Dolende ouders in de
opvoedjungle
T
Grenzen stellen aan vrijgevochten kroost is een hele klus
De vader van Daniël van Cotthem, de student die het slachtoffer werd van zinloos
geweld, deed twee weken geleden een oproep aan opvoedend Nederland: 'Ouders,
breng je kinderen weer normen en waarden bij!' Maar in een wereld van steeds
meer tweeverdieners en een alles regerende welvaart is het een helse klus om
grenzen te stellen aan het vrijgevochten kroost.
waalf moeders en drie vaders
zitten in het klaslokaaltje in
Bennebroek. Allemaal zijn ze
onzeker over de manier waarop ze hun
kinderen normen en waarden moeten
bijbrengen. De opvoedcursus 'Mores le
ren', waarvoor ze zeven maandagavon
den in gesprek gaan met andere onze
kere ouders, moet uitkomst bieden.
De cursisten hebben vooral behoefte
aan herkenning en bevestiging. Kreten
als 'dat heb ik nou ook' en 'gelukkig dat
ik niet de enige ben' vliegen geregeld
door het lokaal. Logisch, allerlei an
kers, zoals het geloof, zijn in de moder
ne maatschappij naar de achtergrond
gedrongen", zegt cursusleider en peda
goog Tom Kroon. „Daardoor staan ou
ders er meer dan ooit alleen voor. Maar
zij blijven zich afvragen of zij het nog
wel goed doen."
Wirwar
Eén van de moeders worstelt bijvoor
beeld met de vraag of zij haar dochter
nog 'u' tegen de juffrouw moet laten
zeggen als die zichzelf bij de voornaam
laat noemen. „Dit soort problemen la
ten zien dat ouders en kinderen met
steeds meer verschillende waarden en
normen te maken krijgen. Is het niet op
de basisschool, dan gebeurt het wel op
het kinderdagverblijf", zegt Kroon. Door
het groeiend aantal allochtonen zal de
wirwar aan normen en waarden volgens
hem alleen maar toenemen. „Als een al
lochtoon kind zijn huiswerk niet heeft
gemaakt omdat tante uit Marokko op
bezoek was. kun je dat niet zomaar als
ongehoorzaamheid betitelen. Voor zo n
kind is het onfatsoenlijk om huiswerk te
maken als tante er is."
Volgens de pedagoog, tevens schrijver
van het boekje Kinderen en omgaan met
waarden en normen, is het niet te voor
komen dat kinderen met verschillende
opvattingen te maken krijgen. „Maar
het is de taak van de ouder om hier dui
delijkheid in te scheppen. Mogen ze bij
een vriendje de hele dag op internet
surfen of voor de tv hangen, leg ze dan
uit dat het thuis niet mag en waarom."
De cursisten in Bennebroek hebben
vooral problemen met de welvaart, die
bij veel ouders het beeld heeft gescha
pen dat aan elke kik van kinderen a la
minute moet worden toegegeven. Alles
kan, dus moet het ook meteen gebeu
ren. De snelle behoeftebevrediging on
der alle omstandigheden straalt af op de
kinderen, die de ouders imiteren. Dus
eisen ze in de supermarkt een zak snoep
en gaan op de grond liggen krijsen als ze
die niet krijgen. Moeder heeft weinig
tijd of durft het kind in het openbaar
niet aan te pakken. „Ook omdat het al
lemaal maar leuk moet zijn tegenwoor
dig. Je wilt geen boze of teleurgestelde
gezichtjes in de spaarzame tijd die je sa
men hebt," zegt Kroon.
Gevolg is dat het kind er aan gewend
raakt dat het krijgt wat het wil. „Je ziet
het op school. Twee juffen staan in de
gang met elkaar te praten en een kind
met een vraag springt er pats-boem tus
sen. Ze hebben diuis niet geleerd dat ze
geduld moeten hebben." Het voorbeeld
slaat aan in de groep ouders. Die komen
prompt met allerlei andere voorbeel
den. Een kind dat in de supermarkt met
opzet met het winkelwagentje tegen
mensen aan rijdt, pesten op school,
kleine verkeersovertredingen.
V rdoen en v rle ven
De hamvraag: Wat doe je daarmee?
Kroon hamert erop dat ouders veel tijd
moeten uittrekken om hun kinderen al
jong ouderwetse deugden als geduld,
verdraagzaamheid en inlevingsvermo
gen bij te brengen. „Dat kan niet door
hen in een half uurtje quality time even
in te prenten wat wel en niet kan. Het
moet inslijten in het dagelijks leven.
Dus moet je het voordoen, vóórleven."
Kroon geeft het voorbeeld van een
pianoleraar. „Piano spelen leer je niet
als een leraar je alleen maar op papier
aanwijst welke noten er bestaan en wel
ke toetsen daar bij horen. Nee, pas als
hij het voordoet, komt het tot leven."
Met de kleine achterin moet pa dus niet
door rood rijden. En als ma voorkruipt
bij de kassa omdat ze zo'n haast heeft,
geeft ze ook niet het goede voorbeeld.
Het bijbrengen van normen en waar
den kost dus veel tijd, iets dat de mo
derne tweeverdieners juist niet hebben.
En dus schuiven ze de verantwoorde
lijkheden af naar de oppas en naar het
kinderdagverblijf, meent Guus Beliën,
een van de ouders op cursus. De vader,
in het dagelijks leven leraar in het mid
delbaar beroepsonderwijs, ergert zich
dood aan ouders die de opvoeding 'uit
besteden' aan oppassen en kinderdag
verblijven, zodat zij hun oude leventje
niet of nauwelijks hoeven aan te passen.
„Mensen realiseren zich niet dat er juist
wat ingeleverd moet worden als er een
kind bij komt. Dat vind ik bezopen."
Pedagogisch beleid
Volgens Kroon is de rol van opvoeder
niet alleen voorbehouden aan ouders.
Ook de oppas of de leidster van het kin
derdagverblijf kan kinderen heel goed
normen en waarden bijbrengen. Voor
waarde is wel dat er niet te veel met het
kind wordt gesleept en regels conse
quent worden gehandhaafd. Kroon:
„Het kind weet niet waar het aan toe is
als het bij de ene juf wel mag schelden
en bij de andere beslist niet. Ouders
moeten, voordat ze hun kind naar het
kinderdagverblijf brengen, goed infor
meren of het pedagogisch beleid daar
wel bij hun opvattingen past. Dat ge
beurt nog veel te weinig."
Myrthe Enthoven, die als orthopeda
goge leiding geeft aan de vestiging van
dagverblijf Kindergarden in Weesp, be
vestigt dit. „De meeste ouders zijn al
lang blij als er plek is voor hun kinderen
en ze vinden de inrichting en de sfeer
vaak belangrijker dan de normen en
waarden die de leiding er op na houdt."
Kindergarden heeft net als veel.soortge
lijke instellingen een duidelijke pedago
gische visie. „Slaan is hier bijvoorbeeld
uit den boze, ook al wordt daar thuis
anders over gedacht."
Paul Schurink uit Weesp, vader van
een dochter van anderhalf, geeft toe dat
hij niet heeft nagedacht over het peda
gogisch beleid toen hij de plaatselijke
Kindergarden voor zijn kind uitkoos.
„Mijn vrouw en ik werken allebei en we
waren dringend op zoek naar opvang
voor vier dagen. Hier was plaats en we
hebben ons meteen ingeschreven." Net
als de meeste ouders die hun kinderen
naar een kinderdagverblijf brengen,
kent Schurink de kritiek op die wijze
van uitbesteed opvoeden. „Maar het
heeft ook veel voordelen. Mijn kind leert
samen te spelen en te delen. Dat zou
niet gebeuren als zij alleen thuis was."
Dat voordeel wordt ook genoemd
door ouders die hun kroost brengen
naar het kinderdagverblijf van Huhiani-
tas in Heerlen. „Mijn vriend was eerst
helemaal tegen het kinderdagverblijf.
Totdat ik hem meenam en hij zag hoe
goed ze het hier doen," zegt Nancy Hei
ligers, die haar driejarige zoontje er vijf
halve dagen per week brengt. Ze moet
zelfs bekennen dat het kinderdagverblijf
haar zoontje soms beter en consequen
ter opvoedt dan zijzelf. „Als ik naar de
wc ben geweest vertelt Damian me dat
ik het licht uit moet doen en de deur
achter me moet sluiten. Daar sta ik echt
van te kijken en daar leer ik ook heel
veel van."
Risicogroep
Strafrechtadvocaat Jan Boone is minder
te spreken over het uitbesteden van de
opvoeding. Geregeld krijgt hij jonge cli
ënten van wie al gauw blijkt dat paps en
mams er in een belangrijke periode van
hun opvoeding niet vaak genoeg waren.
„Tweeverdieners vormen gewoon een
risicogroep. Ik krijg hier ouders wier
jochie van veertien net is vrijgekomen.
En dan zegt zo'n moeder op de sugges
tie om misschien toch maar te stoppen
met werken: 'Meneer Boone, u gelooft
toch niet dat ik mijn hele leven thuis ga
zitten'?"
De advocaat vergelijkt de opvoeding
met het grootbrengen van jonge pup
py's. „Geef je ze niet genoeg aandacht
en liefde, dan worden het rothonden.
Verschillende opvoeders, zoals je tegen
woordig veel ziet, zaaien alleen maar
verwarring. Je hebt die-ene teef nodig
om pups op te voeden."
Corrigeren, zoals de moederteef dat
soms ogenschijnlijk bruut met haar
pups doet, is er volgens Boone vaak al
niet meer bij. „Het afschuwelijkste is dat
ouders het in deze tijd van welvaart
naar beste vermogen proberen te doen.
Maar juist kinderen alles geven is niet
de oplossing. Het is toch belachelijk dat
kinderen van twaalf, dertien jaar 's
nachts in het weekend stomdronken
over straat lopen, omdat ze van pa hon
derd piek hebben gekregen om uit te
gaan. Man, dat krijg je in de kroeg niet
eens op!"
Directeur Paul Schnabel van het Soci
aal Cultureel Planbureau is het hele
maal niet eens met de aanval op de
tweeverdieners. „Kijk naar Zweden en
Denemarken. Daar werken moeders al
veel langer en de kinderopvang is er veel
verder ontwikkeld dan in Nederland.
Dan zouden ze in Scandinavië toch ook
enorme problemen met bijvoorbeeld
criminaliteit moeten hebben? Dat is niet
zo."
Schnabel denkt dat de hele opvoe
dingsdiscussie rond normen en waar
den vooral bepaald wordt door roman
tische gevoelens: 'vroeger was alles be
ter'. „Daar moetje voor uitkijken. Vroe
ger was ook niet alles geweldig. In die
grote gezinnen hadden vader en moe
der ook nauwelijks tijd voor de kinde
ren. Toen voedden de oudsten de jong-
sten op."
Kiezen
Advocaat Boone hunkert niettemin nog
wel eens naar de tijd dat de vrouw thuis
de kinderen opvoedde en de man uit
werken ging om brood op de plank te
brengen. „Ouders moeten eens leren
kiezen: óf geen kinderen en rijk worden
óf kinderen krijgen en met minder ge
noegen nemen."
Werner en Anita van Katwijk uit Leer-
sum, met vier kinderen van vijf tot
twaalf jaar, kozen voor de laatste optie.
Anita is bewust gestopt met haar baan
als verpleegkundige toen zij haar eerste
kind kreeg. Werner is als directeur van
de christelijke oudervereniging Ouders
Coo nu kostwinner.
„Ouders moeten er altijd zijn voor
hun kinderen. Als moeder weet je pre
cies wanneer je kind extra aandacht no
dig heeft. In een kinderdagverblijf weten
ze dat niet", zegt Anita van Katwijk. Zij
merkt dat het bijbrengen van normen
en waarden haast onopgemerkt ge
beurt. „Toen de buurjongens kuikentjes
verdronken, was dat voor ons aanlei
ding om meteen met de kinderen te
praten over respect voor dieren. Want
kuikentjes verdrinken, dat doen wij hier
niet. Als werkende moeder kun je daar
pas 's avonds over praten, als je het al
hoort van de oppas." Bijkomend voor
deel is dat de moeder er altijd is voor de
kinderen als die zelf ergens over willen
praten. Anita van Katwijk denkt dat haar
kinderen daardoor rustiger zijn dan die
van werkende ouders. „Als ze elke keer
tussen de middag moeten overblijven is
er geen rustpunt. Dat hebben ze heel
hard nodig voor hun ontwikkeling."
Drukke kinderen
Bij de Riagg in Roermond herkennen ze
het geklaag over drukke kinderen. „Wij
krijgen heel veel mensen die zeggen:
'Ons kind is zo ongecontroleerd en
druk'. Er is echt een hausse van ouders
die binnen komen en stellen dat hun
kind hyperactief is en dus de psychiatri
sche stoornis ADHD heeft. Of we daar
voor maar even een pilletje of een thera
pie willen geven," zegt psycholoog Nic
Schoonbrood. Maar vaak blijkt een kind
helemaal geen psychiatrische stoornis
te hebben. „Dan is er thuis misschien
geen rust en wordt er niet met het kind
gepraat of geknuffeld op momenten dat
het dat nodig heeft."
Schoonbrood signaleert in de peda
gogische literatuur een hang naar meer
discipline. Maar het simpelweg stellen
van meer regels en harder straffen heeft
geen enkele zin. Dat menen zowel de
pedagoog, de Riagg-psycholoog als de
advocaat. Schoonbrood: „Ook regels
moet je vóórleven. Kinderen moeten
zien dat volwassenen zich er aan hou
den, anders zien ze dat als een vrijbrief
om zelf ook regels aan hun laars te lap
pen. Zodra de agent of de vader er dan
even niet bij is, gaat het mis."
Als ouders vroeger eens een steekje
lieten vallen, was er altijd nog correctie
door de omgeving. Maar door de indivi
dualisering is dat er vaak niet meer bij.
„Je hebt geen buurvrouw meer met dik
ke was-armen, die af en toe over je heg
hangt om te zeggen dat je toch zo'n lek
ker joch hebt," zegt advocaat Boone. De
buurman die corrigerend optreedt als
een kindkattenkwaad uithaalt, is er
vaak ook niet meer. Boone beseft zelf
ook wel dat de buurman tegenwoordig
zijn mond niet meer durft open te trek
ken uit angst een grote bek of erger te
krijgen van de o.uders. „Maar het is wel
de bevestiging die je als ouder vaak no
dig hebt."
En dus komen de vijftien 'brave' ouders
in Bennebroek nog steeds bijeen om
hun twijfels over opvoeding te delen.
„We beseffen ook wel dat dit een drup
pel op een gloeiende plaat is als je het
geheel aan opvoedingsproblemen be
kijkt," zegt moeder Marly Beliën, tevens
docente aan een middelbare school.
„Misschien zijn ouders zoals wij ook
niet het echte probleem. Dat wij hier
komen, laat al zien dat we het beste
voorhebben met onze kinderen. De
mensen die écht ondersteuning nodig
hebben zitten hier niet en zullen ook
nooit komen."
ANOUK MIDDELKAMP
FERDI SCHROOTEN
Kinderdagverblijf Kindergarden in Weesp heeft een duidelijke pedagogische visie: „Slaan is hier bijvoorbeeld uit den boze, ook al wordt daar thuis anders over gedacht." fotogpd phil nijhuis