die ontwikkeling niet tegen te houden is. Een team in mijn vereniging heeftal aan het begin van dit seizoen ge vraagd of ze uit de KNVB mochten. Zij wa ren van plan om ieder weekeinde te voet ballen tegen een team dat zij zelf zouden uitnodigen. Dat plan heeft mijn bestuur tot nu toe kunnen tegenhouden, maar ik ben bang dat onze argumenten op raken. Ik denk overigens dat het niet moeilijk zal zijn om 'goede' van 'slechte' clubs te onder scheiden. Als je een willekeurige Haagse voetballer vraagt welke de 'slechte' clubs zijn, rollen er altijd dezelfde namen uit. E. Wareman, voorzitter van De Jagers: „Ik laat die uitspraken voor de rekening van meneer Borsboom. Ik denk dat de op lossing ligt in het weer invoeren van spe lerspasjes. Iemand die geschorst is, moet zijn pasje inleveren en die kan dan niet meer voetballen. Nu spelen zulke types ge woon bij een andere club vrolijk verder. John ter Beek, preses van VCL, dat zowel 'dader' als 'slachtoffer' is van geweld: „Ik zie helemaal niets in een 'wilde' compe titie. Ten eerste zal de KNVB dat nooit toe staan. Ten tweede voorkom je de proble men niet; er zijn altijd voetballers die 'wil len winnen'op een andere manier uitleg gen dan wij als normaal beschouwen. En je haalt die types er niet van tevoren uit. In mijn werk als directeur van een gevangenis heb ik geleerd dat er talloze delinquenten zijn die er keurig uitzien, In een scheiding tussen 'nette' en 'niet-nette' clubs zie ik ook helemaal niets. Ik had nooit gedacht dat een team van VCL een scheidsrechter zou aanvallen. Dat is overigens gebeurd door personen die geen lid waren, maar wel meevoetbalden. Gidi Ciggaar, voorzitter van ASC, een 'nette' vereniging: Wat zijn dan die 'slechte' clubs? Ik ben bij heel wat verenigingen geweest in Den Haag en over het algemeen waren mijn ervarin gen goed. De oplossingen moeten allereerst bij de KNVB worden gezocht; de bond zal strenger moeten straffen. Ik denk dat er eerder een wilde competitie zal ontstaan met elftallen die zijn uitgebannen. Dat lijkt me helenïaal niets. Aad Siera, organisator van een 'wilde' Leidse zaalvoetbalcompetitie: „Mijn eerste reactie is: doen. Maar dan wel goed. In mijn competitie heb ik ook wel teams, die een beetje in de gaten gehouden moeten worden, maar over het algemeen houden we het netjes. In ieder geval veel netter dan wat ik af en toe van met name de vijfde klasse zondag hoor. Ik denk wel dat een wilde competitie niet zonder een tuchtcommissie kan. Die hebben wij ook en dat loopt perfect. De laatste strafzaak 'was al weer wat maanden geleden. Wijnand Rijsdam, lid van de scheids- rechterscommissie bij de KNVB: We hebben het er net overgehad op het bondsbureau. Niet lang hoor, want nie mand ziet er wat in. Geloof me maar, het zal er niet van komen. Er is geen voetballer te vinden die een heel jaar om niets wil spelen. Ze willen allemaal kampioen wor den en omdat ze dat allemaal willen krijg je de strijd er toch niet uit. En daar begin nen de problemen, want als ze tegenwoor dig niet krijgen wat ze willen, gaan ze ver velend doen. Ook de 'nette' jongens. Ook nog zoiets, hoe zal iemand nou vooraf kunnen bepalen wie goed is en wie slecht? Nee hoor, voorlopig rolt het balletje ieder weekeinde op honderden velden en dat zal-ie nog wel heel lang blijven doen. TEKST GERARD BAAS FOTO ARCHIEF Loek Borsboom, voorzitter van Graaf Willem II/VAC uit Wassenaar, waarschuwt voor het ontstaan van een 'wilde' voetbalcompetitie. Teams zul len zich uit de KNVB gaan te rugtrekken om tegen zelf geko zen tegenstanders te gaan voet ballen. Nette teams, van nette verenigingen zullen dan in een verband buiten de bond om te gen elkaar uitkomen. Bors- booms club was eind januari tijdens het duel tegen De Jagers betrokken bij ernstige ongere geldheden. In die wedstrijd molesteerden drie spelers van De Jagers de scheidsrechter. kijken met wat ik zeg. Als een Hagenees begint te vloeken, komt dat een stuk harder aan dan wanneer een Brabander dat doet. Bovendien werkt zo'n aanpak niet altijd bij dames, daar zijn ze te gevoelig voor, ze vatten zoiets vaak te persoonlijk op." De 55-jarige boekbinder kan terugblikken op een ruime staat van dienst in het handbal. Hij gold ooit als een verdienstelijk speler van Hermes, in die da gen uitkomend in de eerste di visie (de latere eredivisie), waarmee hij in het seizoen '77-'78 zelfs kampioen van Ne derland werd. Van datzelfde Hermes werd hij twee jaar later coach en later maakte hij naam als trainer va,n onder meer Van der Voort/Quintus, het Amster damse AMC Miloc (waarmee hij Europees speelde), Ver- burch, Hercules en HC West- land. Vier jaar geleden werd hij voor het eerst gepolst door Stompwijk. „In het begin stond ik niet te springen. Ik wist niet waarin ik terecht zou komen. Maar toen ik alle faciliteiten zag, de nieuwe sporthal met be stuurskamers en kantine, en buiten de gras- en verharde velden, wist ik direct dat dit vruchtbare bodem voor succes was." Wél trad Van der Beek alweer twee jaar later bij het samen gaan met het Zoeterwoudse Fairplay terug als coach ten gunste van zijn Fairplay-cqlle- ga. „Ik vond het beter dat er een jonge gozer voor de groep kwam te staan. Bovendien or ganiseerde ik handbalcursus sen voor de jeugd in Den Haag en daar had ik mijn handen aan vol. Maar nadat mijn opvolger tussentijds opstapte, werd ik toch weer benaderd. Voor mij was de uitdaging inmiddels nog groter geworden nu de grote spelersgroep meer armslag bood. Daarbij kende ik al veel speelsters. En nu staan we bo venaan. Ik moet eerlijk zeggen dat we beter gepresteerd heb ben dan we, naar mijn mening, in onze mars hadden. Onze doelstelling was om bij de eer ste drie te eindigen, nu neem ik alleen nog genoegen met pro motie naar de tweede divisie." Op de vraag of hij een be langrijke bijdrage heeft geleverd aan het huidige succes, volgt een korte stilte. Dan: „Ik zet louter de lijnen uit en zorg er- der Beek (rechts) deelt zijn visie met de ploeg. ka thJL n van der Beek vorig roer overnam als )eelt het Stompwijkse weer een rol van bete- )e vrouwen kunnen in het sleutelduel met tan een voorschot ne- ïet kampioenschap en ïatische promotie naar e divisie, reek voor het belangrij- i, gaat het er op de trai- szins ontspannen aan krijgen de speelsters :legenheid om naar i happen. Geen rust die vermoeid zijn, zo Maar er valt geen on- woord, geen enkele ïg. Elke verkeerde bal 2t de mantel der liefde ilsof niemand iets fout i. Coach Van der Beek, arige Hagen aai", is ech- ;achte heelmeester, is de wedstrijden ga ik iemand verzaakt, dan itig. Voor mezelf ben ik i hard geweest. Als er moest worden, dan )k gewerkt. Een men- 1 me is aangeleerd in ier. Soms moet ik uit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 37