Het gaat niet goed met de grutto In Natura Leven van de dood Veilige valhelm is net een kunsthoofd Het gloeit onder de Eifel HU WOENSDAG 2 FEBRUARI 2000 OEN REDACTIE: MARGOT KLOMPMAKER EN SASKIA STOELINGA 023-5 1 'Rust zacht' is de meest gangbare tekst op graven. Het kerk hof is bestemd voor de definitieve en eeuwige rust: de dood. Maar feitelijk bruist het er van leven. Vooral in steden zijn begraafplaatsen groene oases waarin dieren zich prima thuisvoelen. Het is er veel minder druk dan in de parken en de plantsoenen en bovendien gedragen de mensen zich er heel bedaard. Als er al kinderen komen, dan worden die door hun bege leiders tot rust gemaand, terwijl de uitbundige honden die de parken onveilig maken, geheel ontbreken. Verkeer, trim mers en joggers blijven buiten de hekken. Een kerkhof is stil, ongerept en afgezonderd van de drukke, vervuilde en rumoerige buitenwereld. Daarom herbergt het vaak een veel rijkere fauna dan welke andere plek in stad of dorp dan ook. Overdag krioelt het er van de vogels. De hoge bomen, het dichte struikgewas en de altijd groene coniferen bieden niet alleen nestgelegenheid in overvloed, maar ook meer dan voldoende schuil- en slaapplaatsen. Veel van onze zangvo gelsoorten komen op kerkhoven voor, van huismus tot wie lewaal, in hun kielzog gevolgd door rovers als de sperwer en de havik. Roeken en reigers stichten er kolonies en spech ten hakken hun nestholen uit in de dikwijls eeuwenoude bomen. Duiven zitten op de grafstenen te koeren en merels scharrelen rond de zerken op zoek naar wormen. Aan wormen ontbreekt het begraafplaatsen niet, dat zal ie dereen duidelijk zijn. Geen betere grond dan kerkhofgrond! Ook kevers, larven en maden moeten zich in luilekkerland wanen. Mollen weten beslist wel raad met al dit kleine, maar sappige en voedzame gedierte en ze zijn dan ook zeer gesteld op kerkhoven. U merkt dat we ons van het vrolijke vogelspul in de hoge bomen naar beneden begeven en dat het verhaal er niet aangenamer op wordt naarmate we ons dieper in de mate rie graven. Met de mol zijn we immers in de grond beland en daar is het natuurlijk niet zo prettig. Waar het op een kerkhof allemaal om te doen is, is het grootscheepse onder grondse ontbindingsproces dat de basis vormt van het rijke dierenleven. De mol bijvoorbeeld voedt zich niet alleen met onschuldige regenwormen, maar ook met de maden vim de lijkenvlieg. Dit is een uiterst merkwaardig insect dat tot de familie van de bochelvliegen behoort. Deze familie bestaat uit talrijke kleine soorten, die hooguit vier millimeter groot worden. Opvallend zijn de krachtige poten waarmee ze zich in de nauwste spleten en openingen kunnen werken. Een doods kist vormt voor hen geen enkel probleem. In een mum van tijd weten ze erin binnen te dringen, nadat ze er zich door de aarde naartoe hebben gegraven. Hun larven ontwikkelen zich in rottende organische stoffen en de lijkenvlieg heeft zich geheel gespecialiseerd in het verorberen van menselij ke doden. Hij komt dan ook alleen op begraafplaatsen voor. Nadat de larven zich in de duistere diepte hebben ontpopt tot volwassen vliegen, kruipen deze door de aardlaag het zonlicht tegemoet om in de vrije en frisse lucht een partner te zoeken, waarna de cyclus zich herhaalt. Laten we zelf ook maar vlug weer bovengronds gaan, waar hagedissen op de grafstenen liggen te zonnen en waar mui zen door het gras hollen. We ontkomen er echter niet aan dat de dood ook hier de hoofdrol blijft spelen. Muizen vor men immers de prooi van wezels, bunzings en hermelijnen en ook deze roofdieren kiezen dus de begraafplaats graag als woonoord. Zelfs de vos laat zich er vaak zien. Ook hij heeft het op de mollen en de muizen gemunt, maar een van de konijnen die 's nachts aan de grassen en kruiden knab belen, gaat er bij hem ook wel in. Maar de échte muizeneters zijn natuurlijk de uilen. Op kerkhoven komen zowel bosuilen als ransuilen voor, of schoon de kerkuil de ware kerkhofuil is. Vanouds hoort hij thuis op begraafplaatsen, die hij door zijn hoog, angstaan jagend gekrijs en gesmoord gejammer tot spookachtige oorden maakt. Allerlei geluiden stoot hij uit - zoals keffen, sissen snurken, zuchten en steunen - die ongetwijfeld heb ben bijgedragen aan het ontstaan van spookverhalen. Goed gaat het met de kerkuil niet. Zeker, er zijn genoeg kerkhoven, maar in onze maatschappij wordt alles veel te keurig. Er zijn te weinig rommelige hoekjes, waar het krioelt van de muizen: er zijn nauwelijks nog vervallen schuren en ruïnes; holle bomen zijn er steeds minder: en de galmgaten van kerktorens worden met gaas gedicht om duiven en kau wen te weren. Waar moet dan de kerkuil broeden? Er zijn acties ondernomen om de vogel te helpen en die hebben wel degelijk effect gehad, maar of ze op de lange termijn positieve gevolgen hebben is de vraag. Het zou wel heel erg jammer zijn als ook de kerkuil zou moeten worden bijgezet op het kerkhof van de uit ons land verdwenen dier soorten. THEO SCHILDKAMP Net als onder mensen in de westerse samenleving slaat on der grutto's de vergrijzing toe. Een onevenredig groot deel van de populatie lijkt oud en komt niet meer aan voortplanting toe. Dat proces speelt al jaren, zegt onderzoeker Leo Zwarts uit Ravenswoud. ,,De gevolgen zien we nu dus, met enige ver traging." De vogelwachters van de BFVW hebben het volgens Zwarts dus bij het rechte eind met de con statering dat veel grutto's niet meer aan de leg geraken, maar er is nog veel meer aan de hand. De vogels willen vroeg beginnen met de leg, maar zien daar geen kans toe, omdat in het tegenwoordige cultuurland zo weinig voedsel te vinden is. Als ze wel aan de leg geraken, is het de vraag wat er van de eie ren of kuikens overblijft als de boer met al zijn maaigeweld het weiland in trekt. Dat het slecht gaat met de grut to, heeft dus verschillende oor zaken. Zwarts richt zich vooral op het voedselaanbod. In Afrika en Portugal heeft hij de situatie meermalen bekeken. Daar is de laatste jaren nogal wat veran derd. De onderzoeker was in Guinee-Bissau, Guinée-Cona- kry, Senegal en Mali. De grut to's hebben daar verschillende typen voedselgebieden, onder meer kleinschalige rijstpolder- tjes en delta's van grote rivieren als Niger en Senegal. In de koloniale tijd verdienden de boeren er goed aan de rijst. Na de verzelfstandiging van de landen kwam de klad er in. Te hevige concurrentie op de we reldmarkt leidde er toe dat veel boeren er de brui aan gaven, met als gevolg een aanzienlijke afname van voedselgebieden Om duidelijkheid te krijgen over de voedselsituatie van de grutto is nog veel onderzoek nodig. foto cpd voor de grutto. Tienduizenden vogels verble ven vroeger in de rivierdelta's, tot er dijken en stuwen werden aangelegd. De voedselsituatie verslechterde zienderogen. Zwarts noemt het„,een ecologi sche ramp". In Senegal verblij ven in de winter nog hooguit een paar duizend grutto's. In Portugal, waar de vogels in het voorjaar een tussenstop maken, is de rijstproductie ook geslonken. Er wordt in dat land een te kleine rijstkorrel gepro duceerd waar op de wereld markt geen vraag naar is. Boe ren stoppen er mee, grutto's zien voedselgebieden verloren gaan. Op de vraag waarom de grutto op de terugweg een tijdje in Portugal verblijft, terwijl hij dat op de heenweg niet doet, heb ben de onderzoekers inmiddels een antwoord gevonden. Als de vogels uit Nederland vertrekken is het hier zestien uur per dag licht. Zo lang hebben ze de tijd om voedsel tot zich te nemen en op te vetten. In een etmaal nemen ze 3 tot 4 procent in ge wicht toe. Met die vetreserve kunnen ze in één ruk de 5000 kilometer naar Afrika afleggen. Als ze terug willen, zitten ze in In Engeland is een valhelm ont wikkeld die de mechanische ei genschappen heeft van het menselijke hoofd zelf. De helm moet het aantal dodelijke onge lukken met (brom)fietsen, scooters en motoren terugdrin gen. Zelfs de beste helmen die nu worden gebruikt bieden vooral bij zware ongevallen niet altijd volledige bescherming. Dat heeft te maken van de sterkte en de richting van de krachten die bij een zwaar on geval op de helm, en daarmee op het hoofd inwerken. Iemand die met 40 kilometer per uur frontaal op een betonnen paal botst heeft weinig aan een helm. Hetzelfde geldt voor ie mand die zijdelings geschept wordt door een auto die 80 rijdt. De plotselinge kracht die in zulke gevallen op de helm wordt uitgeoefend veroorzaakt, ook als de helm niet wordt ge deukt of doorboord, hersenlet sel (zware hersenschudding, soms toch schedelbreuk) of ernstig letsel aan hals of nek (breuk aan wervels of strotten hoofd). Juist voor deze categorie onge vallen ontwikkelde het Engelse Laboratorium voor Onderzoek naar de Verkeersveiligheid (TRL) in Londen het nieuwe ty pe helm. „Eigenlijk biedt het hoofd zelf al flink wat bescher ming tegen invloeden van bui tenaf', zegt dr. Kenneth Phillips van het TRL. „De schedel is omgeven door een huid die fungeert als een elastische laag die tot een zekere waarde druk van buitenaf absorbeert. Bo vendien kan die huid over de schedel heen en weer bewegen. De hoofdhuid werkt dus niet al leen als een absorptielaag maar kan in nog veel sterkere mate zijdelingse krachten opvangen. Daaronder ligt de schedel die als de schaal van een walnoot de tere hersendelen beschermt. De schedel is opgebouwd uit min of meer elastische platen en plaatjes die onderling op grensvlakken enigszins beweeg baar zijn." Phillips en de zijnen hebben op basis van deze eigenschappen hun model ontwikkeld, waar aan direct al het verschil met van bestaande typen te zien is. „Om het harde deel van de helm is een elastische laag van kunststof gespannen met de zelfde eigenschappen als de hoofdhuid", aldus Phillips. „De harde helm zelf is gemaakt van gelaagd en gehard materiaal, dat voornamelijk bestaat uit een mengsel van koolstof en kunstharsen. Dat deel is be doeld om vooral loodrecht in werkende, grote krachten te weerstaan. Penetratie van deze helm is, zo bleek uit onze labo ratoriumproeven, zelfs bij zwa re verkeersongelukken zo goed als onmogelijk." „Juist door het gebruik van die kunsthuid worden plotselinge draai- of knikbewegingen van de schedel tijdens een ongeval sterk gereduceerd. Die bewe gingen zijn voor 90 procent ver antwoordelijk voor kwetsuren aan hals en nek in het verkeer." Phillips schat dat zijn valhelm komend voorjaar in productie kan zijn. „De prijs is afhankelijk van de afname. Bij een omzet vergelijkbaar met gangbare ty pen integraalhelmen denk ik aan rond de duizend gulden. Dat is flink ja, maar sommige mensen hebben wel het dubbe le voor een bril over. Het is maar hoe je het bekijkt en hoe veel je eigen leveti je waard is." BEN APELDOORN «BiI p u Cryptogram Horizontaal: 1Geen brave dieren (6); 4. Bij deze militaire stelling komen veel brieven aan (8); 6. Pas terug om een klap te krijgen (4); 8. Die hond heeft iets grappigs (4); 9. Schilderij van een plant? (9). Verticaal: 1Die jongen eet vis (3); 2. Net een heilige die ze bruin bakt (5); 3. Slot waar het weer om draait (4); 5. Hij vertelt moppen aan de bar (6); 6. Een halve kilo money (4); 7. Uitblinker die op de buis komt (4); 8. Het is ook een bijproduct (4). ■■M Dr. Kenneth Phillips met de door hem ontwikkelde valhelm. WÊBÊBfëÊBÈKÊBEÊÊÈÊÊESÊlÈÊÊtÊÊBBBÈÈÊMBÊÈÊ Afrika met een daglengte van twaalf uur. Dat betekent dat ze maar 1 tot 2 procent per dag kunnen opvetten. Zo komen ze niet op het nodige lichaamsge wicht voor de hele reis. Vandaar dat ze in Portugal en ook in West-Frankrijk tussenstops ma ken. De omstandigheden in Afrika en Portugal zullen zeker van in vloed zijn op de aantalsontwik keling van de grutto, zegt Zwarts. Daar komt de verslech terde situatie in ons land nog eens bij. De vraag is of er ge noeg emelten en regenwormen in ons boerenland zijn en of die beestjes in de bodem ook echt bereikbaar zijn voor de grutto's. Naar het voedselaanbod in broedtijd is volgens Zwarts nog nooit goed onderzoek gedaan. Als een grutto eieren weet uit te broeden, moeten ook de kui kens nog aan eten zien te ko men. Ze moeten het hebben van beestjes die aan de opper vlakte leven, zoals kevertjes en torretjes. Het jonge grut loopt heel wat kilometers op een dag om die beestjes te vinden. In het bloemrijke grasland van vroeger was het aanbod groot. Nu, met een monocultuur in de weilanden, is het een stuk min der. Om echt duidelijkheid te krij gen over de voedselsituatie, is nog veel kostbaar onderzoek nodig, zegt Zwarts. Dat moet een uitdaging zijn voor de BF VW. Daarna komt de moeilijk ste slag. Het verbeteren van de biotoop, om het de grutto hier weer zo naai' de zin te maken dat de achteruitgang van het aantal broedparen tot staan wordt gebracht. HALBE HETTEMA Wellicht een vijfde smaak NI Algemeen wordt aangeno men, dat de mens vier sma ken onderscheidt: bitter, zout, zoet en zuur. Wat hij nog meer proeft, is een combinatie van die vier smaken of een kwestie van ruiken. Volgens Amerikaan se onderzoekers is het ech ter steeds waarschijnlijker, dat we nog een vijfde smaak hebben: umami. De ge dachte aan een vijfde smaak is niet nieuw. Al in 1908 meende de Japanse onder zoeker Kikunae Ikeda dat hij in zeewier een aparte smaak proefde. In het laboratori um isoleerde hij deze smaakstof als glutamaat. De opkomst van de Japanse keuken in het westen heeft de wetenschappelijke be langstelling voor die vijfde smaakstof nieuw leven inge blazen. Glutamaat is een aminozuur, een van de bouwstenen van eiwitten, en ook een boodschapper molecuul tussen zenuwcel len. In de smaakpapillen op de tong van onder meer de mens en de rat zijn door on derzoekers eiwitten gevon den, zogenoemde gluta- maat-receptoren, die het glutamaat kunnen binden 30 en zo een reactie in de pap teweegbrengen, die uitein delijk in de hersenen als ee smaakgewaarwording won ervaren. Het probleem was echter, dat deze receptor z< gevoelig voor glutamaat was, dat een beetje van dez stof al een zeer sterke smaa zou geven. En dat is duide lijk niet het geval. De Amerikanen hebben, z< schrijven ze in Nature Neu- roscience, in de smaakpa pillen op de tong een iets wijkende glutamaat-recep tor gevonden, waaraan het glutamaat minder sterk bindt en die daardoor veel beter aan de voorwaarden voor een smaakreceptor voldoet. Ze konden aanto nen, dat deze receptor in dezelfde concentraties op glutamaat reageert als wa; in deze kan worden proefd. Ook stoffen die de smaak van glutamaat na bootsen, blijken zich aan c receptor te binden en deze te activeren. Dit resultaat maakt het zeer waarschijn lijk, schrijft ook de Duitse fysioloog Bernd Lindemani in een begeleidend com mentaar, dat umami inder daad een vijfde smaak is. 28 aai n 06 Sterren kijken In het weekend van 11-13 februari houden sterrenwachten planetaria en andere instanties op sterrenkundig gebied open huis. Op veel plaatsen is de toegang gratis. In Haar lem zijn belangstellenden welkom bij Sterrenwacht Coper nicus, Vergierdeweg 269 op 11 februari om 20 uur, 12 fe bruari van 14 tot 17 uur en 19.30 uur, (telefoon (023) 39.36.27). In Leiden is de Leidse Sterrenwacht open aan de Sterrenwachtlaan 6 op 11 februari om 20 uur, 12 en 13 fe bruari om 14 uur (telefoon (0182) 52.49.84). Ofschoon er in het gebied tus sen de Ardennen, Moezel en Rijn geen actieve vulkanen meer zijn, wordt de Duitse Eifel met zijn ongeveer 350 uitge doofde vulkanen nog steeds tot de grote vulkanische gebieden van de aarde gerekend. En daar is reden toe. Hoewel de laatste uitbarstingen 11.000 en 9.400 jaren geleden in de omge ving van Laach en Ulmen plaatsvonden, sluimert diep onder de aardkorst nog steeds een gloeiende en actieve massia. Een normale sterveling merkt daar niets van. Maar een groep van internationale wetenschap pers en vulcanologen heeft af gelopen najaar met zeer gevoe lige seismografische apparatuur in de Eifel enkele honderden kleine aardbevingen opgete kend. En dat is merkwaardig. Want de Eifel is stevig verankerd in de grote Europese tectonische aardplaat en bevindt zich ver van de rand van deze plaat, waar door botsingen met ande re continentale platen wel re gelmatig aardbevingen voorko men. Er waren al lang vermoedens dat de Eifelvulkanen zich nog steeds op een relatief kleine maar bijzonder actieve en hete magmamassa bevinden die dicht tegen de aardkorst aan leunt en wel tot op een diepte van ongeveer 250 kilometer. Nu mag 250 kilometer voor een leek een veilige en stevige af stand lijken, voor geologen is 250 kilometer eerder aan de dunne kant en betekent een uitbarsting van 9.400 jaren gele den in de geologische tijdreke ning een zeer korte periode. Maar dat betekent niet dat wij binnenkort, niet ver bij ons vandaan, een vulkaanuitbar sting mogen verwachten. Het Eifel-reservoir van gloeiend hete magmabrij lijkt volgens de geologen op dat van het Yel lowstone Park in het Ameri kaanse noordwesten. Ook dit oud vulkanisch gebied bevindt zich op meer dan duizend kilo meter van een tectonische pla- tengrens en de beroemde gei sers zijn het bewijs dat ook daar niet diep onder de aardkorst nog een voortdurend kookpunt wordt bereikt. De internationale groep weten schappers die afgelopen herfst 'Og .01 het Eifelgebied onderzocht gistreerde de paar honderd lichte aardschokken door m del van tomografische techi ken zoals die ook in de gene kunde worden toegepast. M dit verschil, dat de ultrasone trillingen hier niet een beeld ven van het binnenste van d aarde, maar de verschillen ii seismische golflengten regis ren. Aan de hand van deze v schillen kan men de hitte in diepte van de aardkorst bert nen, want schokgolven verli pen trager in koud gesteente dan in warme lagen. Het resultaat van deze uitge breide metingen bevestigde vermoeden dat diep onder h Eifelgebergte nog steeds een tieve kern van gloeiend ge steente aanwezig is, die reg< matig tot onderaards gerom aanleiding geeft. Dat veroor zaakt trage schokgolven, die als gezegd met gevoelige me apparatuur kunnen worden registreerd, maar verder doe de bewoners van de regio ni als aardbevingen worden w« genomen. JOHAN LAMORAL ■■BH I Oplossing van dinsdag: trom-tromp-lmport jaar-ranja-Najaar baas-balsa-Sambal fier-friet-Tarief slee-leeds-Elders elan-clean-Lachen lade-dadel-Ladder muil-pluim-lmpuls amen-manen-Namens sage-gajes-Gaasje Gevraagd woord: INSTELLING AZZET-Sï MOF r Pf*TP£U£ fcW 6AZZU* Ii j&/ T/*lS£ ft/W* VAM B* -J3-' 0E71/MF wiss* c/rr -r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 10