Vogels zijn de beste apothekers Vissen wordt steeds meer zaak van high tech Rijp en Groen Het sneeuwklokje f Fruitvltffi VRIJDAG 4 FEBRUARI 2000 redactie margot klompmaker en saskia stoelingj GREET BUCHNER In oude sagen en legenden zal men tevergeefs zoeken naar verhalen over deze bloem. In de tijd waarin deze verhalen vorm kregen was het sneeuwklokje, dat zo in heems lijkt, hier onbekend. Dit plantje groeit van oor sprong alleen in sommige streken van Turkije en rond de Pyre neeën. In de loop van de zestiende eeuw kwam het naar Europa. Pas in de loop van de acht tiende eeuw wordt er wat vaker geschre ven over deze vroege voor- jaarsbloeier, die in het La- tijn de naam Galanthus nivalie's heeft ge kregen. Wij hebben de naam in verband gebracht met het laagje sneeuw waar hij ge woon doorheen groeit, als het maar warm genoeg wordt. De aardigste naam hebben de Zwitsers bedacht. Die zeggen Amselblumlein en als je weet dat Amsel niets an ders betekent als merel, dan wordt de naam duidelijk. Als de sneeuwklokjes het weer goed genoeg vinden om te bloeien, beginnen ook de merels met hun voorjaarsge zang. Omdat ik dol ben op dit ldeine bloempje heb ik ja ren achtereen elke herfst bolletjes gekocht en braaf bij thuiskomst in de grond ge zet. Het resultaat was jaar op jaar bedroevend. Alleen een heel klein gedeelte bleek aan de groei te zijn gekomen. De bollen waren te oud en ver droogd toen ik ze kocht. Daarom vandaag een ver haal over de Galanthus en de goede raad om nu te planten met groen en bloem. Dan is succes verzekerd. Een tijdje terug kreeg ik namelijk van een vriendin, die rijk geze gend was met sneeuwklok jes, een paar pollen mee en daarbij het advies om de pol len in plukjes van twee of drie te trekken en deze plantjes met zorg en vooral even diep als ze stonden in de grond te stoppen. Het was een succes. Het daarop volgende voorjaar waren er al veel meer en zo gaat het door. Mijn ad vies: koop bloeiende bolletjes. Ze worden in toenemende ma te in pot of bak in de handel gebracht. Laat ze even afhar den, want bij de kweek werden ze verwend om tijdig allemaal tegelijk te bloeien en zet ze dan met twee of drie tegélijk op een plaatsje waai' ze ja ren kunnen blijven staan. Onder blad verliezende struiken of bo men bijvoorbeeld. Zijn er geen bloeiende bollen te koop dan wordt het bede len bij kennissen of vrienden geblazen. Desnoods begin je met een enkele bol bloeien de klokjes en plant je~ze met twee tegelijk. Altijd beter dan helemaal niets. Wellicht is het aardig te weten dat er in Engeland, waar anders, sneeuwklokjesclubs zijn waarvan de leden zich erop toeleggen om zoveel moge lijk iets afwijkende cultivars te kweken en te ruilen. Zodra een enkele bloem iets afwijkt van de normale nivalis wordt deze op geraffineerde en ui terst bewerkelijke wijze ver menigvuldigd met het bolle tje als slachtoffer. Óp die manier zijn er heel wat cultivars die in le- kenogen veel op elkaar lij ken. Immers dit familielid van de lelieachtigen heeft al tijd zes kroonblaadjes. De drie buitenste zijn groot, vooral wit en min of meer le- pelvormig. De drie binnen sten zijn klein en vaak ge deeltelijk groen. Maar ik ben zelf al innig tevreden met de gewone nivalis, sinds ik weet hoe ik die in mijn tuin aan de praat houd. u E fSgf Fruitvliegen die twin leden per ongeluk vj pa naar Amerika kwl tonen een supersnel In tien jaar blijken d net zoveel te zijn vei gedurende tienduizi het continent van h< Ecologen moeten O] met het inzetten vair Kj. soorten als natuurlijp voor plagen en ziekt/^'f' landbouw, aldus Raf10 Huey van de univ Washington in Seatl Huey en zijn team sl de rappe aanpassing studie van de fruitvÜ sophila subobscura. hem zijn strenge pr< nodig. „Het is al te gaan, omdat men dti onderschatte. Recenf is het in het'wild uit: de rups Cactoblastis ben. Dit beest heeft 2, verlaten en vreet nu J inheemse planten h:; peter de jaeger j perl. wand X Pr€ 13 E 28 52 roef eriki I Dicl Voek If.dol Ithe Spreeuwen zijn erg kieskeurig bij hun nestbedekking. Ze houden het op bladeren van de wilde wortel, vlooienkruid en duizendblad. Deze planten werken voortplanting tegen van te ken, mijten en luizen en doden ziekteverwekkende bacteriën en schimmels foto archief De meeste medicijnen hebben een plantaardige oorsprong. Kijken naar vogelgedrag kan onze kennis over de natuur als medicijnkast flink vergroten. Vogels zijn namelijk de beste apothekers. Het is al langer bekend dat sommige vogels hun nesten op sieren met groen gebladerte. Een verklaring is dat het groen zorgt dat het nest voldoende vochtig blijft. Een andere ge dachte is dat het de jongen be schermt tegen direct invallend zonlicht. Beide theorieën gaan volgens ecoloog Peter Wimber- ger niet op. „Het gedrag komt zowel voor in regenwouden als in droge klimaten. Ook wordt er met bladeren geleurd naar nes ten in de schaduw van een boomkruin en in bolronde nes ten waar geen lichtstraal bin nen komt", zegt de deskundige in het blad New Scientist. Hij is als ecoloog verbonden aan de universiteit van Washington in Seatüe. Het is zelfs zo dat vogels in goed weggestopte nesten in vochtige streken meer bladeren verzamelen voor hun nesten dan elders. Een voorbeeld is de Zuid-Amerikaanse monnikpar kiet, die het hele jaar rond Plant afe regenpg De meeste nesthergebruikers, zo als de havik, stoppen vers groen in hun nest. foto cpd doorbrengt in nesten die als een torenflat op elkaar zijn ge stapeld. Zij brengen bladeren uit het omringend bos naar de ze verblijfplaats, maar alleen tij dens het broedseizoen. Wimberger heeft ook ontdekt dat roofvogels, die honkvast bij hun nest blijven, uitsluitend groen bijvullen nadat er eieren zijn gelegd. Dit was voor hem een hint dat de bladeren wel licht een stof bevatten die de jonge vogels beschermt tegen parasitaire ziekten. Het risico op infectie is het grootst bij vogels die een be staand nest elk jaar opnieuw gebruiken. Daardoor zullen die vogels ook de meeste voorbe- reidngen moeten treffen, rede neert Wimberger. Dat onder zocht hij bij een kleine vijftig roofvogels. Bijna tachtig pro cent van de nest hergebruikers, zoals de adelaar, de havik en buizerd, brachten vers groen naar hun nesten. Dit werd ge daan door slechts veertig pro cent van de roofvogels die jaar lijks een nieuw nest maken, zo als de bosuil. Dit fenomeen is door andere onderzoekers ook gevonden bij zangvogels die steeds hetzelfde nest gebruiken. Die nesten moeten worden ontsmet met vluchtige stoffen die door krui den worden afgescheiden. In India is ontdekt dat de huismus zijn nest verrijkt met blad van de margosaboom. Deze blade ren bevatten sitosterol, een na tuurlijk insecticide dat ook te ken en andere bloedzuigers weerhoudt van eieren leggen. Bij de Europese spreeuw is iets dergelijks gevonden. Spreeu wen zijn erg kieskeurig bij hun nestbedekking. Ze schuwen mosterdachtige planten en op teren voor moeilijk te vinden bladeren van de wilde wortel, vlooienkruid en duizendblad. Deze planten werken voort planting tegen van teken, mij ten en luizen. Bovendien doden ze ziekteverwekkende bacteriën en schimmels. Verder blijkt dat jonge spreeuwen, grootge bracht tussen blad van de wilde peen, meer hemoglobine in hun bloed hebben. Hemoglobi ne is een eiwit dat zorgt voor zuurstoftransport. Opvallend is dat de mannetjes zorgen voor het groene orna ment. Hoe groener het nest, des te groter de paringskans. „Het vrouwtje heeft duidelijk voor keur voor een partner die het nest beschermt tegen parasie ten met bladeren die natuurlij ke antibiotica en insecticiden bevatten", aldus Wimberger. Ook het verenkleëd is een infec tiehaard. Bacteriën kunnen de veren snel afbreken. In reageer buizen zijn kippenveren be smet met bacteriën van vogels in het wild. Na een paai' dagen was er van de veren niets meer over. In de vrije natuur nemen vogels hun voorzorgsmaatrege len. Een stofbad nemen en dro gen van de vleugels zijn enkele manieren om af te rekenen met de micro-organismen die de vernietigende enzymen produ ceren. Een opmerkelijker remedie is het insmeren van het verenpak met opgepikte insecten. De in secten scheiden via hun klieren stoffen uit die auxine en beta- hydroxyzuren bevatten. Deze verbindingen rekenen af met bacteriën en schimmels. Het hoeven niet altijd insecten te zijn. Er zijn ook vogels gezien die hun veren besmeuren met duizendpoten, goudsbloem, kalk en zelfs tabak uit sigaret tenpeuken. Hoe vogels hun medicamenten kiezen blijft een mysterie. Er is bewijs dat sommige vogels die in grote sociale groepen leven van elkaar kunnen leren. Ook kan er een genetische factor een rol spelen bij zelfmedicatie. De vogels hoeven zich niet be wust te zijn van de voordelen 'van groen in hun nest. Zolang deze praktijk meer overlevende jongen met zich mee brengt, worden de bijbehorende genen vanzelf verspreid. peter de jaeger Wie een saaie regenpifG g fleuren kan de Flower aanschaffen: een lichtj kunststof bloempot dH regenpijp kan worden Volgens de fabrikant ll h) zo'n 3 tot 4 potten tegL een pijp hangen. Er zijncje kleuren: terracotta, grj blauw en wit. Een set 1 potten kost 9,95. De F| Clicker is te koop bij H zaken en tuincentra. N Elho, tel. 073 - 521907 Het aanbod van handige snuf jes voor sportvissers neemt de laatste tijd behoorlijk toe. Er be staat bijvoorbeeld al sonarap- paratuur waarmee de zwem mers onder water zijn op te sporen. En via satellietsignalen geeft een speciaal apparaatje het visrijke gedeelte van een plas water aan. In maart vinden in Rotterdam en Zwolle twee grote sportvisbeurzen plaats waar de ruim een miljoen hen gelaars in ons land dit soort handigheidjes kunnen ontdek ken. „Nieuwe technische ontwikke lingen worden eerst toegepast in de ruimtevaart, daarna bij defensie en vervolgens komen ze terecht in de hengelsport", lacht beleidsmedewerker Mar co Kraal van de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfe deraties (NWS). Er is binnen de vissport de laatste jaren grote technische vooruitgang ge boekt. Voorheen werd nog wel eens de dobber met een bam- boehengel uitgeworpen: tegen woordig bestaan veel exempla ren uit een ijzersterk mengsel van grafiet en glasvezel. Ook nieuw is de zogenoemde kunst vezel dynema die de aloude ny- lonlijn dreigt te vervangen. Een andere ontwikkeling is het groeiende aanbod van tenten, speciale kleding, schoeisel en stoelen waarmee sportvissers warm en comfortabel langs de kant kunnen zitten. „Daarnaast komen vaker hightech appara ten op de markt", zegt Kraal. „Er zijn bijvoorbeeld radiografi sche bestuurde bootjes waarop het aas komt te liggen. Het bootje vaart vervolgens enkele honderden meters uit eri met de afstandsbediening in de hand kan de hengelaar op een bepaaldé plaats het aas in het water laten gooien. Zodra een vis aan de haak zit, geeft een speciale zender langs de kant een geluidssignaal af." Een ander snufje is het zoge noemde Global Positioning System (GPS) dat vanaf ruwweg driehonderd gulden verkrijg baar is. Het apparaat is bedoeld voor hengelen op een grote plas water, waarbij na het intoetsen van enkele knoppen het GPS de visrijke gedeelten van het meer onthoudt. Wanneer de hobbyist dagen later weer de plas opgaat geeft het toestel via satellietsig nalen tot op honderd meter nauwkeurig dezelfde visrijke plek aan. „Praktisch is verder sonarappa- ratuur die geluidssignalen on der water verspreidt. Botsen ze tegen een vis aan, dan ketsen ze terug en ziet de visser op een scherm waar de zwemmer zich schuil houdt. Dergelijke sonar- apparaten ofwel fishfinders lig gen al voor ongeveer driehon derd gulden in de winkel. Kort om, er is een geweldige profes sionalisering in de techniek gaande waardoor hengelen geen loterij meer is", vertelt Kraal. Gewapend met hulpmiddeltjes en speciale hengels trekt een groeiende groep liefhebbers er geregeld op uit om een vis te vangen. Voorheen maakte het niet zo gek veel uit welke soort uiteindelijk aan de haak werd geslagen. De laatste jaren rich ten tienduizenden liefhebbers zich echter vooral op een be paalde specialiteit, zoals kar pervissen, vliegvissen, zeevis sen of roofvisvissen. Iedere tak van sport vereist bepaalde tech nieken, materialen en kunst azen. Kraal: „Kenmerkend aan vlieg vissen is om met een imitatie insect een vis te vangen waarbij de lijn vaak ver in het water wordt geworpen." De vissen la ten zich echter niet al te makke lijk voor de gek houden. Zodra in de buurt van het water veel vliegjes zitten, happen de zwemmers niet in bijvoorbeeld een namaaksprinkhaan. Zoiets vinden ze te verdacht. Een gro te vangst is daarom lang niet al tijd gegarandeerd. „Vooral het een zijn met de natuur is van belang bij vliegvissen; vaak beet hebben speelt een minder be langrijke rol." Liefhebbers die wel veel aan de haak willen slaan, kunnen zich beter bezighouden met henge len op karpers of raofsoorten zoals de snoekbaars. Met de in zet van nieuwe materialen en snufjes is het volgens de be leidsmedewerker van de NWS makkelijker om een groot exemplaar te vangen. „Hebben ze eenmaal beet, dan zet de echte sportvisser het dier weer terug. Grappig is dat ik bepaal de exemplaren jaren later weer opnieuw vang: mijn ervaring zorgt ervoor dat ik vissen van een bepaalde soort kan onder scheiden." In totaal werpen tussen de 1,3 en 1,5 miljoen Nederlanders wel eens een hengel uit en zij besteden daaraan jaarlijks zo'n vierhonderd miljoen gulden. Het aantal liefhebbers en de omzetten nemen overigens toe, want vorig jaar telde de NWS 370.000 leden; twintigduizend meer dan in 1996. Het enthou siasme stijgt vooral bij de jeugd: er zijn inmiddels 350.000 jonge sportvissers. „Ook onder allochtonen zijn verwoede hengelaars te vin den", zegt adjunct-directeur Joop Bongers van de NWS. „Zij zetten de vis echter niet zo vaak terug, maar eten het dier thuis op. Dit komt wellicht voort uit een andere cultuur. Eerlijk ge zegd: het heeft ook wel iets de cadents om een vis te vangen en die vervolgens weer los te la ten." Hoewel meer mensen sportvis sen als hobby ontdekken, boek te de dit jaar jubilerende NWS (25 jaar) ook tegenslagen. Enke le jaren geleden bijvoorbeeld verbood de overheid vissen met levend aas en daardoor is het voor sommigen lastiger om beet te hebben. Daarnaast ver schilt de landelijke overkoepe lende organisatie van negen honderd sportvissersverenigin gen fors van mening met onder meer de Dierenbescherming over de vraag of vissen wel of senn n: le F niet pijn en stress kui len. Bongers: „Vorig jaar is[^ bat aan dit onderwerp^ waaruit bleek dat de rnjn c in de wetenschap verdij Bovendien pleiten wijvp j terugzetten van gevangpja ren, zorgen we samen dere organisaties voorjL waterbeheer en een ge^ visstand." >Pg( Die visstand is volgens*^ junct-directeur de laatJ^ cennia behoorlijk vei:btfg{ „Het vissen in Nederlajna] teren is, in vergelijkingsob dere landen, vrij voordij q Om te hengelen is een Lej ning nodig, die tussen f rc 45 gulden kost waarmejoni hebber in een bepaald'n g kan vissen. „Wordt ieni^ioj van een bij de NWS aat,6i ten vereniging, dan man^ sportvisser voor hetzelfojj drag in veel meer plasskm( ren en vennetjes de holj voeren." Naast een vergunning, i vissers vanaf 15 jaar enl i ook een sportvisakte vei deze komt op 19,25 guli jaar. Met deze papieren NO mogen het gehele jaar dTVI meeste vissoorten woraRe| vangen, want het seizoflhel bod op de liefhebberij i<Ni( jaren geleden afgeschaft Bij dit beschouwt de vismijint NWS als een overwinni Mc vallend is wel dat deze 0 NO satie in hetzelfde pand TV de Nederlandse Jagersvj Re ging. „Dat is toeval: veraFil het delen van ons ondei De gaat de relatie niet", zeg rei gers. TV alex van hoof Re he N( Cryptogram Horizontaal: 1. Ze zijn net zo bang als angsthazen (6); 4. Bevorderaar voor de drijvende kracht (8), 6. Stof waarnaar men raadt (4); 8. Stof die men stroopt (4); 9. Het sein om lectuur door te nemen? (9). Verticaal: 1. Hierop gezeten kan men z'n baan verliezen (3); 2. Meteen het gewicht van de kinderen (5); 3. De Europeaan komt terug en gaat erop (4); 5 Ze worden gespeeld om te stelen (6); 6. Het ruikt niet onaangenaam (4); 7. Vuurproef (4); 8. Gaat heel licht héén en weer (4). Oplossing van donderdag: HORIZONTAAL: 1. Geeuw; 5. zin; 6. nis; 8. debet; 11. ets; 13. zzo; 15 le; 16. ode; 18. on; 19. au; 20. va, 21er; 23. dna; 25. li; 26. rai; 28. Pan; 29. bagno; 32. dia; 33. oom; 34. slenk VERTICAAL: 1. Gids; 2. ene; 3. une; 4. witz; 7. telwerk; 9. bed; 10. continu; 12. te; 14. zo; 16. oud; 17. Eva; 22. ra; 24. nog; 25 la; 27 ibis; 28 pook; 30. aal, 31. non HEINZ S T R P

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 10